HOME

OVERZICHT

Links en tips CONTACT GASTENBOEK

 

Zevenwoudenpad

FOTO'S

 

Woensdag 22 april 2009 Gek van vogeltjes

Giethoorn (Zuideinde) – Wilhelminaoord, 30,5 km

Zonnig met stapelwolken, 9-19 °C

 

Hiep hiep hoera, Remco is 35 jaar! We hadden daarom allebei een vrije dag zodat we een lekkere wandeling konden gaan maken. We kozen voor het eerste stukje van het Pionierspad en het laatste stukje van het Zevenwoudenpad (in Steenwijk sluiten beide paden namelijk op elkaar aan).

Toen de wekker ging verklaarden we onszelf weer eens voor gek… Het eerste uur had ik mijn ogen open maar de rest sliep nog, met veel moeite maakte ik m’n broodjes en pakte ik m’n tas in. Remco had er minder moeite mee. Om 5.30 uur reden we weg en kwamen anderhalf uur later probleemloos aan in Wilhelminaoord waar we de auto bij het dorpshuis parkeerden. We hadden nog zo’n 25 minuten voor de bus zou komen, beter te vroeg dan te laat. Een bus met een vriendelijke chauffeur en veel schoolkinderen zette ons om 7.40 uur af bij station Steenwijk waar we bijna direct in de bus naar Wilhelminaoord konden stappen. Ook deze chauffeur was erg vriendelijk. Omdat er in de bus niet zo’n mooi digitaal scherm is waar de haltes op worden vermeld moest ik zelf opletten waar we waren. Je kan aan de chauffeur vragen of hij je er bij de juiste halte uit wil zetten maar dat is al eens mis gegaan: de chauffeur was ons toen vergeten… Deze man had echter gevraagd waar we naar toe moesten en had dat onthouden. Ik had toen al op het knopje om te stoppen gedrukt dus de bus stopte keurig bij ‘onze’ halte. Er stapte nog iemand anders uit en de chauffeur zei tegen ons dat dit de juiste halte was, heel attent!

Om iets over achten konden beginnen met lopen. We stonden aan de rand van Giethoorn (Zuideinde) en moesten even de route zoeken. Eenmaal gevonden konden we op pad, langs huizen en een brede sloot. Ik kon me herinneren dat we hier vroeger, toen ik een jaar of 15 was, waren geweest. De Spar waar we toen boodschappen hadden gehaald stond leeg, de supermarkt was verhuisd. We kwamen uit bij de kerk en het beeld van Albert Mol (?). De laatste keer dat we hier liepen, op 31 december 2008, liepen we een etappe van het Havezatenpad. Het had toen al een tijdje gevroren, het ijs was dik genoeg om op te schaatsen, wat dan ook volop gebeurde. We hebben daar nog snert gegeten terwijl we keken naar mensen die aan het schaatsen waren. Vandaag was het echter volop lente en liepen we door een heel andere wereld; er werd nu gevaren. We volgden zo’n 3 kilometer dezelfde route als het Havezatenpad. Een hond stond boven op een brug met zijn poten op het hek naar ons te kijken. Toen we voorbij waren was de hond aan de andere kant van het bruggetje gaan staan om ons ‘uit te zwaaien’. Een stukje verderop zat een puttertje hoog in een boom vrolijk te zingen. Hier kwamen we op het punt waar de routes uit elkaar gingen. Vanaf hier lieten we Giethoorn achter ons en lagen voor ons rietvelden. Deze rietvelden hebben ons veel tijd gekost! Niet omdat we erin verdwaalden of zo, we werden opgehouden door alle vogeltjes die we zagen en hoorden. Het was een redelijk druk weggetje waar we langs liepen, en de auto’s scheurden ook aardig hard voorbij. We wilden eigenlijk zo snel mogelijk verder, maar de vogeltjes waren te verleidelijk. Terwijl er regelmatig auto’s voorbij raasden probeerden we te ontdekken welke vogeltjes we hoorden en zagen. Het vervelende is dat die vogeltjes zich in het riet zo goed als onzichtbaar kunnen maken. En als je ze ziet vliegen gaan ze te snel om ze goed te kunnen bekijken. De verschillende riedeltjes die ze fluiten vind ik erg moeilijk om te plaatsen, alleen de zang van de karekiet herken ik. Met de paar foto’s die we van de vogeltjes hebben kunnen maken weten we dat we in ieder geval rietgorzen en rietzangers hebben gehoord en gezien. Een zwerm van honderd zo’n 100 aalscholvers vloog weg, we hoorden het diepe “whoemp” van een roerdomp en zagen een ooievaar, wulpen, grutto’s en andere weidevogels. We schoten voor geen meter op, telkens weer was er iets te zien of te horen, waren het geen vogels, dan waren het wel weer schapen met lammetjes of parende gewone geelrandkevers. Voor ons scheen de zon achter de wolken, met prachtige zonnestralen door de wolken als resultaat. Achter ons, aan de rand van Giethoorn, werd er riet verbrandt, een grote rookwolk hulde het achter ons liggende land in de mist. Na 40 minuten hadden we eindelijk de 2 kilometer naar buurtschap De Klosse gelopen, normaal doen we daar half zo lang over! Hier sloegen we een ander weggetje in waar ook wel redelijk wat auto’s langs kwamen, maar niet zo hard als op die andere weg. In een weilandje stonden schapen met lammetjes die vrolijk aan het huppelen en rennen waren. Een stukje verder werden we opgewacht door een stel koeien: mooi op rij stonden ze ons aan te kijken en toen we langs liepen kwamen ze allemaal naar het hek. Ze waren erg nieuwsgierig maar die vieze, natte en slijmerige tong mogen ze in hun bek houden! Terwijl ik net uit hun bereik stond maakte ik een paar foto’s en vond het welletjes. Ook Remco had wat foto’s genomen, we konden door, op naar Steenwijk.

Weer kwamen we langs riet en drassig land, weer vogeltjes die om onze aandacht vroegen. We schoten maar niet op, en we waren nog maar net begonnen. Heerlijk!!! Gewoon zien hoe het loopt, we hoefden nergens op tijd te zijn, alle tijd dus om te observeren en genieten. Na een half uur te hebben gedaan over zo’n 1,5 kilometer (weer 2 keer zo lang als normaal) verlieten we eindelijk het asfalt en belandden op een zandweg. Het was mul zand, best vermoeiend om over te lopen, maar we hadden geen last meer van langs komende auto’s of fluitende vogeltjes. Grote rijen stapelwolken dreven langs, het zonnetje bescheen ons dan weer wel en dan weer niet. Een soms fris windje verkoelde onze opgewarmde lichamen, het was lekker wandelweer. Een oer Hollands plaatje: weiland, koeien, blauwe lucht met stapelwolken. Het was zo lekker om op dat moment daar te lopen, hiervoor waren we zo vroeg opgestaan! Uit één van de boompjes langs de graskade vloog een torenvalkje weg. In de boom hing een nestkast, zou het valkje daar broeden? Iets later zagen we een stuk of 25 zwanen ‘opstijgen’. In hun vlucht maakten ze een bocht waarna ze vlak over ons heen vlogen, echt prachtig! Het geluid van hun vleugels was indrukwekkend, zeker met zoveel bij elkaar. Daar wil je echt geen ruzie mee krijgen!!!

Vlak voor het dorp Onna hielden we een korte pauze op een bankje om even iets te eten. Het zonnetje scheen regelmatig, maar zonder zon en met windje was het soms best frisjes. Langs de rand van Onna liepen we verder om daarna weer door boerenland te komen. Voor ons lag Steenwijk, waar we kans hoopten te maken op een terrasje. Nadat we de stadswallen hadden gepasseerd kwamen we op de Markt van Steenwijk, en ja hoor, terrasjes. We kozen voor het terras van café De Rechter waar we vlot werden geholpen. Al snel genoten we van een biertje/wijntje. Het was iets voor twaalven maar het was tenslotte feest vandaag! En daarnaast waren we al een tijdje wakker… Het voelde al als eind van de middag. We schreven een kaartje aan de moeder van Remco; ze was aan haar stembanden geopereerd en mocht 3 dagen niet praten. De zon verwarmde ons aangenaam. Ik leerde de laatste regels van de routebeschrijving naar het station uit m’n hoofd en stopte het boekje van het Pionierspad in mijn rugzak. Het boekje van het Zevenwoudenpad kwam er voor in de plaats. We waren nu ook op de helft van de etappe voor vandaag, we hadden 4 uur gedaan over 15 kilometer, dat had zeker een uur korter kunnen zijn, maar ach, we genoten enorm van de dag, en dat is heel wat waard.

Na een half uurtje terras hezen we onze rugzakken weer op en liepen naar het station waar we het Pionierspad verlieten en op het Zevenwoudenpad overstapten. Het duurde niet lang voordat we de rand van Steenwijk bereikten en vlak daarna liepen we een bos in. De zandpaden brachten ons naar de top van de 25 meter hoge Woldberg, het hoogste punt van het Zevenwoudenpad. We kwamen aan de voet van de ‘berg’ bij een venachtig heidegebied. Het waterdrieblad bloeide uitbundig en een groene kikker lag in het water te zonnen. Op de rietstengels zaten waterjuffers. Toen ik een foto van de waterjuffers wilde nemen kwam er eentje op mijn hand zitten. Remco maakte een paar foto’s zodat we thuis konden nakijken welke soort het was (een vuurjuffer). Ook ik maakte nog wat foto’s van het beestje en wilde hem weer verder laten vliegen. De juffer had geen zin om te vliegen, en dat terwijl ik telkens mijn hand de lucht in wierp, roepend “vlieg, vlieg je vrijheid tegemoet, vlieg!” De juffer vloog maar niet weg en ging dus mee op reis met ons. Rustig zat de juffer op mijn hand, blijkbaar blij dat het even niet hoefde te vliegen.

De paden, met langs de randen beukenbomen, waren hol uitgesleten door regenwater dat een weg naar beneden had gezocht. De holle paden lagen vol met beukenbladeren van vorig jaar, het was net herfst. Het kind in mij kwam naar boven en vrolijk trapte ik de bladeren de lucht in terwijl ik liep, zalig! Nadat we de ‘berg’ moeiteloos hadden gerond kwamen we langs een terrein met meerdere vakantiehuizen, grenzend aan een groot gezamenlijk grasveld met daaromheen bos. Een leuke plek om een vakantie door te brengen!

Het pad bracht ons langs ‘De Koepel’, een klein rond huisje met akkers en weiland rondom. De route liep over een smal pad tussen de weilanden en het bos en bracht ons naar het Eeserveld. Op het heideveld waren een aantal grafheuvels zichtbaar en een ‘bundel’ middeleeuwse karrensporen. Op het moment dat een karrenspoor te diep was uitgesleten om nog over te rijden ging men naast het oorspronkelijke pad verder. Bij het Eeserveld zijn zeker 11 van dat soort karrensporen aangetroffen, met een totale breedte van zo’n 100 meter. In het heideveld zag je nog vaag het reliëf van de sporen. De grafheuvels waren een stuk beter te zien! In het verlengde van de karrensporen, naast het informatiepaneel, legden we onze picknickkleden neer voor een pauze. Het was kwart over twee, een goede tijd om even te stoppen en vooral een mooie plek. We moesten een enkele rode mier van ons kleed weren en voorbij komende honden bedreigden onze kaasjes, desondanks was het heerlijk. De vogeltjes floten hun liedjes en verder was er rust. De waterjuffer, die sinds het vennetje met me was mee gereisd, had ik eindelijk van m’n mouw af kunnen krijgen. Hij was een uur wandelen verwijderd van het ven waar hij was opgestapt!

De lucht was prachtig: kleine stapelwolkjes dreven langs, de lucht erachter was strak blauw.

Toen we uiteindelijk weer vertrokken schrokken we een beetje van het feit dat het al half vier was. We hadden nog zo’n anderhalf tot twee uur lopen voor de boeg en moesten dan ook nog terug naar Soest rijden, zo’n anderhalf uur. Dat zou een latertje worden. We kwamen bij Landhuis Eese, gebouwd bovenop een terp. In de omgeving rondom het landhuis stonden donkerrood gekleurde boerderijen, erg mooi. Langs een enorm grote en oude boerderij liepen we het buurtschapje weer uit, langs akkers en later door bos, om uit te komen bij een klein ven. We liepen half om het ven heen om vlak daarna op een heideveld uit te komen. Zand- en graspaden brachten ons door akkerland naar het volgende heideveld. Op één van de zandpaden liep een kever, prachtig metallic van kleur. We wilden hem op de foto zetten maar hij was erg snel. Uiteindelijk konden we een paar foto’s maken om thuis op te zoeken wat het was. Dat heeft wat moeite gekost maar wel de moeite waard: het was de zeldzame kever Carabus Cancellatus.

Bij een boerderij hadden ze een houten bord van een manspersoon met schep over de schouder aangekleed met een rugzak op de buik en wandelschoenen over de schouders. Er stond een tafeltje bij met een theepot- en kopjes met daarnaast een bordje met de tekst “Wandelpauze? Thee, koffie, cake”. Erg leuk en gastvrij! Voor ons was het niet het juiste moment, we waren bijna bij de auto en hadden genoeg pauzes gehad.

Via een mooie, dubbele beukenlaan liepen we richting Wilhelminaoord. We kwamen eerst langs een begraafplaatsje, liepen daarna door een bos en kwamen langs één of ander vakantiedorp/openluchtmuseum/kindergebeuren (???). Het duurde niet lang meer of we zagen de auto in de verte staan. Het kerkje, waar we nog geen 3 weken geleden ook hadden gelopen, stond nu temidden van bomen die in blad stonden. Dat was 3 weken geleden heel anders, de bomen waren toen nog kaal! Zo snel breekt het voorjaar dus door!

Het was bijna 17.30 uur toen we bij de auto aankwamen. Snel deden we onze schoenen uit en reden naar huis. Het was de bedoeling geweest om uit eten te gaan maar omdat we pas rond 19.00 uur thuis zouden komen besloten we dat een andere keer te doen. We waren moe en Remco had hoofdpijn. Zonde om uit eten te gaan als je er geen puf voor hebt.

Thuis hebben we een pizza in elkaar geflanst en gingen later naar bed dan de bedoeling was, het was al bijna middernacht. We hadden een lange (verjaar)dag achter de rug maar konden ook terug kijken op een lekkere wandeling met prachtig weer.