Links en tips
CONTACT
GASTENBOEK
Schotland 2006, 12 mei t/m 28 mei 2006
Vrijdag en zaterdag, 12 + 13 mei 2006
Vrijdag was de eerste dag van onze vakantie. Op tijd het bed uit, maar voor onze doorsnee buitenlandreizen konden we lekker uit slapen; om 8.00 uur er uit. De laatste dingen opruimen, het bed verschonen, wasje draaien en de auto inpakken. Redelijk relaxed allemaal. Boris, Igor, Babuschka en Loco gedag gezegd en om 13.35 uur reden we weg, eindelijk op reis naar Schotland. Vanuit IJmuiden met de boot naar Newcastle, de Noordzee over.
We gingen weg met volle zon en 26 C, na twee weken stralend en warm weer. Zouden we ook deze vakantie mooi weer hebben, zelfs al gaan we naar Schotland? In Noorwegen hadden we ook super goed weer, dus waarom nu niet? De voorspellingen echter lieten zien, ook voor Nederland, dat het vanaf zaterdag minder zou worden… Toch bleven we bij ons motto: als wij met vakantie gaan hebben we altijd mooi weer!
Rond 14.45 uur vonden we een snackbar in IJmuiden om een goedkoop hapje te nemen, want op de boot is alles knetterduur, zo hadden we ervaren op de boot naar Noorwegen. Ik was de hele dag al zo opgewonden (eigenlijk al de hele week) dat ik geen hap door mijn keel had kunnen krijgen! Voor mij was dit dus ook het ontbijt… Na deze maaltijd zochten we de haven en de boot op, waar we om 15.30 uur aankwamen. Een uur te vroeg voor het inchecken, maar we konden al wel het terrein op; bewijs laten zien, tickets in ontvangst genomen, paspoortcontrole en aansluiten in de rij. We werden naar de meest linkse rij gewezen, precies naast de boot, als 2e in de rij. In de brandende zon wachtten we een uurtje en mochten toen, gelijk als tweede, de boot op, omhoog naar dek 6. Omdat we als eerste waren ingescheept was het op de trappen nog heerlijk rustig, geen horden passagiers met tassen,wat een luxe!
Onze hut bevond zich op dek 2, welke we snel vonden. Het was een hut voor 4, maar de bovenste twee bedden waren ingeklapt. Wasbak, douche en toilet waren aanwezig. Erg prettig, vooral de wc, want ik heb al twee dagen last van diarree. Toch wel lekker als je je dan privé kan terug trekken.
Op verkenning van de boot bleek maar weer dat alles hartstikke duur is, maar we zagen later wel waar we nog een hapje zouden gaan eten. Eerst hebben we op het dek genoten van de zon, we hadden immers nog 1,5 uur voordat de boot zou vertrekken. Om 18.20 uur vertrok de boot, 20 minuten later dan gepland. We zagen IJmuiden en de kust van Nederland (ook Egmond) langzaam kleiner worden. Op het open water werd het door de wind gelijk kouder, dus zijn we binnen een biertje gaan halen. Om 19.30 uur zijn we een hapje gaan eten, zo goedkoop mogelijk. Ik bestelde soep, want bij anderen dacht ik gezien te hebben dat het groentesoep was, en Remco nam een croissant met tonijnsalade en sla. Remco zat goed, al was dat broodje voor mij niets geweest met allemaal stukjes ui en paprika. Mijn soepje was echter geen groentesoep, maar een soort dunne erwtensoep met heel veel spekjes. Het broodje wat erbij zat was enorm vet, het droop er uit. Eigenlijk was alleen de boter lekker….
Maar dat mocht de stemming niet drukken. Een groot glas bier en een plekje op een bank bij het raam, genieten maar weer! De zee was opmerkelijk rustig en glad, er was geen golfje te bekennen! Na het biertje moest ik helaas acuut naar de wc… Deze wilde niet goed door spoelen, dus moest ik de doucheslang gebruiken om te helpen… En ik ging al bijna over mijn nek… Na even op bed te zijn bij gekomen liepen we alle trappen weer op om op dek 9 een biertje te halen. Aan het eind van de avond zijn we heerlijk in onze hut in slaap gevallen, om rond 7.00 uur wakker te worden gemaakt door de intercom van de boot, dat de ontbijtzalen open waren. Lekker belangrijk, doen we toch niet.
Dus, zaterdag 13 mei 2006, ik ben nu toch wakker. Even naar buiten kijken op dek 9. Dus 7 verdiepingen omhoog… Natuurlijk had ik ook de lift kunnen nemen, maar dat vind ik zo’n onzin. Rond 7.50 uur dacht ik Remco wakker te gaan maken, maar de hut was donker en leeg. Al die trappen weer omhoog, om op dek 9 Remco voorbij te zien lopen. Nog wat gezeten en naar beneden gegaan om geld te halen voor een kopje thee. Maar, eerst nog even aan de diarree… Eindelijk, al die trappen later, boven en naar buiten kijken; Engeland was in zicht!
Het weer was ’s nachts wel wat veranderd -> net zoals je op La Palma een tunnel hebt waar aan de ene kant het zonnetje schijnt en het aan de andere kant regent; zo glad als de zee gisteravond was, vanmorgen waren er behoorlijke golven: dat merkten we gelijk in de hut al; zwabberbenen.
Om 8.45 uur (Engelse tijd) konden we naar de auto gaan, om daar nog een half uur naar de auto’s op het dek beneden ons te kijken. We konden door een kier de eerste auto’s zien rijden. Uiteindelijk kregen we het teken dat we onze auto in moesten, en om 9.20 uur reden we van de boot af, nadat onze ‘verdieping’ naar beneden was gekanteld. Er was paspoortcontrole, maar we konden vrij snel door, zo’n tien minuten later.
Nu moesten we links gaan rijden, en dat ging eigenlijk best goed. Wel even wennen maar dat gaat sneller dan je van te voren verwacht. Vrij snel zochten we een plekje om te ontbijten(ook al was het plaatselijke tijd al bijna lunchtijd) en genoten van een Hollands ontbijtje in Engeland. In plaats van de 26°C van gisteren was het nu 7°C, frisjes dus. De lucht was bewolkt, maar we zagen ook blauwe lucht. Eigenlijk kon het alle kanten op met het weer, en dat gebeurde ook. Terwijl we van het landschap, met af en toe een blik op de Noordzee, genoten, kregen we zowel regen als mist als zon. Gelukkig begon de zon steeds meer te overheersen, wat ons vakantiegevoel steeds groter maakte.
Het glooiende landschap kreeg steeds meer bergen, overal in de landen zagen we schapen en naarmate we de Noordzee achter ons lieten zagen we steeds meer riviertjes en meren. De weg die we volgden was afwisselend 2- en 4 baans, op de een 96 km p/u, op de ander 112 km p/u. Al met al schoten we beter op dan verwacht. Er lagen veel dode fazanten naast de weg. Om 11.11 uur reden we de Schotse grens over. Bij Edinburgh waren we de weg kwijt geraakt, en pas na een half uur waren we weer op de goede weg.
Na zo’n 560 km Engeland / Schotland kwamen we bij Gairloch, waar we voorbij het huisje reden dat we voor volgende week hebben gehuurd. Vanaf daar reden we over een slingerend en smal weggetje, een single track road met passing places, en kwamen we om 18.15 uur aan bij ons vakantiehuisje. Het huisje staat halverwege een heuvel, in een klein dorpje Melvaig We hebben een prachtig uitzicht over de Minch, de Atlantische Oceaan, en de eilanden Skye, Lewis en Harris. Buitengewoon mooi! Het is zelfs zo mooi dat je zo wordt afgeleid door het prachtige uitzicht, dat je niet in je boek kunt lezen.
De schapen en koeien lopen hier gewoon los, dus met de auto moet je hier voorzichtig rijden. Je rijdt hier sowieso rustiger omdat het weggetje zo smal is, met veel onoverzichtelijke punten door bochten en heuveltjes. Omdat het een doodlopend weggetje is komt er waarschijnlijk weinig verkeer.
Nadat we de auto hadden leeg gehaald konden we van een lekker koude rose en het zonnetje genieten (heerlijk, die koelbox van ons). We hadden graag met onze moeders gebeld, maar helaas, onze mobiele telefoons hebben hier geen bereik en de munttelefoon in het huisje is blijkbaar niet geschikt om naar het buitenland te bellen Jammer…
Rond 20.30 uur zijn we in de auto gestapt in de hoop ergens een pad naar een strand te vinden, maar dat lukte niet. Gelukkig is alles hier zo mooi, en zijn we nog maar net gearriveerd. Tijd zat dus om nog een strand te vinden.
We hebben ons ’s avonds verbaasd over de zon; deze behoort toch in het westen onder te gaan? Nou, volgens het kompas gaat ze hier in het noorden onder!
Zondag 14 mei 2006
Heerlijk om eens zonder wekker wakker te worden. Ook al was het half acht (Violet-tijd half negen, haar telefoon staat nog op de Nederlandse tijd). Het zonnetje scheen volop en een strak blauwe lucht verwelkomde ons. Kortom, een heerlijke Schotse morgen. Na even lekker rondgekeutelt te hebben werd het tijd voor een klein ontbijtje waarna we ons hebben aangekleed.
Om 10.10 uur gingen we op pad voor een wandeling naar de vuurtoren en terug. Het was nog steeds prachtig weer, en de omgeving waar we door heen liepen ook. Links van ons lag de oceaan met omhooglopend heide- turfland, rechts van ons ging hetzelfde land door tot boven op de heuvel/berg. Tja, wanneer wordt een heuvel een berg?
Af en toe gaat er een stroompje met water naar beneden en zorgt dan voor grote stukken geërodeerd land. Schitterend. Er waren een paar hele grote stukken bij van meerdere tientallen meters breed met aan het einde een prachtig zicht op zee. In het land liepen veel schapen met ook weer veel lammetjes. Heel leuk om te zien. Ook door het heuvelachtige landschap en de kleuren gaf het prachtige plaatjes. Wat is dit schitterend.
Veel vogeltjes vliegen door de lucht of zitten op de heide, en laten veel van zich horen. Vinken, leeuwerikjes en weet ik veel wat nog meer, veel toch wel onbekende soorten voor ons. Na een uur tot anderhalf uur lopen kwamen we bij de vuurtoren aan. Schitterende rotsen in de zee zorgden ervoor dat het water er tegenaan sloeg. Onbeschrijfelijk mooi! Na even gezeten te hebben om van het prachtige uitzicht te genieten gingen we nog een stukje verder en na een grote stenen trap hield het pad zo’n beetje op. Er waren alleen nog maar rotsen voor ons. Hier beukte de zee nog wat harder tegen de rotsen op. Bovenop wat rotsen liepen een paar mensen en deze klauterden naar beneden, dus zouden wij toch omhoog moeten kunnen. Zo gezegd zo gedaan, en over een grote massieve rotspartij gingen we verder. Het leek wel een soort gestold lava, en na wat klim- en klauterwerk kwamen we bij een soort lagunemeertjes met hierin verschillende soorten algen en af en toe een klein visje. Na dit even goed bestudeerd te hebben ging Violet er wat foto’s maken en ik ging verderop even wat kijken naar de zee, hoe deze op de rotsen kapot sloeg. Wat een kracht zit erin. Heel stom was ik vergeten mijn fototoestel mee te pakken, ergens had ik mijn tasje even neer gelegd, dus moest ik weer terug om wat plaats te kunnen aan schieten. Na dat gedaan te hebben zijn we nog even bij de meertjes gaan kijken, zag ik ineens een heel vreemd groen visje met oranje ogen. Zo’n rare hadden we nog nooit gezien. Even later zagen we een doorzichtig garnaaltje in het water. Na daar in totaal zeker wel een half uur door gekeken te hebben zijn we weer aan de terugreis begonnen. Op de heenweg had Violet haar moeder geprobeerd te bellen maar toen nam Corry niet op. We konden op de meeste plaatsen niet bellen omdat we daar geen bereik hadden, maar halverwege de berg stonden een paar masten die ons blijkbaar wel bereik gaven. Op de terugweg hebben we het daar weer geprobeerd. Corry nam weer niet op, Truus wel. Op de heenweg hadden we Camille en sms-je gestuurd, even later kwam het antwoord. wel prettig dat iedereen weer op de hoogte is.
Na ongeveer anderhalf uur lopen waren we weer in Melvaig waar we even van een lekker koud biertje hebben genoten en een klein hapje hebben gegeten. We hebben even lekker in het zonnetje gezeten en rond half drie zijn we naar Gairloch gereden voor een strandwandelingetje. Wat een superhelder water is het. Op het strandje lagen veel soorten schelpen, dus nu is het wel een beetje leger want we hebben er aardig wat mee genomen. Boven de bergen verderop zaten wel enkele regenwolken, maar bij ons bleef de zon gelukkig schijnen. Via een klauterpartijtje vanaf de parkeerplaats waren we op het strand gekomen dus nu moesten we terug weer omhoog klimmen. daarna reden we weer terug naar huis, maar zijn wel rustig door Gairloch gereden om even te kijken wat er allemaal te vinden is. We zijn bij een winkeltje dat open was gestopt. Het was een klein, heel vol winkeltje met van alles en nog wat op het gebied van outdoor, zoals kleding, boeken, schoenen en nog veel meer. Na even rond gekeken te hebben zijn we verder naar huis gereden en nu zitten we lekker binnen. We hebben nog wel even buiten gezeten, maar de zon is nu weg en dan wordt het op een gegeven moment te fris om buiten te blijven zitten.
Maandag 15 mei 2006
Vandaag hebben we een mooie reis gemaakt. We zijn zo’n elf uur onderweg geweest en hebben zo’n 400 kilometer gereden! Vanmorgen om 9.10 uur reden we weg. In Gairloch kochten we bij de buurtsuper een broodje voor ons ontbijt/lunch en even verderop in de telefooncel de zoveelste poging gedaan om Corry aan de lijn te krijgen. bij haar werd niet opgenomen, maar toen ik ons eigen nummer probeerde kreeg ik haar te pakken. Snel even verteld over de reis en de omgeving, maar al heel snel hadden we 4,5 pond verbeld. Verder geen kleingeld meer, dus dat komt later wel weer een keer.
We wilden vandaag ten oosten van Inverness wat dingen bezoeken, maar besloten eerst op zoek te gaan naar een grote supermarkt in Inverness zelf. Het koste wat moeite om in deze drukke stad iets te vinden dus besloten we het maar te laten voor wat het was, en verder naar onze bestemming te gaan. Gelijk zagen we een grote super! Auto geparkeerd en daarna onze ogen uit gekeken in deze winkel. Net als in Frankrijk, zo groot! Waarom kennen we dat in Nederland toch niet?? Ze komen hier natuurlijk ook vaak van ver, en halen dan gelijk veel van van alles en nog wat. Grote verpakkingen.
We hebben eten voor de komende dagen gehaald en lekker groente, fruit, vlees, eieren en aardappels gepakt. Ook nog wat cola, bier, wijn, whisky en chips. We konden weer op pad.
Het was de hele ochtend al bewolkt en het druppelde zachtjes, mar dat kon ons niet deren. Rond 12.45 kwamen we aan bij Cowdor castle. Het kasteel uit de 14e eeuw is gebouwd rondom een boom. De boom waar een ezel van de graaf van Cowdor, na een dag gelopen te hebben met een met goud gevulde koffer, zich voor de nacht ten ruste legde. Volgens koolstofdatering is de boom in 1372 dood gegaan, als gevolg van gebrek aan licht…
Voor 7 pond p.p. mochten we naar binnen. De eerste kamer was een woonkamer. het kasteel wordt om het half jaar bewoond door de eigenaars, van oktober t/m april. Dat merkte je ook want overal lagen boeken en moderne dingen. Het interieur is in de loop van de 17e eeuw gerestaureerd, er staan en hangen veel oude dingen. Er stond bijvoorbeeld een prachtige oude rolstoel, met comfortabel lederen bekleding. Overal in het kasteel hingen mooie oude, handgeweven wandkleden. De slaapkamers hadden mooie, sjieke hemelbedden, en het behang en de gordijnen hadden hetzelfde motief. Het was best bijzonder om door zo’n oud kasteel te lopen, door al die verschillend en mooie kamers. De ruimte met de boom was vrij donker, niet zo gek dus dat die boom aan lichtgebrek is dood gegaan. Bij het verstevigen van de muren van het kasteel vonden ze een verborgen ruimte, een soort kerker. Deze is pas in 1979 ontdekt! De wenteltrap naar boven was niet meer veilig.
Na de grote eetkamer kwamen we in een vrij moderne keuken, en iets daarna in de oude keuken. Ze hebben blijkbaar ooit zelfs een keuken gehad die zover mogelijk van de eetkamer af lag, zodat de soep nooit te heet geserveerd kon worden. Na nog wat mooie oude fietsen en karren kwamen we uit in het souvenirwinkeltje en wierpen nog een korte blik in de ruimte van de vroegere whisky opslag.
We kwamen weer buiten en liepen door de kasteeltuinen. Deze waren erg leuk; lekker wild maar toch goed onderhouden. Remco zag een klein kuikentje lopen; een van de tuinmannen vertelde dat het een jong fazantje was. Prachtig toch, gewoon zomaar kleine fazantjes in zo’n tuin. We genoten van de bloesembomen en liepen langzaam weer naar de auto toe. Daar hebben we onze lunch gemaakt en op gegeten, want het druppelde nog steeds buiten.
Over een heel smal weggetje reden we richting Clava, waar een begraafplaats uit het Neolithicum moest zijn. Het smalle weggetje werd eerst begrensd door muurtjes aan beide kanten en later met prachtige gaspeldoorn, die de kanten geel maakte van de bloemetjes. We zagen nergens een bordje met Clava Cairns maar uiteindelijk wel een bordje met Clava. Dat weggetje zijn we maar ingegaan en zowaar kwamen we uit bij een parkeerplaats met daarnaast een oude begraafplaats.
Deze speciale plek had 4 graven: de eerste bestond uit een ronde cirkel op elkaar gestapelde stenen, hol in het midden, met in de wand een toegang tot dat midden. Er omheen staan 11 stenen, waar het er ooit 12 zijn geweest. De tweede was een ronde cirkel op elkaar gestapelde stenen met een open midden maar zonder toegang. De derde was klein en veel minder indrukwekkend dan de andere graven. De laatste was precies als de eerste maar dan wat groter. We hadden het rijk voor ons alleen en we hadden gelukkig al aardig wat foto’s genomen toen er op eens een bus de parkeerplaats op kwam en er een grote troep Duitsers over het terrein uit zwermde. Dat was even balen. Niet alleen omdat het Duitsers waren, maar ze verpesten de foto’s die we nog wilden maken door hun paraplus en kleurige trainingsjassen. Geduldig bleven we wachten tot ze weer verdwenen. Gelukkig staat er blijkbaar een minuut of tien voor zo’n bezichtiging, want al snel hobbelden ze weer in de richting van de bus. Opgeruimd staat netjes! We konden ongestoord de laatste foto’s maken en genoten nog even van deze speciale plek, van 3000 v Chr.!
Vanaf hier wilde ik wat B-weggetjes blijven volgen richting Loch Ness, om langs dat meer via nog wat kleine weggetjes weer de hoofdweg naar huis te nemen. Het weggetje vanaf Clava stond niet op de kaart dus moesten we het eerste stukje even gokken. Dat ging goed en we kwamen uit bij het gehuchtje Daviott, waar we zaterdag op weg naar Melvaig een mooi kerkje hadden zien staan, die wel een foto waard was. Iets verderop wilde ik dan een weggetje naar het Loch Ness nemen, maar Remco zag op een plattegrond bij het kerkje dat zich in de buurt nog twee oude graven moesten bevinden. Dit weggetje liep aardig parallel aan degene die ik in eerste instantie had willen nemen, dus gingen we maar kijken bij die graven. Ook dit weggetje bestond niet volgens de kaart, maar het moest kunnen lukken. We kwamen bij de eerste site, helaas konden we er niet bij dus heb ik van afstand maar een foto genomen.
We vervolgden de onbekende route, op zoek naar de 2e site. Deze hebben we niet gevonden, maar het gebied waar we doorheen kwamen was prachtig. Een aantal mooie kilometers later kon ik weer aansluiting vinden met de kaart. We waren iets afgedwaald met de route die ik oorspronkelijk had willen nemen, en intussen zocht ik hoe we alsnog bij Loch Ness konden komen. Het weggetje dat ik op de kaart had gevonden werd nog smaller en het asfalt zat vol met gaten waar we soms overheen stuiterden omdat Remco het gat te laat zag. Misschien had hij ze wel op tijd gezien als hij iets langzamer had gereden, maar goed. Het pad werd steeds slechter, en met het zicht op Loch Ness stond er opeens een hek op het pad. We konden niet meer verder! In het weiland gekeerd en al hobbelend weer terug, op zoek naar een andere weg. het duurde even, maar uiteindelijk kwamen we bij een afslag. Deze leidde naar de weg die ik oorspronkelijk had willen nemen. Nu kwamen we zonder verdere problemen bij het meer. Wat is dat groot zeg! Of het alleen door de mist kwam weet ik niet, maar we konden het begin en het eind niet zien, zo lang is het meer. Nessie hebben we jammer genoeg ook niet gezien.
Bij Inverness volgden we de richting van Beauly, maar buiten Inverness klopte de weg niet meer met de kaart… Ergens in de chaotische stad hadden we een bordje gemist, en bleken we ons nu aan de andere kant van Loch Ness te bevinden. Terug gaan zag ik niet zitten omdat we dan nogmaals onze weg in de stad moesten proberen te vinden. We konden beter door rijden en via een andere route naar Beauly gaan. Wat een extra kilometers vandaag! Vlak adat we Loch Ness achter ons hadden gelaten kwamen we langs een benzinepomp. Met de tank half leeg is het verstandig om bij te vullen, dus dat deden we. Het was er echt oud en vervallen, de benzine kwam zeg maar nog net niet vanzelf uit de pomp… Vanaf nu reden we moeiteloos verder, en na heel wat mooie weggetjes langs meren en heidevelden kwamen we eindelijk op de hoofdweg richting huis. We hadden nog zo’n 1,5 uur te gaan en het was al 18.30 uur! Dat werd een latertje, dus besloten we vanavond maar weer soep met stokbrood en kaasjes te eten i.p.v. maccaroni. Om 20.00 uur waren we thuis, moe maar verrukt over de geweldige dag die we hebben gehad.
Ons Fiatje heeft vandaag een mijlpaal bereikt, 100.000 km, waarvan wij er zo’n 70.000 van hebben gereden. In die tijd heeft hij o.a. door Frankrijk en Noorwegen veel plezier gehad in de bergen, en nu ook weer.
Dinsdag 16 mei 2006
De wekker ging om 7.00 uur. Best wel weer lekker geslapen, wel horen regenen. Toen we wakker werden was het bewolkt en regende het lichtjes. Later werd het vanaf zee wat mistig. De eilanden aan de overkant waren niet te zien. Ondanks de regen gingen we op pad, want wat is Schotland nou zonder regen? We gingen op weg naar Poolewe, naar de markt aldaar. Deze zou om 10.00 uur beginnen, maar we waren er veel te vroeg dus gingen we nog maar even een stukje rijden, richting het noorden. Net zo’n soort weggetje als waar wij in Melvaig aan zitten, maar dan aan de andere kant van de heuvel. Het weggetje ging naar net zulke nietszeggende dorpjes, maar bij een van die dorpjes zat een stukje strand waar heel veel schelpjes lagen. Hier hebben we zo’n 30 a 40 minuten schelpjes gezocht en zijn om +/- 10.15 uur naar de village hall, een ruimte waarin allerlei activiteiten gehouden kunnen worden. In de ruimte stonden tafels waarop de verkopers hun spullen hadden uitgestald. Dit varieerde van Raku gebakken beelden, handgemaakte wenskaarten eb boeken tot speelgoed, jam, bloemen sieraden en zeepjes. Helaas geen groenten of brood. Na even rond gekeken te hebben hadden we het wel gezien en vertrokken we weer. We hadden nog wel een gesprekje met enkele verkoopsters over hun waar, zoals de sieraden of de zeepjes. De zeepjes waren alleen met natuurlijke producten zoals bijenwas, lavendel en allerlei andere kruiden en/of planten gemaakt. Ze roken heerlijk.
Hierna moesten we een heel klein stukje rijden naar de Inverwere (spreek uit Inverjoe) Gardens. Na de toegang betaald te hebben gingen we de ‘tuin’ in. Het was inmiddels droog geworden en het zonnetje begon zelfs te schijnen. Best lekker dan, en de temperatuur was niet onaardig. In de tuin stonden heel veel verschillende soorten bomen, struiken en bloemen. Veel buitenlandse, en zelfs tropische soorten doen het er erg goed. De rodondendrons en azalea’s stonden prachtig in bloei, rood, paars, wit en geel waren o.a. de kleuren, sommige enkele meters hoog, andere heel klein tot vlak boven de grond. Er stonden prachtig grote eucalyptussen, veel onbekende soorten planten n bekende zoals aronskelken, gunera, yucca en boshyacintjes- en anemoontjes. We hadden al een tijdje gelopen en ons suf genoten van de bloemen- en plantenpracht, begon het opeens weer te regenen, en helaas niet zo zachtjes als vanochtend. Best wel stevige druppels vielen op onze kop, maar niet voor lang, want onder een paraplu is het droog. Zo onze weg vervolgend hebben we de rest van het park bekeken. Er was een hele mooie rotstuin en een ommuurde tuin met daarin veel groenten, kruiden en fruitboompjes. Door de muur heeft de zeewind geen vat op ze dus kan het allemaal ongestoord groeien en bloeien.
Hierna zijn we nog even in de shop wezen rond neuzen en hebben wat kaartjes gekocht. Postzegels hadden ze helaas niet, dus deze moeten we nog ergens anders gaan vinden. We hebben ruim twee uur in de tuin rond gelopen, maar helaas door de regen vonden we het uiteindelijk wel best. We moesten nu nog op zoek naar wat brood, maar in de dropjes waar we kwamen waren helaas geen bakkertjes op supermarktjes. Via Aultbea en Laide gingen we naar Mellon Udrigle waar een prachtig gelegen strand is. Jammer genoeg was er bijna geen schelpje te vinden, maar het is wel een fotogeniek strand. Het was te koud op het strand, dus hebben we in de auto maar wat chips gegeten. Je moet toch wat als je nog geen eten hebt gevonden. In Laide zijn we nog even gestopt bij de begraafplaats met uitzicht op zee, met op de begraafplaats de ruine van een middeleeuwse kapel.
Hierna zijn we verder gereden naar Gruinard Bay, waar ook al zo’n mooi strand is. Op het eiland voor de kust zijn in 1942 enkele testen met antrax uitgevoerd op schapen, die allemaal daaraan dood gingen. Gelukkig is enkele jaren geleden het eiland schoon gemaakt zodat er weer schapen kunnen lopen. We zijn naar huis gegaan om even lekker wat te eten en om te gaan lezen. Om +/- 15.30 uur waren we thuis.
Woensdag 17 mei 2006
Gisteravond laat heb ik nog de kaartjes voor thuis op de brievenbus onderaan onze straat gedaan. Dat is ook weer gebeurd.
Toen we vanmorgen wakker werden was het buiten druilerig weer, maar voordat we weg gingen was het al droog. Op het water in de verte zagen we een vreemd bootje. Nadat Remco met de telescoop het bootje had opgezocht bleek het een duikboot te zijn, met z’n bovenkant net boven het water uit. Wel een gek gezicht, en allebei hadden we nog nooit eerder een onderzeeer gezien.
om 8.45 uur reden we weg om een lange en mooie rit naar het noorden te gaan maken. We reden richting Ullapool, maar onderweg stopten we toch regelmatig om een foto te nemen; het landschap was prachtig, en er waren bergen die met hun top in de wolken verdwenen. In Ullapool hebben we wat boodschappen gehaald, al was de supermarkt veel kleiner dan we hadden verwacht. Daarna de benzinetank weer vol gegooid en we konden onze reis vervolgen.
Het heidelandschap waar we door heen reden had mooie meertjes en bergen. Een stuk na Ullapool zijn we gestopt voor de lunch. Het was 11.50 uur, dus best een mooie tijd om een hapje te doen. We hadden uitzicht op Loch Assynt en de ruine van Ardvreck Castle (1 muur met torn). Door de wind was het iets frisjes, maar de zon begon al aardig door de wolken heen te schijnen.
na de lunch waren we klaar voor het weggetjes B869, een smal weggetje langs de kust. In de Trotter stond dat het een zeer fotogeniek weggetjes was, en dat terwijl de hele omgeving al zo mooi is. Het weggetje begon gelijk goed met een daling van 25% en vlak daarna eentje van 17%. Die 25% hebben we nog niet eerder gehad, zelfs niet in Noorwegen. Op heel wat passing places moest Remco stoppen omdat er weer een foto gemaakt moest worden. het was prachtig! De bergen, de lochs, de luchten en het uitzicht op zee, wat een geweldige combinaties.
Na heel wat onoverzichtelijke bochten en heuveltjes, en een enkele tegenligger kwamen we door de kleine vissersdorpjes Nedd en Drumbeg. Bij Drumbeg zijn we even gestopt bij een uitzichtpunt. Iets verderop kwam er een of andere malloot door een ‘blinde’ bocht gescheurd em het scheelde niet veel of hij was vol op ons in gereden. Gelukkig ging het goed, pfff. Bij het volgende dorpje, Clashnessie, zijn we gestopt om het roze zandstrand op te gaan. Een Engels echtpaar stond daar ook geparkeerd (we hadden elkaar op het weggetjes al meerdere malen gepasseerd, al die stops voor foto’s…) en ze waren op een klein gasbrandertje bezig koffie (of thee) en een warme maaltijd aan het bereiden. Het strand was echt roze en het water van de zee turquoise, zo mooi! Wat foto’s gemaakt en schelpjes gezocht, maar die waren er niet veel. We hebben onze schoenen en sokken uit gedaan, Remco zijn pijpen af geritst, en ik de mijne opgerold, en even pootje gebaad in het ijskoude water. na 10 seconden voelden onze voeten al als ijsblokken. Gelukkig scheen het zonnetje dus waren ze snel weer warm. Met een paar mooie stenen zijn we op onze blote voeten weer naar de auto gegaan. Het Engelse stel zat intussen te genieten van een bord aardappels en bonen, en we praatten wat met elkaar. Met keukenrol hebben we onze voeten vrij van zand gemaakt en hebben onze sokken en schoenen weer aan gedaan.
We gingen verder over het mooie weggetje. Naast de heide en meertjes waren er ook veel stroompjes met daarom heen heel veel mos, primulaatjes en berkjes, heel mooi. We namen een klein zijweggetje naar de vuurtoren bij Point of Stoer. Op de rotsen in de zee bij de vuurtoren zouden regelmatig zeehonden liggen te zonnen, maar vandaag lieten ze het helaas afweten. Boven aan de kliffen zat een vrouw met haar verrekijker de kust en de zee af te speuren. Ze vertelde dat ze net een paar dolfijnen langs had zien komen, maar ook deze lieten zich aan ons niet meer zien. Het uitzicht was echter wederom geweldig, en op de rotsen beneden ons zaten veel aalscholvers. Er kwam een Jan-van-Gent langs gevlogen, drie Grote Jagers en af en toe zagen we een zeehond zwemmen. Maar zonnende zeehonden, nee hoor. Het vriendelijke vrouwtje was met een aantal vriendinnen op wandelvakantie maar ze had jammer genoeg een blessure aan haar voet (net als ik helaas)dus terwijl haar vriendinnen naar The Old Man of Stoer liepen (een 60 meter hoge rotspiek in de woeste golven van de Atlantische Oceaan) zat zij heerlijk vogels te kijken en had dus nog dolfijnen gezien ook.
Het was een heerlijke stek, maar we moesten toch echt weer verder met onze rondreis. Een stuk verderop hebben we weer een zijweggetje genomen om naar het strand bij Achmelvich te gaan kijken. Ook dit strandje was mooi, en de kleur van het water was nog mooier. De zon scheen volop, hmmm. Een aantal schelpjes later stapten we weer in de auto , op weg naar Lochinver, om daar het volgende kleine weggetje te nemen, i.p.v. een iets betere weg, maar dan wel dezelfde die we ’s ochtends al hadden gereden. We wilden nog net wat meer landschap zien. Vroeg zouden we niet thuis komen, maar het was het waard.
We zaten na het strand nog maar net in de auto toen de eerste regendruppels vielen, en niet veel later reden we door een heuze plensbui. De regen stortte naar beneden, op het landschap en op onze auto. Erg? Nee, want wij zaten heerlijk droog n het land werd er zeker niet minder mooi van! na weer enorm veel mooie uitzichten parkeerde Remco de auto ergens om te gaan piesen. Het was intussen weer droog, dus ik ging nog wat foto’s nemen. Opeens stond ik bijna op een hazelworm, dus ben ik snel mijn macrolens gaan halen en heb nu ook de hazelworm op de foto staan. Dat was een leuke verrassing. De afgelopen dagen roken we telkens een heel sterke, maar wel lekkere, kokoslucht. Deze lucht bleek van de gaspeldoorn (wij dachten eerst brem, Corry vertelde later dat het gaspeldoorn is) af te komen.
Zon en regen wisselden elkaar nu af en achter ons zagen we de donkere lucht van de laatste plensbui. Op een steen zagen we een papje of een tapuit. Net niet goed genoeg om het zeker te weten, maar ik denk dat het een paapje was. Rond 17.45 uur kwamen we eindelijk weer op een wat grotere weg en konden nu wat harder door rijden. Wat ook wel nodig was ook, we hadden nog heel wat kilometers voor de boeg!
Om 19.15 uur, na 363 km te hebben afgelegd, waren we weer bij ons huisje. Een geweldige dag later!
Donderdag 18 mei 2006
Vandaag hadden we een dagje rustig aan doen. De afgelopen dagen hebben we veel gereden en gezien, dus een rustdag ingepland. Het was de bedoeling om eventueel een stukje te lopen, naar het strand bij Red Point te gaan (aan de andere kant van Gairloch) en uit te slapen. Van dat laatste is niet zoveel terecht gekomen want om 8.15 uur waren we wakker. We hebben nog even gelezen in bed en hebben daarna een ontbijtje klaar gemaakt. Het was trouwens k-weer. Het regende en waaide hard, op de zee waren witte schuimkoppen zichtbaar. Lekker dat we niets gepland hadden, we gingen lekker lezen.
Aan het eind van de ochtend begon het wat lichter te worden, en even daarna kwam zelfs de zon door de wolken heen. Om een uur of een zijn we in de auto gestapt op weg naar Red Point Beach. Zo’n drie kwartier later kwamen we daar aan. De route over een single track road was weer prachtig, zo’n doorsnee schots landschap. Bergen, meren, bossen, veel gaspeldoorn en de zee. Alweer prachtig. Zo onderhand wordt het eentonig, maar alles is hier mooi, het een nog mooier dan het ander. Onderweg begon het weer te betrekken en kregen we weer regen. Toen we bij het strand aan kwamen regende het nog steeds. We hebben onze regencapes aan gedaan en zijn naar het strand gelopen. heerlijk uitwaaien!! We hebben wat schelpjes gezocht en genoten van het uitzicht over het water en de rotsen er om heen. Boven het water waren een aantal Jan-van-Genten aan het stuntvliegen en namen steeds een duikvlucht het water in. Heel leuk om te zien. Nadat we het hele stand waren over gelopen en weer terug, zijn we naar de auto gegaan, na nog wat mooie stenen te hebben mee gepakt.
Hierna zijn we even bij het huisje in Gairloch gaan kijken, waar we de volgende week zitten, en bij een restaurantje, maar helaas zagen we geen kaart hangen. Halverwege het weggetje aar het huisje zijn we gestopt om op het strandje bij Big Sand nog even heen en weer te lopen, het was inmiddels droog geworden. op de terugweg naar de auto hebben we nog wat stenen mee genomen.
Thuis aangekomen hebben we lekker wat soep en broodjes met kaas (brie etc) gegeten. We hebben weer lekker verder gelezen en Violet is begonnen met het schoon maken van de schelpjes. Ook hebben we op de tv even de video, van wat we tot nu toe hebben gefilmd, bekeken. Inmiddels is het wat lekkerder weer geworden, de wind is afgenomen en tot nu toe hebben we alleen een klein buitje gehad.
Best wel lekker, zo’n dagje niksnutten.