Links en tips
CONTACT
GASTENBOEK
La Palma 2001, Puerto Naos, 21 september t/m 28 september 2001
We gingen allebei voor het eerst vliegen, dus dat was best wel spannend. We vonden het allebei wel een heel geweldig gave ervaring! De kracht en snelheid waar je de lucht mee in gaat. Het was licht tot zwaar bewolkt, maar we konden genoeg zien, zo heb je wel een heel ander zicht op Nederland. Het laatste uurtje kregen we behoorlijke turbulentie. Het was nog licht toen we bij La Palma kwamen. We keken uit het raampje aan de andere kant naar buiten en zagen daar een enorm grote rots loodrecht uit de zee komen. Je weet niet wat je ziet, en als je dan op een gegeven moment uit je eigen raampje kijkt is daar opeens ook wat eiland te zien. Bijna op hetzelfde moment land je op de startbaan, vol in de remmen en nog met een aardig vaartje keert het vliegtuig op het eind van de baan. Deze start- en landingsbaan ligt echt precies aan zee en is vrij kort. Het vliegveld met het gebouwtje is heel klein. Het was 19.30 uur (plaatselijke tijd) en 28 graden. De dame van het OAD-reisbureau stond ons op te wachten en gaf ons wat informatie. Ik ging bij het autoverhuurbedrijf het een en ander regelen en werd te woord gestaan door een allervriendelijkst mannetje. Heel vriendelijk en vrolijk. Na alle papieren waren ingevuld zei het mannetje in zijn beste engels: ‘You must pay ‘een borg’ from 100 guilders’. Hierna kregen we de sleutels van de huurauto, konden we de auto gaan ophalen en we liepen de warmte in. We hadden nog ongeveer een uur voordat het echt donker zou zijn en het was zeker een uur rijden voordat we bij ons appartementje zouden zijn. We reden wel gelijk goed, maar het was voor Remco best even wennen om op die bochtige, redelijk steile wegen te rijden. In het stikdonker kwamen we in Puerto Naos aan. Hier moesten we ergens zijn, en we zagen ook wel een groot complex liggen. Dus de weg gevolgd, allemaal éénrichtingsverkeer, en we kwamen elke keer weer op hetzelfde punt uit. Het was een klein dorpje, maar het grootste appartementen/ hotelcomplex konden we niet vinden… We hadden alle mogelijkheden wel gehad, en hadden geen bordje van het hotel gezien. Dus uiteindelijk maar gevraagd aan een mannetje (die eerste dacht dat we Duitsers waren, want dat zijn er veel hier) die ons vriendelijk in het engels uitlegde dat we de afslag voor het dorp moesten nemen. Ja, toen hadden we het ook zo gevonden. Het stond er vol met geparkeerde auto’s, de oprijlaan van ongeveer 500 mtr en het parkeerterreintje stonden helemaal vol, vaak zelfs dubbel geparkeerd. We moesten aan de weg parkeren, een paar honderd meter van de oprijlaan. Ik gooi mijn deur open, op een mm na over een blok lava. Het was er zo donker dat je je eigen voeten niet eens kon zien, dus om achter de auto vandaan te komen was ook nog een avontuur; door een plant heen en gelijkertijd over een stapel stenen heen. Het appartement is lekker ruim, met uitzicht op zee aan de linker en rechterkant.
Zaterdag 22 september 2001
Eerst even snel in Puerto Naos wat boodschapjes halen (water e.d.) om de komende dagen door te komen. Hierna snel in de auto en op weg naar het noordwesten, richting Garafia en Roque de los Muchachos, het hoogste punt van het eiland met 2426 meter. Onderweg genoten we van de wonderlijke en mooie natuur. Enorm afwisselend, omdat er zulke grote hoogteverschillen zijn. Er stonden erg veel cactussen met vruchten, heel, heel, heel veel bananen en hoger een soort naaldbomen, waarvan de geur ons deed denken aan de sauna. Weer hoger groeiden nog wat cactussen en verder wat lage struiken en vetplantjes. We zijn vandaag ook door gebieden gekomen met struiken in bloei, citroenbomen, amandelbomen, palmbomen, anijs nog veel meer waarvan we niet weten wat het is, wolken en de mooiste vergezichten. Het stikt hier van de bananenplantages, te vergelijken met maïs- en grasland in Nederland. Het lijkt wel of ieder boertje wat bananen in zijn tuin heeft. Verder kwamen we langs schattige casita’s die, over meerdere kilometers verspreid, samen een dorpje vormen. In Soest ben je even bezig om van de ene kant naar de andere kant van het dorp te komen, maar Tijarafe is helemaal lang. Her en der verspreidde casita’s, de één bouwvallig, maar de meeste in de mooiste kleuren oranje, blauw, groen, rood en geel, met nog kleuriger bloemen langs de kant van de weg. Na even de route te zijn kwijt geweest, vonden we de weg naar de Roque de los Muchachos. De weg ging aardig steil omhoog, met bochten waarvan je van tevoren niet kan zien of hij scherp of niet is. Je autootje tuft dus op vol vermogen naar boven en moet dan vaak ook nog een bocht nemen waar je U tegen zegt. Af en toe had je de neiging om de auto te helpen door hem de bocht door te duwen. Als we 30 km per uur haalden was het snel!
Uiteindelijk kwamen we, door de wolken heen, op de top. Het was er behoorlijk frisjes, met heel veel wolken, die heel snel bewogen. Je zag ze verwaaien en oplossen aan de toppen, maar verder benamen ze je het uitzicht, Ruim twee kilometer zou je, bij helder weer, naar beneden moeten kunnen kijken, en kilometers ver over de zee. Mooi niet dus vandaag. Waarschijnlijk zagen we niet meer dan honderd meter ver. Het uitzicht veranderde voortdurend: zo zag je de gebouwen van de sterrenwacht, en 5 seconden later waren ze in de mist opgelost. Heel vreemd om zo hoog in de wolken over lavagrond te lopen.
Terug de berg af begon het te spetteren, en wat gebeurt er dan; de weg begint te dampen. Dat blijft toch wel een heel wonderlijk verschijnsel.
Na dit uitje zouden we langs de kustweg nog een uitkijkpunt, en verderop een dorpje moeten vinden. Dat is niet gelukt, het is allemaal niet zo duidelijk aangegeven hier. Het was wel een prachtige rit over het eiland, door landschappen die door mist en wolken een heel vreemd gevoel gaven. Alsof je in “de Hobbit” van Tolkien beland bent. Dat komt ook omdat het landschap met begroeiing niet kent, en vreemde overvliegende wolkenflarden.
In de middag kwamen we weer terug bij ons appartement, de vloer was nog nat wat inhield dat de schoonmaakster net vertrokken was. Met twee paar met zwarte aarde besmeurde schoenen werd al dat werk in een minuut tenietgedaan…
Allebei een korte siësta gehouden, heerlijk zo’n middagdutje. Na ons avondeten (lekker gebakken ei op brood) zijn we even het dorpje ingelopen.
Het is voor hier waarschijnlijk vrij normaal dat je op zaterdagavond om 20.30 uur nog boodschappen kan doen in de supermarkt. Tijdens een rondje langs de winkeltjes viel ons oog op een bijna levensgroot houten beeld van een varaan. Prachtig. Dit winkeltje moesten we natuurlijk in en daar stonden nog meer varanenbeelden, waaronder twee vechtende. Erg mooi gemaakt. Verder waren er allemaal beeldjes, veel mooie, van dieren in hout en steen. Ook een iets kleiner beeldje van een varaan, die we niet konden laten staan. Te mooi en te uniek om achter te laten.
Zondag 23 september 2001
Op tijd opgestaan om naar de boerenmarkt in Mazo te gaan. De rit ernaar toe was een hele belevenis. Bij ons was het mooi weer, op de bergtoppen zagen wij wel wat bewolking. Na de tunnel kwamen we in zo’n dichte mist te rijden dat je ongeveer 5 tot 10 meter voor je iets kon zien. Heel beangstigend. Ook nog eens als je je bedenkt dat je voor het eerst op een weg rijdt die toch wel bochtig is en waarbij je afdaalt. Op de boerenmarkt in Mazo hebben we wat groenten gekocht en even rondgekeken. Hierna hebben we nog een rondje gelopen in het dorpje. Daarna zijn we in de auto richting het zuiden gaan rijden, naar de vulkanen. Bij Volcán de San Antonio aangekomen hadden we wel zin in een fikse wandeling, aangezien er ook in de boekjes stond dat je een ronde over de kraterrand kon lopen. Af en toe met schitterende uitzichten. Bij de ingang kregen we van een ‘vriendelijk’ vrouwtje te horen dat we alleen aan de rechterkant mochten lopen. Helaas, daar ging dus onze wandeling. Na een wandeling van ongeveer 20 min. waren we op het voor ons hoogst haalbare punt aangekomen. Om voor ons onbegrijpelijke redenen mochten we niet verder. Dus maar weer teruggelopen nadat we van de krater en het uitzicht genoeg foto’s hadden genomen en genoeg gezien hadden. Hierna nog wat in de auto rondgereden o.a. naar Las Indias, een heel groen en bloemrijk dorpje. Hierna hebben we ook nog de Volcán de Teneguia bedwongen. Dit was een pittig klimmetje waarbij je af en toe over een smal paadje langs de afgrond moest lopen. Halverwege de middag waren we terug in ons appartement waar we heerlijk siësta hebben gehouden. (lekker liggen pitten)
Hierna verder gelezen in onze boeken en een beetje in de zon gezeten. Eerder was het hier vrij bewolkt. Even nog wat gezwommen om wat af te koelen.
Maandag 24 september 2001
Vandaag ging de wekker alweer om 6.15 uur. Na een ontbijtje en het inpakken van de rugzakken vetrokken wij om 8.00 uur richting La Galga aan de noordoostkust. We hadden een wandeling gepland door het laurierbos. We vonden in één keer de parkeerplaats waar vandaan we zouden gaan lopen. Ook het paadje waar we in moesten vonden we. Dit was een paadje dat liep 1 á 2 km behoorlijk steil omhoog, we vroegen ons af of dit leuk moest zijn. We moesten op een gegeven moment echt door het struikgewas banen, de route wordt niet echt veel gebruikt en ook niet echt goed onderhouden. De asfaltweg daarna liep prettiger en minder steil omhoog. Via een smal pad met overhangende rotsen, hangende bramentakken tot bijna op de grond en een behoorlijke afgrond naast het smalle paadje, liepen we de jungle in. Het was zo mooi en af en toe best spannend (zeker voor iemand met wat hoogtevrees). We begonnen ons echt avonturier te voelen. Violet scheet bagger toen er een beest half in haarsok zat. Je weet nooit, bloedzuigers zitten overal…
We keken onze ogen uit, de begroeiing was weelderig, met drooggevallen beek-/rivierbeddingen. Aan de grote keien daarin kan je je voorstellen met hoeveel geweld dit gepaard kan gaan als het flink zou regenen. Onze oren wisten ook niet wat ze hoorden; niets, behalve het gedruppel van water en het gefluit van vogels. Wat een genot om daar rond te lopen! Er waren ook veel korstmossen, zo groot als je ze in Nederland niet ziet. Bomen waren soms half overdekt door mossen. Maar liefst 3x kwamen we een ander wandelstel tegen, allemaal liefhebbers als je ze zag. Moet ook wel want anders begin je er niet aan. Na bijna twee uur lopen en genotteren kwamen we bij het eind van de route door het bos en barstte er een stortbui los. Gelukkig was een er een tunnel (toeval?) waar we konden schuilen. Toen het wat minder werd hebben we de laatste kilometer, over de asfaltweg, naar boven gelopen en kwamen moe, nat (van zweet en regen) maar voldaan terug bij de auto. Verder gereden naar het noorden. Een smal geasfalteerd weggetje (hoofdweg van het noorden) leidde ons door een mooi groen landschap. We gingen kijken of we het zaterdag gemiste uitkijkpunt nu wel konden vinden. En zowaar het lukte! We reden de weg naar beneden in, en uiteindelijk ging deze van asfalt over in een grove losse vulkaangrondweg. Hier lieten we de auto maar staan en vervolgenden onze weg te voet. De afdaling was behoorlijk, wat uiteraard inhield dat we dat weer helemaal omhoog moesten lopen. Het uitzicht was absoluut de moeite waard: de zee die op de rotsen voor en van de kust beukten.. De weg terug omhoog was erg afzien, maar ook dit hebben we weer gered. Op de weg terug nog even gestopt, nou ja even, het duurde iets langer dan de bedoeling was. Wel een gehoord van een stuurslot en hoe dat precies werkt. Nou Remco niet! Na een tijdje geklooid te hebben, bij een kruispunt van een gelukkig vrij drukke weg, stopte er een auto met daarin 2 personen die de juiste route aan het zoeken waren. Omdat ik niet wist hoe ik het probleem dat we hadden kon oplossen ben ik daar naar toe gestapt en toen ik hen groette merkte ik dat zij Nederlanders waren. Godzijdank hoefde ik dus niet in een of ander mengeltaaltje van Nederlands, Duits, Frans en Engels uit te gaan leggen wat het probleem was. Uiteindelijk bleek het heel simpel op te lossen, maar ja dit moet je maar weten. In Los Llanos boodschappen gedaan, het is daar lastig om een supermarkt (en de weg terug) te vinden. En dat in een van de steden op La Palma. In de kleine dorpjes en gehuchten is dat veel gemakkelijker, daar staan namelijk wel richtingsbordjes. Op de weg terug komen we in en of ander klein dorpje met weinig doorgangswegen een wegafsluiting tegen. Precies de weg die wij moesten hebben, moest afgesloten worden omdat het kinderspelmiddag was of zoiets. Nou ja dan maar weer terug en een andere route zien te vinden. En via een leuke tussendoor weg (meer dan een kilometer recht naar beneden rijden) via een klein dorpje, waar alles beter veel beter staat aangegeven dan in Los Llanos (een stad), konden we weer richting Puerto Naos rijden.
Dinsdag 25 september 2001
Vannacht werden we wakker van een gigantische stortbui. Volgens ons niet normaal voor deze tijd van het jaar, aan deze kant van het eiland.
Vandaag hadden we een uitslaap en we-zien-wel dag. Rond 9.30 uur werden we wakker. Buiten was het warm maar druilerig, hevige bewolking en af en toe een buitje. Rond 12.00 uur klaarde het wat op en zijn we gaan wandelen. Na ongeveer 25 min. lopen zagen we een strandje met rotsen ervoor. Dat werd ons doel. Hier hebben we een tijdje zitten genieten van de golven die op de rotsen beukten. Het heldere, bruisende water spatte soms meters hoog op. We zijn weer terug gelopen naar het appartement. Het was weer flink benauwd.
Violet siësta gehouden, Remco deze keer niet. We hadden nog wat boodschapjes nodig en we hadden op weg naar Santa Cruz een groot gebouw zien staan. Het leek op iets van een winkelcentrum. Dat was het ook, zo groot hadden we het hier nog niet gezien. Er zat van alles; een cafetaria, een schoenenzaak, een kledingzaak, een warenhuis en nog veel meer. Ook de door ons benodigde supermercado was aanwezig, onder de grond. Groot, dus we konden alles vinden.
Heerlijke pasta gegeten, met meer smaak als thuis, want de tomaten en aubergine hebben hier veel meer smaak. Nog een klein handwasje (met badschuim) gedaan om een paar zwaar bezwete T-shirts wat frisser te krijgen.
Woensdag 26 september 2001
Vanochtend voor het eerst zo goed als onbewolkt, het zag er veelbelovend (dus heet) uit.
Er stond een rondrit door het noorden op het programma, deze hadden wij eergister al voor de helft gereden. Ook een wandeling door het bos van Los Tilos. Op de route er naar toe zijn we even gestopt bij een uitzichtpunt bij La Galga. Even rondgekeken en wat foto’s gemaakt. Hierna zijn we door gereden naar de parkeerplaats bij Los Tilos. Op het moment dat wij vertrokken ging er ook een Duits stelletje op pad. Dit bos ligt maar enkele kilometers vandaan bij het bos waar we afgelopen maandag hebben gelopen, maar door de andere soort begroeiing zag dit bos er heel anders uit. Veel laurierbomen zoals de naam al zegt in het Spaans: Tilo=lindeboom, de Spaanse veroveraars hadden niet zoveel verstand van de bomen. Er waren ook veel varens en (korst) mos begroeiing op de bomen en stenen. De eerste beklimming, vanaf de parkeerplaats, was direct al aardig steil en zo ging dat een uurtje door. De hoogteverschillen waren weer groot, beneden ons was een afgrond van zeker 700 meter diep. De uitzichten waren weer schitterend. Door het vele groen van het bos (alle bomen, varens, mossen en overige planten en struiken) was het allemaal weer fantastisch om te zien en door heen te lopen. Het is bijna niet in woorden te omschrijven, hopelijk laten de foto’s het een beetje zien. Na ongeveer een uurtje lopen kwamen we bij een splitsing waarbij we konden kiezen uit een pad rechtdoor en omhoog of naar rechts en beneden, een soort trappetje af. Bij deze laatste stond een bord met een wazige waarschuwing dat het een gevaarlijke route was. Maar ja, een route is een route, en hij ging nog omlaag ook. Hier kozen we dus voor. Het was een mooi pad, maar ging al vrij snel, na een bruggetje over een kloofje, weer rap omhoog. Na ongeveer een half uur klimmen over een soort van trappetjes hadden we het wel een beetje gehad, en aangezien het pad alleen nog maar verder steil omhoog ging hielden we het voor gezien. Boven ons hingen bij de bergtoppen weer allemaal wolken, dus de lucht was weer warm en vochtig. Op de kruising terug kwamen we het Duitse stel tegen, die rechtdoor waren gegaan. Zij vertelden ons dat het pad uiteindelijk heel smal en onbegaanbaar werd. Wij op onze beurt vertelden ons verhaal. We besloten beide om terug te keren. Er kwam net een wat jonger Duits stel aan die ook op de splitsing stonden te twijfelen. Ze zagen er nou niet uit als wandeltypes, en zij besloten dan ook om rechtsomkeert te maken. Op een splitsing wat verder terug hadden meerdere stelletjes elkaar ontmoet en stonden blijkbaar de routes met elkaar uit te wisselen. Het jonge Duitse stel probeerde daar een wat smaller paadje, onze andere ‘vrienden’ twijfelden. Wij gingen het gewoon proberen. De Duitsers gingen ons voor en al snel kwamen we bij het eerste obstakel; er lag een boom over het smalle paadje met flinke afgrond ernaast. De Duitse jongen en wij stappen er overheen, het Duitse meisje blijft staan. Hij draait zich om naar zijn vriendin en zegt zoiets als: ‘Francesca, bleibst du mar dar, es ist zu gefärlich, ich komme zo zuruck.’ Wat een typisch voorbeeld van macho gedrag, want het pad was verder zeer goed begaanbaar, op een enkel gevallen boompje na. En die meid bleef daar ook gewoon stom staan, terwijl ze zag dat ik er met weinig moeite over heen kwam. Wij gingen verder, en hij iets later weer zuruck. Het was een erg leuk pad, smal, met weer steile maar mooi groen begroeide afgronden. Het gaf je een beetje het avontuurgevoel. We hadden geen idee of we wel goed gingen en of het wel verstandig was, maar ook al moesten we het hele eind weer terug, het was de ervaring al dubbel en dwars waard. Er groeide een soort Salomonszegel zo groot als je in Nederland nog nooit hebt gezien; takken van wel 6 meter slingerden zich over de grond. Op een gegeven moment zag Remco een vinkje op een tak vlak voor hem zitten. Het beestje vloog een beetje, en wij floten zachtjes terug. Hij vond ons erg interessant want hij ging telkens op een andere tak vlak voor ons zitten, om ons te observeren met zijn zwarte kraaloogjes, en floot wat naar ons.
Na ruim een uur banjeren kwamen we zowaar uit op het hoofdpad, met het survivalgevoel van dat we het hadden gehaald. Op het laatste stukje, vlak bij de auto hoorden we opeens een klap en begon er een autoalarm. Naar wat we zagen was er waarschijnlijk een Jeep op volle snelheid tegen een stilstaande personenauto geklapt en had een mooie rechthoek uit het metaal aan de voorkant van de auto meegenomen. De Jeep was nergens meer te zien, maar vlak daarna kwam er op volle snelheid een Jeep langsgescheurd. Later, toen we na een ijsje weer over de weg terug reden, zagen we dat slachtoffer en dader elkaar gevonden hadden.
Rond 16.00 uur kwamen we weer terug in ons appartement. Onderweg hadden we voor het eerst deze week zulk helder weer dat we de schimmen van Tenerife en La Gomera konden zien liggen. Het zijn echt bergen die uit zee komen. In het appartement bleek dar we aan de linkerkant El Hierro konden zien liggen. Het zonnetje scheen heerlijk fel en warm, en nu, ‘s avonds om 22.45 uur, zitten we nog in onze onderbroek en T-shirt buiten. Heerlijk zonder muggen, die lijken hier niet te zijn. Wat een luxe! (Alleen de jeuk van de zonneallergie is wel genoeg.)
Donderdag 27 september 2001
Vroeg in de ochtend werden we wakker door de regen. Het stortte weer keihard, en het onweerde daarbij. Gisteravond nog hebben we gelezen dat het hier normaal gesproken in oktober begint te regenen, en dan nog zachtjes. In december en januari kan het met bakken uit de lucht komen, dus we vragen ons af hoe het er dan wel niet aan toe moet gaan. De bergen spoelen waarschijnlijke gewoon weg.
Weer een wijze les geleerd; nooit roepen dat er geen muggen lijken te zijn, want de volgende dag zit je gelijk onder. Tot vijf keer toe hebben ze van zich laten voelen. (alleen maar bij Violet, die nu een mooi met rode allergie-bultjes en vijf muggenbulten net een pukkelkoninginnetje is)
We hebben vandaag een lekker lamlendig dagje gehouden. Bij de supermercado op het terrein hebben we de paar nodige dingetjes gehaald en zijn toen weer snel heerlijk gaan lezen op ons balkonnetje. Violet was net binnen in slaap gesukkeld toen er weer een enorme hoosbui los brak. Daar slaap je echt niet door heen. Remco heeft later nog wat bier gehaald bij dezelfde supermercado, hier hadden we eerder die middag al zin in gehad, maar elke keer vergeet je weer dat door de siësta alles dicht is tussen 13.00 en 16.00/17.00 uur. We hadden ook niet echt geen zin om een barretje of zo op te zoeken, want van niks doen word je erg moe.
Vrijdag 28 september 2001
De meeste spullen hadden we gisteren al keurig gepakt, dus konden we lekker uitslapen. Waarschijnlijk door alle rust van gister kwamen we niet verder dan 8.30 uur. Lekker relaxed ontbeten. Rap lezen, want de boeken moeten uit en de laatste dingen opruimen en inpakken. Nog even naar het strand gehobbeld om te genieten van een ander soort branding als we gewend zijn. Best hoge golven, die op de grote ronde kiezelstenen kapot sloegen. Het water komt niet ver het strand op, ondanks de kracht, maar verdwijnt supersnel tussen de stenen. Als het water zich weer terugtrekt is het geluid vreemd door de kiezels i.p.v. zand. Het is denk ik het best te vergelijken met het geluid van een rainstick.
Rond 11.30 reden we weg van het terrein van Sol Elite. El paso nog even doorgelopen. Een leuk, wel druk stadje, met een mooi stadsparkje. Rond een uur of één, halftwee begonnen we aardig te rammelen. Remco dacht vrolijk naar een Supermercado te gaan, maar ja siësta…
Dus op zoek naar een eetgelegenheid. De één had alleen maar vlees, de ander was nog dicht. Gelukkig vonden we een Italiaans restaurantje, deze was Violet eerder in de week al opgevallen door het leuke terrasje. Dit restaurantje lag tussen El Paso en Los Llanos. Inderdaad, erg leuk, en nog lekker ook! Na hier een uurtje vertoeft te hebben, hebben we de rest van de tijd in de auto doorgebracht, rijdend en stilstaand (lezend). Om ± 18.30 uur kwamen we aan op het vliegveldje. Daar stond toch een rij voor de balie! Tot buiten aan toe. Voor ons stond een leuk stel van onze leeftijd, dus dat zorgde ervoor dat we alle vier onze tijd gezellig doorkwamen. Na drie kwartier hadden we de tickets en bleek dat het vliegtuig een uur vertraging had. Balen, we wilden graag naar huis. Maar we hadden een leuk gezelschap, dus dat scheelde. Samen een uurtje buiten doorgebracht en toen maar eens naar binnen om een drankje te halen. Deze buiten op het terras genuttigd, terwijl we nog steeds lekker zaten te ouwehoeren. Om 21.00 was het vliegtuig nog steeds niet geland en om 21.15 uur werd er al hakkelend en onzeker omgeroepen dat ze dachten en hoopten dat het vliegtuig zo zou komen. Dat klinkt niet echt goed, denk je dan. Toen het kreng eindelijk was geland, bleek het een kleiner vliegtuig te zijn dan degene die eigenlijk zou komen à niet iedereen zou dus meekunnen. Lachen Joh! Niet dus.
Godzijdank konden wij wel plaatsnemen in het vliegtuig, tegen die tijd was het al halfelf. Eindelijk gingen we vliegen, naar huis!!
La Palma in het donker, met allemaal lichtjes is erg mooi. Zeker als je eindelijk weggaat. Het bleek dat de Boeing 757, waar we eigenlijk mee zouden vliegen technische problemen had en op Tenerife was geland. De Boeing 737 op Tenerife die leeg naar Amsterdam zou vertrekken kon ons gelukkig oppikken.