HOME

OVERZICHT

Links en tips CONTACT GASTENBOEK

Groene Hartpad

FOTO'S

 

 

 

 

 

 

Zaterdag 9 mei 2009 Verboden toegang?

Stolwijk – Rotterdam Alexander, 28,8 km

Zonnig met wat wolkjes en wind, 8 – 19 °C

 

Vanmorgen reden we rond 6.00 uur de straat uit, op naar Rotterdam. Voor vandaag hadden we een etappe van het Groene Hartpad gekozen, mede omdat er in het zuid-oosten (Limburg, Pelgrimspad dus) een enkele bui werd voorspeld. We wilden liever zon dan een regenbui en hadden gegokt op Zuid-Holland, het Groene Hartpad.

Rond 6.45 uur parkeerden we de auto vlak langs de route. Vanaf hier moesten we een stukje lopen naar NS Rotterdam Alexander. We konden dit zowel te voet als per metro bereiken maar aangezien de metro in Rotterdam een OV- chipkaart behoeft gingen we liever te voet, een OV-chipkaart hebben we namelijk nog niet.

We waren mooi op tijd voor de trein naar Gouda. Op station Gouda moesten we nog zo’n 20 minuten wachten voordat de bus naar Stolwijk zou komen.

Een vriendelijke chauffeur zette ons rond 8.15 uur een stukje buiten Stolwijk af, we konden beginnen met de wandeling. Ik had nog tegen Remco gezegd dat we vandaag op Visdiefjes moesten letten (het is het jaar van de visdiefjes namelijk) en op het moment dat we de bus uit stapten zagen we er gelijk eentje vliegen.

De route stak hier de provinciale weg over naar Kooiwijk toe. We zagen echter nergens markering en ook geen straatnaambordjes waarvan we bevestiging zouden kunnen krijgen dat we op de juiste route liepen. Het kon echter niet anders dan dat we het doodlopende weggetje in moesten. Na even twijfelen besloten we dat dus maar te doen. Het smalle en rustige asfaltweggetje bracht ons langs verschillende huizen, boerenzwaluwtjes vlogen om ons heen, twee aalscholvers zwommen in de sloot, op zoek naar vis. Een hondje stond ons verderop al blaffend op te wachten alsof hij zeggen wilde “Ho, dit is mijn terrein, weg wezen jullie!”. Nadat het baasje erbij was gekomen wilde het hondje wel even aan onze handen snuffelen maar toen we weer verder liepen bleef hij achter ons aan lopen. Uiteindelijk gaf hij het op, waarschijnlijk waren we ‘zijn land’ gepasseerd.

Ondanks een lichte sluierbewolking scheen het zonnetje regelmatig en was de temperatuur lekker. Een fuut zwom in de vijver en tussen zijn vleugels zaten minimaal 2 jonge fuutjes verstopt, alleen hun koppies staken naar buiten. Het asfaltweggetje werd onverhard en we lieten de huizen achter ons. We zagen verschillende soorten ganzen in de weilanden en in de verte stond een zilverreiger. Een bergeend vloog op.

Volgens de routebeschrijving moesten we na zo’n 2,5 km een graspad naar rechts in slaan. Een paar puttertjes vlogen van els naar els. We kwamen wel bij een soort van graspad maar op het (openstaande) hek stond dat het verboden toegang was. Ik vergeleek het kaartje met de omgeving en dacht dat we toch echt bij het juiste pad stonden… Maar dat “verboden toegang” was vreemd. Ook had ik op internet wel een routewijziging gezien maar deze stond alleen beschreven vanaf de andere kant en ik kon hem niet echt plaatsen. We besloten nog even door te lopen om te kijken of er niet een ander graspad was maar helaas. Heel vervelend, wat moesten we nu? Het verbodsbord negeren of het hele stuk naar de bushalte weer terug lopen (en dan???)? Dat laatste zagen we echt niet zitten dus trokken we de stoute schoenen aan en liepen het graspad op. We hoopten geen boze boer tegen te komen of één of andere versperring zodat we alsnog om zouden moeten draaien. Terwijl we het pad af liepen vroegen we ons af waarom je daar niet zou mogen lopen, nergens stond een huis of kwamen we over een erf. Geen idee waarom men wandelaars wil weren van dat pad… We naderden het eind van het pad en de huizen van Benedenheul. Geen boze boer, geen versperring, het was gelukt. Hier zagen we dat de routemarkering inderdaad niet meer over het graspad ging maar verder langs de asfaltweg door Benedenheul. Nu snapten we ook waarom we aan het begin bij de bushalte geen markering hadden gezien: de route liep daar helemaal niet meer! We waren blij dat we van niets hadden geweten; nu hadden we immers over een leuke en rustige weg gelopen en een mooi graspad terwijl we anders alleen maar over deze smalle en drukke asfaltweg hadden moeten lopen.

Vanaf hier liepen we zo’n 2 km over het weggetje en hadden genoeg te zien in de sloten. Overal zaten meerkoeten en futen op hun nest, soms al met jongen, we zagen weer twee visdiefjes en ook eenden met al hun pulletjes. Vlak voor de rand van Berkenwoude verlieten we de mooie boerderijen van Benedenheul en sloegen de Elzerkade op. Aan het begin van dit graspad namen we een korte pauze op een bankje. Nadat we rustig een broodje hadden gegeten liepen we de graskade op. Een smal paadje liep door het hoge gras met fluitenkruid, boterbloemen, brandnetels en nog veel meer bermbloemen. Er kwamen grote wolken stuifmeel uit het gras als we er langs liepen. Op onze broekspijpen zaten gele vlekken. Er vloog een geaderd witje (vlinder) en we zagen vreemde insecten zitten. Eerst leek het wel een spinnetje, maar dan met vleugels, maar later dachten we dat het misschien een soort coconnen waren waar de geelbruine vliegen, die we overal zagen, uit kwamen. Op dit moment weten we nog steeds niet wat het waren.

Een stukje verderop begonnen er twee Grutto’s naar ons te schreeuwen, ergens in het land naast ons hadden ze een nest en waren het er niet mee eens dat we over het pad liepen. Op het moment dat de rust terug keerde omdat we blijkbaar ver genoeg van hun nest waren, kwamen de volgende twee Grutto’s die ons daar niet wilden hebben. We volgden de graskade tussen alle bloeiende planten door en kwamen uiteindelijk bij een paar huizen. In een weiland stonden een stuk of 10 ezels gezellig te grazen. Voor een huis zat een Casarca (gans) naar ons te blaten. Al snel waren we de huizen gepasseerd en liepen weer op een half verhard pad met bermen vol fluitenkruid. Het brede pad werd al snel een smal paadje met rijkbegroeide bermen met veel struiken. We zagen twee soorten rupsen, allebei met veel haren. De ene soort zat op brandnetels en de tweede soort zat op een struik en was zwart met een oranje streep over de rug en witte vlekken (waarschijnlijk rupsen van de donsvlinder) aan de zijkant. Het paadje kwam uiteindelijk uit bij het water van de Berkenwoudsche Lage Boezem. Over de brede grasdijk liepen we richting Ouderkerk a/d IJssel. Verderop zaten twee zwanen midden op de dijk, we hoopten dat ze daar geen nest hadden en wij daarmee een probleem. Langs broedende zwanen kom je niet zo makkelijk… Gelukkig zaten de zwanen daar blijkbaar alleen maar een beetje te zonnen want het duurde niet lang voor ze de kade voor de sloot verruilden. Vanuit de sloot liet het mannetje met opgezette vleugels weten dat hij zijn vrouw indien nodig zou beschermen. Iets verderop werd ons pad versperd door 4 koeien die niet echt van plan leken om voor ons opzij te gaan. Het leek erop dat we ons tussen de koeien door zouden moeten wagen, en dan zijn ze opeens heel groot! Voorzichtig liep ik voor de eerste koe langs, dat vond ze niet echt leuk en een beetje paniekerig liep ze een stukje weg. Nog drie koeien te gaan. Toen Remco bij me stond en we richting de drie dames liepen, liepen ze snel weg van ons. Zo, ook deze versperring hadden we weer gered.

We kwamen uit bij de restanten van een molen waar we een korte pauze hielden. Hier hadden we tijdens het Oeverloperpad ook al eens een korte stop gehouden. Er kwamen mensen met honden langs en blij doken de honden in het water van de vaart. Het was er behoorlijk druk met wandelaars en fietsers. Over de asfaltweg gingen we ‘terug’; aan de andere kant van het water hadden we voor de pauze gelopen, moesten we nu een paar honderd meter terug. We sloegen een smal asfaltweggetje in en kwamen langs wat boerderijen. Ook hier vlogen weer veel zwaluwtjes rond, zagen we een paar visdiefjes en zwom er van alles in het water. Een eenzaam puttertje vloog vanaf een hek naar een pol met pluizende paardenbloemen. Bijna als een kolibri bleef hij vlak boven het pluis fladderen om zich uiteindelijk op een bloem te laten zakken. Het was een schitterend gezicht!

Over een paadje liepen we achter de bebouwde kom van Ouderkerk a/d IJssel langs en kwamen om 12.20 uur aan bij het voetveer naar de andere kant van de IJssel. Helaas had de schipper pauze tot 13.00 uur en moesten we dus nog even wachten. Een verplichte pauze terwijl we aan de overkant een leuke picknickplek hoopten te vinden. We hadden geen keus dan te wachten en namen plaats op een bankje aan de kade. Het zonnetje verwarmde onze ruggen, zo erg was het dus niet. Er was een deel van de boeg van een schip in de kade gemetseld, heel apart. Boven ons vlogen tientallen gierzwaluwen, prachtig. Een bootje kwam aangevaren en legde aan bij een schip. Ik vroeg me af hoe ze aan wal dachten te komen want tussen het eerste schip en de kade zat een gapend gat. Daar kwam de man even later zelf ook achter en riep naar ons of we wisten waar de Lagestraat was. We zeiden dat we niet bekend waren in Ouderkerk en wensten hem succes. Verderop ging hij een nieuwe poging wagen.

Voor € 0,70 p.p. konden we naar de overkant waar we om iets over enen werden afgezet. We klommen bij Nieuwerkerk a/d IJssel de dijk op en liepen richting Capelle. Vanaf de hoge dijk hadden we een mooi zicht over het gebied waar we doorheen zouden gaan lopen en hopelijk een mooi plekje voor de pauze konden vinden. In een watertje zagen we twee witte vogels: een zwaan en een lepelaar. De lepelaar was aan het fourageren en liep met zijn snavel in het water terwijl hij zijn kop heen en weer bewoog. Een koekoek riep in de verte zijn naam en we hoorden en zagen een fazant. Vlak voor Capelle a/d IJssel liepen we het natuurgebied Hitland in, een bloemrijk dras-plasland waar knuppelpaden door het riet lopen. Boven een grote plas vlogen twee visdiefjes, vlindertjes vlogen boven het riet en de bermbloemen. We hoorden de koekoek steeds dichter bij komen en kwamen bij het bosje waar de koekoek zat. Het was een geschikte plek voor een pauze dus legden we onze kleden neer in het hoge gras. We zaten heerlijk in de zon met voor ons hoog gras en een brede sloot, en achter ons een bosje. De vogeltjes floten en pruttelden, vlindertjes en andere insecten vlogen voorbij en vanaf het water kwamen er geluiden van meerkoeten en andere watervogels tot ons. De wind liet het gras en de bladeren van de bomen en struiken ruisen, het was zalig. Remco zag op een bramenstruik twee lieveheersbeestjes paren wat weer mooie foto’s opleverde. Er vloog een grote vogel over, hoog in de lucht. Behoorlijk snel verdween de vogel weer uit zicht, zonder ook maar één keer met zijn vleugels te hebben geslagen. Rond de fel schijnende zon was een halo te zien, een soort van ronde regenboog, een mooi gezicht. Een fazant liep luid roepend over het pad vlak bij onze picknickplek.

Na een hapje en een drankje gingen we iets voor drieën weer op pad. Een visdiefje nam een duik in het water om er zonder buit weer uit te komen. We volgden een asfaltfietspad langs een golfbaan en kwamen weer bij de rand van Capelle a/d IJssel. De route liep een klein stukje langs een provinciale weg, bij de eerste rotonde moesten we oversteken. Zoals wel vaker was de rotonde ‘leuk’ aangekleed, dit maal met een stukje treinspoor en spoorbomen. Ik wachtte tot er niet meer zo veel auto’s reden en maakte een foto van de rotonde. Op het moment dat we weer verder wilden lopen werden we aangesproken door een man op een fiets. Hij vroeg of ik wist wat ik had gefotografeerd. Nou ja, een rotonde met een stukje spoor, een stukje historie waarschijnlijk, maar verder? Hij legde uit dat er vroeger vanaf de havens een spoor liep naar Gouda en verder en dat ze een restant van die spoorlijn hadden gebruikt voor de rotonde. Hij betwijfelde of het spoor ook precies op deze plaats had gelegen. Ons maakte het niet uit, deze onverwachte uitleg was al erg leuk.

Vanaf nu liepen we langs de rand van het Schollebos, een parkachtig bos, naar Rotterdam. Veel honden namen hier een duik in de vijvers, ze vonden het heerlijk. We kwamen ook 2x een hond tegen die allebei vonden dat we daar niet mochten lopen. Wat was dat toch vandaag?!

Het laatste stukje liepen we langs huizen en flats naar de auto, waar we om 16.15 uur aan kwamen. We waren moe maar hadden een heerlijke dag achter de rug. Zo’n drie kwartier later waren we thuis en konden we de foto’s en video gaan bekijken terwijl we bij kwamen van deze lekkere wandeling.