HOME

OVERZICHT

Links en tips CONTACT GASTENBOEK

Vakantie

 

Welkom op de webpagina van Remco en Violet. Hier onder het verslag van onze vakantie in Frankrijk, de Pyreneeën, een geweldig gebied! 

 

Klik voor meer (wandel)verslagen op de button HOME of OVERZICHT.

 

Frankrijk 2007, Joncet-du-Bac, Pyreneeën, 25 mei t/m 10 juni 2008

 

 

Vrijdag 25 mei 2007              VERTREK                0/1131 km = 1131 km

 

(V) Het is weer zover, we hebben vakantie!!! Dit jaar is het weer een ‘Frankrijk-jaar”, deze keer trekken we helemaal naar het zuiden, op een aantal kilometer van de Spaanse grens, de Pyrenees Oriëntaal in het dorpje Joncet, vlakbij Prades en Perpignan.

Vanmorgen werd ik een half uur later wakker dan de bedoeling was, m’n wekker was niet afgegaan… Hierdoor gingen we dus ook iets later weg dan de planning was, maar om 6.40 uur reden we de straat uit. De weersvoorspelling voor vandaag was goed, echt vakantieweer.

Bij Maastricht stonden we zo’n 20 minuten in de file, door een ongeluk en door stoplichten verderop. Om 8.55 uur stopten we voor een kort ontbijt op de laatste parkeerplaats van Nederland, voordat we België in zouden rijden. Om 9.13 uur reden we de Belgische grens over en om 10.46 uur reden we Luxemburg in. Vlak voor de grens met Frankrijk hebben we getankt en om 11.27 uur reden we Frankrijk in.

Vanaf Nancy ging de route over de tolweg. Vlak voor Lyon stopte de tolweg en bij de betaalhokjes stonden veel lange, chaotische rijen, het was behoorlijk druk. Normaal kunnen we altijd heel vlot betalen, maar nu is het Pinksterweekeind, dat zal er wel mee te maken hebben. € 26,30 armer reden we om 16.40 uur door het tolpoortje, na 20 minuten wachten. En dat terwijl het verder op de snelwegen niet heel erg druk is.

Niet veel later kwamen we in de vrijdagmiddagspits van Lyon terecht. Het duurde wel even voordat we de stad door waren. Onderweg bleek dat het bij mijn voeteneind heel nat was, alle spullen die daar stonden, zoals fototas en tas met routes e.d. waren kletsnat. Ook de mat was doorweekt. Geen idee wat er lekt, de airco of iets anders, We hebben er een vuilniszak neergelegd zodat de spullen niet nog natter konden worden, dat is tenminste iets.

Om iets voor 18.30 uur stopten we op een parkeerplek om wat toastjes met kaas te eten en een drankje te drinken. In de zon was het nog aardig warm dus zochten we een plekje op met schaduw. Verderop bleek een heel leuk picknickterrein te zijn, met veel acacia’s en krekels. Met een tijdschrift erbij genoten we van ons hapje, ons drankje, het heerlijke weer en onze pauze. Een uurtje later reden we weer weg, op zoek naar een hotelletje. De eerste parkeerplaats met hotel was zo’n 90 km verderop, maar bleek aan de andere kant van de snelweg te liggen. Te voet kon je daar wel komen via een loopbrug, maar dan moesten we onze volle auto achter laten. We besloten nog maar even verder te rijden, we voelden ons allebei nog best goed, dus dat moest kunnen.

Zo’n 100 km verder reden we de volgende parkeerplaats met hotel op. Hier konden we de auto zelfs in een garage kwijt voor € 8,- Voor een overnachting moest je bij het selfservice restaurant informeren, dus liepen we daar naar toe. Vanaf het restaurant liep een vrouwtje binnendoor naar het hotel en deed daar de deur voor ons open. Remco werd weg gestuurd om de auto te halen terwijl ze al puffend en zuchtend onze gegevens over nam van mijn id-kaart. Ze ging wisselgeld halen en deed daarna de garagedeur voor ons open. We pakten onze spullen maar het duurde haar allemaal te lang dus ging ze weer. Toen wij in het hotel kwamen was zij alweer verdwenen maar we hadden nog geen sleutel van onze kamer gekregen. Dus ik weer terug naar de selfservice en probeerde uit te leggen dat we nog geen sleutel hadden gekregen. Gelukkig werd het begrepen waarop het vrouwtje, nu nog harder zuchtend, weer terug kwam en ons de sleutel gaf. Rond 21.15 uur ploften we neer op onze bedden. Het was een klein kamertje met 2 1-persoons bedden, een stoeltje, een tv, een wc, een wasbak en een douche. Klein en niet echt luxe, maar wel prettig met eigen sanitair, en dat voor maar € 36,- (plus dus € 8,- voor de garage, in verhouding duur, maar als je spullen worden gejat kost dat je veel meer). ’s Avonds hebben we nog even wat water bij het benzinestation gehaald en een sms-je naar huis gestuurd. Daarna gingen we terug naar onze kamer. In de tussentijd waren de overige kamers ook verhuurd en zat het hotel vol. We hadden dus wel mazzel gehad! Met het raam open en bovenop ons dekbed (het was warm) zijn we in slaap gevallen.

 

 

Zaterdag 26 mei 2007           VAKANTIE               1131/1561 km = 430 km

 

(V) Vanmorgen ging om 7.00 uur de wekker. Ondanks dat we allebei regelmatig wakker waren geworden, hadden we toch lekker geslapen. Nog half slaperig ging ik naar buiten om een sigaretje te roken. Het was al aangenaam van temperatuur. Om iets over 8.00 uur reden we weg, natuurlijk in onze korte kleren. Het was bewolkt, maar wel warm. Omdat we gisteren zo ver zijn door gereden hadden we vandaag de tijd om alvast een stukje toeristisch te rijden. Bij Nimes reden we naar Arles i.p.v. Montpellier, en verlieten de snelweg om een weg door het natuurgebied Parc Naturel Régional de Camarque te nemen. Het is een plas/dras gebied langs de Middellandse zee. We zagen veel koereigers in de natte landen langs de weg. Bij het stadje Saintes-Marie-de-la-Mer was het enorm druk maar iets verderop konden we, voor het eerst in ons leven, de Middellandse zee zien en voelen. Het zonnetje scheen waardoor ons vakantiegevoel nu al behoorlijk aanwezig was. Wat een genot! We hebben wat mooie schelpjes geraapt op het strand en wat zand in een zakje gedaan. We gingen weer terug naar de auto, op zoek naar een plas waar veel flamingo's zouden zijn. Ik wist dat die plas hier ergens in de buurt moest zijn, maar in de ANWB-gids kon ik zo snel niets vinden.

 

Nu, de voorgaande woorden opschrijvend, zittend op het overdekte terrasje van ons vakantiehuisje, komt de regen opeens met bakken uit de lucht. Heerlijk zo’n afdak, want de temperatuur is best lekker.

 

Terug naar de flamingo’s. We reden in ieder geval wel door een prachtig gebied, het zonnetje scheen, we hadden geen haast en we hadden wel vakantie. Bij het stadje ……. Kwamen we langs DE flamingo plassen. Het zijn echt heel aparte, elegante vogels, en om ze in het wild te zien is toch heel anders dan in de dierentuin. Lekker ontspannen reden we verder, kochten ergens een stokbrood en aten dat vervolgens ergens op. De Middellandse zee, het zonnetje, de flamingo’s, de mediterrane begroeiing en stokbrood; als dat niet lekker is… Onze zelf gebrande verzamel cd’s voegden extra vrolijkheid toe.Voorbij ……., bij Thau reden we over een weg langs het strand. Er was overal voldoende plek langs de weg om te parkeren, er stonden overal auto’s en campers langs de weg, er was nog voldoende plek want de weg was lang genoeg. We doken nog even snel het strand op. Het zand was heel anders dan bij St. Maries, veel meer schelpachtig. Ook lagen er volkomen andere soorten schelpen.

 

Keurig volgens planning kwamen we rond 14.00 uur bij Prades (vanaf 14.00 uur konden we het huisje in) waar we eerst nog even snel de SuperU indoken. We kochten wat water, ijsthee, bier en sla. We probeerden ook te tanken, maar het station was helaas onbemand, je kon er wel met pin betalen, maar ze zijn nog niet zo ver dat je dat ook met een buitenlandse pas kan doen. We reden dan eerst maar naar ons vakantiehuisje. We zagen meneer en mevrouw Ebers al bij hun caravan staan toen we aan kwamen rijden. We werden zeer hartelijk ontvangen en kregen een haastige maar leuke rondleiding door het huisje. Beneden het huisje stroomt het water van het riviertje de Tet, het geluid is constant aanwezig, wat ik zeker niet erg vind.

Rond 15.15 uur zaten we aan ons glaasje bier/wijn en genoten van het besef dat we hier 2 weken mogen blijven. Daarna is Remco naar Prades gereden om te tanken, deze keer bij een tankstation met kassa, bij de Intermarché. Intussen ruimde ik de koelkast in en maakte het bed op.

 

 

Zondag 27 mei 2007              KERSENVERKOOP           1561/1770 km = 209 km

 

(R) Onze eerste nacht hier was heerlijk rustig. Zo rond zevenen werden we wakker, in Villefranche-de-la-Conflent zou een rommelmarkt zijn, wat wel leuk is om naar toe te gaan. Na gegeten en gedoucht te hebben waren we om 9.30 uur klaar om weg te gaan. Niet veel later (Villefranche ligt op 5 km afstand) waren we er al. Het was er al aardig druk en vol geparkeerd maar gelukkig reed er net iemand weg toen wij aankwamen en hadden we dus snel, en dichtbij, een plekje. In het dorpje was het vol mensen, het leek de koninginnemarkt wel (iets kleiner, maar toch). Allerlei spullen kon je er vinden; oude kleding, potten, pannen, speelgoed, boeken, prullaria en nog veel meer, echt van alles. We hebben niets gevonden maar we waren dan ook niet echt op zoek naar iets. Het is wel heel leuk om te zien, inclusief het Franse volk. Er waren ook allerlei (toeristen) winkeltjes open, en ook het bakkertje was open dus hebben we daar een lekkere baguette gehaald. Het bakkersvrouwtje had er zin in, ze was heel vrolijk en al lachend hielp ze ons.

Nadat we alles gezien hadden zijn we een klein stukje door het dorpje gelopen. Het is een soort oude burcht waarbinnen een dorpje is. Er staat een grote, dikke muur omheen met enkele toegangspoorten. Bovenlangs loopt een soort pad, een overdekte omloop. Vanaf net buiten het dorp loopt een ondergrondse trap naar een kasteel erboven op de berg. Je kunt daar, tegen betaling natuurlijk, naar toe, maar daar hadden we nu geen zin in.

 

Rond 11.30 uur waren we klaar en gingen we op weg naar Prades om daar nog even wat rond te kijken. Verder hadden we nog geen idee wat we vandaag verder wilden gaan doen, en omdat het niet zo heel erg lekker weer was (dichtbewolkt), besloten we om richting zee te gaan omdat het daar meestal lekkerder is. Aangezien we er niet op gerekend hadden dat we veel zouden gaan doen maar thuis lekker een hapje zouden eten, zijn we nog op zoek gegaan naar ham, kaas, sla en een mes. Rond 12.00 uur reden we richting Perpignan en daarna richting het strand van Argèles. Daar hebben we op het strand een heerlijke picknick gehouden, met uitzicht op de zee natuurlijk. Ook hier was het bewolkt, maar net wat minder dicht. Schelpen waren er op dit strand niet. Na het eten hebben we onze spullen gepakt en zijn we op weg gegaan via een toeristische route. Het eerste stuk ging nog over de grote weg langs Le Boulou naar Céret, en vanaf daar gingen we een wat kleiner weggetje op. Al snel waren we bij St. Férréol Ermitage, een 13e eeuwse kapel op een berg, met mooie uitzichten over het landschap rondom. De kapel zelf was nog gesloten en zou pas om 15.00 uur open gaan wat in hield dat we ruim een uur zouden moeten wachten. Een uur wachten vonden we een beetje te lang dus zijn we verder gereden. We reden via Oms, Calmeilles, Prunet-et-Belpuig en kwamen in La Bastide. We reden door bossen en over een aantal cols. Onderweg was het echt prachtig, overal heel veel bloemen langs de rotswanden zoals tijm en lavendel. Nu staat er dus een bosje met lavendel op tafel, en een bosje akelei. Ergens vlak voor zo’n nietszeggend en ‘als je met je ogen knippert ben je er al weer voorbij’ dorpje stonden langs de kant van de weg 2 op kapelletjes lijkende hokjes. Maar het waren geen kapelletjes, maar twee familiegraven.

 

Na La Bastide zijn we via Valmanya, Baillestavy en Finestret weer naar de grote weg richting Prades gereden. Tussen Valmanya en Baillestavy stonden 2 op oude molens lijkende ruïnes, met daaromheen nog enkele vervallen gebouwen. Geen idee wat het precies zijn en wat hun functie was, het leken wel een soort uitkijktorens, maar ook weer niet. We hebben geen idee.

Een stuk verder bij Finestret kwamen we ineens in een file terecht, en dat op een heel smal weggetje. Het was langs de weg heel druk en even verderop was een kersenboomgaard waar de mensen waarschijnlijk zelf kersen mochten plukken. Je zag iedereen sjouwen met mandjes, tassen, kratjes of waar je dan ook maar kersen in kan doen. En ineens stonden we stil midden op de smalle weg. Er kon maar één auto tegelijk langs de geparkeerde auto’s rijden, meer ruimte was er niet Waarschijnlijk was er een tegenligger aan de andere kant van de file. Het duurde even voordat deze terugreed en we weer verder konden. Weer iets verderop stonden we opnieuw stil. Er stond een auto in een greppel tegen een huisje aan, de voorkant in de greppel, de achterkant stak schuin omhoog. We hebben geen idee hoe ze dat voor elkaar gekregen hebben; het was een vrij rechte weg. Er stonden zeker zo’n 10 auto’s waarvan er uit verschillende mannen kwamen, die de auto gezamenlijk weg duwden. Al snel stond de auto al weer goed op de weg, zonder zichtbare schade. De meeste waren vrij lacherig en vrolijk. Violet heeft snel even een foto genomen van het tafereel, helaas niet van de auto die tegen de muur aan stond, omdat er net een auto voor ging staan. Na een paar minuten konden we, al lachend, weer gaan rijden.

Via de grote weg door Prades heen, richting Joncet, gingen we verder. Net voor Villefranche gingen we weer een kleiner weggetje op om nog even een mooi stukje over de bergen te rijden. Ook dit was weer mooi en ging door het bos richting Joncet en zo rond vijf uur waren we thuis. De bossen waren wel heel afwisselend, de ene keer reden we tussen de kurkeiken, een stuk later langs veel, bloeiende, acacia’s, dan weer tamme kastanjes en zo was het steeds weer een anders soort boom die de ‘hoofd’begroeiing vormt. Verder is alles lekker aan het bloeien, dus is het heel leuk en vrolijk om door het landschap te rijden. Al met al zeker zo’n 200 kilometer gereden vandaag. We zijn nu lekker van een biertje (ik) en een rosétje (Violet) aan het genieten.

 

 

Maandag 28 mei 2007          LA TRAMONTANA            1770/1967 km = 197 km

 

(V) Vanmorgen om 7.00 uur ging de wekker. Het zonnetje scheen maar het waaide wel enorm hard. In de lucht vlogen allemaal witte pluisjes, het leek wel of het sneeuwde. Toen ik de deur naar het terras open wilde doen zag ik 4 katten op het terras zitten. Jammer genoeg waren ze erg schuw want ze renden gelijk weg toen ze me zagen. Doordat we gisteren niets bij ons hadden omdat we hadden gedacht snel weer thuis te zijn (we hadden namelijk niets gepland) hadden we gisteravond bedacht wat we vandaag wilden gaan doen. Om 8.30 uur reden we weg. Omdat het keren van de auto in dit zeer smalle straatje bijna niet te doen is, reden we gisteren het weggetje naar Serdynia, het buurdorpje. Veel smalle stukjes maar wel erg leuk. Vandaag reden we het straatje van Joncet-du-Bac uit tot het spoorlijntje van Le Petit Train Jeune en keerden daar de auto. Dat scheelde wat tijd en wat smalle stukjes.

We gingen eerst op weg naar Elne, een plaatsje iets onder Perpignan, omdat daar op maandag markt zou zijn. Maar vandaag was het ook 2e Pinksterdag dus kon het maar zo zijn dat er vandaag géén markt zou zijn. Bij Elne aangekomen kreeg ik sterk het gevoel dat er geen markt was; er liepen weinig mensen, en al helemaal niet met tasjes van de markt. We hebben nog even rond gelopen maar vonden inderdaad geen kraampjes. We haalden maar een stokbroodje en gingen daarna verder met de dag. We besloten om maar even naar het strand van St. Cyprien te gaan. We vonden het strand (met palmbomen, zoals veel dorpjes hier langs de straten hebben staan) en parkeerden de auto. Het strand bleek geen goed idee; het waaide zo hard dat we werden gezandstraald. Nou ja, we werden meer gestenigd dan dat we gezandstraald werden…het strand bestond uit heel kleine kiezelsteentjes. We konden alleen maar achteruit terug lopen en voelden de constante bekogeling op ons hoofd, in onze nek en aan onze voeten. Toen de wind even iets rustiger was draaiden we ons snel om en liepen zo snel we konden terug naar de auto. Daar konden we eindelijk weer normaal lucht inademen, zonder dat de wind dat van ons weg nam. Door de wind liepen de tranen over mijn wangen en Remco zijn lenzen waren bijna uitgewaaid! Zoals ik al zei, het strand was geen goed idee, maar het was wel een enorme ervaring!!!

 

Volgens ‘de planning’ zouden we bij het dorpje Bages, in de buurt van waar we nu waren, zoutvlakten en flamingo’s gaan bekijken. Doordat we het op de kaart niet zo snel konden vinden kwamen we er achter dat het om een andere Bages ging, net onder Narbonne, een aardig stukje van ons vandaan. Ook dit plan viel dus in duigen. Toch genoten we van de dag, we gingen vrolijk verder met ons volgende doel, Thuir. In dat dorpje ligt de Rue de Violet, dus dat bordje wilden we eigenlijk wel op de foto hebben. Nergens zagen we een plattegrond, en het was een iets groter dorpje dan de meeste hier, en zelfs na een paar rondjes hadden we de straat niet gevonden en gaven we ook dit plan op. Het ging lekker vandaag…

Nu gingen we verder naar Castelnou, een middeleeuws dorp met een kasteel (10e eeuw). Het dorp was heel erg mooi, met smalle straatjes en leuke huisjes. Het zicht op de torens aan de buitenkant en het kasteel erboven maakten het plaatje af. Ondanks dat het nog steeds enorm hard waaide, scheen het zonnetje lekker. Gelukkig. Na wat foto’s van het dorpje gemaakt te hebben kwamen we bij de toegang naar het kasteel. Voor € 4,50 p.p. mochten we het kasteel bezoeken. We kregen zowaar een Nederlandse beschrijving mee, maar het bleek soms moeilijk om te bepalen in welke ruimte je was, en welke tekst daar bij hoorde. Het was ingericht met poppen die de kleding en harnassen van die tijd droegen. Je kon ook over de ‘bovenloop’, langs de kantelen lopen. Geen idee hoe dat normaal is, maar nu waaiden we bijna weg!!!

Nadat we Castelnou hadden bekeken kwamen we langs Eglise de Fontcouverte, een heel klein kerkje met een begraafplaatsje in The Middle Of Nowhere. Vanaf Thuir reden we weer over kronkelige bergweggetjes, welke bijna altijd mooi zijn. Je verbaast je telkens weer over de afgelegen dorpjes en zo, maar dit kerkje lag echt tussen niks en nergens. Verderop de weg zagen we ineens een bordje ‘dolmen’ staan en sloegen het onverharde pad in, de berg op. We kwamen uiteindelijk bij de dolmen (een soort hunebed), gemaakt van grote leistenen, met daaromheen een cirkel opgevuld met stenen. In de harde wind liepen we er snel omheen, namen een foto en doken de auto weer in.

 

We kronkelden verder over de col en kwamen uit bij het doodlopende weggetje naar de Prieuré de Serrabonne. Er stonden erg veel auto’s langs de weg geparkeerd (was hier ook weer goedkoop kersen plukken, of was dat allemaal voor de Prieuré? )maar we reden zover mogelijk omhoog de berg op. Als we geen parkeerplekje zouden vinden, zouden we wel omkeren en bergafwaarts een plekje zoeken. Het geluk was met ons; we vonden een prachtig plekje, helemaal bij de slagboom, en liepen vanaf daar het laatste stukje naar de Prieuré.

Toen we daar aankwamen bleek waarom het zo druk was; er was een grote picknick, waarschijnlijk i.v.m. 2e Pinksterdag. Op het bord bij de parkeerplaats hadden we gezien dat we € 3,- p.p. moesten betalen om de Prieuré te bezichtigen, maar we konden nergens iemand vinden waar we bij konden betalen. We zijn dus maar gewoon naar binnen gegaan, want de deuren waren open. In het 12e eeuwse kerkje stonden zuilen van roze marmer waarin rechthoekige bloemen, antropomorfe monsters en fantasiehoofden waren uitgebeeld. Het was heel bijzonder om te zien. We wilden de stilte in de kerk niet doorbreken door te praten in dit ‘Huis van God’, maar 2 oude, Franse dametjes zaten vrolijk, mobiel te bellen terwijl ze op de kerkbankjes zaten. Ongehoord!!!

In de kerk waren nog een paar restanten van muurschilderingen en er lagen oude delen, van o.a. de zuilen. Via een deur kon je naar de roze marmeren tribune, een overdekt buitenterras met 6 zuilen, ook weer versierd, en een prachtig uitzicht over de omgeving. Een stenen trappetje leidde naar het eronder gelegen kruidentuintje. Onderaan het trappetje zag ik een dood schorpioentje liggen, waar de mieren zich intussen al te goed aan deden. Wel blij dat het schorpioentje dood was, hoe sneu dat ook klinkt. Het waaide nog steeds hard, en in de kerk hoorde je de wind ook echt loeien! Na nog wat foto’s gemaakt te hebben liepen we weer terug naar de auto, veilig uit de wind.

 

We reden het weggetje weer terug naar beneden om daar bij Le Relais de Serrabonne even naar binnen te gaan. Het is een winkeltje, beheerd door een groepje boeren, waar ze hun eigen producten verkopen. Je kunt er bijvoorbeeld vruchtensapjes en belegde broodjes krijgen die je dan op de bijbehorende picknickbankjes kan nuttigen. We bekeken de producten die werden verkocht; honing, ganzenleverpaté, likeurtjes, azijn, geitenkaasjes e.d. Ik koos een fles tijmlikeur uit. Het vriendelijke, oude, tanige boertje die vandaag de kassa beheerde hielp ons. Op mijn vraag of hij zelf geiten hield vertelde hij dat dat door een ander boertje werd gedaan, maar dat hij bijen hield (door een zoemend geluid te maken en een beetje met zijn handen te wapperen). Met de kassa had hij wat moeite om de juiste knopjes te vinden, en de geldla werd handmatig geopend door aan de achterkant iets in te drukken. Nu konden we naar huis. Op de weg terug zijn we bij een biologisch groente- en fruitwinkeltje even gestopt en hebben daar een courgette en een aubergine mee genomen. Gisteren hadden we iets verderop al kersen en abrikozen gehaald, dus fruit hoefden we nog niet. Vlak voordat we het straatje naar ons dorpje inreden, zo rond vier uur, begon het iets te spetteren. Onder het afdak kan je gelukkig nog lekker buiten zitten (wel met lange broek, sokken en fleecetrui aan) alwaar we een borrel en toastjes met kaasjes hebben genuttigd. Het vuilnisbakkenhondje van 1 van onze buren kwam ons weer vrolijk kwispelend (hij kwispelt zichzelf bijna om!) opzoeken. Een hondenkoekje (of 3) ging er best in! Hij is wel braaf, gaat lekker zitten of liggen .

Deze dag hebben we weer zo’n 200 kilometer gereden en veel moois gezien. Bij Eglise de Fontcouverte hebben we de eerste twee hagedisjes van deze vakantie gezien.

 

 

Dinsdag 29 mei 2007       MARKT EN VREEMDE BEELDEN  1967/2006 km = 39 km

 

(R) Het is nu rond twaalf uur en we zitten bij het huisje. Vanochtend zijn we rond half/kwart voor negen naar Prades vertrokken om daar naar de markt te gaan. Niet veel later waren we er en het was al behoorlijk druk, maar toch vonden we vrij snel een parkeerplaats. Er was weer veel te zien en te kopen op de markt. Veel kleding, groente, fruit, kaas, van die vieze Franse stinkworst en nog veel meer. We hebben er een lekkere kaas, tafelkleden en manden gekocht. Groente en fruit hadden we niet nodig, deze hebben we nog genoeg liggen. Het was best een grote markt, veel straatjes in het centrumpje waren gevuld met kraampjes en het was er een drukte van belang. Heerlijk om weer eens op zo’n leuke Franse markt te lopen. Na ongeveer een uurtje waren we wel uitgekeken en hebben we onze inkopen gedaan. Tijd voor het volgende wat op het programma stond: een bezoek aan St. Michel-de-Cuxa. Een klooster met oorsprong in de 10e eeuw. Het eerste waar we doorheen liepen was een kapel voor Maria. Dit was een ronde ruimte met in het midden één grote pilaar. In de wand was een nisje met daarin een Madonnabeeld met een kind. Ernaast waren nog twee kapellen voor andere heiligen. Deze waren rechthoekig en minder mooi om te zien. Ook een grote gewelfde ruimte, bestemming is ons onbekend. Via een doorgang liepen we verder, en door een deur heen kwamen we op een binnenplaats terecht; een grasveld met een omloop er omheen die gedeeltelijk overdekt is. Tussen de omloop en het grasveld staan kapitelen, ook weer met antropomorfe beelden erop. Wij hebben hier ook weer veel foto’s genomen en terwijl we rondliepen vlogen zwarte roodstaarten af en aan van hun nesten boven de kapitelen. Violet was net ergens naar binnen gegaan en terwijl ik nog buiten liep zag ik ineens iets vliegen, ongeveer zo groot als een specht maar met veel bruinere kleuren. Ik denk dat het een hop was. Helaas vloog hij weer snel weg, net voordat Violet terug naar buiten kwam, en heeft zich helaas niet meer laten zien.

Via een grote deur liepen we over een marmeren trap het kerkgedeelte in. Vlakbij de deur naast de trap stond een groot houten heiligenbeeld. Het middenstuk van de kerk was groot en rondom waren allerlei zijstukken met ook weer diverse beelden erin of met een soort altaar. Het zag er allemaal oud uit. In het middenstuk van de kerk stond een grote tafel/altaar. Deze is heel lang zoek geweest en bleek ergens hier in de buurt als balkon gebruikt te worden. Ongeveer 30 jaar geleden hebben ze deze teruggevonden en is enkele jaren later herplaatst.

Zo zijn er ook nog veel van de kapitelen zoek, maar hier en daar vinden ze weer wat. Vroeger zijn er veel naar New York verscheept. Na zeker een uurtje rond gekeken te hebben, hadden we alles wel zo’n beetje gezien. Nog even wat kaartjes van de beelden en mooie foto’s van het klooster gekocht. Je weet immers maar nooit of onze foto’s wel goed gelukt zijn.

 

Rond half twaalf reden we weer naar Prades om wat boodschappen te halen. Aangezien we wat koelkast spullen hadden en we verder toch in de buurt van Prades bleven gingen we de boodschappen even thuis afzetten en wilden dan ook maar gelijk een hapje eten. Het was alleen zo lekker, zonnig en heerlijk warm, we vonden het wel goed zo. Beetje in de zon zitten, lezen en lekker genieten van eigenlijk niets doen. Ook wel even lekker.

 

(V) We moesten ons heel goed insmeren met zonnebrand, want de zon brandde fel. Eén van de honden uit het dorp, vuilnisbakkenras, had gemerkt dat we thuis waren en kwam ons gedag zeggen. We hadden gisteren al vriendjes met hem gemaakt, met een aai en een hondenkoekje. Hij kwam nu even gezellig bij ons liggen. Later op de middag dommelde Remco af en toe wat weg in de tuin, terwijl ik op de bank in de huiskamer een tukje deed. Heerlijk ontspannen allemaal. Rond 18.00 uur haalde Remco zijn trui uit de auto en ik hoorde opeens een vrouwelijke, Nederlandse stem; Etty Hebers, onze verhuurster was er even. Ze waren zaterdag met de caravan vertrokken, zouden nog een dag of 2 in de buurt blijven waarna ze Spanje in zouden trekken. De harde wind echter maakte dit echter onmogelijk. De wind blijkt niet de mistral te zijn, zoals wij dachten, maar La Tramontana, welke met stoten van 120 km p/u waait. Nou dat hadden we wel gemerkt. Ze vertelde dat we dan beter westelijker de dag konden doorbrengen in plaats van hier of oostelijker, richting kust. Een nuttige tip.

’s Middags zag Remco een jonge zwarte roodstaart die door pa of ma gevoerd werd. Het jong kon ik op de video zetten, maar toen kwam er geen ouder meer om te voeren. Ook een hagedisje in de tuin gespot. Vanavond ging ik in de schemering de lege flessen in de flessenbak om de hoek gooien en zag vleermuisjes boven het riviertje vliegen. Remco geroepen en samen hebben we ze nog even bekeken en met nightshot op de video gezet. Heel mooi om ze van bovenaf te kunnen bewonderen. Nu, 22.00 uur, zitten we op het terrasje nog even te genieten van een drankje en het geluid van de rivier. Het kapelletje naast ons is weer mooi verlicht, heerlijk zo!

 

 

Woensdag 30 mei 2007         CATHARENBURCHTEN              2006/2248 km = 242 km

 

(V) Vanmorgen reden we om iets over half negen weg. Het weer zag er veelbelovend uit. Toch kan het weer hier elk moment omslaan, en zelfs na elke bocht kan het ander weer zijn. We zouden eerst naar de markt in Quillan gaan en zouden daarna de catharenburchten Queribus en Peyrepertuse gaan bezichtigen. Vanaf daar wilden we via een toeristisch (wit) weggetje naar huis terug rijden. We reden over de weg richting Mont-Louis waar we de weg richting Quillan konden nemen. Voor ons reed een grote vrachtwagen met benzine of zo, en we konden helaas niet snel inhalen, dus duurde het even voor we in Mont-Louis waren.

Vanaf Mont-Louis reden we door skigebied met prachtige ‘alpen’weitjes die wit zagen van de bloeiende, witte narcisjes. Hier stonden in de dorpjes ook nog seringen in bloei, terwijl ze verder overal al zijn uitgebloeid. We hadden zicht op hoge bergen met nog aardig wat sneeuw erop. Het weggetje kronkelde verder, af en toe door een enkel dorpje heen, en over een aantal cols. Vlak voorbij het dorpje Escouloubre stond een Française geparkeerd die gebaarde of we wilden stoppen. Ze wilde weten waar ze was en welke kant op een bepaald plaatsje lag. De kaart lag op mijn schoot en ik kon haar snel laten zien welke kant ze op moest. Wel grappig, dat je als Nederlander in Frankrijk de weg moet wijzen aan een Française! We vervolgden onze weg en kwamen in steeds rotsachtiger gebied. Het werd steeds mooier en op een gegeven moment reden we onderaan een grote kloof, langs een riviertje met aan weerszijden loodrecht omhoog rijzende rotswanden. Heel indrukwekkend en mooi.

Rond 10.30 uur kwamen we eindelijk aan in Quillan, waar we de auto parkeerden en de markt op liepen. Met 10 minuten hadden we het wel gezien; het was best een grote markt, maar alleen maar met kleding en sieraden. We hebben geen één kraampje met levensmiddelen gezien, tenzij je gesuikerde amandelen daar toe rekent. De markt hadden we dus snel gedaan, hup de auto weer in en richting de catharenburchten. We reden nu door een gebied met enorm veel wijngaarden. De zon scheen en er stond geen wind. Dat laatste was vooral prettig omdat je met zo’n harde wind bijna van de burchten af waait. Met onweer is de toegang zelfs verboden. Maar zoals gezegd was het stralend en windstil.

 

De burcht van Queribus was van veraf al bijzonder om te zien: op een uitstekende rotspunt is de burcht gebouwd. Je snapt niet hoe ze dat vroeger voor elkaar hebben gekregen. Zoals in de boekjes staat is het gebouwd als een adelaarsnest. Op de parkeerplaats hebben we eerst even geluncht waarna we ons goed insmeerden met zonnebrandgel en onze schoenen aan trokken, het was namelijk nog een stukje lopen over een stenig pad voordat je boven bij de burcht was. In de volle zon hobbelden we omhoog, alvast genietend van het uitzicht op de burcht boven ons en het landschap om ons heen. Peyrepertuse zag je in de verte op een rotskam liggen. Het was een stevig klimmetje. Dat moesten ze vroeger dus elke dag lopen. Queribus is de laatste vluchtplaats van de Catharen geweest, welke na de belegering van 1255 viel. Daar wordt in Frankrijk bijna niet over gepraat, zelfs bij de burcht zelf is die informatie maar weinig aanwezig. Het is een deel in de geschiedenis van Frankrijk die ze blijkbaar liever vergeten. Dat komt waarschijnlijk omdat de Catharen zich heftig tegen de kruisvaarders hebben verzet, dat ze taaier waren en het langer hebben volgehouden dan de bedoeling was van het Vaticaan. Alleen door ze af te sluiten van de buitenwereld, en daarmee ook van water en voedsel, is het uiteindelijk gelukt, na maanden van belegering, om de Catharen ‘voorgoed’ uit te roeien.

Het kasteel ligt op 728m (hoogste punt) en men vermoedt dat het ooit een zonnetempel is geweest die later tot een weerbare vesting is omgebouwd. Het eerste blijft giswerk maar dat het een onneembare vesting was mag wel duidelijk wezen. De ligging bovenop een rotspunt, de dikke muren en 1 toegangspoort zeggen genoeg. Ze konden de wijde omgeving overzien vanuit hun hoog gelegen kasteel. Bij goed weer tenminste. Wij hadden prachtig weer, maar bij de Middellandse zee was het heiig. Toch was het uitzicht overweldigend, over de valleien en bergketens. We kwamen bij de trap die toegang gaf tot de enige poort. Er waren dikke touwen gespannen die je houvast bieden bij je tocht naar boven, vooral met harde wind erg handig. We kwamen langs de resten van de voormalige kazerne en het waterreservoir. De afgebrokkelde muren waren nog redelijk intact, je zag de raamkozijnen en je zag ook dat er ooit verdiepingen in de verschillende ruimtes waren geweest. Het uitzicht op de omgeving bleef formidabel. In de muren zaten schietgaten; hele smalle voor boogschutters en bredere voor de kanonnen. We zagen nog een apart stel toeristen rond lopen; een behoorlijk stevige meid met een magere, lange vriend. Dat is op zich niet zo opzienbarend, maar wel dat zij een legging droeg en een strak topje! Wat er nou het meeste uitstak, haar buik, haar boezem of haar kont, ik weet niet, maar je kon overal op mee rijden. In de voormalige woning van de slotheer stond een 14e eeuwse (gotische) pilaar die 4 kruisbogen ondersteunde. Een paartje zwaluwen had daar een mooi nestje gebouwd. Een wenteltrap leidde naar het ‘platvorm’, het dak van het kasteel, vanwaar het uitzicht nog mooier was. We konden ons goed voorstellen, vooral na ons bezoek aan het kasteel van Castelnou waar we bijna wegwaaiden, dat het hier met zo’n straffe wind geen pretje moet zijn. We liepen naar beneden richting de auto en kochten nog een paar kaartjes bij het winkeltje waarna we naar ons volgende doel reden: de catharenburcht Peyrepertuse. Hemelsbreed op zo’n 6 km afstand van Queribus, maar over al die kronkelweggetjes nog een heel stuk verder.

 

Ook bij Peyrepertuse moesten we vanaf de parkeerplaats via een pad de berg oplopen. Het paadje liep tussen boompjes en struikgewas door. Zouden ze een paar eeuwen terug ook over dit pad hebben gelopen? Waarschijnlijk wel. Paarden en muilezels konden het kasteel niet bereiken. Het ‘onderste’ gedeelte van het kasteel is uit de tijd van de Catharen, het bovenste deel is uit het eind van de 13e eeuw, gebouwd onder het regiem van de Franse koningen. Het beslaat in totaal over de langste zijde zo’n 300 meter van de bergkam. De zon scheen fel tijdens ons bezoek, maar de stenen die in de schaduw lagen waren heerlijk koel, het leken wel ijsblokken. De ‘trap van Lodewijk de Heilige’ bestond uit gladde stenen treden en leidden ons naar het ‘nieuwe’ gedeelte van de burcht. De ruines lieten goed de verschillende ruimtes zien, waaronder de restanten van een kerkje (heel mooi), de St. Jordi. De vormen van het kapelletje waren nog goed zichtbaar, ook al was het grootste gedeelte van de muren weg, laat staan dat er nog een dak was. Op weg naar het oudere gedeelte kwamen we “de dikke en de dunne” weer tegen. Met moeite kon ik mijn lach bedwingen… Niets tegen een stevig figuur, maar als je een olifant bent moet je geen muizenpakje aantrekken…

In het oude gedeelte waren o.a. de restanten van de Mariakerk te zien. De muren waren beter intact dan die van de kapel St. Jordi, maar ook hier, en eigenlijk overal, ontbrak het dak. Het altaar, welke in de schaduw stond, bood ons een heerlijk koele zitplek. Nooit eerder hadden we op een altaar gezeten. Een beetje oneerbiedig misschien, maar heerlijk koel.

Er waren ook latrines deels bewaard gebleven; een gat in een steen waar je dan alles honderden meters naar beneden kon laten vallen. Spannend!

Het bezoek aan Peyrepertuse (eveneens € 5,- p.p.) was, net als Queribus, indrukwekkend. De ligging van Queribus was imposanter dan die van Peyrepertuse, maar het formaat van Peyrepertuse overtrof weer die van Queribus. In de palle zon liepen we weer naar beneden, naar de auto toe. Tot onze grote verbazing bleken beide raampjes van de auto nog open te staan. Dat hadden we helemaal niet gemerkt toen we weg gingen. Wel stond het alarm op de auto. Gelukkig heeft niemand iets door gehad of er iets mee gedaan, ook al lag er niets waardevols in. Ook mazzel dat er geen insect of vogel door de auto is gevlogen en het alarm af heeft laten gaan.

 

We hadden onze geplande bezichtigingen gedaan en hebben er van genoten. Zowel de kastelen als de uitzichten waren geweldig. Het was nu tijd om richting huis te gaan. Ik leidde Remco weer een zigzagweggetje op, richting Prades, en met het idee om ergens een korte pauze te houden. We vonden een mooi plekje langs de weg, in de schaduw, en besloten daar onze pitstop te houden. Ik moest ook even mijn blaas legen, en aan het spoor dat onder de auto door stroomde te zien was dat inderdaad hoog nodig. In onze klapstoeltjes genoten we, onder het genot van een klein biertje, van onze welverdiende pauze.

We reden weer verder over het weggetje en passeerden een paar cols. Het landschap veranderde; we reden nu tussen grote rotsblokken door. Een droog, kaal en onherbergzaam gebied, maar prachtig mooi. De grote stenen en rotsen waren bedekt met groene korstmossen, en in de bermen bloeiden talloze klaproosjes, lavendel, tijm en nog veel meer plantjes. We kwamen langs een dolmen, die we natuurlijk even bekeken hebben, en werden verderop verrast door koeien op de weg, en iets verderop door schapen. In de diepte zagen we de bebouwing van Prades liggen, mooi in het zonnetje terwijl we verder alleen maar donkere regenwolken zagen. Bij Prades aangekomen waren ook daar de regenwolken gearriveerd. We hebben even snel wat boodschappen gedaan en gingen op weg naar huis. We waren nog maar net thuis toen de regen los barstte. Eén gordijn van regendruppels kletterde op de daken en de aarde. Heel bijzonder na zo’n zonnige dag! Nu, net na negenen, hebben we lekker onder ons afdakje gegeten en is het weer droog. De vogels fluiten en wij genieten na van deze geweldige dag.

 

(R) Tot 21.45 uur hebben we lekker buiten gezeten. Zo’n half uurtje daarvoor was het weer begonnen met regenen en in de bossen tegenover ons ontstonden daardoor mistflarden, die later tot ‘gewone’ mist en een soort bewolking uit groeiden. Violet ligt nu lekker in bad te genieten van de warmte van het water.

 

 

Donderdag 31 mei 2007        SPAANSE PARACHUTES              2248/2574 km = 326 km

 

(R) We reden weer zo’n beetje rond dezelfde tijd weg als de afgelopen dagen. Deze keer op weg naar Banyuls-sur-Mer. Daar zou een markt zijn, maar toen we daar aankwamen, zo rond 10.15 uur, was er geen markt te zien. Het zit ons niet echt mee deze vakantie met de markten. Dus even rondgelopen in het stadje, even naar het strand geweest en maar weer terug naar de auto gegaan. Even snel nog een pain gekocht. En toen zijn we verder maar wat gaan rijden. Dit zouden we anders ook gedaan hebben, maar dan na het marktbezoek. En zo gingen we verder zuidwaarts richting Cerbère net voor de Spaanse grens. Tja, en nu we daar toch waren konden we net zo goed even doorrijden het Spaanse land in. Dit ging in een nogal traag tempo, want voor ons reed een camper. Het was nogal bergachtig en daardoor deed de bestuurder van de camper het rustig en voorzichtig aan. Heel lang (zo’n 20 kilometer) bleef hij rijden met achter zich aan een steeds groter wordend treintje. Uiteindelijk zocht hij een parkeerplaats op waar hij aan de kant ging zodat wij er allemaal langs konden.

De grensovergang bestond uit een aantal zeer vervallen gebouwtjes. Je kon echt zien dat het nooit meer gebruikt wordt. Het zag er niet uit.

Via een aantal plaatsjes zijn we naar Roses, een kustplaats, gereden. Langs de weg stonden heel veel (oude) olijfbomen. Ze stonden er in boomgaarden, net als de druiven en de perziken. In het dorpje aangekomen, volgens de ANWB-reisgids zouden er ongeveer 330 inwoners zijn, maar gezien de bebouwing zouden er wel 10x zoveel kunnen wonen. Waarschijnlijk veel hotels en appartementen die verhuurd worden. We vonden al snel een parkeerplaats vlakbij het strand.

 

Vanochtend toen we wegreden was het bewolkt en mistig en spetterde het lichtjes, richting Banyuls werd het wat beter, maar (nog) niet zonnig. In Spanje was het nog wat minder bewolkt en deed de zon nog beter zijn best, wat zelfs aardig blauwe lucht tot gevolg had. We hebben even een stukje over het strand gelopen en vonden dit wel een geschikte plek voor een pique-nique. We hebben in de auto een broodje klaargemaakt en zijn met de badlakens, onze boeken en natuurlijk het broodje terug naar het strand gegaan om daar even lekker te eten, te lezen en te genieten van het Spaanse leven. Op en om het strand waren veel grijze duiven, ook Nederlandse, te zien; de meeste waren poepiebruin. Het zonnetje deed aardig zijn best en we hebben daardoor wel weer wat kleur opgedaan. Op een bepaald moment was er in de lucht een hele formatie van parachutisten te zien. Zeker 40 tot 50 waren een rechthoek of ruit aan het vormen. Twee hebben het niet gered voordat de formatie, na enkele minuten gehangen te hebben, ineens uit elkaar fladderde. Ze schoten echt alle kanten op. Prachtig om te zien.Het kan natuurlijk ook zijn dat die twee parachutisten met een camera alles op beeld hebben gezet. Ook zagen we nog een vreemd natuurverschijnsel, we zagen een soort van regenboog in de lucht, maar niet in de vorm van een boog, volgens het weerboekje een circumhorizontale boog. Na een uurtje of zo vonden we het wel weer goed om verder te gaan. Maar eigenlijk hadden we een beetje een verkeerd moment gekozen. Het was ongeveer kwart over één en in Spanje betekent dat tijd voor siësta. Dus drukte op de weg. In het kleine dorpje stonden zelfs een aantal politieagenten het verkeer te regelen. En dat buiten het hoogseizoen, ik wil eigenlijk niet weten hoe het in het vakantieseizoen zal zijn. We wisten net niet helemaal waar we naartoe moesten, dus reden we ineens in een buitenwijk van het dorpje. Het leek wel een soort studenten- of bejaardenwijk. Dit was niet helemaal goed, we reden weer een stukje richting het centrum van het dorpje. We kozen een andere weg dan net, en deze kwam wel uit waar we naartoe wilden gaan. Via een mooie en ook wel snelle en goede route zijn we weer teruggereden naar Frankrijk.

 

Op de heenweg zagen we op een gegeven moment in een dal langs de kust, wij reden op een hoger gelegen weg, een heel mooi dorpje met allemaal vrolijk gekleurde huizen. Ik was in de veronderstelling dat het in Spanje was, maar had geen idee waar precies. Violet dacht dat het in Frankrijk zou liggen en even voorbij Cerbère, in Frankrijk, lag dit dorpje. Gelukkig zijn ze zo slim geweest om er een paar stopplekken langs de weg te maken, zodat je rustig foto’s kan nemen van dit dorpje. Daarna zijn we even op een parkeerplaats gestopt voor een zeer nodige pispauze.

We zijn weer langs Banyuls gereden en verder langs de kust omhoog, via Port-Vendres naar Collioure. Een heel leuk havenstadje met oude vestingmuren en een oude vuurtoren. Alleen bijna onmogelijk om daar in de middag een parkeerplek te vinden. Ja, ze waren er wel maar zeker op zo’n 10 tot 15 minuten lopen van het dorpscentrumpje. Dat hebben we dus niet gedaan en we zijn verder gereden naar Racou-Plage, daar zijn we even het strand op gegaan. Het dorpje stelt niet veel voor; het is eigenlijk maar één lange straat, met aan beide kanten huizen, maar achter de huizen aan de zeekant is een immens grote parkeerplaats. Maar ook hier weer geen schelp te vinden. We zijn daarna doorgereden naar Argèles en St. Cyprien en langs een binnenmeer naar Canet-Plage. Op de terugweg wilden we een bepaalde supermarkt (een Leclerc) in Perpignan gaan bezoeken om hopelijk thijmthee te kunnen gaan kopen. De meeste andere soorten supermarkten hadden we al gezien en daar hadden ze het niet, hopelijk bij deze wel. Via een grote omweg kwamen we er uiteindelijk. Toen we ergens een bepaalde weg op wilden rijden stonden er onder een brug zo’n 10 van die arrogante politieagenten een beetje te lummelen en te ouwehoeren. Zoals ze eigenlijk bijna altijd doen als je ze ziet. Geen idee wat ze dan doen, maar er gaat altijd een bepaald soort arrogantie vanuit. Wij, en ook vele anderen, sloegen net voor hen af de weg op naar Perpignan. Terugkomend op de thijmthee, ook deze supermarkt had ze niet. Dus eigenlijk een heel stuk voor niets gereden. Maar we hebben er wel lekkere (stink)kaasjes en mooi geprijsde whisky gehaald. Bij Perpignan was het best wel druk, we reden er tussen 4 en 5 en al die rotondes werken best, maar niet in zo’n drukte. Dan duurt het soms wel even voordat je een rotonde op kan rijden en voordat je langs de stad bent. Er was ook een ongeluk gebeurd op een van de vele rotondes, het leek erop dat er een auto in zijn flank was geraakt en daardoor op de groenstrook in het midden van de rotonde geknald was. Maar ja, ze rijden soms ook als gekken, ook op de rotondes. Maar eigenlijk vrij snel waren we er al doorheen en konden we de grote weg naar huis oprijden en ineens begon het te regenen. Zo rond half zes waren we weer thuis en daar was het droog gebleven. Nu, rond half elf, regent het voor de 2e keer vanavond, de eerste keer rond zevenen en nu. Onder het afdakje hebben we heerlijke kaasjes gegeten. Nu is het tijd om naar bed te gaan, om lekker te lezen. Het begint ook fris te worden buiten.

 

 

Vrijdag 1 juni 2007                IN HET WATER                  2574/2923 km = 349 km

 

(V) Om 8.40 uur reden we weg van huis. Het weer zag er veelbelovend uit; wat wolkjes en veel blauwe lucht. Vandaag gingen we naar Carcassonne, een oude stad. Het ruim 2000 jaar oude, ommuurde gedeelte van deze stad is uniek in de wereld, het best bewaarde voorbeeld van een middeleeuwse stad. Het leek ons een bijzondere ervaring om ‘terug in de tijd’ te gaan. Het was best een lange reis, zo’n 2 uur rijden, en we hadden daarbovenop ook nog oponthoud van verschillende “Convoi Exceptionelle’s”. Voor eentje moesten we wel een tijdje wachten, dus zei ik tegen Remco dat het dan wel een heel exceptioneel transport moest zijn. Nou, dat was het; een grote wagen met daarop een enorme boot die behoorlijk uitstak aan beide kanten. Het geheel moest vlak bij ons tussen twee lantarenpalen door, maar dat ging echt niet passen. Ze hadden hier een ingenieuze oplossing voor: de boot werd met een mechanisme half gekanteld zodat het uiteindelijk wel paste!

 

We reden de stad Carcassonne in en zagen een enorme, donkere regenwolk boven ‘La Cité’ hangen, DE plek waar we de dag wilden doorbrengen. We moesten even zoeken naar een gratis parkeerplaats (je bent Hollander of je bent het niet) maar het was het zoeken waard, het scheelde ons € 10,-. We kwamen na even lopen bij de stadsmuur en liepen eerst tussen de twee muren door (de binnenste en de buitenste) een rondje. De muren waren erg indrukwekkend, met veel torens en schietgaten. De ruimte tussen de muren in was een aantal meters breed. Halverwege onze ronde begon het te regenen. Dat was jammer maar we lieten ons niet kennen. We liepen de oude stad in en een wolkbreuk viel over ons en alle andere toeristen heen. Iedereen dook winkeltjes en restaurants in of zocht een luifel of afdakje om te schuilen. Het duurde wel even voordat de regen wat minder werd en iedereen weer uit zijn schuilplaats kwam. Het bleef nog stevig regenen dus bezochten we maar wat winkeltjes. Na een tijdje werd het droog en kwam de zon zelfs door, terwijl het regenwater zich via de goten een weg naar beneden baande. Het was heel bijzonder om door de straten te lopen en we waanden ons echt even terug in het verleden. We konden ons een beetje voorstellen hoe het hier vroeger was geweest, met de winkeltjes, de smidsen, de herbergen enzovoort. Helaas begon het al snel weer te regenen, we kwamen niet van die wolk af. En dat terwijl het de hele heenweg prachtig weer was geweest… We wilden wat eten, maar de gerechten die overal werden geserveerd spraken me niet echt aan. Intussen was de regen ook nog over gegaan in de volgende wolkbreuk en was de lol er wel een beetje vanaf. Nat, koud en hongerig zijn we terug naar de auto gegaan. Ooit komen we weer terug in Carcassonne, maar dan met droog weer. Wat een prachtige stad!

Iets verderop vonden we een bakkertje en haalden daar een lekker bruin stokbrood en twee chocoladebroodjes om de eerste honger te stillen, en reden weer terug richting Narbonne. We moesten nog een keer wachten voor een Convoi Exceptionelle en toen konden we weer verder. De regen hield ons bij, ondanks dat het zonnetje vrolijk scheen. Onderweg zijn we nog even een grote supermarkt ingedoken voor de nodige boodschappen en nog wat extraatjes voor thuis in Nederland. Rond 16.00 uur waren we thuis, waar de zon heerlijk scheen en dit waarschijnlijk de hele dag had gedaan. Het was echt een dramadag, met ook nog eens veel druk en lomp verkeer onderweg, maar nog even genieten van de zon in de tuin maakt het weer wat goed.

 

 

Zaterdag 2 juni 2007             FÊTE DE LA CERISES                   2923/3202 km = 279 km

 

(V) Om 8.35 uur reden we weg, met net zulk veelbelovend weer als gisteren. Vandaag zouden we eerst naar de markt van Céret gaan. Iets voor 10.00 uur reden we het stadje binnen en zagen dat het uitgerekend vandaag en morgen Kersenfeest was. Dat klonk goed! Het zonnetje scheen gelukkig ook nog steeds, het leek er op dat het ons vandaag allemaal wèl mee zat. We parkeerden de auto, ergens waar een plekje was, en liepen op de gok richting centrum. We kwamen uiteindelijk, zonder veel omwegen, bij een straatje met allemaal kraampjes vol met kersen. We hebben nog nooit zoveel kersen bij elkaar gezien! Ze hadden verschillende soorten, die allemaal een andere prijs hadden, maar ze waren per soort overal even duur (of goedkoop). Er was wat muziek en de sfeer was vrolijk en gezellig. We liepen langs alle kraampjes met kersen en kwamen aan bij een ander straatje. Hier werden er geen kersen meer verkocht, maar producten zoals honing, koekjes en likeur. We kregen een beetje kersenlikeur te proeven en besloten hiervan 2 flesjes mee te nemen voor de dames in Odijk, Bij een ander kraampje kochten we een flesje rozemarijnlikeur, na deze ook eerst geproefd te mogen hebben. We hebben het idee dat dit bij Le Relais de Serrabonne vandaan komt, waar we eerder deze week een flesje tijmlikeur hebben gekocht en precies in zo’n zelfde flesje zit. We besloten nog even over de markt te lopen en daarna naar de auto terug te gaan om de flesjes drank weg te leggen. We wilden de mand halen voor verdere inkopen en foto- en videocamera om het feest vast te leggen. De markt bleek veel groter dan we hadden verwacht, dus halverwege zijn we de auto maar vast op gaan zoeken. Ons geheugen liet ons niet in de steek want zonder moeite vonden we de auto terug. Het was al warm dus onze truien konden uit. Lekker hoor!

Via een iets kortere route (we snapten nu zo’n beetje waar de auto was en waar de markt) liepen we weer terug naar de gezelligheid. We pakten de draad weer op waar we gebleven waren, maar werden eerst ‘opgehouden’ door een Catalaans dweilorkest. De vrolijkheid en het plezier spatten van ze af en stak (bijna) iedereen aan. Zelf stonden ze ook te dansen en te springen terwijl ze muziek maakten. (R) De muziek klonk Spaans en deed ons aan Speedy Gonzales denken.

(V) We kochten wat groenten voor morgen en hobbelden verder tussen alle mensen en kraampjes door. Het maakte de verregende dag van gisteren helemaal goed! Eindelijk kwamen we bij het eind van de markt, waar een mannetje, met een heel karakteristiek en lief hoofd, op een zingende zaag zat te spelen. Het klonk erg mooi. Ik heb wat geld in zijn schelp gegooid en daarna hebben we hem op foto en video gezet. Toen we weg gingen lachte hij nog eens vriendelijk naar me, hij snapte blijkbaar dat ik er van genoot. Langzaam liepen we via de kraampjes aan de andere kant van de straat terug. We hebben een paar zakjes losse lavendel gekocht (want dat ruikt zo lekker) en rare, vormbare dingetjes voor Anouk en Nienke. We keken en snuffelden (dat laatste vooral bij de kruiden) overal en opeens hadden we de markt gehad. Het was echter veel te leuk om al weg te gaan en we wilden ook nog het één en ander kopen, waaronder natuurlijk een bak met kersen. Bij één van de kraampjes waar honing werd verkocht hebben we voor Anemoon biologische rozemarijnhoning gekocht waarna we een plekje op een terrasje zochten. Het was 11.45 uur, de sfeer zat er bij iedereen al goed in en we genoten van het hele gebeuren. Intussen waren er meer dweilorkestjes bezig en was het een echt feest.

Het duurde even voordat iemand onze bestelling kwam opnemen, maar dat konden we de ober moeilijk kwalijk nemen want het was belachelijk druk! Daarbij zaten we heerlijk te genieten van alles wat er om ons heen gebeurde. Onder de platanen, en we hadden alle tijd. Nadat we een biertje voor onze neus hadden staan, zaten we natuurlijk helemaal lekker. De meest uiteenlopende figuren kwamen voorbij gelopen, waaronder een heel klein, krom, oud vrouwtje met een stok. Ik lachte vriendelijk naar haar, en zij lachte vriendelijk terug. Vervolgens zei ze dat ze dit allemaal maar niets vond, al die drukte.

Er kwam ook iemand voorbij waar ik mijn lachen bijna niet bij in kon houden; er kwam een man aangelopen met een soort van strak body-builderspak waaronder hij een wielrenshirt ((R) felgekleurd roze en geel), sandalen en sokken tot ver over zijn enkels. Het zag er echt NIET uit! Remco kon deze figuur kort op de video zetten, en even later nam de man plaats aan het tafeltje naast ons. Nu kostte het me helemaal moeite om mijn lachen in te houden. (R) Wat ook niet helemaal lukte…

(V) Nadat we alle tijd hadden genomen om ons biertje op te drinken liepen we de markt weer op. Bij het kraampje waar we de kersenlikeur hadden gekocht proefden we nog 2 andere likeurtjes en namen nog een paar flesjes bramenlikeur mee. We kregen een extra flesje kersenlikeur mee (klein, heel klein), waarschijnlijk omdat hij ons nog herkende van onze aankoop eerder die ochtend. Nu wilden we alleen nog een bakje kersen kopen en een stokbroodje. Op de hoek van het ‘kersenstraatje’ was mijn ‘favoriete’ dweilorkestje aan het spelen (Ttipito, je had bv ook een Hawaï-shirt-dweil-orkestje en een jong dweilorkestje die heel rappe muziek speelde). We bleven even kijken en luisteren. Ondertussen maakte Remco wat video-opnamen. Het viel ons op dat er fotograven en cameramannen in de cirkel van de muzikanten liepen. Er was iets aan de hand, de burgemeester of zo?! Ja, er was iets aan de hand, in ieder geval liep daar een belangrijke man met achter zich aan een hele delegatie. De Belangrijke Man heeft mij een hand geschud. Vraag niet waarom en wie het was, maar hij wilde persé mij de hand schudden. Remco denkt dat het een oud minister (Jospin? Even gegoogeld -> foto lijkt verdacht veel op hem) is, in ieder geval een ‘hoog persoon’. De beste man staat op de video als het goed is, dus daar komen we misschien nog wel achter. Het was sowieso heel apart, en duidelijk verkiezingstijd.

Terwijl Remco nog wat filmde kocht ik een bak (gele) kersen. Bij een mannetje met een kistje aan zijn nek hangend kochten we één van zijn laatste zakjes pinda’s, geroosterd met honing. Ik kreeg een hand van hem en het zakje pinda’s werd in de volle mand gestopt. Hierna kochten we een stokbroodje en liepen terug naar de auto. Het was inmiddels 13.00 uur, tijd voor de lunch. We kwamen langs Pont-du-Diable, de Duivelsbrug. Deze brug is uit de 14e eeuw, maar ze hebben er heel veel jaren over gedaan voordat het lukte. De brug, één boog van 45 meter over het riviertje de Tech, stortte namelijk elke keer in voordat de brug voltooid was, vandaar de naam Duivelsbrug. In de boekjes klonk het allemaal spannend en indrukwekkend, maar wij vonden het er weinig bijzonder uit zien, en het stonk er bovendien ook nog naar riool. We waren er snel weer weg.

Iets verderop stuurde ik Remco een doodlopend weggetje op, welke weer veel onoverzichtelijke bochten had, een diepe afgrond aan de ene kant en rotsen aan de andere kant. Ook lekker smal. We vonden een plekje waar we de auto en onze stoeltjes kwijt konden. Even onze blaas legen en daarna waren we er klaar voor om ons broodje te beleggen. De harde wind van La Tramontana waaide weer behoorlijk stevig, zo hard zelfs dat de kaas van mijn stokbrood af waaide! Ik kon de plakjes kaas nog net uit de lucht graaien. Na het eten hebben we nog wat gelezen maar de harde wind dreef ons de auto weer in.

We reden het weggetje weer terug en vervolgden onze reis naar Arles-sur-Tech, waar we twee kerkjes wilden bezoeken. Beide kerkjes hebben we niet gevonden… Wel vonden we, via een ander kronkelig weggetje, een kerkje bij Montferer. Dit was een 12e eeuws kerkje, en toen we binnen stapten zagen we dat er veel geld aan De Lieve Heer was uitgegeven. Er stonden mooie, oude beelden, en achter het altaar was een grote houten wand, geverfd met bladgoud en versierd met allerlei beelden. We hadden nog nooit zoiets gezien en waren onder de indruk. Alle stoeltjes (kerkbankjes) hadden naambordjes van de dorpsbewoners, iedereen heeft daar blijkbaar zijn of haar eigen plekje!

 

Na dit bezoek reden we het kronkelweggetje verder af en kwamen uit op de doorgaande weg. We gingen naar links, richting huis, en namen het eerstvolgende weggetje naar rechts, naar Serralongue. Ook hier stond een kerkje uit de 12e eeuw, met op het heuveltje ernaast een kapelletje, de Conjurador, welke open zijkanten heeft, typerend voor Catalonië en Spanje. Hier spraken de priesters vroeger hun bezweringen uit. We liepen naar het kerkje en kwamen langs 2 kletsende mannetjes die we vriendelijk gedag zeiden. De kerk was helaas gesloten, maar de kerkdeuren alleen al waren prachtig. Ze waren versierd met heel veel metalen spiralen, en had een heel groot slot. Op de stang van het slot zat een grote drakenkop. Na wat foto’s liepen we terug naar de auto. We zeiden de mannetjes en het vrouwtje die er intussen bij was komen staan weer gedag. We waren er net voorbij toen Remco zei dat één van die mannetjes een grote sleutel in zijn handen had. Die moest bijna wel van de kerk zijn, dus ik draaide gelijk om en vroeg aan het mannetje of dat zo was. Hij beaamde dat, met een blij gezicht, en vroeg of we de kerk van binnen wilden zien. Dat wilden we natuurlijk wel. Bij de deuren vertelde hij ons dat de spiralen de geboorte, het leven en de dood symboliseren. Zoiets had de ANWB-gids toch ook wel kunnen vermelden? We leerden dus weer wat. De deuren gingen van het slot en voor ons open. Het mannetje deed de lichten aan en we zagen een nog veel mooiere kerk dan die in Montferrer. Het houtwerk achter het altaar was nog groter, nog gouder en was nog rijker versierd met prachtig gekleurde beelden. We werden er stil van. Opeens klonk het geluid van een mobieltje… het mannetje nam op in luid en rap Frans. Intussen keken wij onze ogen uit, want niet alleen de houten wand, maar ook de vele beelden in de kerk trokken onze aandacht. Toen de man klaar was met bellen gaf hij eerst zijn aandacht aan een echtpaar die ons naar binnen had zien gaan en achter ons aan was gekomen. Ze liepen naar buiten en we hoorden het mannetje in het Frans ratelen over de deuren. Dat gaf ons de tijd om foto’s en video-opnamen te maken. Toen ze naar binnen kwamen mochten we met z’n vieren in de kerkbankjes plaats nemen. Het mannetje begon vol passie te vertellen over alles wat we in de kerk zagen. Heel geanimeerd en met veel liefde, maar natuurlijk wel in het Frans. Dat maakte het voor ons moeilijk om te volgen, maar de grote lijnen kon ik er nog wel uit halen. Zo hing er bijvoorbeeld een beeld van Christus aan het kruis, waar het bijzondere van was dat hij aan 3 spijkers i.p.v. aan 4 was opgehangen (een spijker door elke hand, één spijker door beide voeten). Ook het beeld van Maria aan de houten wand was blijkbaar bijzonder: normaal is haar kleding wit, hier was het blauw. De hoeveelheid bladgoud straalde ons tegemoet. Het mannetje vertelde maar door. Zijn verhaal was trouwens begonnen met een rad met belletjes die aan de muur hing; er zijn er maar 3 van in heel Roussillion. Ook haalde hij een klein radertje tevoorschijn, zonder belletjes maar met houten blokjes er in, en een plankje met een hamertje, welke geluid maakten als ze werden bewogen. Alle drie de instrumenten lieten de dorpsbewoners vroeger weten dat er nieuws of een dienst in de kerk was. Eén van de ramen was schuin gemaakt waardoor het licht precies op het altaar viel. Het raampje precies tegenover het altaar, hoog in de muur, liet om (geloof ik) 12.00 uur het zonlicht naar binnen schijnen. In ieder geval ’s zomers. Het mannetje maakte ook veel vergelijkingen met kerkjes uit de buurt, zoals die van Coustouges. Daarvan begreep ik dat deze uit 2 gedeeltes bestond, waarvan het achterste gedeelte voor de zieken was. Ook zou het Mariabeeld, zoals bijna overal, wit gekleed zijn i.p.v. het blauw zoals hier in Serralongue. Over de kerk in Arles-sur-Tech (degene die we dus niet gevonden hadden) had hij geen goed woord over. Veel te commercieel, grotendeels door de tombe die zich op ‘miraculeuze wijze’ elk jaar zou vullen met water. Allemaal commercie, volgens hem in ieder geval. We willen hem ook best geloven, alleen al door de passie waar hij mee vertelde. We hebben geen idee hoelang hij ons onderwezen heeft, maar het was heel bijzonder. Tijdens zijn rondleiding kwam er een andere toerist het kerkje binnen, die gelijk met zijn video aan de slag ging. Onze ‘meester’ irriteerde zich duidelijk aan de piepjes die van de camera af kwamen en hem stoorden in zijn verhaal. Op een gegeven moment bleek de toerist zelfs de trap op te lopen, waarop de man met een “Hé, pssssst’ werd terug geroepen. Nog een korte, geïrriteerde zin van onze ‘meester’ en de man was de kerk weer uit. Daarop vervolgde het mannetje zijn verhaal weer vol passie. Na de rondleiding, die misschien wel drie kwartier of langer heeft geduurd, werden de lichten gedoofd, liepen we naar buiten en werden de deuren achter ons met de grote sleutel gesloten. We hebben hem hartelijk bedankt en stapten vervolgens helemaal beduusd weer in de auto. Wat een dag!

Inmiddels was het ongeveer 16.45 uur, maar we wilden toch nog even naar het kerkje van Coustouges, iets verderop. Ik wilde kijken of wat ik dacht verstaan te hebben ook klopte met de werkelijkheid. Een kronkelweggetje verder kwamen we aan bij het dorpje Coustouges, en inderdaad, de kerk bestond uit 2 delen, en het Mariabeeld was wit gekleed. Deze kerk was ook mooi, had een paar mooie pilaren, maar had niets van de pracht en praal van het kerkje van Serralongue. Toen er een aantal toeristen binnen kwam zijn wij snel naar buiten gegaan en zijn terug naar huis gereden. Om 19.30 uur kwamen we thuis. Het was me het dagje wel, eentje om nooit te vergeten, en eentje die de dramadag van gisteren dubbel en dwars heeft goed gemaakt!

 

 

Zondag 3 juni 2007                AFRIKAANSE MARKT                 3202/3404 km = 202 km

 

(R) Vandaag reden we om 8.39 uur weg naar Perpignan. Daar zou op een bepaalde plek een markt met veel Noordafrikaanse invloeden zijn. We reden op goed geluk de stad in, want stom als we waren hadden we de kaart van Perpignan vergeten mee te nemen. We zaten in eerste instantie niet helemaal juist en reden rond in één of andere buitenwijk of een dorpje tegen Perpignan aan. We zochten een plattegrond langs de weg en vonden deze, maar hier werden we niet veel wijzer van want het was een kaart van deze buitenwijk of dorpje en niet van de gehele stad. Toen zijn we maar bordjes ‘centre ville’ gaan volgen. Na een tijdje leek het erop dat we dit juist hadden gedaan, want we reden langs een markt, waarvan we trouwens geen idee hadden of dit de markt was die wij zochten. We reden nog een stukje door, maar dat was niet juist want we gingen via deze weg de stad uit. Dus zijn we omgekeerd en we hebben weer het centrum opgezocht. Dat was even zoeken, maar daar vonden we gelukkig wel een plattegrond waar wel op stond waar we heen wilden. We waren aardig in de buurt, we moesten nog een klein stukje rijden. Het werd wat drukker met geparkeerde auto’s en ook wij gingen hier maar op zoek naar een parkeerplek. Die vonden we niet zo snel en we reden weer langs de markt, het was hem dus toch geweest. Een stuk verder was een soort parkeerterrein langs de weg, maar dit was helemaal vol. En de fransen kijken bij het parkeren niet zo nauw en zetten hun auto’s zo’n beetje neer zoals ze willen, wel of geen parkeerplaats. Als er geen parkeerplaats is maken ze dat er wel van en van dubbelparkeren zijn ze ook niet vies. Nog een stukje verder vonden wij dan eindelijk een parkeerplekje, in een rustige straat, dan maar een stuk lopen. Maar we hebben beide gevonden; de markt en een parkeerplek. We waren echt zo’n beetje op het punt belandt dat we er geen zin meer in hadden. Maar nu was het weer helemaal goed.

Zo’n 5 minuten later liepen we op de markt en het was er een drukte van belang. Er liepen inderdaad veel Marokkanen en Tunesiërs rond en er was een heel gezellige, gezapige marktsfeer. Rondom het plein waren allemaal theehuizen en de terrasjes zaten goed vol. Op de markt was van alles te krijgen; oosterse kleding, Provençaalse kleden, ‘illegaal’ gebrande cd’s en zoals altijd fruit, groente, (stink)worsten en veel kleding. We hebben de hele markt rond gelopen en ook langs de hoofdweg was een hele rij met kramen. Er was wel weinig van onze gading bij, ook bij de groente niet; het was wel heel goedkoop maar ook niet van de beste kwaliteit. Bij een van de vele kramen met kleding heeft Violet een mooie rok gekocht en verder vonden we het wel best. Toen we terugliepen was er een heerlijke muntlucht. Bij een kraampje lagen er hele bossen met heerlijk geurende munt en andere verse kruiden. Heerlijk!

 

Hierna gingen we verder, we hadden wel onze badkleding en handdoeken meegenomen, maar het was niet echt lekker weer. De wind was wel wat minder dan gisteren, maar ook minder zon en meer wolken en dat maakte het minder aangenaam. Dus zijn we maar een stuk gaan rijden o.a. naar een dorpje, Montesqieu d’Albert, in de buurt. Daar zou een 12e eeuwse kerk met mooie fresco’s staan. Bovenop een heuvel in het dorp was een soort van vestingmuur en daar binnen in staat een kerk. Geen idee of dat de kerk was die we zochten, want we konden er niet bij komen. Dit omdat ze de kerk aan het restaureren zijn. Wel jammer.

We reden verder het dorpje uit en kwamen langs nog een oude kerk gereden, zou dit dan de kerk zijn die we zochten? Het was iets voor twaalven en zondag. Toen wij stopten, stopten er ook 2 andere auto’s en het leek erop alsof er spoedig een kerkdienst of een of andere bijeenkomst zou zijn. Dus zijn we maar doorgereden.

 

Van de week reden we door Le Boulou en aan de rand van het dorpje was een hele grote ‘Poterie’. Daar wilden we nog even gaan kijken, helaas reden we eerst de verkeerde richting op, naar Céret in plaats van naar Le Boulou. Al snel hadden we door dat we niet goed gingen, dus zijn we weer omgekeerd en even voor Le Boulou (voor ons erna) reed een heel lange rij auto’s. Waarschijnlijk de meeste voor het kersenfeest in Céret. We reden nu wel goed en stopten bij de poterie. Toen we er op liepen kwam er al snel een jongen op ons af om uit te leggen welke acties ze hadden, dit waren volgens mij 20% korting op alles en 2 potten halen 1 betalen. Het lukte hem niet om het goed uit te leggen zodat wij hem begrepen, maar heel inventief pakte hij eerst een rekenmachine en gaf ons een voorbeeld op de rekenmachine van zoveel euro min 20% = dat aan euro’s (actie 1). De andere vond hij nog moeilijker uit te leggen, maar hij liep een hokje in en hij pakte daar gewoon een van de borden, zoals deze in vele aantallen langs de wegen in de buurt staan, met daarop de ander actie, 2 potten voor 1 prijs. Hij loste dit echt heel slim op. We liepen rond en er stonden echt heel mooie potten tussen, maar ook wel met aardige prijzen (vooral voor hen). Even later kwam zijn kleinere broertje ons de acties ook nog even uitleggen. Daarnaast is het ook wel lastig om één of twee grote potten mee naar huis te nemen. Wel gingen we met een soort wijnkoeler in Provençaals uiterlijk weg. Bij het afrekenen kibbelden de broers wat over het geld, maar helemaal snappen deden wij het niet, het zag er wel grappig uit. De jongste van de twee handelde het verder af en hij wikkelde de pot in papier en daarna in een tasje. Violet wilde het aanpakken, maar dat mocht nog niet van de jongen, want hij moest er eerst nog een knop in de hengels leggen en daarna mocht ze hem pas hebben.

 

We wilden eigenlijk een toeristische route naar huis nemen, maar dan zouden we richting Céret moeten rijden en dus aansluiten in de rij voor het kersenfeest. Jammer genoeg dan maar geen toeristische route en hebben we de grote weg naar huis genomen. Op de weg richting Céret bleef het druk.

 

Rond half twee of zo waren we weer thuis, we hadden onderweg wat groente willen halen, maar helaas waren de groentekraampjes onderweg en de supermarkt in Prades dicht. Dan morgen maar. De middag hebben we verder al lezend en slapend doorgebracht. Aan het begin van de avond vloog er in de verte wel een grote roofvogel, maar doordat deze zo ver weg vloog was het moeilijk te zien wat het was. Maar we denken een soort arend.

 

Het weer was afwisselend, maar wel aardig. In ieder geval hebben we het tot nu toe (na negenen) droog gehouden en het is nog steeds aangenaam van temperatuur. Tot nu toe de lekkerste avond. Ik zit nu nog steeds in een korte broek en heb het nog niet koud. Lekker!

 

  

 

Maandag 4 juni 2007            SOUVENIRS                        3404/3463 km = 59 km

 

(V) Vandaag hadden we een dagje vrij en hebben we dus lekker uitgeslapen. Rond 9.30 uur kwamen we ons bed uit en gingen op ons gemak ontbijten. Met nog redelijk goed weer reden we rond het middaguur naar Prades om eens lekker te gaan winkelen in de grote supermarkten. We hebben er allerlei souveniertjes gekocht, voor ons, voor de familie en voor onze buren (die deze vakantie de beesten ’s avonds verzorgen). We hadden al het een en ander op de markt in Céret gekocht, maar wilden ook nog wijn, jam, bier, bramenthee en paddo’s halen bijvoorbeeld. We zochten ook inpakpapier maar dat vonden we niet in de supermarkten. In Prades zelf was alles nog dicht dus zijn we lekker naar huis gegaan terwijl het intussen begon te regenen.

Thuis hebben we onder het afdak lekker geluncht en gelezen. In de tuin hadden we het restant (eigenlijk best veel restant) van de macaroni gelegd, waar de mieren, van heel groot tot heel klein, druk mee bezig waren. Ook de buurhonden- en katten vonden het lekker. ‘s Middags hebben we wat slakken verzameld, welke het ook bijzonder lekker bleken te vinden.

Rond 16.00 uur zijn we weer naar Prades gereden om te kijken of we nu wel ergens cadeaupapier konden vinden. We vonden het, en nog mooie ook. Thuis ben ik alle cadeautjes gaan inpakken. Het zag er heel feestelijk uit!

Het was een heerlijk, ontspannen dagje en het was er het juiste weer voor door de redelijke hoeveelheid regen die is gevallen.

 

           

Dinsdag 5 juni 2007              HAGEDISSEN                      3463/3595 km = 132 km

 

(R) Weer mooi op tijd waren we wakker en we reden om ongeveer 8.45 uur weg, naar de markt in Prades. Iets na negenen waren we daar en parkeerden de auto op bijna dezelfde plek als vorige week. Dichterbij was ook niet echt plaats. Er waren nu enkele andere marktlieden dan vorige week, wel leuk dus. Veel hadden we niet nodig, maar je weet maar nooit wat je tegenkomt. Violet wilde een leuk stofje hebben om voor iedereen lavendelzakjes te maken. Voor € 3,- vonden we een leuk Provençaals stofje, en vonden we er wat leuke draadjes bij. Dus op maat knippen, vullen met lavendel, dichtknopen en je hebt heerlijk geurende en leuk uitziende lavendelzakjes. Verder hebben we weer veel mooie en lekkere dingen gezien.

 

Na de markt zijn we, eindelijk, naar Eus gereden. Dit is inderdaad een mooi dorpje, het ligt schitterend op en tegen een heuvel aangeplakt. Bovenop de heuvel staat, net zoals in vele andere dorpjes, de kerk. Daaromheen staan, steeds lager op de heuvel, oude huisjes. Het was heel rustig in het dorpje, op een buslading oude Spanjaarden met een hardpratende gids na. De kerk en een nabijgelegen kunstenaarsatelier waren dicht en zouden pas na tweeën open gaan. Verder waren de café’s ook nog dicht. We hebben een tijdje door het dorpje gezworven, het ene leuke straatje na het andere ingelopen. Er bloeiden overal veel bloemen en er stonden mooie bomen, agaves of cactussen (ook bloeiend). Er was veel te zien. Er was ook een kruidenzaakje maar ook deze was eigenlijk nog gesloten. Er waren twee (kruiden)vrouwtjes aan het schoonmaken. We liepen er langs en keken geïnteresseerd naar binnen. De voorste vrouw vroeg of wij rond wilden kijken in de winkel, wat wij natuurlijk wel wilden. Er stonden in de kleine ruimte veel potten met allerlei kruiden, ook stond er een rekje met allerlei verschillende soorten eau de toilettes. Ook in de geur Violettes. Deze kon niet blijven staan en Violet noemde de reden waarom ze deze wilde hebben en de vrouwen vonden het een mooie naam en begrepen ook dat ze het daarom wilde hebben. Dit was natuurlijk geen probleem, het flesje werd mooi ingepakt waarna we weer verder gingen.

We hadden al enkele katten zien lopen, maar deze liepen steeds hard voor ons weg. Maar op een pleintje bij een van de café’s kwam een katje hard mauwend aangelopen. Deze wilde wel wat aandacht en liep al snel op Violet af, effe lekker knuffelen, dat vond ‘ie wel lekker. Hij kwam ook op mij afgelopen. Op een gegeven moment gaf hij zich toch gewonnen en liet zich op zijn zij vallen en ging heerlijk liggen kroelen. Hij vond het heerlijk !

(IK MIS MIJN 3 VRIENDJES!)

Zelfs zijn buik mocht geaaid worden. Het was wel een groot monster. We hadden het dorpje nu ook wel zo’n beetje helemaal rondgelopen, dus gingen we weer naar de auto. We hadden ook nog een baguette nodig, maar in Eus was geen bakkertje. Dus maar even snel bij de Super U een baguette en een lekkere chocolade (voor Violet) en een room pain gehaald. Dit laatste voor de snelle lekkere trek.

 

Hierna zijn we verder gereden naar Ile-sur-Tet, daar hebben ze orgues, door water uitgesleten rotsen, die wilden we wel even gaan bekijken. Maar om dit stukje natuur te mogen zien zouden we per persoon € 3,50 moeten betalen. Dacht niet dat we dat voor zoiets zouden doen. Dus zijn we verder gereden en langs de weg hadden we ook mooi zicht op de orgues.

We reden nu verder over de weg richting Montalba-le-Chateau, Trévillach, Pezilla-de-Conflent en Ansignan. Alle 4 kleine dorpjes waar weinig over te melden valt, behalve dat ze klein zijn. Het landschap waar we doorheen reden was prachtig. Mooie heuvels, bergen met rotsen en veel begroeiing erop en ook veel wijngaarden. Alle dorpjes hadden wel hun eigen cave (wijnmakerij/handel). Een stukje na Ansignan stond een bordje ‘dolmen’ dus reden we er maar heen. Er werd aan het hoge gras in het midden van het steenpad te zien niet veel gereden. Na een klein stukje was een bordje dat de kant van de bomen in wees, dus stoppen en uitstappen, want daarboven zou die moeten staan. En dat was ook zo, een eenvoudige dolmen stond er boven op de heuvel. Het was ook lunchtijd geworden en we hadden hier een lekkere plek in de zon, dus zijn we meteen maar even een hapje gaan eten. We waren al even op zoek naar een leuk plekje, maar tot nu toe hadden we deze nog niet gevonden. Tijdens de lunch zei ik dat het me eigenlijk tegenviel hoe weinig hagedissen we zagen. Dat had ik eerder moeten zeggen!

 

Na de lunch reden we naar Trilla, net zo’n dorpje als de vorige 4 en daar gingen we een weggetje op waarvan we eigenlijk niet wisten waar deze heen ging. Waarschijnlijk wel de goede richting uit, maar zeker wisten we het niet. Het weggetje was ook niet op de wegenkaart te vinden. De weg was ook maar breed genoeg voor één auto (achteraf bleek het een eenrichtingsweg te zijn) en had af en toe een middenstuk van gras. We reden een bocht om en ineens zag ik wat groots, lang en groens midden op de weg. Een hagedis !!!

Ik kon nog net op tijd stoppen voor hem. Hij was zeker wel 40 centimeter (inclusief staart) lang. Wat een joekel was dat. We probeerden snel wat foto’s te nemen, maar de auto stond te dichtbij en ineens was de hagedis ook weer snel verdwenen. Even later zat er weer een midden op de weg, want die was heerlijk warm, het zonnetje scheen volop en er waren weinig wolkjes te zien. Het was ook nog eens een hele zwarte asfaltweg, dus door de zon heerlijk warm of heet geworden. Genieten dus voor de hagedissen. Deze hagedis liep snel langs de auto heen en bleef aan mijn kant staan. Nu lukte het wel om snel wat foto’s te nemen en een kort stukje te filmen. Maar ook deze schoot weer snel weg.

We hebben er later nog 3 gezien, maar ze gingen allemaal snel weg. Hopelijk heeft Violet er nog wat foto’s van kunnen maken. Ze vielen door hun felgroene kleur wel goed op. Het weggetje waar we over gereden hebben staat niet op onze kaart en op een nog gedetailleerdere wandelkaart, die in het huisje ligt, ook niet.

We geloven wel dat de hagedissen wilden laten weten dat ze hier in de buurt echt wel aanwezig zijn.

In de veldgids geprobeerd te achterhalen welke soorten het zouden kunnen zijn. De 1e was een smaragdhagedis, de 2e kan dezelfde soort zijn of een parelhagedis en de overige waren ook allemaal groen en kunnen dus ook een van deze twee soorten zijn. Geweldig !!! Ik had eerder moeten zeggen dat er hier zo weinig hagedissen waren.

 

We reden het niet bestaande weggetje uit, kwamen weer vlakbij Trévillach uit en reden vandaar naar Marcevol, ook weer door een prachtig rotsrijk, maar toch ook groen landschap. Bij Marcevol staat een 12 of 13e eeuwse Prieuré, die bezocht zou kunnen worden. Helaas was deze dicht wegens lunchpauze tot 14.30 uur. Het was iets over tweeën dat wij er aankwamen. Het zou ook nog eens € 3,50 pp kosten en aangezien we er de afgelopen week al 2 bezocht hebben die er prachtig uitzagen, zou deze er waarschijnlijk niet aan kunnen tippen. We hebben even rondgelopen en wat foto’s genomen, maar het gebouw niet bezocht.

 

We zijn hierna doorgereden naar Villefranche. Daar zijn we al geweest maar alleen was er toen de ‘vide grenier’ (rommelmarkt). Nu werd het dan ook tijd om het stadje even goed te bekijken. Ook waren er nu winkeltjes open die toen niet open waren, onder andere een paddenstoelenwinkel. Ze hadden er veel boeken over paddenstoelen, helaas bijna allemaal in het Frans. Ook verkochten ze allerlei soorten in potten, wel wat duurder dan in de supermarkten. Ook waren er veel boeken en poppetjes van draken, elven en ridders etc.

Ook was er nu een pottenbakker open, hij zat achterin de winkel wat nieuwe dingen te kleien (te maken). Hij had hele leuke dingen staan en we hebben er 4 borrelpotjes (glaasjes) gekocht. We liepen verder het stadje door en het was behoorlijk warm, dus zijn we even op een terrasje belandt, vlakbij de kerk en naast het plein dat geheel van roze marmer gemaakt is. We hebben een heerlijk biertje gedronken en daarna zijn we door het andere straatje gelopen (er zijn zo’n beetje 2 straten in het stadje). Toen we naar de auto liepen, deze staat aan de doorgaande weg buiten het stadje, zagen we dat de lucht in de richting van ons huisje behoorlijk grijs was geworden. Het leek erop alsof er een noodweer zou gaan losbarsten. We zijn hierom snel naar huis gereden maar het noodweer is uitgebleven. Wel zijn er wat buitjes gevallen, maar nu, om 21.15 uur, is het weer onbewolkt. Violet heeft aardig wat lavendelzakjes gemaakt en ze zien er inderdaad leuk uit en ze geuren heerlijk.

 

 

Woensdag 6 juni 2007           OP GROTE, GOEDKOPE HOOGTE              3595/3832 km = 237 km

 

We werden weer keurig op tijd wakker door onze wekkers en reden om 8.40 uur weg, met een lekker zonnetje en een paar wolken. Veelbelovend, maar we laten ons niet meer voor de gek houden, aan de andere kant van de berg kan het opeens met bakken uit de lucht komen…

Vandaag gingen we naar Andorra, volgens de boekjes een belastingparadijs. We waren benieuwd. Na ongeveer twee uur rijden (ja, je moet er wát voor over hebben, en met telkens een vrachtwagen voor je en stoplichten i.v.m. wegwerkzaamheden gaat het niet altijd zo snel als je wilt en als zou kunnen) kwamen we over de grens, na een mooie toltunnel van 4800 m lang. Daarvoor en daarna prachtige landschappen. Er werd bij de grens duidelijk gecontroleerd op alles wat Andorra uit ging en Frankrijk in. We besloten gelijk om de gok van meer invoeren dan is toegestaan maar niet te nemen. Jammer, want zoveel mag je helemaal niet mee nemen, te weten, per persoon; 1 L sterke drank (boven 22%), 2 L wijn (of port of bier), wat parfum, 200 sigaretten en € 40,- overig. Niet veel, maar indien het qua prijs echt veel scheelt is het wel de moeite waard. Tussen de grens van Frankrijk en de grens van Andorra reden we door een stukje niemandsland (of de posten liggen iets verder van de officiële grens af). We zagen besneeuwde bergtoppen waar wolken tegenaan hingen, en kwamen uiteindelijk bij de eerste winkels van Andorra. Op deze hoogte (zo’n 2000 m!) was het frisjes, ongeveer 9 °C. Naast een winkelparadijs is het ook een echt skigebied, dat konden we ons wel voorstellen. We parkeerden de auto tussen alle andere auto’s en doken een paar winkels in om de aangeboden producten en de bijbehorende prijzen te bekijken en te vergelijken. Dat viel niet tegen! Ondanks dat er bijna geen wijn werd verkocht (terwijl je daar 2 L per persoon van mag mee nemen) vielen we bijna om van verbazing toen we de prijzen van sigaretten en sterke drank zagen. Dat was ook vooral waar wij naar keken want parfum, likeur, shampoo en dergelijke hebben niet echt onze aandacht gehad. Voor een slof JPS betaal je in Andorra € 12,- terwijl je daar in Nederland € 31,50 voor kwijt bent, en dan heb je nog 10 sigaretten minder ook. En de whisky, echt belachelijk gewoon! Voor € 6,- heb je daar al een literfles blended whisky. Er waren zelfs flessen van 4,5 L, goede, blended whisky, voor € 40,- tot € 50,-. We keken onze ogen uit. De malt whisky’s waren hier natuurlijk ook wat duurder dan de blends, maar beduidend goedkoper dan in Nederland.

We zagen ook flessen rode wijn voor € 0,78 per 0,75 L. Dat zal vast wel niet de beste wijn zijn geweest, maar wel de slobberwijn die je in Nederland voor een euro of 3 koopt. Ook stonden er mooie flessen en blikken olijfolie voor niet al te veel. WAAAAAANZINNIG!!!

Een beetje overdonderd door de prijzen moesten we eerst even rustig bedenken wat we wilden kopen. Jammer dat we te schijterig zijn om de douane tegen te komen met meer inkopen dan toegestaan. We kochten dus, heel braaf, 2 L whisky, maar dan wel speciale: een bijzondere uitgave van Jura ( € 27,50 / L ) en een fles Aberlour ( € 15,90 / L ), allebei heel mooie malt whisky’s. De wijn was wat lastiger omdat er weinig keus was, maar we hebben wel wat uitgezocht natuurlijk. Kan je je een buil vallen aan een paar flessen wijn voor nog geen € 3,- per fles? We hebben nog een stapeltje DVD-RW en DVD-R gekocht en nogat voor Cor. Mooie olijfolietjes voor mooie prijzen en we vonden ook kleine potjes met truffeltjes, voor    € 1,80 per potje, waar je normaal zeker € 5,- voor zou betalen. Maar het meest opvallend blijven toch de prijzen van de whisky’s; in Andorra koop je een fles goede malt whisky voor wat je in Nederland betaald voor een fles blended whisky. We hebben zo’n beetje gekocht wat we in mochten voeren en reden daarna, met lamme armen van het sjouwen, nog iets verder Andorra in, op zoek naar een tankstation, welke we héél hard nodig hadden. Iets verder de berg op was een tankstation. € 1,02 /L benzine. Het was een enorm groot tankstation en er werd voor je getankt. Voor 43 liter waren we € 44,- kwijt. Al met al is Andorra wel de moeite waard. We reden nog iets verder het land in, even genieten van de bergen die nog stukken met sneeuw hadden, en naar de hoogst berijdbare weg van de Pyreneeën, 2408 m hoog! Zo hoog waren we nog niet eerder geweest. Op dat punt hebben we natuurlijk wel een foto gemaakt.

Voordat we op de tolweg kwamen heeft Remco de auto weer gekeerd en reden we de weg terug. Al snel verlieten we Andorra en kwamen bij de Franse grens. Er stond 1 douanier te ouwehoeren terwijl de 2e een kofferbak controleerde. Wij konden gewoon door rijden. Hadden we nou toch maar… Misschien dat we morgen of overmorgen nog wat gaan halen. Het is wel de moeite waard, maar ook een heel eind rijden.

 

Op de terugweg sloegen we voor de toltunnel af naar de ‘oude’pas. Bij een klein restaurantje/oud stationnetje aten we een patatje en reden daarna door. We reden naar en door de Spaanse enclave Llivía, wat echt 3x niks voor stelde, Maar ja, als je er dan toch vlak langs rijdt kan je er net zo goed door heen rijden. Intussen was het weer minder geworden, veel bewolking en af en toe een spatje regen. Ik leidde Remco over een colletje naar de Chaos de Targassonne; grote granietblokken verdeeld over het landschap. We hebben even snel wat rond gekeken en gelopen waarna we weer in de auto stapten. Net op tijd, want een wolkbreuk kwam over ons heen. Door de stromende regen en een prachtig landschap reden we naar Font-Romeu, Odeilla, waar een ‘four solaire’ staat, de grootste zonneoven ter wereld. Hier wordt door middel van zonlicht en spiegels een enorme hitte, en dus energie, opgewekt. Tot ongeveer 1980 werd dit nog gebruikt voor de stroomvoorziening maar tegenwoordig doen ze er proeven met verschillende soorten gesteente bij hoge temperaturen. Helaas regende het, dus zijn we er even snel langs gelopen en hebben wat foto’s gemaakt. De aanwezige expositie hebben we niet bezocht omdat we hier € 6,- p.p. voor moesten betalen. Dat vonden we een beetje veel…

Via Mont-Louis leidde ik Remco weer een smal weggetje op die ons uiteindelijk, en veel bochten, weer in Ollette zou brengen. We bleken iets langer over een bochtig, smal weggetje te moeten rijden dan de bedoeling was, want het door mij bedachte weggetje was afgesloten i.v.m. wegwerkzaamheden. Wat meer onoverzichtelijke bochten dus, maar we reden wel door een geweldig mooi en afwisselend landschap (skigebied, rotsen, bossen). In Ollette, vlakbij Joncet en ons huisje, kwamen we weer op de doorgaande weg uit maar we moesten nog ergens boodschappen doen. We kwamen nergens wat tegen dus zijn we maar door gereden naar Prades. Daar hebben we nog wat spullen gekocht voor thuis in Nederland (wijn, bier, thee) en om iets over vijven kwamen we aan bij ons huisje. Ook hier was het bewolkt, maar de Andorrese inkopen lieten voor ons het zonnetje schijnen.

 

 

Donderdag 7 juni 2007                     SALSES                     3832/4036 km = 204 km

 

(R) De wekkers gingen weer om dezelfde tijd, maar verder deden we het wat rustiger aan. ‘Pas’ om ongeveer 9.20 uur reden we weg. We zouden naar het Chateau/Fort Salses gaan, een stukje boven Perpignan. Rond 10.30 uur kwamen we er aan. We parkeerden de auto op de aangewezen parkeerplaats en moesten daarna nog een klein stukje lopen naar het kasteel. Dit is meer een versterkt fort. Dat eind 15e, begin 16e eeuw gebouwd is. Toen nog aan de grens, in Spanje. Het is dus in opdracht van een Spaanse koning gebouwd. De Fransen hebben het pas in 1642 definitief veroverd, na 3 belegeringen in 3 jaar.

 

We betalen de entree en kunnen naar binnen, een man verteld dat er een rondleiding is, maar dat deze in het geheel in het Frans zal zijn. We vinden dat we wel lekker zelf rond kunnen kijken en de rondleiding aan ons voorbij kunnen laten gaan. Het fort bestaat uit heel dikke muren, waarbinnen een groot plein is, met in het midden een waterput.Daar omheen (in de muren dus) waren allerlei ruimtes met diverse gebruiksdoeleinden, zoals een kapel, stallen, opslagplaatsen en slaapplaatsen voor de ridders/soldaten. Alle ruimte die er was, werd dus zo optimaal als mogelijk gebruikt. Er zijn meerdere verdiepingen in dit complex; er zijn diverse ondergrondse gangen onder het gehele fort door en daar bovenop was nog een etage met een rondgang en ingangen naar het hoofdgebouw, welke ook uit verschillende verdiepingen bestond. De ondergrondse gangen hadden over de lengte een aflopend plafond. Je kon niet overal op je paard blijven zitten of er snel lopen als je er door heen ging want je moest goed om je hoofd denken. In één van de opslagruimten stonden heel veel wijnvaten, deze zagen er erg oud uit en sommige waren ook aan het stuk gaan. Het rook er erg naar rode wijn en bij aantal droop er een vieze wijnrode drab langs de vaten op de grond.

In het fort waren op het hoogtepunt zo’n 1500 mensen en honderden paarden. Ook waren er koeien die zorgden voor melk en eventueel ook vlees. Er was een bakkerij en een plek waar kaas en boter werd gemaakt. Het was een zelfvoorzienende stad op zich. Het fort was op een waterbron gebouwd, zodat er dus altijd vers water aanwezig was. Ook in het geval van een lange belegering, want water is een noodzakelijk iets, zeker in zo’n tijd. Toen we alles bekeken hadden, wilden we de bovenverdieping gaan kijken. De deuren daar waren echter gesloten. Heel apart.

We liepen dus maar weer naar beneden. In een gang hing wel een kaart maar deze hadden wij bij binnenkomst niet kunnen bekijken, omdat er een hele schoolklas voor stond en uitleg kreeg. Op deze kaart was te zien welke delen je alleen mocht bekijken, welke onder begeleiding met de gids en welke delen je helemaal niet zien mag. Er liep nog een Nederlands stel, type grijze duif, die het waren gaan navragen bij de ingang en ze zeiden dat de rondleiding ons daar wel zou brengen. Dat zou nog zo’n 15 minuten duren, maar gelukkig was het lekker weer, dus was dat niet zo erg. Het zonnetje scheen en er waren weinig wolkjes.

 

De gids kwam aangelopen en riep dat er een rondleiding zou zijn. Toen iedereen zich verzameld had begon hij in het Frans een heel verhaal af te steken. Dat duurde zeker wel 15 tot 20 minuten, we konden er maar weinig van volgen.Heel slecht dat er geen Engelse of anderstalige rondleidingen zijn. Er waren er nog een paar mensen die er weinig aan hadden zo. Heel jammer.

Toen mochten we naar boven lopen en de deur ging nu wel open. We gingen de donjon (woongedeelte) bekijken. Bovenop was een mooi uitzicht over de gehele omgeving. Je kon zien dat het fort op een heel strategisch punt was neergezet. In de donjon was de commandopost/huis van de gouverneur gevestigd. Met een mooie grote schoorsteen, wasbakken en een (nog originele) latrine. In het gehele complex zijn heel veel schietgaten gemaakt, in totaal meer dan 400. Onder de woning was een opslagruimte voor ham, vlees, brood etc. Via een soort liftje konden eten en andere dingen van boven naar beneden en andersom verplaatst worden. Ook was er een keuken gemaakt. Via een buitenplaatsje gingen we naar de ruimte waar de kaas en boter gemaakt werden, daarnaast was een grote stal voor de koeien, ondergronds! Daartegenover was een grote bakkerij met een hele grote oven die nog intact was en een wat kleinere die stuk was. De ovens waren ook wel nodig want er liepen vroeger veel mensen in het complex rond en die moesten allemaal toch ook wel eten hebben. Naast de bakkerij was de badruimte voor de gouverneur en andere ‘belangrijke’ mensen. Door de warmte van de ovens van de bakkerij werd het water verwarmd en er was zelfs een soort sauna gemaakt. Wat een luxe!

Hier was het einde van de rondleiding, waar we weinig van hebben opgestoken, maar we hebben toch de bovenverdieping kunnen zien en dat was wel leuk. Wel raar dat het alleen met de rondleiding kan en niet alleen.

We zijn naar de auto gegaan en hebben in Salses een stokbroodje gehaald. Deze wilden we in Le Barcarès, op het strand, gaan opeten. Toen we daar heen reden hing er al een vreemd soort waas boven het dorpje en bij het strand aangekomen was het redelijk erg mistig op het strand. Maar de temperatuur was lekker. Het zonnetje scheen een beetje door de mist heen en we voelden hem aardig branden. Na een tijdje brak hij wel aardig door, de mist loste dan ook wat op. Maar we vonden het wel weer best en gingen weer verder. In Ile-sur-Têt hebben we nog even wat boodschapjes gedaan, de laatste soort supermarkt bezocht en ook deze had geen thijmthee. We zijn daarna naar huis gereden, daar was het, nog steeds, bewolkt met af en toe een beetje zon. Onderweg hadden we nog wel een fikse regenbui maar nu is het droog.

 

 

(V) Vandaag zijn we begonnen met het inpakken van de spullen, want ja, nog 1 dagje en we beginnen aan de reis terug. Zaterdag overnachten we in Marrangea, bij Kees en Ria de Voogd, waar we twee jaar geleden een huisje van hebben gehuurd. Zo hebben we een ontspannen terugreis en waarschijnlijk een gezellige laatste avond. Om op het inpakken terug te komen; we hebben hier, en in Andorra, zoveel dingetjes gekocht (voor ons en voor alle anderen) dat het vast nog een heel gepuzzel wordt om alles in de auto te krijgen. Natuurlijk hebben we ook veel opgemaakt van de spullen die we op de heenreis hadden mee genomen. Toen hadden we in ieder geval nog wat ruimte over. Maar, we hebben nog nooit zoveel ‘souvenirs’ mee genomen als deze vakantie… Het gaat passen in de auto, ik weet alleen nog niet hoe!

De souvenirs zitten intussen in twee kratten en nog een doosje, maar er staan ook nog allemaal flessen wijn, ijsthee en bier en overgebleven kokers met chips. Ik ga proberen om zoveel mogelijk onder de voorstoelen te proppen, en verder alles maar tussen de kratten en de tassen wriemelen. Het lukt vast. Morgenmiddag/avond gaan we de auto inruimen, we zijn benieuwd hoe het er dan uit ziet. Al zit ik half opgevouwen in de auto, het gaat lukken!

 

 

Vrijdag 8 juni 2007                NOG EVEN…                      4036/4205 km = 169 km

 

(V) Onze laatste dag in Joncet. Wat is de tijd toch hard gegaan. Toen we vanmorgen wakker werden scheen de zon aan een strakblauwe lucht. Rond 9.30 uur reden we weg richting Le Boulou, en namen deze keer niet de grote weg langs Perpignan maar een weggetje tussen de boomgaarden door. De verschillende vruchten, waaronder perziken, pruimen en kersen, hingen er mooi bij. Verderop kwamen we door wijngaarden en genoten nog even van dit zuid-franse landschap. We reden naar Montesquieu d’ Albert om nogmaals te proberen een blik in het kerkje te werpen, maar helaas waren de deuren ook deze keer dicht.

We besloten terug te rijden naar Le Boulou om daar te pinnen (gisteravond deed de pinautomaat in de Super-U het niet) en daarna verder te rijden naar Perthus, iets verderop en vlak aan de Spaanse grens. Ook hier zou drank goedkoop zijn. Vast niet zo spotgoedkoop als in Andorra, maar minder duur dan in de supermarkten. Een paar kilometer voor het grensstadje was er een grote douanecontrole voor het verkeer vanuit Perthus. Geen idee waarom, want volgens mij mag je binnen de EU ‘onbeperkt’ invoeren.

We reden Perthus in en zagen een grote chaos van mensen en auto’s, echt niet normaal. Natuurlijk ook veel winkels waar we alle drank al zagen staan en speciale tabakszaakjes met flinke rijen mensen. Vlak voor de Spaanse grens draaiden we weer om en vonden al snel een parkeerplekje. Opdringerige verkopers met riemen en zonnebrillen vroegen iedereen of ze wat wilden kopen. Bijna niemand had interesse. Het waren ook wel heel patserige zonnebrillen, ‘echte’ Gucci’s en Armani’s waarschijnlijk. We doken een supermarkt in en kochten wat whisky: 2x een liter Grants (€ 9,99 p/l), 1x een liter Cutty Shark (€ 12,60 p/l) en 1x een liter Teachers (€ 10,20 p/l). Dat was inderdaad niet zo goedkoop als in Andorra, maar in Nederland betaal je zeker de helft meer. Thuis gaan we de prijzen nog even vergelijken want het is altijd leuk om te zien wat je bespaard hebt. Voor sigaretten moest ik wel even in de rij staan, maar voor 10 pakjes JPS € 22,- had ik dat wel over. Het scheelt toch weer een tientje per slof. Remco kocht nog een stokbrood en twee chocoladebroodjes, waarna we weer terug richting Le Boulou reden. De douanecontrole was voorbij, het was 12.00 uur geweest en dus siësta. We doken nog even een klein weggetje in naar het kapelletje van St. Martin de Fennolar, waar 12e eeuwse fresco’s zijn. De mooiste van heel Roussillion volgens de boekjes. Helaas ging het kerkje pas om 14.00 uur open en we moesten ook de auto nog inruimen en het huisje schoon maken. We wilden niet zolang nog wachten. In Prades hebben we nog getankt en vijgentoetjes en wijn gehaald. Inmiddels zitten we op ons terrasje, gelukkig in de schaduw waar het 27 °C is. In de zon loopt de temperatuur helemaal op tot onverdraaglijke waarden.

 

 

Zaterdag 9 juni 2007             OP NAAR MARRANGEA             4205/ 4899 km = 694 km

 

(V) Om 5.30 uur waren we uit bed, na eerst nog even naar de dorpsnachtegaal geluisterd te hebben, waarna er een steeds groter concert van vogels kwam. We hebben de laatste spullen in de auto gedaan. Er kan echt bijna niets meer bij, maar het past! De auto zakt bijna door zijn assen, maar hij houdt het. We lieten alles schoon achter en stapten de overvolle auto in. Om 7.50 uur reden we het dorpje uit en reden naar Prades om daar een stokbroodje en 2 chocoladebroodjes te halen. Er zou ook een marktje met streekproducten zijn. Dat klopte, maar het marktje bestond uit nog geen tien kraampjes. Vlug zijn we weer in de auto gestapt en gingen op naar de snelweg, waar we om 9.00 uur ons tolkaartje trokken. Buiten scheen de zon volop en was het behoorlijk warm, binnen probeerden we het met de airco koel te houden. Om 10.15 uur reden we de tolweg af bij Montpellier, na even in een rij te hebben moeten wachten. Er zijn veel Duitsers op de weg, het lijkt wel of ze allemaal een lang weekeind of vakantie hebben gehad.

Iets voor Montellimar reden we een kijkersfile in, wat wel even op hield. Om 10.45 uur reden we langs Nimes, rond 12.15 uur Valence. Op de weg naar Genève was i.v.m. onderhoud aan de tunnels een deel van de snelweg afgesloten, maar wij konden precies door rijden naar de afslag die we moesten hebben. In de brandende zon kwamen we weer in een file terecht. Een file voor de tolpoort. Deze poort hoefden wij nog niet door, maar we stonden wel even vast voordat we er eindelijk langs konden. Iets verderop moesten we wel de tolweg af, en reden daar weer een file in. Deze werd veroorzaakt doordat elke automobilist stopte bij een wegwerkzaamhedenmannetje. Ze snapten blijkbaar niet waar ze naar toe moesten terwijl je toch maar één keus had, en dat was die van het tolpoortje. Blijkbaar redden wij, domme, Hollandse toeristen, ons beter dan de fransozen hier. Wat een knuppels… hoe zorg je voor een file?!

 

De routebeschrijving naar Marrangea was niet erg duidelijk. Ze vermeldden niet de plaatsnamen die op de borden langs de weg staan, maar de kleine dorpjes waar je door heen zou komen. We hadden ook geen kaart van dit gebied bij ons, wat het allemaal iets lastiger maakte. Gelukkig lette ik goed op en kwamen we steeds dichter in de buurt. Op een gegeven moment kwamen er op de borden bekende plaatsnamen van twee jaar terug te staan waardoor ik precies wist waar we naar toe moesten. Ook de omgeving werd langzamerhand steeds bekender. De herkenning was erg leuk. Om 15.45 uur reden we langs Marrangea, door naar Orgelet om te kijken of we daar thijmthee konen vinden. Twee jaar geleden hadden we die hier ergens gekocht, dus hoopte ik dat het nu weer zou lukken. De afgelopen twee weken hadden we in zoveel mogelijk supermarkten gekeken voor de thee, maar konden we het nergens vinden. Dit was onze laatste dag om het nog te proberen. Het supermarktje in Orgelet bood helaas geen uitkomst en in een laatste, wanhopige poging reden we door naar Lons-le-Saunier. In de eerste supermarkt aldaar grepen we wederom mis, maar wilden nog wel een allerlaatste poging doen bij de Intermarché bij Perrigny (bij Lons-le-S.). Bij het schap met koffie en thee zagen we het ook hier niet staan, maar toen ik me iets verderop om draaide stond ik voor een stelling met allerlei verschillende soorten van ‘les deux marmottes’, waar ook de thijmthee bij lag! Ik was gelijk helemaal gelukkig, dus heb ik 6 pakken thijmthee mee genomen, en ook nog 4 pakken rozemarijnthee. Nu konden we eindelijk, met een dus nog vollere auto dan daarvoor, terug naar Marrangea. Onderweg namen we even een korte pauze om een lekker koel biertje te nuttigen en gingen daarna weer verder. Tijdens het rijden hoorden we een raar geluid; er bleken steentjes in het warme, zachte rubber van de banden te zitten. Ik heb er uit gehaald wat ik zag, om eventuele lekke banden te voorkomen. Om een uur of vijf kwamen we aan bij Kees en Ria, waar we hartelijk werden ontvangen. Er zat een echtpaar aan het tafeltje op het terras welke, onverwacht, kwamen kamperen. We kregen een biertje van Ria en kletsten wat bij. De kampeerders vertrokken met Kees naar het grasveld achter de tuinmuur. Vlak daarna kwamen er twee andere mensen de tuin in. Dit echtpaar was hier al een week; hij deed twee weken schildercursus bij Kees, en zij was lekker mee. Ze hadden deze dag gewinkeld, maar eigenlijk niets gekocht. Ze waren doodmoe, zij had hoofdpijn, maar ze schoven wél even gezellig aan. Iets later arriveerden twee dames welke het huisje zouden huren en een schildercursus zouden volgen. Het was gezellig. Kees en Ria hadden een paar zware dagen gehad; Kees had een tak in zijn oog gehad en Ria was door een tamme rat in haar oog gebeten. Valerie, hun 16-jarige dochter bleek deze morgen een stevige nierbekkenontsteking te hebben en lag met hoge koorts op bed.

Vannacht zouden er nog 3 Franse gezinnen komen die in de buurt een bruiloft hadden. We hadden in een naburig dorpje op de heenweg inderdaad een boel auto’s zien staan bij de kerk. Met deze mensen was het contact niet heel erg leuk verlopen voor Kees en Ria; de vrouw die het regelde wilde bijvoorbeeld nog een kamer erbij huren en had gevraagd of Ria ons dan niet kon af bellen. Dat deed Ria natuurlijk niet. Gelukkig maar. We kregen heerlijk te eten, maar Ria bleef wel bij Valerie zitten omdat die bijna 40 °C koorts had. Na het eten hebben we nog even buiten gezeten en zijn toen naar bed gegaan. Morgen willen we rond 6.00 uur vertrekken. Het was een leuke en ontspannen afsluiter van deze vakantie.

 

 

Zondag 10 juni 2007 NAAR HUIS                         4899/5783 km = 884 km

 

(V) We hebben vannacht lekker geslapen, ook al zijn we wel wakker geworden van de fransozen die ’s nachts thuis kwamen. Ik heb daarna nog lang wakker gelegen, maar toen vanmorgen om 5.00 uur de wekker ging waren we allebei snel wakker. We hadden zin om weer thuis te komen!

Om 5.45 uur reden we weg. We kwamen nog best wel wat auto’s tegen op de weg, zo           ‘s zondagochtend vroeg, maar we bereikten snel de tolweg, om 6.25 uur. Op de snelweg was het het eerste stuk enorm rustig; om 7.05 uur hadden we maar liefst twee auto’s op onze baan gezien. Voorlopig reden we dus lekker door.

Om 8.45 uur kwamen we langs Nancy, om 9.15 uur langs Metz, om 9.45 uur reden we de grens tussen Frankrijk en Luxemburg over, om 10.00 uur de grens tussen Luxemburg en België en kwamen om 11.10 langs Luik. Om 11.30 uur kwamen we over de grens tussen België en Nederland. Vanaf Den Bosch moesten we een grote omweg maken naar huis omdat de A2 door wegwerkzaamheden afgesloten was. Dat kostte ons heel wat tijd maar we waren alsnog om 14.00 uur thuis! We pakten de auto uit en al snel stonden alle souvenirs uitgestald. De beesten waren natuurlijk erg blij dat we er weer waren, en wij waren blij dat we weer in ons eigen huisje, bij onze eigen beesten en onze eigen tuin waren.

 

 

Terugblik                                                                              Totaal 5783 km

 

(V) De Pyreneeën zijn erg mooi, maar zo veranderlijk als het weer was hebben we nog niet eerder in Frankrijk mee gemaakt. De harde wind van La Tramontana was een ervaring op zich. De wind waardoor we op het strand van St Cyprien bijna werden gestenigd en de wind die bijna de kaas van mijn stokbrood af blies. In Nederland zou er voor deze wind een zwaar weeralarm zijn afgegeven! Naast de wind hebben we afwisselend zon, bewolking en regen gehad. Enorme stortbuien, vaak aan het eind van de middag.

 

Het verkeer in deze streek heeft ons ook verbaasd, ze rijden er als gekken. Inhalen op de meest krankzinnige punten, inhalen door de binnenbocht van een rotonde, auto’s die gewoon voor een ander worden gekwakt waardoor iedereen weer hard op de rem moet trappen en nog veel meer mensen die elkaar het licht in de ogen niet gunnen.

De smalle kronkelweggetjes waren natuurlijk weer een genot.

 

We hebben dit jaar weinig hagedissen gezien, maar wel een paar hele grote, gifgroene. Erg gaaf om te zien. Ook grote roofvogels, de Koningsarend of zo. Verder veel puttertjes in onze tuin en overal zwarte roodstaartjes. Remco heeft nog een hop gezien. En niet te vergeten de flamingo’s, heel erg mooi. ’s Nachts hoorden we de nachtegaal. Tegen schemering konden we vanaf het weggetje vleermuizen over het riviertje zien vliegen.

De planten waren erg leuk om te zien; bloeiende granaatappels, palmbomen, olijvenbomen, boomgaarden met o.a. perziken, kersen en abrikozen, cactussen, kurkeiken, cipressen, mimosa, lavendel, tijm, akelei en nog heel veel meer. In de skigebieden bloeiden de seringen nog. We hebben zelfs bananenplanten gezien