Links en tips
CONTACT
GASTENBOEK
Zondag 18 oktober 2009 Beukenlanen en hoogteverschillen
Heelsum – Arnhem, 24,5 km
Droog, windstil, mistig en later zon, 5 – 14 °C
Eindelijk weer eens een droog weekend, dus wandelen maar. Niet zo’n lange afstand want het was alweer een maand geleden, we moesten onze spieren een beetje op gang laten komen. Een etappe van 24 km klonk goed.
Zo bedacht, zo gedaan, om 6.30 uur reden we de straat uit. Het was nog hartstikke donker en daarnaast ook nog eens koud. De temperatuur lag net onder het vriespunt, het leek wel winter! Gelukkig hadden we genoeg laagjes aan en konden we dus ook wat uit trekken als het later op de dag warmer zou worden.
Het ochtendgloren werd sterker naarmate we bij Velp (GLD) in de buurt kwamen. Om 7.20 uur parkeerden we de auto in een wijk, zo dicht mogelijk bij de route, en liepen naar de bushalte. Er zat een nachtvlinder op het licht van het bushokje, waarschijnlijk een Schimmelspanner (Dysstroma truncata) Na zo’n 10 koude minuutjes kwam er een bus aan gereden. Dat moest hem wel zijn maar er brandde nog geen licht en het bord met bestemming was ook nog leeg. Vlak voordat de bus bij de halte kwam gingen de lichten aan, het bleek ‘onze’ bus te zijn. Vrolijk stapten we in en werden nog vrolijker begroet. De chauffeur grapte dat we vast blij waren dat hij nu al voorbij kwam, zei dat hij 7 strippen p.p. afstempelde - terwijl het er maar 5 p.p. moesten zijn, wat hij ook afstempelde -, en vertelde even later dat hij vanmiddag zijn rij-examen had. Zo’n soort grapjas dus. Leuk begin van de dag hoor, maar niet te lang. Bij een volgende halte zwaaide een vrouw dat ze mee wilde. De chauffeur stopte en reed weer een stukje door. Daarna deed hij de deur voor haar open en zei vrolijk “o, wil je mee? Ik dacht dat je alleen maar naar me zwaaide.” De volgende passagier sprak Engels, waarop de chauffeur vroeg of hij het dure of het goedkope kaartje wilde hebben. “Het goedkope kaartje.” Buschauffeur: “En voor die dame achter je dan?” Waarop de jongen natuurlijk achterom keek om daar niemand te zien staan. En zo kwamen er nog wel meer opmerkingen tijdens de reis. Heel grappig allemaal. Maar nogmaals, niet te lang.
Het was dan ook niet erg dat we na ruim 20 minuten uit stapten op station Arnhem. Nog een kleine 10 minuten wachten en de bus naar Heelsum zou komen. Tenminste, volgens de OV-planner en het overzicht bij de halte. De bus had om 8.13 uur moeten vertrekken, maar om 8.15 uur was er nog geen bus richting Heelsum te zien. Om 8.20 uur nog geen bus… We kregen het steeds kouder. Eindelijk, ruim 10 minuten te laat, kwam de bus aan gescheurd. Toen ik de chauffeur vrolijk (en koud) begroette en zei dat we dachten dat hij nooit meer zou komen antwoordde hij met een zwaar Antilliaans accent (terwijl het toch echt overduidelijk een blanke 40-er was) “beter laat dan nooit huh”, waarna hij het gaspedaal intrapte. Met een bloedgang reed hij over de wegen, balend dat hij een paar keer moest stoppen voor passagiers die bij een halte stonden. Het leek wel alsof we in een film waren beland!
Nog steeds 10 minuten te laat stapten we uit bij het beginpunt voor vandaag. Speedy Gonzales was nog wel even zo attent om ons te wijzen waar we naar toe moesten lopen. Na een paar honderd meter wist ik echt niet waar we waren en waar we naar toe moesten. Gelukkig kwam er een oudere dame aan gelopen die graag bereid was om ons te helpen. We moesten weer terug naar de halte lopen en dan zouden we vlak bij de route zijn. OK… Omdraaien dus maar.
Al met al had het wat moeite gekost voordat we aan onze wandeling konden beginnen en hadden we het koud, maar nog steeds hadden we er zin in. Heerlijk om weer eens een redelijke afstand te kunnen lopen, heerlijk dat we volop werden geconfronteerd met de seizoenswisselingen (al voelde het alsof we de herfst hadden over geslagen, brrrr zo koud), prachtig mistig, heerlijk, heerlijk, heerlijk.
We liepen naar de rand van Heelsum en passeerden het mooie kerkje met bijbehorend kerkhof. Op een apart veldje lagen een aantal oude graven, zelfs eentje uit 1720 of zo. De routebeschrijving was hier een beetje vaag, maar doordat één weggetje dood bleek te lopen hadden we geen andere keus dan de juiste. We kwamen op een landweg terecht, om ons heen akkers die deels onzichtbaar waren door de mist. Naast het pad lag een brede strook met uitgebloeide akkerbloemen, ’s zomers een paradijs voor insecten. Vanuit de mist doemde een donkere streep op; het bos. Langs de bosrand liepen we langs de akkers. Ik moest piesen, maar het pad zag er uit alsof het geliefd was bij mountainbikers. Ook al was het nog vroeg, mountainbikers zijn ook vaak vroeg… Na even twijfelen nam ik de gok en dook ‘de bosjes’ in waar ik opgelucht weer uit kwam. Nog geen minuut later passeerden de eerste 3 mountainbikers ons. Net op tijd geweest! Even verderop zagen we de resten van een wespennest liggen. Al snel werd duidelijk dat het een nest van hoornaars was geweest: er zat nog een exemplaar in. Hij bewoog niet dus Remco trok het beestje voorzichtig uit het raatje. Duidelijk een hoornaar, zo groot! (naschrift: We hadden de raten, inclusief hoornaar, mee naar huis genomen; de hoornaar bleek niet dood te zijn maar kwam een dag later versuft uit het plastic zakje gekropen)
Het ochtendlicht scheen prachtig door de bomen, waar mist tussen hing. Het was genieten!
We liepen onder de A50 door en doken het bos in. Nou ja… Doken… Het pad liep steil omhoog, onze spieren werden goed op de proef gesteld. Het pad leidde ons boven langs de Nederrijn, met soms behoorlijk steile ‘afgronden’. Aan de andere kant een akker met een ‘restveld’ maïs. Het maïs werd prachtig verlicht door de zon. Het uitzicht over het mistige land was ook niet verkeerd (al zagen we meestal door de bomen het uitzicht niet meer.) We gingen voornamelijk heuveltje op, voelden dit al snel aan onze spieren. Een holle weg bracht ons naar beneden, richting kasteel Doorwerth. Bij de oprijlaan liep een mannetjes fazant door de struiken. Een buizerd vloog op. Kleinere vogeltjes lieten zich horen vanuit de struiken en bomen. Even moesten we naar de route zoeken, markering was niet aanwezig. We volgden het pad over de dijk om het kasteel heen waarna we het bos weer ‘op liepen’. Ik was vertrouwd met het bos; vroeger als kind ben ik er regelmatig geweest, de beukenbladeren weg schoppend en gefascineerd door de hoogte verschillen, het park Duno (waar we een geweldig mooi uitzicht hadden op een mistig landschap en Arhem) en een stenen bruggetje (ofzo).
Heuveltje op, heuveltje af, we volgden bovenlangs het weggetje langs de Nederrijn, om uit te komen bij Heveadorp. Ik had de weg er naar toe blindelings kunnen vinden maar het was de bedoeling dat we de route volgden. Dus bleef ik mijn best doen om het ‘juiste’ pad te volgen.
In Heveadorp woont een oom van mij, waar we vroeger dus regelmatig kwamen, en meestal ook het bos in doken voor een lekkere wandeling met de honden. Ik had een paar dagen terug ingesproken of hij me wilde bellen. Het leek ons leuk om ’s ochtends op de koffie te komen als we dan toch zo vlak bij waren, maar helaas, er was nog niet terug gebeld. We wilden ze niet uit bed bellen en liepen daarom verder langs de rand van Heveadorp, om de huizen achter ons te laten door een beekje over te steken. Weer leidde de route het bos in, omhoog uiteraard. In dit bos raakten we de markering op een onhandig punt kwijt; in de routebeschrijving stond “naar Westerbouwing, treden af, over terras, rechts lange trap af”. We stonden bij een trap naar beneden, aan onze rechter hand. Moesten we deze trap af? Ik gokte dat we nog door moesten lopen, hoewel we helemaal nergens markering ontdekten. Toen het pad bij een restaurant met terras uit kwam snapten we wat ze met “over terras” hadden bedoeld. Hier vonden we inderdaad een trap naar beneden. De struiken en boompjes er naast waren allemaal gekapt, het zag er rommelig uit met alle takken die er nog lagen.
We daalden af en liepen via een smal klinkerpaadje langs de weg richting Oosterbeek. Over het kerkpad, ook een smal klinkerpaadje, werden we langs het dorp geleid. Aan het begin van het kerkpad stonden twee paardjes die wel aandacht wilden van iedereen die langs kwam. Na een aai liepen we verder over het hobbelige klinkerpaadje. Een vlonderpad bracht ons over een moerassig gedeelte waarna het pad weer over ging in klinkers. Het paadje kwam uit bij de kerk van Oosterbeek, een pre-romaans kerkje.
Iets verderop kwamen we bij de uiterwaarden van de Rosande polder. Eigenlijk moesten we het linkse pad nemen, maar er hing een klein bordje dat er bij de jachthaven een gelegenheid was om iets te drinken en/of eten. Vanaf 11.00 uur geopend, wat het precies was. Het idee van een verwarmde plek om even iets te eten en te rusten was te aantrekkelijk om er geen kleine omweg voor te maken. We zouden zo’n 500 m heen én terug moeten lopen, dat hadden we er wel voor over. We haalden een paar mensen in en twee fietsers kwamen ons tegemoet. We hoorden ze bijna eerder dan dat we ze zagen! Ze waren aan het kibbelen; “… joh, geniet nou toch gewoon. We hebben vakantie!” “Ja, maar jij maakt overal ruzie over…” Al kibbelend verdwenen ze achter ons.
Bij de jachthaven/minicamping gingen we bij de ‘kantine’ naar binnen. We werden vrolijk begroet door de eigenaresse (?) en ze vroeg of we het Maarten van Rossumpad liepen. Ze wilde graag even het boekje zien en vertelde dat sinds deze week het pad niet meer via de oude route liep maar over hun terrein. In samenwerking met nog een aantal grondbezitters was de route zo aangepast dat je nu langer door de uiterwaarden liep. Daarnaast waren er nog een paar andere paden open gesteld waardoor je er nu leuke ommetjes kan maken.
We bestelden een drankje en tosti’s en kwamen lekker tot rust terwijl we niet teveel afkoelden. Intussen waren er buiten meerdere mensen bezig om de steigers uit het water te halen, want dit was de laatste dag dat de jachthaven open was. Het winterseizoen begon, dus jachthaven, camping en kantine gingen voor een paar maanden dicht. Hadden wij even mazzel!
Helaas kwam ik er ook achter dat ik me ergens in de planning had vergist: de etappe bleek i.p.v. zo’n 24 km ruim 30 km te zijn. Dat was balen… Zo lang niet gelopen en dan meer dan 30 km voor je kiezen krijgen met daarbij behoorlijk veel hoogteverschillen… Dat zou zwaar worden.
Vlak voordat de ‘werklui’ binnen kwamen voor een welverdiende kop koffie en een koek, pakten wij onze biezen. Over de nieuwe route liepen we door de uiterwaarden om uiteindelijk aan de andere kant van Oosterbeek uit te komen. Vanaf hier pakten we de oorspronkelijke route weer op. We kwamen uit bij landgoed Mariëndaal waar we door de ‘Groene Bedstee’ liepen. Dit is een prachtige tunnel, een zogenoemde loofgang, welke wordt gevormd door de takken van twee beukenhagen. Echt geweldig om daar onderdoor/tussendoor te lopen!
Weer ging de route omhoog, weer een aanslag op onze beenspieren, maar de mooie uitzichten en plaatjes maakten het de moeite meer dan waard. We liepen langs het restaurant en over het landgoed van Groot Warnsborn. Het pad volgde een beekje, het was druk met mensen die een wandelingetje maakten. Voor een vijver moesten we over een stenen bruggetje naar rechts. De vijver zagen we wel, maar het stenen bruggetje was verstopt onder een kudde wandelaars die gezellig een rustpauze namen. Eén van de pauzerende wandelaars riep vrolijk dat we door een erehaag liepen.
Over landgoed Schaapsbergen liepen we verder richting kasteel Zypendaal. Ook hier was het druk met mensen, hartstikke druk zelfs. Op een bankje aan de kop z’n kant van het grasveld namen we plaats op een bankje voor een pauze. Intussen konden we genieten van alle mensen die druk waren met het zoeken van ‘makke jannen’, tamme kastanjes. Mijn mobieltje ging; Paul, mijn oom belde. Jammer genoeg net een paar uur te laat, maar ach. Ze waren afgelopen nacht terug gekomen uit Frankrijk, dus het was maar goed dat we niet hadden aan gebeld.
Ik besloot nog eens goed naar de route te kijken om te ontdekken waar de planning mis was gegaan en kwam tot de conclusie dat we niet naar Velp moesten lopen maar naar station Arnhem. Dat zou 8 km schelen en dat klopte precies. De indeling (afstanden) van de volgende etappes zou onhandig uitvallen als we nu tot Velp door zouden lopen, niet echt wenselijk. Na 3 keer controleren besloten we dat we echt naar het dichtstbijzijnde treinstation moesten gaan. Ook snapte ik waar ik waarschijnlijk mis was gegaan: Bij het bewuste routekaartje/beschrijving staat station Velperpoort vermeld. Tijdens het zoeken op 9292-OV ben ik waarschijnlijk uitgekomen op station Velp i.p.v. station Velperpoort, Arnhem.
Het leek volledig te kloppen dus na een heerlijke pauze maakten we de route af door naar het station te lopen. We kochten snel een kaartje naar Velp en sprongen in de trein. Dat ging voorspoedig! Toch? Maar bij het eerstvolgende station werd er omgeroepen dat we op station Velperpoort kwamen. Huh, daar kwamen we toch vandaan??? Ik snapte er niets meer van en keek haastig op het kaartje in het boekje. Snel vroeg ik aan Remco of we wel goed gingen waarop hij op het kaartje in de trein keek. Terwijl ik had ontdekt dat we waarschijnlijk op station Arnhem CS waren opgestapt en niet op station Velperpoort had Remco ontdekt dat we op weg waren naar Duiven. Niet echt de bedoeling! Snel sprongen we de trein uit en keken op het perron wanneer er een trein naar Velp zou komen. Dat duurde nog wel een uur, hadden we geen andere mogelijkheid? Hoe zouden we anders bij de auto terug kunnen komen??? Een stukje verderop zagen we een bushalte en daar aan gekomen bleek dat er een bus naar Velp zou gaan, naar de halte waar onze auto vlak bij stond. Gelukkig!
Ruim een kwartier later stapten we in een trolley bus. De eerste van onze wandelingen! Heel apart om te horen hoe het geluid bijna stil valt als de bus stopt, het lijkt net alsof hij helemaal uit gaat. Met een kwartiertje stapten we uit bij halte Beekhuizerweg te Velp. Vanmorgen had het nog zo’n goed idee geleken om de auto zo dicht mogelijk bij de route te parkeren (en zover mogelijk vanaf de bushalte), nu hadden we spijt, we moesten nog zo’n 500 meter extra lopen. Om 16.15 uur kwamen we terug bij de auto, blij dat we het hadden gered.
Het was een aparte dag, zowel qua openbaar vervoer als wat wandeling betreft. In Nederland is het niet gewoon dat je zoveel hoeft te ‘klimmen’, het was best zwaar. Zeker doordat we al 4 weken niet hadden gelopen. We waren blij dat we op tijd hadden ontdekt dat we moesten stoppen met lopen én dat we in de verkeerde trein zaten. We willen niet weten hoe laat we anders waren thuis gekomen! Ondanks de zware etappe hebben we genoten van de herfst, alle bladeren op de grond en de verkleurende bladeren aan de bomen. Hoewel we er (nogmaals) bij moeten vermelden dat het wat temperatuur betreft wel winter leek. Waar is de herfst gebleven?
Het OV was weer eens bijzonder, de mist maakte de ochtend mysterieus en de verschillende kastelen en andere bouwsels lieten je terug gaan in de tijd. Een mooie etappe, een prachtige dag.
Wil je op de hoogte blijven van onze wandelavonturen? Stuur even een berichtje via de button ‘Contact’ (bovenaan deze pagina) en we zenden een mailtje als er een nieuw verslag is.