Links en tips
CONTACT
GASTENBOEK
Rondwandeling Voetstappenpad, Hilversum
Zaterdag 13 februari 2010 De Heideringelrups
Het Voetstappenpad, Hilversum, ± 25 km
Bewolkt, weinig wind -3 tot -1 °C
Het is nog steeds winter; het vriest en er ligt sneeuw. Lekker weer voor een stevige wandeling, alleen de kans op glibberen en glijden was aanwezig. We kozen ervoor om dit weekend lekker dicht bij huis te lopen, het werd Hilversum. Rondom Hilversum loopt een wandelpad uit 1940, het Voetstappenpad. Het verwaarloosde pad is in 1997 zo goed als mogelijk hersteld, obstakels als flats en bedrijventerreinen werden overwonnen. We waren benieuwd wat dit pad te bieden had.
Toen de wekker vanmorgen ging waren we echter een stuk minder nieuwsgierig… Het viel niet mee om wakker te worden. We hadden eigenlijk rond 7.30 uur weg willen wijden, het werd een half uurtje later. Ook geen ramp.
We reden dus om 8.00 uur de spekgladde straat uit en waren binnen 20 minuten in Hilversum, op het punt waar we wilden beginnen met de wandeling. Langs een smalle strook heide passeerden we een aantal flatgebouwen. Ideaal als je alleen maar een balkonnetje hebt: je stapt naar buiten, je loopt de straat uit en wandelt door bos en heide. Het eerste gedeelte van deze route liep langs de rand van Hilversum, en was niet altijd even leuk. Het eerste gedeelte had je bijna niet in de gaten dat je bij de bebouwde kom liep, we werden door allerlei kleine stukjes natuur geleid. Even later liepen we over een bedrijventerrein, niet echt spectaculair om te lopen… Maar ja, vroeger liep de route ongeveer hier, het bestond de omgeving uit heide en bos. Nu moeten dus nieuwe wijken worden doorkruist. Een saai begin van de wandeling. Bij het winkelcentrum Kerkelanden raakten we de route even kwijt, maar na een rondje over een gladde parkeerplaats zagen we eindelijk een markering.
Toen we na een klein uurtje lopen de bebouwing verlieten, liepen we op de rand van bos en akkerland. Op de akkers verbouwt Natuurmonumenten o.a. zonnebloemen, winterrogge en boekweit. We hoorden een specht kloppen. Het klonk zachtjes maar dichtbij. Het duurde even, maar toe zagen we de specht in een boom vlak bij ons zitten. Aan de rand van de akker zat een buizerd op een tak van een boom, rustig uit te kijken over het land, in de hoop een prooi te kunnen vinden. Merels en koperwieken scharrelden rond tussen de bladeren onder struiken, telkens opvliegend als we te dichtbij kwamen. Iets verderop liep de route langs akkers/weilanden waarvan de ligging een stuk lager was dan het gedeelte waar wij over liepen. In de 16e eeuw is hier zand afgegraven voor de uitbreiding van Amsterdam: dat moet een hele klus zijn geweest!
De route ging verder door het Spanderswoud, een parkachtig bos. Het beheer is tegenwoordig gericht op een zo natuurlijk mogelijk bos, dood hout mag blijven liggen. Er waren heel veel jonge doolhofzwammen op boomstronken, mooi bedekt met een laagje sneeuw. We kwamen uit bij het kantoor van het Goois Natuurreservaat. Bij een vorige wandeling hadden we daar over een spekglad vlonderpad boven een plas moeten lopen, we waren blij dat de route daar vandaag niet over heen ging! We liepen door een klein stukje uitloper van de bebouwde kom van Hilversum, staken het spoor over en kwamen een stukje achter een man te lopen. De man liep heel vreemd met zijn armen en benen: zijn benen trok hij redelijk ver omhoog en hij bewoog zijn armen alsof hij stokken vast had. Het was net stampvoetend lopen of zo.
We bereikten de Westerheide tussen Hilversum en Laren. Op een eikenboom zagen we de resten van een nest Eikenprocessierupsen. We komen ze toch wel regelmatig tegen, verspreid over het land. Ik hoop dat we dit jaar niet teveel verse nesten gaan tegen komen… Na een stukje bospad liepen we over de Aardjesberg, een verhoging in het landschap waar vuurstenen werktuigen zijn gevonden die misschien wel 90.000 – 100.000 jaar geleden door Neanderthalers zijn gemaakt. Ook op het Urnenveld waren sporen uit een ver verleden zichtbaar: grafheuvels en urnengraven. Er zijn 14 grafheuvels en het urnenveld behoort tot de grootste urnenvelden van Europa! De grafheuvels zijn van 3000 tot 800 v. Chr. Op de Zuiderheide waren ook de nodige grafheuvels te zien, 10 in totaal.
De paden over de heide waren soms glad, maar meestal lag er een mooi laagje sneeuw waarover goed te lopen viel. We stopten op de Zuiderheide even om de heide te bekijken, misschien zat er wel ergens een insect verstopt. Remco z’n oog viel op een kaal takje heide. Het takje had een grote band met eitjes! Een paar honderd eitjes van de Heideringelrups (Malacosoma castrensis), een zeldzame vlindersoort! Een prachtige vondst, de mooiste waarneming van onze wandeling!
Een groot deel van de heide was bijna volledig afgeplagd. Het oogde als een dorre vlakte, maar nieuwe heidepantjes staken hun koppie alweer boven het zand uit.
We waren toe aan pauze en ergens zou theehuis ’t Bluk liggen. Niet aan de route, maar wel vlak in de buurt. We gokten dat het aan het eind van een bepaald bospad zou liggen, maar op een paar Schotse Hooglanders en een kudde schapen + schaapskooi na kwamen we niets tegen. We draaiden weer om en vervolgden de route door bos en over heide. Een stukje verderop, bij een viaduct onder de A27 door, zou ook iets van een eetgelegenheid zijn. Maar helaas, ook hier zagen we niets. Het terrein naast het viaduct werd waarschijnlijk opnieuw ingericht: er lagen allemaal gevelde bomen en grote bergen takken bedekten het pad dat we moesten lopen. Gelukkig kwamen we met een minimale omweg weer op de route terecht. Hier stond een ‘Leeuwenpaal’, nummer 8. Samen met 21 andere palen werd hiermee vroeger de grens tussen grafelijk Holland en het bisschoppelijke Sticht gemarkeerd. Aan de ene kant van de paal staat een afbeelding van de Hollandse leeuw, aan de andere kant het wapen van de bisschop van Utrecht. Tegenwoordig is het de grens tussen Noord-Holland en Utrecht.
Aan het einde van de boslaan kwamen we uit bij restaurant Groot Kivitsdal waar we een paar tosti’s bestelden. We werden bediend door een stijve ober, terwijl dit gedeelte er niet echt sjiek uit zag. Wel goed verzorgd, maar met bar en bakrukken. Er kon ook geen lachje vanaf, hij was alleen maar zeer beleefd. Prima hoor, maar iets nonchalanter had best gemogen. Bij de tosti’s kregen we een lekker hapje rauwkost en goed gevuld gingen we weer verder met de wandeling.
Iets verderop zat ook een eetgelegenheid, deze bleek open te zijn, maar we hadden het risico niet willen nemen dat deze ook dicht zou blijken te zijn. Het maakte nu in ieder geval niet meer uit, we hadden lekker gegeten in een verwarmde ruimte. We moesten nu nog naar de Hollandsche Rading lopen en vanaf daar nog een stukje naar de auto. Eerst kwamen we echter langs het Hilversums Wasmeer waar we vanuit de kijkhut over het bevroren ven konden kijken. Op een grazend rund na zegen we geen beweging van beesten. We namen de tijd om nog even lekker te zitten en om ons heen te kijken. Op de smalle paadjes vanvandaag had ik Remco het liefst rechts van me lopen omdat ik vorige week tijdens ijzel behoorlijk hard met de fiets onderuit was gegaan met het gevolg dat mijn linker elleboog nu zwaar gekneusd was. Behoorlijk pijnlijk moet ik zeggen, dus de kans dat Remco hier per ongeluk tegen aan zou komen werd sterk verminderd door m’n linker elleboog buiten zijn bereik te houden. In de kijkhut kwam hij echter (liefdevol) achter me staan, waarna ik ineen kromp van de pijn. Remco snapte eerst niet wat hij had gedaan, maar toen bleek dat zijn heuptas mijn elleboog had geraakt. Zachtjes, dat wel, maar hard genoeg om me pijn te doen… Weg liefdevol moment, tijd om verder te gaan (met Remco veilig rechts van me). Iets verderop zagen we meer van de zwarte runderen grazen, met daarachter ‘de Blokhut’, waar extra voer voor de runderen ligt opgeslagen.
De route liep verder door het Dassenbos, een bos waar dassen aanwezig zijn maar ook veel mieren. Niet dat wij dassen of een mierenhoop hebben gezien daar, maar ze schijnen er veel te zijn. Op een gegeven moment vroegen we ons af of we nog wel steeds op de route liepen. We keken eens goed om ons heen en probeerden de omgeving te vergelijken met het zeer globale kaartje dat we bij ons hadden. We kwamen er niet uit en besloten om nog even door te lopen. In het ergste geval moesten we het hele bospad weer terug lopen, maar in het gunstigste geval zouden we zometeen bij een afslag komen. Het duurde niet lang of we zagen eindelijk weer markering, en inderdaad een afslag. Opgelucht dat we nog goed liepen stapten we verder. Van uit m’n ooghoek zag ik een driehoekige vlek op een boomstam. Een Kleine voorjaarsspanner op een beukenstam. Leuk, leuk, leuk, de eerste vlinder vandaag. We zochten de stam af op andere mannelijke exemplaren of vleugelloze vrouwtjes, maar nee. Door middel van een brug staken we de A27 en het spoor over. Tussen de snelweg en het spoor zagen we op een eikenboom twee oude nesten van Eikenprocessierupsen. Wederom bah!
Het was nu niet heel ver meer voor we bij de auto zouden komen; nog een stukje bos doorkruisen en de Hoorneboegseheide oversteken. De route ging over de ‘Zwarte Berg’, met als hoogste punt 16,2 m. De naam komt misschien van de zwarte humusaarde waaruit de bodem bestaat. Vroeger bevond zich hier een oerbos. Zwart of niet, we merkten wel dat we een heuveltje op liepen. Onze benen en voeten waren al moe, dus dit voelden we wel. De route mocht dan wel voor het grootste deel over onverharde paden lopen, met deze vorst voelt onverhard net zo aan als asfalt. Geen ondergrond die mee veert met je stappen, alles was hard, keihard bevroren. Wat dat betreft loopt asfalt dan vaak nog lekkerder, omdat het een egaal oppervlak heeft, de zandpaden zijn nu hobbelig en bevroren, wat het lopen niet prettig, en de kans op het verzwikken van enkels groter, maakt.
We sloegen een volgend bospad in en nu zag Remco een Kleine voorjaarsspanner zitten. Ook hier geen vrouwtje of andere mannetjes te zien. Een paar honderd meter verderop kwamen we bij een toegangshek naar één of ander landgoed. Op de witte, stenen palen van het hek zaten een paar Psyche casta’s (zakdragertjes, microvlinders) en bovenop de paal, onderaan de bol die als versiering diende, zag ik nog een mannelijk exemplaar van de Kleine voorjaarsspanner zitten. Drie exemplaren in totaal deze dag, toch niet verkeerd!
We staken de Hoorneboegseheide over en zagen onze auto staan. Er was veel lawaai van overvliegende vliegtuigjes en helikopters. Er zit hier vlakbij een vliegveldje, dus dat klopte wel. Wat een boel geluidsoverlast! Vanmorgen vonden we nog dat het geweldig was: je woont in een flatje en kan zo de heide op- en het bos in lopen. Een geweldige achtertuin! Totdat je alle herrie hoort, dan is het toch opeens een ander verhaal. OK, je hebt schitterende natuur pal naast je woning liggen, maar geluid kan wel heel veel afdoen aan het gevoel van natuur…
Het was 15.20 uur toen we onze spullen in de auto gooiden, we waren dus in totaal 7 uur onderweg geweest. Met zo’n 20 minuutjes waren we weer lekker thuis en konden we bijkomen van deze wandeling. Remco had last van z’n knieën en was door zijn verkoudheid behoorlijk moe. Ook ik voelde her en der spierpijntjes en was aan de moeie kant. Het was dan ook niet heel laat toen we ’s avonds ons bedje in doken! Om te dromen van de eitjes van de Heideringelrups en andere beestjes.
Wil je op de hoogte blijven van onze wandelavonturen? Stuur even een berichtje via de button ‘Contact’ (bovenaan deze pagina) en we zenden een mailtje als er een nieuw verslag is.