Links en tips
CONTACT
GASTENBOEK
Noorwegen 2003, Jondalen en Vradal, 31 mei t/m 14 juni 2009
Zaterdag 31 mei 2003, 4.14 uur
Vier minuten geleden reden we weg, richting Kiel in Duitsland, om daar tussen de middag op de boot naar Oslo te stappen. De auto zit aardig vol, maar dat heeft altijd wel wat.
5.30 uur en we rijden Duitsland in. De weg is niet geweldig, allemaal hobbels en ribbels. Snel een korte pitstop gemaakt om wat te eten. Dat was niet verkeerd getimed, want we konden mooi de verduisterde zon bekijken! Zo mooi, de rode ochtendzon met een hele grote hap eruit. Hebben we toch maar mooi even meegepikt!!
Met af en toe nog een korte stop (om bijvoorbeeld weer even een beetje wakker te worden), zijn we de hele reis soepel door gekomen. Het is nu tien uur en we staan te wachten bij de ferry in Kiel. We mogen nog niet door rijden, geen idee ook wanneer wel. We kunnen wel weg gaan en eerst Kiel gaan bekijken maar dat lijkt ons niet echt interessant. Over 1,5 uur moeten we ook uiterlijk op de boot zijn, dus waarom het risico nemen om alsnog de boot te missen als terwijl je eigenlijk ruim op tijd was. De tank zit weer vol voor morgen (535,8 km gereden).
Ergens vonden we het vreemd dat het inchecken pas om 12.00 uur begon, we moesten immers uiterlijk een uur voor de afvaart aanwezig zijn en om 12.30 uur vertrok de boot, dachten we. Om 11.55 uur kwamen we erachter dat we niet helemaal goed gekeken hadden; het vertrek was om 13.30…. Opeens werd alles duidelijk!
Het is echt een grote boot waar we op terecht zijn gekomen, een aardig cruiseschip. Het schip heeft 9 verdiepingen, wij slapen op de 1e, toiletten hebben we op de 4e gevonden. Op dezelfde verdieping bevinden zich de eetgelegenheden en op de 9e had je het zonnedek en de rookruimte (mocht ook op het dek). Er waren twee liften die er een half uur over deden om op de verdieping te komen waar je ze nodig had, dus tegen die tijd had je de hoop op een lift al opgegeven en was weer begonnen aan de trappen. We hebben werkelijk onze eerste vakantiewandeling al gehad; kilometers trap hebben we vandaag afgelegd! Eten, drinken en alle andere souvenirs en tabak zijn echt schandalig duur, voor een pakje marlboro betaal je 45 kronen (ongeveer 5,5 euro, in Nederland 3,30 euro), en voor 1 snee brood met zalm en sla betaal je bij de eetgelegenheden hetzelfde. Dus hebben we, voor hetzelfde geld, gekozen voor een bord vol met vette hap. Het ging er goed in en er zat een bergje rauwkost bij ook. Buiten op het dek hebben we ons heerlijk in het zonnetje geïnstalleerd. De zeewind bracht zoveel verkoeling dat het goed uit te houden was. Af en toe een beetje frisjes maar wel erg aangenaam.
Zondag 1 juni 2003, ergens onderweg in Noorwegen.
11.55 uur Gisteravond, Remco lag al te pitten, was er een prachtige zonsondergang op zee. Eigenlijk was ik alleen naar boven te gaan om te roken en te kijken of er misschien een zonsondergang te zien zou zijn, maar het was zo mooi dat ik 8 verdiepingen naar beneden ben gegaan om mijn fototoestel te halen en al die trappen weer snel omhoog te gaan. Samen met een aantal anderen stond ik op het dek te genieten en te fotograferen. Op een gegeven moment kwam er een schip voor de zon varen, ver aan de horizon, nou maar afwachten of de foto’s mooi zijn.
Beneden in de hut was het behoorlijk lawaaiig en alles trilde van de motoren. Maar toen ik terug kwam sliep Remco als een blok. Ik betwijfelde of ik dat met al die herrie ook zou kunnen!? Eerst een beetje lezen, slokje whisky en toch maar proberen te slapen. Nu zou ik bijna zeggen dat ik nog nooit zo lekker heb geslapen! Laten we er maar van uit gaan dat we gewoon heeeel erg moe waren…
Gol/Robru 17.30 uur zonnig en ongeveer 21C in de schaduw
We hebben het weer lekker in een keer gehaald!
Na een onverwacht heerlijke nachtrust voor ons beiden werden we iets na zessen wakker. Dat het zo onverwacht lekker was hadden we gister allebei niet verwacht. We lagen ergens boven de schroef en het een en ander trilde nogal.
We werden zo vroeg wakker omdat ons verteld was dat als het schip het Oslofjord in zou varen, je een mooi uitzicht zou hebben. Dit was inderdaad zo. Na een duur ontbijtje (heel normaal op de boot) nog even verder genoten van de uitzichten op het Fjord. Daarna zijn we onze tassen gaan inpakken en rond 9.15 uur gingen de autodekken open. Het duurde tot na tienen dat we eruit mochten. Over het haventerrein reden we de grenscontrole tegemoet. Zitten we helemaal klaar met onze id-kaarten, mogen we gewoon doorrijden! We hadden dus best wel iets meer drank mee kunnen nemen…
In Oslo staat alles weer ‘goed’ aangegeven, we kunnen het dus niet in een keer vinden en moeten een stukje terugrijden. Op de heenweg van deze weg hoefden we geen tol te betalen, op de terugweg helaas wel. We gingen nu de stad in, zal het wel mee te maken hebben.
Op de route richting het huisje zagen we in de verte al enkele bergtoppen met sneeuw liggen. Gauw een plekje gezocht om enkele plaatjes hiervan te maken. Onderweg nog meerdere malen gestopt voor leuke dingen zoals voor houten kerkjes en watervallen en in Heddalen het stavkyrkje bekeken. Het kerkhofje hierbij werd met liefde onderhouden, bij elk graf stonden een aantal viooltjes.
Hierna zijn we een weg opgegaan richting Nesbyen, deze weg werd uiteindelijk een onverharde weg dus een bom-weg (tolweg). Ineens een driehoekig bord met BOM erop, dus mijn eerste reactie was “wat is er aan de hand?” Uiteindelijk blijkt er dan niets aan de hand, behalve dat je zo bompenger moet gaan betalen. Dus wat geld in een zakje gedouwd en doorgereden. Het was een heel eind rijden tot we uiteindelijk kwamen waar we wilden zijn, maar inmiddels weten we een ding zeker; we zijn verliefd geworden op dit land en we zullen hier zeker terugkomen. Het grindweggetje ging door een fantastisch mooi veengebied. Er stonden hier allemaal hele schattige huisjes, sommige aan een meertje en anderen in het bos. Het zag er allemaal zo fantastisch, prachtig, ruig en wild uit.
Om ongeveer 15.30 uur kwamen we aan bij het huisje. Het staat weer ergens aan het eind van de wereld, de weg is inmiddels al weer opgehouden en het is hier superstil. Veel vogels horen we, en we hebben uitzicht op bomen, bergen, bomen en bergen met sneeuw. Wat sneeuw ja, op de bergen tegenover ons ligt op de toppen nog wat sneeuw! Verder is het een hartstikke leuk huisje. Ik moet af en toe wel bukken want het is een beetje laag. Dat zullen dus wel wat bulten en blauwe plekken op mijn hoofd worden.
Voordat we gingen eten zijn we nog een stukje gaan lopen in het gebied waar we zitten. Wegens het vinden van zeker 20 tot 30, zo niet meer, hopen elandenstront weten we dat er erg veel elanden heel dicht bij ons huisje zijn. Zelfs op het paadje vlak bij ons huisje (20 m) ligt een forse hoop. Met een beetje geluk kunnen we ze deze week dus zien. De oogst van het stukje lopen: twee stenen en een x-aantal foto’s. Na het eten zaten we op ons balkon/terras nog even na te genieten van onze heerlijke maaltijd. De hele tijd hoorden we al een specht hevig hakken en ineens zie ik dat ie op de elektriciteitspaal tegenover ons zit, dus voorzichtig de camera’s pakken om wat foto’s c.q. video-opnamen te maken. Beide zijn gelukt. Nadat het vogeltje gevlogen was en in een van de vele bomen was gaan zitten werd zij besprongen door een andere specht. Parende spechten, toch een bijzonder, niet alledaags plaatje. En dat recht voor je neus op zo’n 20 meter afstand.
Hierna hebben we een lekkere warme, zeg maar hete, sauna genomen. Violet zit hier nu met een vuurrood hoofd lekker na te genieten.
Het is nu ongeveer half elf, lekker licht nog, maar geen zon meer. Deze is net onder, het begint wat frisser te worden en we zitten nog lekker buiten te lezen. Ik hoor achter ons een geluid alsof er iemand loopt en kijk om. Zit ik ineens oog in oog met een staande eland. Gelukkig lag de camera bij de hand dus staat hij erop, heel kort, maar toch.. Wat zijn die beesten groot!!! De honger naar meer elanden is aanwezig.
Het wilde gisteravond maar niet donker worden, om half twaalf konden we nog zonder moeite buiten lezen. Het schemerde nog niet eens! Om 0.30 uur kwam de schemering pas een beetje op gang.
Vanmorgen mochten we uitslapen van onszelf, we hadden geen avontuurlijke wandeling gepland ofzo. Rond 9.45 uur werden we wakker, het zonnetje scheen en de lucht was strakblauw. Wat waren wij blij dat we geen wandeling hadden gepland, veel te warm!!
Voordat ik verder ga met de dag, eerst even een beschrijving van ons huisje: we kwamen aan bij ons vermoedelijke huisje, maar helemaal zeker wisten we het niet. Er stak wel een sleutel uit de deur, volgens afspraak, dus waarschijnlijk zat het wel goed. Er zijn in ieder geval nog steeds geen andere mensen het huisje komen opeisen. Het is een klein houten huisje met een veranda en een halve serre. De woon- eet- kook-kamer is klein maar wel groot genoeg om er met 5 mensen te verblijven. Er staat een spinnenwiel, tv, radio/cd en allemaal benodigdheden voor in de keuken. Niet alleen een magnetron, oventje, broodrooster, koffie- en espressoapparaat maar ook een afwasmachine, alle mogelijke soorten bestek, kruiden, olie en azijn. Echt perfect!
Boven op het overloopje staat een 2-pers matras + toebehoren als eventuele extra slaapplaats. Aan de voorkant van het huis bevinden zich twee 2-persoons slaapkamers. Ook is er een sauna zo groot als een bezemkast, een douchecabine tussen twee houten wandjes in en een toiletje met wasbak en spiegel op kniehoogte. Zelfs ik moet daar bukken. Als je op de wc zit zou je zelfs je huiswerk kunnen maken op het wasbakgedeelte. Het is net alsof je op een stoeltje aan een tafeltje zit, zo klein is het!
Als je in de spiegel wilt kijken moet je een flink eind door je knieën zakken anders zie je alleen je buik, en tanden poetsen (en pissen voor Remco) doe je op je hurken… Het is een beetje behelpen allemaal, maar ook dat heeft zijn charme. Waar vind je nou zoiets?
Terug naar vandaag, een heerlijk ontspannen dagje. ‘s Ochtends lekker in het zonnetje zitten lezen, schrijven en spekstenen. Beetje zonneallergie opgelopen en zelfs kleur opgedaan! Heel relaxed allemaal. Rond een uur of 1 zijn we naar Gol gegaan, een paar (dure) boodschappen gedaan en het Turistkantor opgezocht. Wat folders meegenomen en een kaart van de omgeving gekocht.
Weer in de auto gestapt en richting Fagernes gereden met het plan wat van de omgeving te zien en wat stavkyrken te bekijken. We kwamen ogen tekort onderweg.
Bij Gjølmyr, tussen Gol en Fagernes, kwamen we langs een mooie waterval. Auto aan de kant en kijken. In dat plaatsje hadden ze ook een stavkyrkje, wel mooi maar niet erg bijzonder om te zien. Bij Fagernes was ook een mooie waterval, dus weer gestopt en op de foto gezet. Iets daarvoor waren we langs een huisje gekomen waar houten trollen werden gemaakt. Die zagen er zo leuk uit dat ik ook daar een foto van wilde. Dus keren met die auto maar weer. Via binnendoor weggetjes gingen we naar het volgende stavkyrkje. Was niet echt interessant.
Het gebied waar we door heen kwamen was echter prachtig, ruig en ongerept, met besneeuwde bergtoppen op de achtergrond en prachtig blauwe meertjes. Zoveel water overal!
We zijn zoveel mooie en minder mooie watervallen tegengekomen, in mijn hele leven heb ik er niet zoveel gezien als vandaag!!
Om 16.15 uur zagen we dat we nog een hele lange weg te gaan hadden, en dat als we inderdaad zouden doen wat we hadden bedacht, we dan pas om een uur of 10 thuis zouden zijn. Dat leek ons net een beetje te laat, dus zouden we meer als de helft af snijden via een binnendoor weggetje. We zagen 1 weggetje maar die was afgesloten, dus dat zou hem wel niet zijn… Verder kwamen we alleen geen weggetje meer tegen dus zijn we maar omgedraaid. Ook hier kwam geen zijweggetje, er zat niets anders op dan de route toch af te maken, alleen dan zonder tussenstops en omwegen. Dat weggetje wat afgesloten was, was dus wel degene die we hadden moeten hebben. De weg waar we nu op reden was gelukkig een hele goede, dus we konden wel tempo maken. Toch regelmatig gestopt voor foto en video want het was allemaal ook zo mooi. We kwamen bij de besneeuwde bergtoppen die we de hele tijd al gezien en bewonderd hadden. Waar je ook keek, overal waren watervallen, groot en klein, en in ieder geval ijs- en ijskoud. We hadden mazzel dat alle wegen waren geopend, het had maar zo gekund dat ze nog waren bedekt met sneeuw en dat we dus weer terug hadden gemoeten. Was niet zo vreemd geweest want de meren waar we langs kwamen waren nog bedekt met een flinke laag ijs!
Eindelijk, eindelijk, om 19.30 uur waren we thuis…een lange maar geweldige dag rijker.
Nu zijn we ons aan het klaar maken voor ons eigen barbequefeestje. Er stond een bbq in het huisje, dus daar maken we dankbaar gebruik van. Het is wat frisjes geworden buiten, maar dat doet niks af aan ons genot. Straks nog een wandelingetje in de hoop weer een (of meer) elks (elanden) tegen te komen. Daarna vast weer de sauna in en lekker rozig naar bed.
Wat wil een mens nog meer?!
Toen we vanmorgen wakker werden hadden we niet een dag als deze in de vakantieplanning opgenomen. We zouden gaan lopen in Ørmtjernskampen, ruim twee uur rijden. We wilden op tijd weg gaan om niet te hoeven lopen als het erg (te) warm zou worden. Dus om 8.15 reden we weg. Om te komen waar we wezen wilden bleek lastiger dan we hadden gedacht. De weg er naar toe bleek afgesloten te zijn, dus als we onze bestemming wilden bereiken zouden we een teringeind om moeten rijden. We besloten om maar gewoon door te rijden en wel te zien waar we uit zouden komen, en zouden wel ergens gaan lopen als het er mooi uit zag. De route die we, op de gok, hierna hebben gevolgd bleek wel heel erg in de buurt te komen van een weg richting Ørmtjernskampen. De weg die we zojuist gevolgd hadden was weer een of andere tussendoor route. Het was een onverharde weg (dus tol) en lekker droog, dus we konden stuiven. Deze ‘weg’ kwam uit bij een dorpje vanwaar weer een andere weg richting het door ons gezochte natuurgebied zou gaan. Als we dan toch zo ‘dichtbij’ zijn, waarom dan niet proberen? De weg begon weer goed en eindigde onverhard, maar we kwamen wel precies waar we naartoe wilden!
I.p.v. 10.15 uur gingen we, na een hapje gegeten te hebben, pas lopen. Het gebied waar we doorheen liepen was een veen/moeras/gras/water gebied, en af en toe kon je niet zien over wat voor soort ondergrond je liep. Voor hetzelfde geld kon je er zo doorheen zakken. Na een tijdje langs een groot meer te hebben gelopen moesten we een paadje in. Dit paadje ging sterk stijgend omhoog; een stukje stevig klimmen is op zich niet zo erg maar dit was teveel van het goede. Het was alleen maar omhoog klauteren over rotsblokken, gevallen bomen etc. Later ging het pad ook nog eens over in een soort drassig veengebied, soms zakten we een heel stuk weg in het mos/gras/blubber. Op een hoogvlakte hebben we even genoten van het uitzicht, wat uitgerust (onderweg ook al enkele keren hoognodig moeten doen) en zijn we weer omgekeerd. We hebben dezelfde route terug gevolgd, dit ging een stuk makkelijker als omhoog.
Na deze toch wel zeer vermoeiende wandeling zijn we bij een beekje iets verderop rustig gaan zitten. We hebben onze voeten lekker (een beetje, het water was ijskoud) laten poedelen in het beekje. Konden ze weer een beetje op normale temperatuur komen.
Nadat we weer bij de auto waren zijn we de bomweg, dezelfde als die aan het begin van de dag afgesloten was, blijven volgen. Deze weg waren we eerder deze dag vanaf de andere kant opgereden, en bleek uiteindelijk ook versperd te zijn. We moesten dus weer een omweg nemen. Uiteindelijk zijn we via een aantal zeer leuke en avontuurlijke, dat zijn de meeste privé-tolwegen, thuisgekomen. De meeste privé wegen zijn tolwegen, onverhard en het onderhoud wordt niet altijd goed gedaan. Er zitten dus nogal wat kuilen, gaten en ander soort oneffenheden in de zanderige wegen die vol met steentjes liggen. De auto is nu dan ook net een soort moddermobiel. Modder omdat we op de terugweg een regenbuitje op ons dak kregen.
Na deze doldwaze rit door het gebied hebben we wat boodschapjes gehaald in Dokka, we wilden eigenlijk iets dichter bij huis, in Fagernes, maar vanwege de winkelsluitingstijden die heel wisselend zijn gingen we toch maar voor de zekerheid ergens anders en iets eerder op de dag (je komt weinig winkels tegen) wat halen.
Onderweg naar huis heb ik weer een leuke actie gedaan; we kwamen van een bomweg af en reden door een dorpje (ik heb eigenlijk niet gezien dat het een dorpje was) en ging links af, volgens mij richting Gol. Violet lette even niet op en liet mij dus de richting kiezen. Had ze niet moeten doen. Na een tijdje begon ze te twijfelen en weer iets later vroeg ze welke kant ik op gegaan was. Linksaf, richting Gol, zei ik. Volgens haar kon dit dus niet en dit bleek ook te kloppen. Na het hele stuk terug te zijn gereden bleek dat we ruim 18 km de verkeerde kant op waren gereden. Ik had het verkeersbordje verkeerd begrepen. We hadden allang thuis kunnen zijn aangezien het vanaf dat punt nog 4 km naar Gol was, en dus 15 km van ons huisje. Laten we het er maar op houden dat ik moe was. We waren al bijna 12 uur onderweg en zo’n 300 km verder, waarvan ongeveer 150 km om en met een zware wandeling in de benen. Reden genoeg dus om moe te zijn.
Verder in onze serie: Dier van de dag.
Vandaag aandacht voor de kraanvogel. Waar wij eerder deze week, zondag, al aandacht hadden voor de eland in onze achtertuin, kwamen we gisteren een hagedis tegen. We wilden weg rijden bij het huisje toen ik opeens een fritsje over het pad zag lopen. Violet moest nog iets uit het huisje pakken en stond dus alweer buiten de auto zonder frits te hebben gezien. Op mijn aanwijzingen liep ze er naar toe en had hem vanaf 1 meter afstand nog niet gezien. Uiteindelijk zag ze hem en pakten we foto + videocamera. Frits ging verstoppertje spelen rond een boompje.
Terug naar vandaag. Op het Golsfjellet, een moerasachtig gebied tussen Gol en Fagernes, reden we over een weg. Ineens roept Violet “ STOP! Ik zie een rare vogel, iets van een emoe ofzo! “ Gelukkig was dit een van de wegen waar we snel langs de kant konden stoppen, (op sommige wegen is dat heel lastig).
We liepen terug en in het veld liep heel statig en parmantig een grote vogel met een grote zwarte pluimstaart. Hij leek veel op een kraanvogel, dus hier houden we het gewoon op.
Toen we thuis kwamen, het had dus geregend, hingen de wolken tegen de toppen van de bergen tegenover ons en zakken nu langzaam richting het dal.
10.35 uur, bewolkt met wat zon, lekkere temperatuur.
Vanmorgen om 7.15 uur stapten we in de auto, op naar Aurland bij de uitlopers van de Sognefjorden. Het zag er naar uit dat het half bewolkt/ half zonnig zou worden. Bij Hol reden we langs een meer met daarachter bergen. Het zag er erg mooi uit, dus stoppen voor een foto. De weg vervolgde langs het water en werd steeds mooier.
Sommige meren hadden flarden of grotere stukken met mist, wat iets toverachtigs aan het landschap gaf. Elke keer weer stoppen voor foto’s, dus echt opschieten deden we niet.
Serie dier van de dag.
De lemming. Opeens zag ik een hamsterachtig beestje de weg over hobbelen en toen zei Remco gelijk dat een lemming was. Ik had het niet geweten, zou denken dat ie groter zou zijn, meer marterformaat ofzo. Dit beestje wilde helaas niet poseren voor een foto, maar gelukkig kwamen we er nog veel meer tegen, zodat we ze toch op foto en video hebben!
Het landschap werd ijziger, overal nog grote brokken sneeuw en watervallen tussen en onder het ijs door. We kwamen weer eens ogen tekort. Het voordeel was dat er bijna niemand over de weg reed, het was hartstikke rustig, en we konden dus makkelijk de auto langs de weg zetten en uitstappen om rustig te kijken en te doen.
Eigenlijk werd op een gegeven moment al het mooie een beetje teveel. Teveel van het mooie, maar of dat dan erg is?? Je wordt meer een beetje moe van jezelf dat je alles wilt zien.
Het eind van de weg ging door verschillende tunnels, kort en lang, steeds meer naar beneden, richting de fjorden. We hadden al maar half/half besloten dat het bootje dat we vandaag door de fjorden hadden willen nemen zouden schrappen. We schoten voor geen meter op en we moesten straks ook nog terug naar huis.
Dus aangekomen bij Aurlandsvangen door het Aurlandsfjord en het Næroyfjord besloten we eerst maar eens een plekje te zoeken om te gaan brunchen. Op dat plekje zitten we nu nog heerlijk te genotteren: uitzicht op het fjord, de bergen aan de overkant met watervallen, en een besneeuwde bergtop daarachter. Terwijl we zaten te eten kwam er een man uit het huis waar wij onze auto voor hadden geparkeerd. Remco had al zoiets van “ wat moet je dan denken als je ons zo ziet zitten?” , en daar kwam de man naar ons toe. Hij begon in het Noors te ouwehoeren dus vroeg ik, in het engels, of hij ook engels sprak. Hij brabbelde nog wat verder en wij verstonden er helemaal niks van. Wat wilde die man?
Remco diepte uit zijn geheugen het Noors op voor ‘spreekt u engels?’ (snakker du engelsk?), waarop de man met een zwaar Amerikaans accent zei dat ie geen Engels maar Amerikaans sprak. Het gesprek kwam op gang, waar we vandaan kwamen, dat Nederland goed is maar Duitsland slecht. De enige goede Duitsers waren…dode Duisters. Vol trots stroopte hij zijn mouwen op en liet zijn zeemans-tatoeages zien. Waar hij allemaal was geweest en waarom hij zo’n hekel aan Duitsers had, we konden het maar half volgen.
De man woont in een prachtig huis op een klif en kijkt uit over het fjord, daar kan je echt jaloers op zijn. Hij vertelde dat ie 4 kinderen en 5 kleinkinderen heeft. Daarna nam ie vrolijk afscheid van ons. Hij had blijkbaar gewoon zin in een praatje!
Als we Duitsers waren geweest hadden we vast de auto moeten verplaatsen, maar Nederlanders waren goed.
We zijn verder gegaan naar Gudvangen om een stukje Næroyfjord te bekijken. Ook hiervoor moesten we door tunnels heen, de langste was 11 km! Daar worden je ogen heel erg moe van, het is net of je door een donker bos rijdt, uiteindelijk ga je er bijna scheel van kijken.
Op de terugweg bleven we achter een vrachtwagen rijden, dat was een stuk aangenamer. Je ziet niet meer de hele tijd die rij lampen voorbij flitsen en kan je concentreren op de achterlichten van je voorganger. Na de tunnel zijn we afgeslagen naar het dorpje Undredal omdat daar een stavkyrkje was. Het was een leuk dorpje met een heeel klein, petitepeuterig stavkyrkje. Het bleek het kleinste stavkyrkje van Noorwegen te zijn. Als je een rondleidingskaartje kocht mocht je de stavkyrk van binnen bekijken, ergens geitenkaas proeven, koffie en cake nuttigen en nog iets. Alleen in het weekeind, dus wij hadden pech…
Rondje dorp gedaan en weer terug om onze oorspronkelijke route te volgen.
We kwamen over een hoge pas dwars door een sneeuw- en ijslandschap. Op sommige plekken lag nog een paar meter sneeuw, water stroomde overal en de boomgrens passeerden we ook al snel. We hebben op 1600 of 1700 meter gereden. Mooie uitzichten, ijsvlakten die begonnen te smelten en daardoor turkoois blauwe plassen en meren kregen. Als je bij een woeste waterval staat voel je de kou op je afkomen. We kwamen langs vervallen hutjes en overal stonden kleine stapeltjes stenen. De bedoeling van de steenhoopjes is ons niet duidelijk, maar ze zijn daar in ieder geval niet vanzelf gekomen. Remco dacht dat als je steenhoopje voor de sneeuw bouwde en hij na de dooi nog stond, het dan geluk zou brengen ofzo. Klinkt heel aannemelijk in ieder geval.
Na deze prachtige weg, zeer regelmatig onderbroken voor fotoshoots, gingen we weer richting huis. We kwamen door Borgund, waar het beroemdste en best bewaard gebleven stavkyrkje van Noorwegen staat, dus ook daar moesten we wel even stoppen. We wilden hem toch ook wel graag van binnen zien en besloten ons maar eens te verwennen. 50 Kronen per persoon, zo’n 6 euro p.p. Best wel wat geld, maar je steunt daarmee ook het behoud van de kerk, toch ook niet onbelangrijk. De kerk rook heerlijk naar verbrand hout en om eerlijk te zijn zag ie er ook wel een beetje zo uit! Hij is helemaal ingesmeerd met teer.
De meeste stavkyrken zijn tussen 1130 en 1350 gebouwd, toen kwam de zwarte dood en daarmee kwam er een eind aan de bouw van stavkyrken. In heel Europa zijn dit soort kerken gebouwd, maar alleen in Noorwegen zijn er nog een aantal die de tand des tijds hebben doorstaan. Van de ± 1000 kirkjes zijn er nog maar 28 over!
Omdat de kerk van Borgund met zijn palen op stenen staat is het hout niet weggerot. Het frame werd op de grond in elkaar gezet en daarna onhoog gehesen, waarschijnlijk met behulp van lange palen. Het frame kon uit wel 2000 stukken bestaan. De kerk van Borgund is in 1180 gebouwd en in de 13e eeuw kwam de klokkentoren daarbij. Een van de grote middeleeuwse klokken hangt nu in de nieuwe kerk die in 1868 werd gebouwd en tegenwoordig nog luidt voor de kerkdiensten.
Om 18.00 en 400 km later kwamen we moe maar voldaan weer thuis. Nog even suffen in het zonnetje en daarna lekker wat eten.