Links en tips | CONTACT | GASTENBOEK |
Zaterdag 19 maart 2005 Opgesloten!
Groesbeek – Vierlingsbeek, 32km
Bewolkt, lichte miezerregen ± 10°C
Vandaag besloten we om iets eerder weg te gaan dan afgelopen woensdag; ten 1e omdat we iets verder moesten rijden, en ten tweede omdat we bij Sambeek even wilden kijken naar de vaartijden van het veer Afferden – Sambeek, aangezien deze niet in het PP-boekje stonden vermeld, en het op internet ook niet te vinden waren. Bij het veer aangekomen konden we alleen zien dat het veerbootje de hele dag vaart, van half acht tot zes uur ofzo, maar de precieze vertrektijden stonden er niet bij. We gingen er vooralsnog van uit dat het veer constant heen en weer zou varen. We zijn doorgereden naar Vierlingsbeek, alwaar we de auto vlak bij de route parkeerden. Om bij het treinstation te komen moesten we het dorp uitlopen, wat ons zo’n 10 minuten koste. Toen hadden we nog een half uur voordat de trein naar Nijmegen kwam.
In de trein keken we lekker naar buiten, naar het landschap dat voorbij flitste. Op een van de akkers stond iets, mijn eerste gedachte was een ree, maar toen ik beter keek zag ik dat dat het niet was. Wat het wel was kon ik niet zien, of tenminste, wat ik dacht te zien was wel heel vreemd… Ik keek naar Remco, Remco keek naar mij. Hij had het blijkbaar ook gezien want hij keek me met een vragende blik aan. Remco dacht wat ik dacht; of het was een boer met heel dunne beentjes en een hele dikke kont, die voorover gebukt op zijn land stond, of het was een struisvogel. We houden het maar op het laatste, hoe gek het ook klinkt.
Een station verder stapte er een groep dames in, een stuk of acht kakelende kippen. De een praatte nog harder dan de ander, en dat dus 8 keer. Pok, pok, pok, pok, pok. Ik kon ze niet zien, wat maar goed was ook, want ik stikte van de lach. De heerlijke rust die ervoor in de coupé had geheerst was plotseling geheel verdwenen. Ze produceerden het aantal decibellen van twee klassen koters op schoolreisje. Het waren twee gesprekken die werden gevoerd, het meeste kon je niet verstaan omdat ze elkaar overstemden. Na een kwartier kon ik mijn eigen gedachten niet eens meer horen. Ik kreeg de slappe lach en durfde Remco niet meer aan te kijken. Als ik dat nog een kwartier moest volhouden werd ik gek; doorgedraaid door kakelende huisvrouwen… Gelukkig duurde het nog maar even voor we in Nijmegen aankwamen waar we even de tijd hadden voor de bus naar Groesbeek kwam. In de bus stapten drie Pieterpaddames in, wat allemaal niet erg vlot ging.
In Groesbeek zijn we een halte eerder uitgestapt, zodat we rustig op gang konden komen. Als we tegelijk met andere wandelaars uitstappen, beginnen we net iets te snel om ze kwijt te raken, waardoor je last van je spieren krijgt. Nu konden we rustig ons tempo opbouwen en ze langzaam inhalen. Dat inhalen gebeurde wel vrij spoedig. Na een minuut of vijf gingen we bij de molen naar rechts. Wij staken snel over naar de andere kant van de weg, waardoor we ze makkelijk voorbij konden gaan. We hebben ze daarna vanaf een heuvel nog 1 keer in de verte gezien. We liepen door en stukje bos en kwamen uit bij akkers. Langs een aspergeveld liepen we verder en zagen het volgende Pieterpadstel lopen. Twee vrouwen, die we snel hebben gepasseerd. Ze liepen trouwens heel gezellig 20 meter achter elkaar.
We kwamen weer een bos in, met een paar vijvertjes op verschillende hoogtes, heel leuk Waar de vijvers overgingen in een beekje zagen we meerdere kikkers en padden, waarbij ook een aantal parende kikkers. Iets verderop stapte ik bijna op een kikker, die suf midden op het pad zat.
Na de 1e acht kilometer, voornamelijk boswegen, kwamen we op een grensweg, asfalt, met aan onze linkerkant het Duitse Reichswald, waar nog edelherten voorkomen, en aan onze rechterkant de Nederlandse akkers. Na twee kilometer grensweg ging de route naar rechts, de Hondsiepsebaan op. Dit was een 4 kilometer lange, saaie polderweg. Halverwege zagen we een bankje met tafel, waar we blij even gingen zitten. Het was de hele ochtend al aan het miezeren, op zich wel lekker verkoelend, maar als je dan even op een bankje in de open polder zit voel je gelijk een koud briesje op je bezwete lichaam.
Na een korte pauze gingen we verder richting Gennep, wat we gelukkig vrij snel bereikten. Eindpunt van de etappe (14,4 kilometer), maar vandaag liepen we twee etappes, in totaal zo’n 32 kilometer. We waren voor ons gevoel ook nog maar net begonnen en we hadden zin in meer kilometers. Het dorpje Gennep had een leuke winkelstraat, en leuke pandjes tussendoor. Via de markt (viskraam, kaasboer, bakker en bloemist) liepen we het centrumpje weer uit en gingen door een woonwijk het bos in. We waren best toe aan een lange pauze, maar het duurde nog wel even voor we op de daarvoor bedachte plek zouden arriveren. Dat had ik van te voren al ingeschat en had dus een plek bedacht voor een extra, korte pauze. De picknickbank en tafel die we passeerden, en welke wel eens de bedachte pitstop-plaats zou kunnen zijn, liepen we voorbij. Iets verderop gingen we het bos in. Gelukkig letten we op, want voor het pad dat wij in moesten stond een vrachtwagen. Je zou er toch zo voorbij lopen… We hebben daar onze pauze gehouden, op de slagboom aan het begin van het pad.
Na nog een half uurtje lopen kwamen we op onze echte pauzeplek. We hadden een prachtig plekje; bovenop een heuvel, onder de takken van een prachtige oude eik, met uitzicht over heide en plassen, geiten en ganzen. We hebben er een uur gezeten, zo lekker was het. Ook de temperatuur was nog steeds aangenaam. Heerlijk om niet na vijf minuten al bevroren handen te hebben!
De tocht ging verder naar Afferden, waar we met het pontje over staken. Dit pontje ging inderdaad alsmaar heen en weer, echt een verbinding van een doorgaande route, terwijl het pontje van Millingen, de Heen-en-Weer, echt een voetgangers- en fietserspontje was, en dus veel minder vaak overvaart. Aan de overkant hadden we ’s ochtends met de auto gestaan. We hadden verwacht dat de laatste vijf kilometer naar Vierlingsbeek asfalt zou zijn, maar het was vrijwel volledig onverhard! Dat was een heel prettige meevaller, wat de laatste loodjes een stuk aangenamer maakte.
We liepen langs weilanden en akkers, omheind met pas gemaakte “vlechtheggen”. De struikjes worden dan bijna volledig door gehakt en schuin gelegd. Zo krijg je uiteindelijk en ondoordringbare heg, die doorgroeit omdat via de bast nog genoeg voedingsstoffen door de struik opgenomen kunnen worden.
Om tien voor half vijf waren we bij ons eindpunt. In Vierlingsbeek was weinig te happen, dus zijn we met de auto naar Boxmeer gegaan. Daar koste het ons ook nog aardig wat moeite om een leuk eettenje te vinden. Toen we bij een overdekt winkelcentrum een terrasje zagen gingen we even kijken. We liepen er naar toe maar draaiden ons al snel om; ongezellig, te veel lawaai (echo) en te warm. Wegwezen hier. Ja, mooi niet dus, de schuifdeuren gingen niet meer open. Een dame op haar fiets zag ons en fietste buiten voor de sensor langs, maar de deuren gingen niet open. Er kwam een man aangelopen die ook naar buiten wilde. Gezamenlijk verbaasden we ons. We keerden ons om om hulp te gaan zoeken bij de toko met het terrasje. Er kwam een gozer aangelopen die ook naar buiten wilde. Op ons advies draaide ook hij om. In het zaakje wezen ze ons de weg naar een deur die wel open zou gaan. We vonden de deur, maar ook deze zat potdicht. Remco ontdekte uiteindelijk een knop, ergens bovenaan de muur, en inderdaad, de deur ging open. We ademden de frisse lucht in en liepen weer naar de winkelstraat.
De snackbar liepen we voorbij, we gaven de hoop op een leuke tent al bijna op toen we een eetcafé zagen, druk, gezellig en met een leuke kaart. Daar zijn we heerlijk gaan zitten bijkomen van de dag, waarna we redelijk uitgerust en met een gevulde maag weer op naar huis gingen.