HOME

OVERZICHT

Links en tips CONTACT GASTENBOEK

Texelpad

Donderdag 14 september 2006 Langpootmuggen en zand

Oudeschild – De Putten ± 24,5 km

Zonnig, lekker windje, ± 24 °C

 

 

De 2e etappe van het Texelpad. Na 1 dag rust moesten onze benen er weer tegenaan. Maar omdat het afgelopen dinsdag goed bevallen was en de weersvooruitzichten iets minder werden, besloten we om weer een wandeldag te doen. Vandaag een iets kortere afstand dus wel goed te doen lijkt ons.

Om 7.00 uur hadden we de auto al in Oudeschild geparkeerd en liepen volgens de route naar de haven. Langs het juttersmuseum liepen we vanaf de haven het dorpje in. Via het Skillepaadje gingen we richting Den Burg. Aan de andere kant van de sloot die langs het paadje stroomde, liepen schapen in de wei. Sommigen hadden een weg gevonden naar de naastgelegen akker, en voor onze neus deed een schaap voor hoe: hij perste zich door een kleine opening onderaan het hek.

We kwamen langs de “Wezenplaats”, een plek waar ze vroeger ijzerhoudend drinkwater aan de bemanning van passerende schepen verkochten. Dit water was duur omdat het door het ijzer langer houdbaar is was dan ander water. De opbrengst van de verkoop was voor de wezen, vandaar de naam.

Weer wat verderop leidde het pad ons de Hooge Berg op, een heuvel van maar liefst 15 meter hoog (een van de hoogste punten -behalve de duinen dan- van Texel). Hier waren de akkers volgens engels voorbeeld omzoomd met (tuin)wallen. Heel mooi om te zien, maar deze wallen hadden ook een nadeel voor ons. Uit het graspaadje kwamen bij elke stap tientallen of honderden langpootmuggen uit het gras gevlogen. Ze vlogen tegen ons aan, echt heel vies. En het duurde nog lang ook voordat we het paadje afgelopen hadden. Bah, bah, bah!

We kwamen langs een Russische begraafplaats met zo’n 500 graven van Georgische krijgsgevangen (van de Duitsers) uit de 2e wereldoorlog.

Het landschap waar we nu doorheen liepen bestond uit weilanden met tuinwallen; verhoogde aarden wallen die vroeger als afscheiding dienden. Op de wallen bloeiden nu veel grasklokjes.

We kwamen aan bij Den Burg waar zowel de beschrijving als de markering ons een beetje in de steek lieten. Na twee keer even fout te zijn gelopen vonden we toch de route weer. Over veel asfalt liepen we richting De Waal, waar we eergisteren waren begonnen met het Texelpad. Het begin van de dwarsroute, de doorsteek naar De Koog. Daar hebben we even een pauze gehouden. We hadden op dat moment iets meer dan 2 uur gelopen en waren er ook wel aan toe.

Onderaan mijn rug brandde het heel erg, er schuurde iets. Het leek wel zand. Het bleek dat er uit de rug van mijn rugzak zand kwam (we waren gisteren naar het strand geweest). Dat zand kwam dus door mijn t-shirt heen en bleef op mijn bezwete huid plakken en schuren, met als gevolg brandplekken. Met twee grote pleisters op de ergste plekken gingen we weer verder.

We liepen over de Bomendiek, waar we dinsdag in het donker de auto hadden geparkeerd. Nu, bij daglicht, zagen tenminste dat we over een bomendijk liepen! We waren alweer snel door De Waal heen, dat stelt echt niets voor. Bij de rotonde gingen we richting Oosterend en via een lange maar gelukkig vrij rustige weg, liepen we door de weide- en akkerlanden heen. Op een gegeven oment zag Violet in een weiland een schaap op zijn rug liggen, ze kunnen als ze zo liggen bijna of niet meer overeind komen. Dus gingen we op zoek naar een boer die het schaap wel overeind zou kunnen krijgen, dus op naar de boerderij waar we zojuist voorbij waren gelopen. Helaas deed er niemand open en er was ook niemand op het erf of in de schuren aanwezig. Toen we bijna weg wilden gaan kwam er net een auto met een boer erin aangereden. Dus eropaf gestapt en het verhaal aan hem verteld en hij ging meteen op even kijken. Hij reed weg, wij liepen erachteraan en allemaal zagen we geen schaap meer liggen. Maar er stond precies een ander schaap voor, dus was het even zoeken en toen zagen we hem liggen. De boer eropaf en al snel stond het schaap weer op zijn poten. We hebben dus een schaap van de dood gered!

 

We namen een pauze op een bankje bij de Zandkes Kleiputten. Deze zandput is ontstaan door het ophogen van de dijk. Onderaan de binnenkant van de dijk vervolgden we onze tocht, en iets verderop liepen we bovenop de dijk naar Oosterend. Over een asfaltweg kwamen we aan bij het dorpje, waar we ook weer heel snel doorheen waren. Inmiddels hadden we wel een beetje trek gekregen, maar helaas was daar geen snackbar of restaurant-achtig iets te vinden wat al open was of waarvan de keuken al open was. Dus zijn we maar verder gelopen. Aan de rand van het dorpje kwam een heel lief, heel mager poesje aangelopen. We hebben haar een half bolletje met pindakaas gevoerd.

De route ging verder langs het gehucht Zevenhuizen, waar 8 huizen stonden: nr. 1, 3, 5, 9, 39, 41, 43 en 45. Weer liepen we over een smal, geasfalteerd polderweggetje naar de waddendijk. Het weggetje liep dood maar via een trappetje konden we de grasdijk op. Aan de andere kant van de dijk lag een brakwaterplas, waar zich enorm veel vogels hadden verzameld. Het was tijd voor onze laatste pauze, dus spreidden we een kleed uit bovenop de dijk. Aan de andere kant van het water lag een asfaltweg met daarachter de zeedijk. Veel vogelaars stonden langs de weg te kijken naar de vogels. Tijdens ons biertje genoten we van de vogelgeluiden. Mijn rug schrijnde van het zand en de rugzak.

Na deze heerlijke pauze maakten we ons op voor de laatste kilometers, de dijk verlatend om via het gehucht Oost weer terug naar de dijk te gaan, waar we het laatste stuk van vandaag liepen. Rond 14.00 uur kwamen we bij het huisje, terwijl Corry en Camille aan het eind van de weg, bij de dijk, net om de bocht kwamen. Ze waren met de auto het eiland rond gereden, dorpjes bekijken.