HOME

OVERZICHT

Links en tips CONTACT GASTENBOEK

Groene Hartpad

FOTO'S

GROENE HARTPAD, 192 km

 

Welkom op onze webpagina van het Groene Hartpad. Wij, Remco en Violet, zijn halverwege 2004 begonnen met het lopen van langere afstanden. Het Pieterpad was bijna vanzelfsprekend het begin van onze nieuwe hobby. Een verslavende hobby, bleek al snel. Intussen hebben we meerdere paden bewandeld en zijn we intussen ook begonnen aan het Groene Hartpad.

 

Klik voor meer wandelverslagen op de button HOME of OVERZICHT.

Hier het verslag van het Groene Hartpad. Je kan hieronder het hele verhaal in één keer lezen. Je kan ook een bepaalde etappe lezen door op één van onderstaande links te klikken. Je komt dan gelijk bij het begin van het etappe-verhaal.

Overzicht etappes Groene Hartpad:

 

25-01-2009 Alphen aan den Rijn - Woerden Een lange, koude en winderige wandeling

08-02-2009 Delft - Zoetermeer Buytenwegh Nieuwe schoenen

28-02-2009 Zweth - Rotterdam Alexander Vreemde busreis

15-03-2009 Zoetermeer Bytenwegh - Alphen aan den Rijn Lammetjes

09-05-2009 Stolwijk - Rotterdam Alexander Verboden toegang?

27-06-2009 Woerden - IJsselstein Broeierig dagje

19-09-2009 Stolwijk - IJsselstein Kaai

 

 

 

GROENE HARTPAD, 192 km

 

Delft - Pijnacker - Zoetermeer - Weipoort - Alphen aan den Rijn - Nieuwkoop - Meije - Woerdense Verlaat - Woerden - Linschoten - Montfoort - IJsselstein - Polsbroekerdam - Polsbroek - Schoonouwen - Kooiwijk - Benedenheul - Ouderkerk aan den IJssel - Capelle aan den IJssel - Rotterdam - Berkel en Rodenrijs - Kethel - Zweth - Vlaardingen - Schipluiden - Den Hoorn - Delft

 

 

 

Zondag 25 januari 2009 Een lange, koude en winderige wandeling

Alphen aan den Rijn – Woerden, ± 32,5 km

Droog, koud, zonnig, veel wind

 

Zeer onverwacht besloten we gisteravond om toch te gaan lopen dit weekeind. De hele week waren de weersvoorspellingen hetzelfde; zaterdag zou het een droge en zonnige dag worden, zondag zou het druilerig worden. Mijn jongste zus was deze zaterdag jarig dus dan zou alleen de zondag overblijven om te gaan lopen. Geen optie gezien de weersvoorspellingen. Totdat m’n andere zus gistermiddag zei dat het toch lekker weer zou worden op zondag. Dat bood perspectief! Thuis gekomen bleek dat de weersverwachting inderdaad een stuk positiever was dan twee dagen eerder, dus haalde Remco snel nog wat broodjes en flesjes water voor de wandeling terwijl ik een geschikte etappe uit probeerde te zoeken. Van de vele etappes die we nog te lopen hebben waren er al een aantal die afvielen omdat het OV niet op zondag rijdt. We hadden nog genoeg keus en keken naar afstand per auto, reistijd met OV en wandeluren. Aangezien mijn moeder ‘s avonds zou komen eten moesten we wel een beetje op tijd thuis zijn maar we hadden op zich genoeg tijd om een flinke afstand te lopen. Het werd een etappe met weinig reistijd (zowel met auto als OV) maar wel veel wandel-kilometers. Meer dan dertig kilometer, we wisten dat we dat aan het eind zouden gaan voelen omdat het al meerdere weken geleden was dat we zo’n lange afstand hadden gelopen. Toch gingen we er voor!

 

Nadat we gisteravond alles voor vandaag hadden gepland, doken we redelijk op tijd ons bed in. Niet genoeg om uitgeslapen te zijn toen de wekker ging, maar dat is eigenlijk altijd zo… Ik bedacht me opeens dat ik niet naar eventuele routewijzigingen had gekeken en besloot om vlak voordat we weg zouden gaan nog even het internet te raadplegen. Helaas, internet lag er uit… geen verbinding te krijgen. Nou ja, dan zouden we wel zien wat we tegen zouden komen vandaag. Om 6.45 uur reden we weg en zochten een half uur later een parkeerplekje bij het station van Woerden. Van de betaalde parkeerplaats bij het station snapten we het net niet; “Ons betaalmiddel was het uitrijkaartje maar je moest achteraf betalen” of zo… Het zal wel heel simpel zijn, maar wij snapten niet hoe we aan de andere kant van de slagboom konden komen en hoe het met betalen zat.

We reden iets verder en parkeerden de auto in de eerstvolgende zijstraat. Het was koud: het gras en de auto’s waren wit bevroren, de thermometer stond op -2°C. We besloten onze warme fleecetruien aan te doen en liepen naar het station. Na een klein kwartiertje wachten op een koud, winderig en naar pis stinkend station konden we in een warme en rustige trein stappen. Bij het tweede station stapten we uit, station Alphen aan den Rijn. Er werd omgeroepen dat het buiten glad kon zijn, keurig. We voelden voorzichtig of het glad was. Het viel mee met de gladheid maar toch iets voorzichtig begonnen we aan onze wandeling. Het was iets voor achten, het schemerde nog.

We moesten aan de Aziëkant het station verlaten. Aan welke kant? Nergens een bordje met Azië er op. We verlieten het station naar rechts maar dat bleek niet juist. Aan de andere kant van het spoor vonden we wel de juiste route en voorzichtig liepen we over het soms gladde fietspad. Er waren nog niet veel mensen wakker maar we kwamen wel een aantal mensen tegen die hun hondje aan het uitlaten waren.

Er stond een venijnige wind; met onze pet ver over ons voorhoofd getrokken begonnen we aan onze etappe voor vandaag. Via een trap kwamen we op een viaduct. De koude wind werd nu weg genomen door een geluidsscherm dat tussen ons en de (normaal gesproken vast drukke) weg stond. Over het asfalt liepen we tegen de wind in en staken iets verderop de Gouwe en de Oude Rijn over. We volgden hierna ruim een kilometer het jaagpad langs de Oude Rijn, langs huizen en tuintjes. Soms voelden we ons bijna een indringer, zo dicht kwamen we langs privé terrein. We zagen mensen in hun ochtendjas aan het ontbijt zitten, vaak nog met een slaperig hoofd.

We lieten het asfalt achter ons en volgden een paadje langs weilanden en sloten. We stoorden een stelletje schapen die rustig aan het wakker worden waren en volgden het door schapenhoeven vertrapte paadje langs de sloot aan de rand van het weiland, dat momenteel half bevroren was. Rechts van ons kwam de zon op boven de bomen en een boerderij. We maakten wat foto’s en video-opnamen en liepen verder. Iets verderop konden we de opkomende zon mooi op de foto zetten met één of twee molens erbij. Het uitzicht was fantastisch! Opkomende zon, mist, molens, sloten en hekjes, Nederland ten top.

Rechts van ons, naast de opkomende zon, stonden de molens van de enig werkende molenviergang ter wereld. Met deze molenviergang van Aarlanderveen werd vanaf 1786 begonnen met het droogleggen van het ontveende gebied. De diepe plas werd door drie molens leeggemalen, elke molen kon een meter overbruggen. Voor het diepste gedeelte, bijna 5 meter onder NAP werd in 1801 een extra molen gebouwd, de Putmolen. Deze molen werkte niet met een scheprad maar met een vijzel (een schroef). Met behulp van alle molens tezamen werd het naastgelegen gebied droog gelegd waardoor we er tegenwoordig gewoon kunnen lopen.

We volgden het paadje langs een sloot en kwamen bij een bruggetje. We waren blij dat we dát bruggetje over moesten want naast ons lag een bruggetje dat er behoorlijk verrot en gammel uit zag, niet echt een brug waar je overheen zou willen. Vlak bij de Putmolen, de molen met schroef die wel 6 meter kan overbruggen, namen we een korte pauze. Een korte pauze omdat het te koud was om te lang stil te zitten.

Een eind na deze molen kwamen we bij een dijk waar we het verschil in waterniveau goed konden zien; aan onze linkerhand stond het water zeker een meter lager dan aan onze rechterhand, en dáárnaast lag de nog lager gelegen polder. Het verschil in hoogte was best indrukwekkend. Iets verder kwamen we bij het plaatsje Nieuwkoop waar een bordje stond dat het ijs niet betrouwbaar was. Op dit moment lag er helemaal geen ijs, maar dit was de eerste van de borden die nog over waren van de ijspret van de laatste tijd.

Vanaf Nieuwkoop volgden we een oud kerkenpad door de Nieuwkoopsche Plassen. De wind teisterde ons en het felle tegenlicht van de zon hielp nog een beetje mee om het ons nog wat minder aangenaam te maken. De door de wind opgewekte golfjes van de plassen klotsten tegen de oevers. We snapten gelijk dat ze hier aan oeverbescherming moeten doen want anders blijft er niets van het kerkenpad over. In de verte zagen we “Pietje Potlood”, de watertoren in Meije. Bij de watertoren aangekomen was het veel te winderig en koud om lang te blijven hangen. We volgden de weg door het dorpje en langs het watertje de Meije. Sommige huisjes stonden zo dicht langs de weg dat het je niet zou verbazen als er af en toe een auto de woonkamer zou rijden! We denken dat het hier op een zomerse dag een stuk drukker zal zijn, en dan dus ook veel minder prettig om te lopen. In het felle tegenlicht zagen we de eerste sneeuwklokjes van dit jaar!

De route die we richting Woerdense Verlaat moesten volgen stond vol met borden dat de weg niet toegankelijk was. Fietsers moesten om fietsen maar voor wandelaars stond er niets. Voor ons liep een jong gezin langs de afzethekken en verderop zagen we een hardloper/jogger. Zo erg kon het dus niet zijn, toch? Dat is altijd de vraag, de ene keer gaat het goed, de andere keer niet. Het viel uiteindelijk reuze mee: er was wat modder doordat er wagentjes voor werkzaamheden aan de oevers (alleen door de weeks) rond reden. Het pad was redelijk begaanbaar, behalve dat het soms wat lastig liep door modder en opgevroren plassen. Aan de andere kant van het water waar het pad langs kwam was het zicht echter zo mooi dat we niet konden klagen. Het (deels gekapte) riet kreeg een prachtige gloed door de zon en het water was prachtig blauw door de lucht die er in weerspiegelde. We konden nog een kleine omweg maken door Lusthof De Haeck maar omdat we nog genoeg kilometers voor de boeg hadden lieten we het links liggen (ook al lag het aan onze rechterhand).

We kwamen aan bij Woerdense Verlaat, in de hoop dat we een café of iets dergelijks tegen zouden komen. Behoefte aan rust, warmte, eten en een plee. Maar nee hoor, we zagen niets. Ja, behalve een Amstelbord aan een lantaarnpaal, waarschijnlijk van het dorpshuis (dat vast dicht zou zijn, we zagen namelijk niets). We vonden het niet de moeite waard om de grasdijk af te glijden en na wat zoeken, zonder resultaat, weer omhoog te moeten klauteren. Vermoeid vervolgden we dus onze route, Woerdense Verlaat verlatend. Het enige bankje dat we tegen kwamen stond op een tochthoek, niet erg prettig met deze temperaturen… Boven op de dijk langs de Grecht vingen we nog meer wind. We liepen moedig verder, de kou trotserend, ook al waren we hard toe aan een pauze. Toe aan rust, heb je pijn aan je voeten en benen? Geen keuze, gewoon doorgaan totdat er zich een mogelijkheid aanbiedt om pauze te houden. Geen mooi picknickbankje helaas, maar wel een plekje onderaan de dijk, een klein beetje uit de wind. Achter een bos gekapte elzentakken konden we onze blaas legen, de eerste gelegenheid sinds vanmorgen (voor de dame in ieder geval). We genoten van onze rust maar voelden ons intussen ook snel afkoelen. Boven op de dijk kwamen een paar mensen voorbij. Een vrouw liet haar hondje uit maar het hondje vond het maar raar dat er iets zat op onze pauzeplek. Daar zat normaal nooit iets, het hondje vond ons maar vreemd… Na ongeveer een kwartiertje gingen we verder, nog ruim 11 kilometer te gaan.

Het landschap was prachtig, de zon scheen fel en de wind waaide hard. Mede door het felle tegenlicht en de harde tegenwind kregen we het steeds zwaarder. De wind sneed ons de adem af, het half modderige grasdijkje liet ons af en toe een stukje glijden. In de verte, heel erg in de verte, zagen we Woerden liggen. Doodmoe liepen we verder door de wind en kou. De modderige paadjes braken ons op maar we moesten door, we hadden geen andere keus. We volgden nu het jaagpad langs de Nieuwe Grecht en kwamen bij een versperring. Er stond een rattenval op z’n kant, vast gemaakt aan de hekken langs de dijk. We stapten er over heen en liepen verder. Toen we het hek dat daarna volgde over klommen, zagen we dat er aan de andere kant ‘Privé’ stond. Ja, misschien wel privé/terrein, behorende bij het huisje langs de dijk, maar mét recht van overpad. We vroegen ons af hoe je bij dat huis kon komen. Voor zover wij konden beoordelen alleen per water of over het jaagpad. Geen hutje op de hei maar wel zoiets!

Ik had geen idee waar we precies liepen, uiteindelijk bleken we nog lang niet te zijn waar ik had gedacht/gehoopt. Lang geleden dat we zo moe zijn geweest! Eindelijk bereikten we Woerden. Eerst moesten we nog een stuk over een nog modderiger en glibberiger pad, daarna moesten we een aantal meters over een twee stuks breed tegelpad precies langs het koude water. We vonden het niet echt prettig om over dit smalle, iets schuin aflopende pad met onze vermoeide benen te lopen. Gelukkig kwamen we al snel aan de andere kant van het paadje waar we het water achter ons lieten. De laatste kilometers, langs de rand van Woerden, door parkjes en langs vijvers, leken veel langer dan verwacht. Om iets over drieën kwamen we doodmoe aan bij onze auto, na een heerlijke en prachtige, maar wel vermoeiende etappe. Ondanks alle pijntjes die we voelen zijn we blij dat we deze (onverwachte) kans hebben gegrepen. Het heeft ons bijvoorbeeld weer een mooie zonsopkomst opgeleverd! We hadden spijt gehad als we gewoon suf thuis waren gebleven, nu waren we moe maar wel tevreden. Weer een stukje Nederland gekruist, weer een nieuw pad. Geen idee wanneer en waar we de volgende keer gaan lopen; Remco heeft weer een mooie blaar en ik heb wat last van mijn voetboogspier. We zien wel hoe het loopt!

 

 

Zondag 8 februari 2009 Nieuwe schoenen

Delft NS – Zoetermeer Buytenwegh, 22,5 km

Hals bewolkt, half zonnig, winterse bui, weinig wind, -1 – 5°C

 

Dit weekeind wilden we gaan lopen, we wisten alleen nog niet welke dag. De weersvoorspellingen lieten ons een beetje in onzekerheid. We besloten om toch maar op zondag te gaan lopen, dan hadden we wat meer tijd om verschillende boodschappen te halen en kon Remco zijn nieuwe schoenen in Houten op halen. Toen we gisterochtend wakker werden waren we blij dat we voor de zondag hadden gekozen; het was donker en miezerig weer. Veel slechter eigenlijk dan er was voorspelt.

Tot zover niets aan de hand, totdat gistermiddag bleek dat de versnellingsbak van de auto flink aan het lekken was en een raar geluid maakte. Op zaterdag aan het eind van de middag er achter komen dat je een probleem met je auto hebt is niet echt heel handig… Geen monteurs aan het werk en weinig tijd om een vervangende auto te regelen. Bij onze garage waren alle huurauto’s uitgeleend, knap balen dus. Gelukkig kon mijn moeder de auto missen waardoor we vandaag toch konden gaan lopen en maandag ook nog naar het werk zouden kunnen. Extra mazzeltje was dat het autobedrijf/garage vandaag tot 17.00 uur open zou zijn, dus zouden we onze auto er na het lopen naar toe kunnen brengen. Wel even stressen hoor: je hebt plannen en alles wordt opeens door een apparaat, in dit geval een auto, door de war gegooid. Mazzel dat we toch een oplossing hadden gevonden!

 

Natuurlijk was het vanmorgen weer een drama om wakker te worden. Toen we bij de auto kwamen bleek het te hebben gevroren. Er zat een hardnekkige laag ijs op de ruiten die we er met veel moeite af kregen. Er moeten toch enkele buurtbewoners van ons gekrab zijn wakker geworden…

Nadat we alles zo goed en zo kwaad als mogelijk hadden verwijderd reden we weg. Om iets over half acht parkeerden we de auto bij het NS station Buytenwegh in Zoetermeer. We hadden nog even tijd voor de tram zou komen. Bij het instappen gleden we bijna uit; aan de rand van het perron lag een flinterdun laagje ijs. We namen plaats en schoten iets later in de lach toen er werd omgeroepen wat de eerstvolgende halte zou zijn: wat werd dat hard omgeroepen! Geen kans om in slaap te vallen tijdens de rit (arme Remco) en je kon ook de juiste halte niet missen. Het is niet eerder gebeurd dat we bijna schrokken van de omroepdame/heer! Bij halte “laan NOI” stapten we uit om even later de trein naar Delft te nemen. De zon kwam op en de wolken kregen een mooie kleur.

In Delft aangekomen vonden we al snel de route en liepen het nog slaperige stadje door. In de verte zagen we de Oude Kerk een beetje overhellen richting de gracht. Bij de Markt aangekomen kwamen we langs het stadhuis en de Nieuwe Kerk, waar de Oranjes zijn begraven en zich het praalgraf van Willem de Zwijger bevindt. De graven hebben we (natuurlijk) niet gezien, we liepen alleen maar een rondje om de kerk, maar het idee is wel bijzonder. Toen we even omkeken naar het reeds gepasseerde stadhuis zagen we dat de gouden versieringen prachtig uitkwamen in het ochtendlicht. Langzaamaan verlieten we het centrum. Bij het Doelenplein moesten we naar rechts. We kwamen wel langs een pleintje met wat eetgelegenheden maar zagen geen bordje ‘Doelenplein’. We twijfelden en keken nog eens goed om ons heen en op het kaartje. De conclusie was: ‘Geen idee’. Toen we verder wilden lopen werden we geroepen door een man. Hij zei dat als we het Groene Hartpad liepen we naar rechts moesten i.p.v. recht door. We bedankten hem hartelijk voor zijn bemoeienis, dit soort attente en meedenkende mensen tref je niet altijd, fijn als je er één op het juiste moment tegen komt! We liepen nu zonder al te veel zoeken en oponthoud verder en kwamen uit op een voetpad langs de gracht/singel om iets later onder de A13 door te lopen.

We lieten Delft achter ons en liepen het open land in, langs het water van de Tweemolentjesvaart (wij hebben de naam niet bedacht!). Mijn geheugen zei dat we aan de overkant van het water een keer een pauze hadden gehouden: we hadden toen al een etappe gelopen en wilden nog ergens op een leuk plekje parkeren om even een paar toastjes te eten. We vonden toen helaas geen leuk plekje maar wel een soort van parkeerplaats, vlak langs de snelweg. Ook goed. Remco kon het zich niet meer herinneren, terwijl ik ons juist nog precies zag zitten… Grappig hoe het geheugen werkt.

Over een paar smalle graspaadjes (half modder en glad van ijzel) liepen we door een nat bos en kwamen weer uit op het fietspad waar we even daarvoor ook al hadden gelopen. De kleuren van het riet, het half bevroren water en de soms donkere winterwolken gaven het landschap een bijzonder aanzien. Hoewel het zonnetje scheen zagen we links van ons toch wel aardig wat donkere wolken. De wolken om ons heen waren indrukwekkend donker gekleurd, en dat terwijl het zonnetje nog vrolijk scheen. Er waren voor vandaag winterse buien voorspelt, zouden we er één over ons heen krijgen?!

Het duurde niet lang voordat de bui bij ons aan kwam, het begon te hagelen. Remco had zijn pet al op (ja, weinig haar, dus snel koud) en ik vroeg Remco om mijn hoedje uit mijn tas te halen. Al snel kwam de hagel strak naar beneden en werd alles om ons heen langzaam maar zeker wit. We liepen door een ‘jong’ bos langs de Grote Plas van het Delftse Woud en de hagel kwam steeds harder naar beneden. Op het moment dat we een schuilplek zagen besloten we daar even een korte pauze te houden. We zaten nog niet op het bankje of de hagel werd minder en stopte, bijna gelijk konden we weer verder.

We liepen door en kwamen langs een ‘afgeknotte’ molen. Een molen zonder wieken e.d., duidelijker omschreven dan een bepaald gedeelte van de routebeschrijving… We volgden een pad maar konden er geen touw aan vast knopen waar we nu eigenlijk liepen. De beschrijving gaf een paar aanwijzingen, maar we kwamen veel meer kruisingen en bruggetjes tegen dan in de tekst werd vermeld. We zagen wel af en toe (niet wanneer het echt nodig was) een markeringsteken zodat we soms wisten dat we nog steeds goed liepen. We kwamen wederom door saai, nieuw bos, drassig en zonder afwisseling. Niet heel erg hoor, alleen niet erg spannend of interessant. Weer lieten routebeschrijving- en markering ons in de steek. Volgens de beschrijving moesten we naar rechts richting het huisje met de rode pannen en dan bij het bankje naar links. Tot zover lukte het maar het voetpad naar links leidde naar een brede sloot en riet. Niet echt een route… Aan het voetspoor te zien waren wij niet de enigen die het niet begrepen!

We draaiden om en namen een ander pad (we gingen links waar we volgens de tekst rechts hadden moeten gaan). Markering was weer aanwezig, gelukkig.

Links van ons zagen we kassen waar dikke rookpluimen uit kwamen. De rook kwam prachtig uit tegen de donkere, winterse wolk er achter, met vanaf de andere kant een prachtig zonlicht dat het tafereel bescheen. Tijdens een kronkelend pad door het saaie en kale bos werden we verrast door een bonte specht die vanaf de grond een boom(pje) in vloog. We konden hem (of haar) mooi bekijken. Door het bosje kwamen we bij de rand van het terrein van een kweker met kassen. Deze eigenaar wil (nog) niet verkassen voor het ‘bos’. Kan je hem ongelijk geven? Wij weten het niet. Echt bos of natuur is het nou ook weer niet, eigenlijk is het meer een stadspark. Dus wat kan die kan kwaad?! Voor wie hier een andere mening over heeft: laat het ons weten!

We bereikten de rand van Zoetermeer: een mooi park met een waterpartij, daarachter gekleurde, hoge gebouwen. En daarachter een indrukwekkend donkere lucht. De winterse bui had ons nog niet bereikt dus liepen we vrolijk verder langs de waterpartij. We kwamen langs meerdere kunstwerken, leuk maar weinig interessant. Terwijl we langs kantoorgebouwen richting het NS station van Zoetermeer liepen zag ik een groene vogel opvliegen. In eerste instantie dacht ik dat het een Halsbandparkiet was maar twijfelde daar over. Het bleek een groene specht te zijn. Rare plek hoor, zo midden in de bebouwing…Een stukje verderop kwamen we bij het station. Via de Mandelabrug staken we het spoor en de A12 over, een glazen brug. Hier hadden we gehoopt op een snackbar of zo. Ter vergeefs… er zat wel iets maar niet echt sjofel en in een galmende Mandelabrug… We liepen door. Naast het voetpad lag een fietspad, net een jeus-de-boulles baan. We hadden hier de tram naar de auto kunnen nemen… We lieten de tram links liggen.

Nog geen pauze dus, we moesten nog even verder. De route leidde ons door een bosje tussen de snelweg en een ‘nieuwbouwwijk’ langs de rand van Zoetermeer. We namen een korte pauze op een bankje aan de rand van een woonwijk voordat we de laatste kilometers zouden aan gaan. Parkieten lieten zich horen en zien. Mensen (vaak) met honden kwamen langs gelopen.

De laatste kilometers, en nog steeds geen blaren met onze nieuwe schoenen. Wel moeie benen maar dat hoort erbij. De route leidde ons nu over een terrein waar allerlei sporthallen- en velden waren; bv. een skipiste, een klimwand, mountainbikeroutes, honkbalveld en een BMX parcours. We liepen heuvel op en heuvel af, best zwaar voor de benen. Boven op de top was het uitzicht prachtig! Het omringende land, al dan niet met een donkere, winterse wolk erboven, was geweldig! Na nog een klein stukje ‘klimmen’ ging de route bergafwaarts waarna we een watertje volgden. Weer bereikten we de rand van Zoetermeer. We verlieten bij de Zwaardslootseweg de officiële route en bogen af naar NS Buytenwegh, waar de auto op ons stond te wachten. Om 14.00 uur waren we bij de auto. Voordat we de snelweg op gingen namen we nog een snelle snack bij de Mc Drive, en kwamen om 15.15 thuis.

Nadat Remco zich iets had opgefrist haalde hij Corry op om onze auto naar garage Smeeïng te laten slepen.

 

Zaterdag 28 februari 2009 Vreemde busreis

Zweth – Rotterdam Alexander, 20 km

Droog, bewolkt, 6-9°C

 

Ondanks een fikse verkoudheid wilde ik vandaag perse lopen. We hadden al twee weekeinden over geslagen en de weersvoorspelling voor vandaag was goed genoeg, de hoogste tijd om de wandelschoenen weer eens aan te trekken. Omdat mijn holtes zo verstopt zaten was ik aardig benauwd en besloot daarom een iets kortere afstand uit te zoeken, 30 kilometer was me voor vandaag namelijk iets teveel van het goede. Ik koos een etappe van 20 km, één van de etappes die op zondag met het OV niet mogelijk is.

Vanmorgen reden we om 7.00 uur de straat uit en kwamen 3 kwartier later aan bij NS station Rotterdam-Alexander. Bij de P&R (gratis voor gebruikers van het OV, in het weekeind voor iedereen gratis) zetten we de auto neer en liepen naar het station. Nadat we de kaartjes hadden gekocht hielden we nog zo’n 5 minuten over voordat de trein naar Rotterdam CS zou komen. Op het perron waar we moesten zijn stond dat de Sprinter naar R’dam CS 10 minuten vertraging had. Hmmm, we moesten nog overstappen straks, met een beetje pech zouden we het dan net niet halen. Op ons reisadvies stond dat we de Intercity van 8.02 uur moesten hebben maar de vertraging stond bij de Sprinter van 7.57 uur. Toen om 7.59 uur een trein naar R’dam CS binnen kwam rijden snapten we er helemaal niets meer van! De eindbestemming klopte in ieder geval dus stapten we in. Even later stapten we uit op R’dam CS waar we op zoek moesten naar de bushalte. Meestal heb je bij zo’n groot station ook een centraal busstation maar door grote werkzaamheden voor het station was dat nu niet het geval. We volgden de bordjes naar de bus en kwamen bij een plattegrond waarop de buslijnen en hun haltes stonden vermeld. Onze lijn, nummer 40, werd aangeduid met CC. We zochten halte CC op op de plattegrond en vervolgden onze weg. Bij de, tijdelijk aangelegde, halte wachtten we samen met een oude heer op de bus. Het duurde even voordat ie kwam en de man stond tijdens het wachten zenuwachtig met zijn paraplu op de grond te tikken. Toen de bus arriveerde gebruikte het oude heertje heel modern een OV-chipkaart terwijl wij, als jongere generatie, nog gewoon ouderwets met onze strippenkaart afrekenden. Het verschil is natuurlijk wel hij in Rotterdam woont, de proeftuin van de OV-chipkaart, en wij in het groene Soest waar de chipkaart pas later ingevoerd zal worden. We hadden om deze reden ook gekozen om een extra stukje te lopen naar het station in plaats van twee haltes met een metro te gaan want daar is de strippenkaart al niet meer geldig.

Zoals altijd had ik een overzicht van de bushaltes zodat ik goed in de gaten kon houden wanneer we uit moesten stappen. In de bus zat ook een scherm waarop de haltes werden aangekondigd (dat is tegenwoordig gelukkig steeds vaker in bussen aanwezig) dus ik hoefde niet zo erg op te letten. De bus reed een drukke weg op en even later reed hij langzaam het terrein van een benzinepomp op. Huh?! Rustig reed hij door en de weg weer op. Iets later reden we opeens op de snelweg. Volgens het scherm in de bus (en een stem die elke halte omriep) reden we in hoog tempo langs meerdere bushaltes. We zagen echter geen bushaltes voorbij komen en vonden het ook nogal vreemd dat die er langs de snelweg zouden zijn! We vonden het maar vreemd. Uiteindelijk bleek dat er een weg was afgesloten waardoor de chauffeur even de kluts kwijt was geraakt. Na wat omwegen kwamen we weer op de route, 10 minuten achter op schema. Het scherm gaf nog steeds verkeerde informatie (we waren intussen al lang voorbij ‘onze’ halte) maar in het voorbijgaan kon ik soms de haltenamen op de bordjes lezen. Zo bleef ik toch een beetje op de hoogte van waar we reden. De halte voordat wij er uit moesten stapte het heertje uit, de chauffeur liet hem netjes voor uit stappen omdat er een grote plas bij de achterdeur lag. Een minuut later stapten wij uit bij halte De Zweth aan de rand van het gelijknamige dorpje.

We bepaalden onze positie en de richting die we uit moesten. Na een paar stappen kwamen we bij de grens tussen de buurtschappen De Zweth en Zweth, respectievelijk gemeente Midden-Delfland en gemeente Rotterdam, enkel gescheiden door het watertje de Berkelse Zweth. We liepen over het jaagpad, een verhoogde dijk, met rechts van ons het water en links van ons het lager liggende polderland. Er kwamen een paar Halsbandparkieten luidruchtig over gevlogen. Een stukje verder zaten er smienten in het land, vergezeld door een eenzame scholekster en weer iets verder zagen we een paartje futen, een fazant, een paartje kuifeenden, twee mannetjes kuifeend + één vrouwtje, een zilverreiger en weer twee halsbandparkieten. We hadden genoeg te zien!

De route bracht ons naar Berkel en Rodenrijs door een straat buiten het echte dorp. Een aantal van de (vaak arbeiders-) huizen stond te koop. Door de aanleg van de HSL-lijn hadden we weer eens een routewijziging. Bij de Laan van Koot (leuke naam voor een vriend van ons, met als achternaam Koot) probeerden we de vernieuwde route zo goed als mogelijk te volgen. Het leek alsof we niet goed liepen maar gelukkig bleek het mee te vallen. Bij het station waren we wel even de route kwijt: als ik het kaartje vergeleek met de omgeving moesten we bij het station naar links maar de markering wees naar rechts. Iets voor het station was een fietspad afgesloten waardoor we een andere route naar het station hadden gelopen, dus de markering kon goed van de officiële route zijn. Maar de andere richting liep dood… Toch maar weer even terug naar het station en zowaar, we zagen een markeringsteken dat volgens mijn berekeningen de juiste kant op ging!

Over het fietspad liepen we langs het spoor richting Rotterdam Schiebroek waar we wederom met een routewijziging te maken kregen. De markering was gelukkig goed en het koste weinig moeite om het juiste pad te volgen.

Ik was toe aan een korte pauze om even iets te eten. Bij een park aan de rand van een industrieterrein kwamen we langs een bankje waar we dankbaar gebruik van maakten. Ik maakte een lekker broodje met mozzarella, pesto, sla en tomaat terwijl Remco zijn broodje tevoorschijn haalde dat hij vanmorgen had klaar gemaakt. Twee halsbandparkieten vlogen over, uit het naast ons gelegen bosje vlogen twee bonte spechten weg en liet een zwarte specht zich zien en horen.

Na een heerlijk half uurtje rust gingen we verder en kwamen langs de rand van de stad of een buitenwijk. Blijkbaar een vrij saai stuk want we hebben geen foto’s gemaakt en kunnen ons er ook niet veel van herinneren. Bij de wijk Hillergersberg liepen we over een jaagpad langs wat vakantiewoninkjes (?) rechts van ons en een breed water aan onze linkerkant. Op het punt waar we naar rechts moesten af slaan, een redelijk smalle strook tussen water door, stond een bord dat er geen doorgang was i.v.m. bodemsaneringswerkzaamheden. Ja, en nu?! We besloten even te kijken of we echt niet verder konden. Een omweg kon ik niet zo makkelijk vinden op het kaartje en er stond ook niets aangegeven. Gewoon proberen dus. We liepen langs het half open hek en werden al snel ingehaald door een fietser en een hardloper. Duidelijk mensen die hier beter bekend waren dan wij dus durfden we de gok te wagen om verder te lopen. Het in onderhoud zijnde pad was goed te belopen dus dat viel ons al mee. Er werd wel druk gewerkt aan de kap van bomen en struiken maar we hadden er niet al te veel last van. Van te voren hadden we getwijfeld of we hier ergens pauze zouden nemen of een stukje verderop, nu wisten we zeker dat het een stukje verderop zou worden. Het was een complete chaos, van de eerst (waarschijnlijk) groene dijk was alleen maar een modderige bende over, met metalen platen om het werkverkeer over te kunnen laten rijden. Ondanks dat er ook op zaterdag werd gewerkt konden we gelukkig wel over het ‘pad’ lopen en kwamen we uiteindelijk aan bij de wijk Crooswijk. We liepen met de route mee om de grote begraafplaats en konden de route weer even niet volgen. We dachten dat we bij de ingang van de begraafplaats stonden maar er stond een (markerings)kruis bij de brug die we dan over zouden moeten. Het klopte niet dus liepen we door. Na heel veel twijfelen bleek dat we toch nog steeds op het juiste pad zaten en dat we steeds dichter bij onze verwachte pauzeplaats kwamen. We bereikten het Kralingsche Bosch en hoopten dat we een geschikte plek zouden tegenkomen. We weken iets van de route af om het pad door de kinderboerderij te nemen. De ezeltjes die er stonden hadden weinig aandacht voor ons dus al snel waren we aan de andere kant van de kinderboerderij. We liepen naar de rand van de Kralingsche Plas waar we het picknickkleed hebben uitgespreid om een heerlijke rust te nemen. Er kwamen veel honden met baasjes langs, de ene hond liep met een grote boog om ons heen, de ander kwam voorzichtig op ons af. Veel van de honden doken enthousiast het water in waar ze wild in heen en weer renden.

Aan de andere kant van de plas zagen we de 2 specerijenmolens, De Lelie en De Ster, staan. Op de plas en op de hekjes in het water zaten tientallen meeuwen en meerkoeten. Enkele aalscholvers en scholeksters lieten zich ook zien. De meeuwen waren al in lentestemming; ze probeerden indruk op de vrouwtjes te maken door haar te ‘beschermen’ tegen de meerkoeten. Verschillende keren zagen we hoe een meeuw vanuit de lucht aanvallen deed op de arme meerkoetjes. Ze zwommen daar gewoon en hadden natuurlijk helemaal geen interesse in de vrouwelijke meeuwen. Was wel bijzonder om te zien.

Na een heerlijke pauze (niet meer zo koud als de laatste tijd) gingen we verder met de laatste kilometers. Dat de echte lente maar snel mag komen! De route bracht ons via het park naar de metrolijn die we nog een stukje volgden voordat we bij de auto kwamen. Om iets voor half drie konden we onze bagage in de auto gooien om daarna op weg naar huis te gaan.

Hoewel ik vanmorgen bij de bushalte spijt had van mijn keuze om vandaag te gaan lopen (wat voelde ik me beroerd) ben ik achteraf toch heel erg blij dat we vandaag hebben gelopen. Precies een mooie afstand voor mijn algehele lichamelijke gesteldheid… Ook al was het wel een beetje een saaie etappe, we hebben weer genoeg gezien. De rand van Rotterdam was gelukkig goed te doen, ook al hou je wel het gevoel om in een stad te lopen. Het was fijn om weer eens te lopen en we konden vandaag ook eens goed zien hoe onze nieuwe auto op de snelweg zou bevallen ( ja, ja, onze Fiat Punto hebben we ingeruild voor een mooie Ford Focus). Al met al was het geen spectaculaire maar wel een mooie dag.

 

 

Zondag 15 maart 2009 Lammetjes!

Zoetermeer – Alphen aan den Rijn, ± 24 km

Zonnig, later bewolkt, droog met soms frisse wind, 6 – 11 °C

 

De wekker ging vanmorgen weer belachelijk vroeg en met lichte tegenzin stonden we op. Tussen alle dingen door (zoals broodjes afbakken en klaar maken, tas in pakken, beesten eten geven etc.) konden we via een webcam van “Beleef de Lente” mee kijken naar een slechtvalk die een ei legde. Toch heel bijzonder om op zondagochtend iets na vijven getuige te mogen zijn, als één van de weinige kijkers op dat vroege tijdstip. De dag kon nu al niet meer stuk, en we waren nog niet eens weg!

Om 5.55 uur reden we weg. Nadat we de snelweg weer hadden verlaten en we op de autoweg N11 reden snapten we niet meer hoe we moesten rijden. Volgens de beschrijving hadden we naar links gemoeten maar er kwam maar geen links. We draaiden om en kwamen later tot de conclusie dat we daarvoor toch goed zaten. Weer keren dus en terug maar weer. Uiteindelijk reden we het weggetje op waar we later op de dag zouden lopen. Iets verderop parkeerden we de auto op een stukje gras.

Om 7.00 uur begonnen we met de wandeling. Doordat vandaag het broedseizoen in was gegaan konden we het eerste stukje niet de officiële route volgen. Hoe we nu liepen was echter ook niet verkeerd. Het was al licht en de vogeltjes in het moerasbosje waar we langs kwamen zongen vrolijk de lenteochtend tegemoet. Toen we het bosje achter ons hadden gelaten veranderde het gezang naar de geluiden van verschillende weidevogels. Grutto’s, tureluurs, kieviten en scholeksters lieten goed van zich horen. Een geluid dat me altijd aan de lente doet denken, dat me een nostalgisch gevoel geeft naar de tijd dat er in de Eempolder aan de Soester kant nog veel weidevogels hun nest maakten. Ik zou uren kunnen luisteren naar de klagende geluiden en kijken naar de prachtige baltsvluchten van de kieviten. Het ge-tuut-tuut van de tureluurs en de grutto’s die telkens hun eigen naam roepen, dat is het voorjaar!

Over een grasdijk liepen we langs de Oostvaart richting de molen ‘Blauwe Wip’, een wipmolen uit de 18e eeuw die de Polder Westgeer bemaalde. Een nijlgans stond op het bouwvallige huisje naast de molen, een torenvalkje zocht een plekje op één van de wieken. Ook kauwtjes en spreeuwen hadden hier een rustplek. We liepen verder en kwamen weer op de officiële route. We konden aan het ons omringende landschap goed zien dat er veel hoogteverschil was: de brede vaarten lagen veel hoger dan de polders. Over een smal pad met veel elzen liepen we door het veenachtige gebied. Aan de overkant van het water stond de Rietveldse molen, een grondzeiler uit 1648. Deze achtkante molen bemaalde tot 1966 de Rietveldse polder.

We kwamen bij café Klein Giethoorn dat er uitgestorven bij stond. “Gesloten tot Pasen”. We zochten de route over het lege terras en het achtergelegen erf en liepen al snel weer langs een brede vaart. Wel weer over asfalt helaas. We kwamen langs heel veel bedrijven die buxus kweekten, soms nog iets anders er bij, maar vooral heel veel buxus. Langs de weg stond voor aan een erf een oude piano. Of misschien was hij nog wel niet zo oud maar zag hij er gewoon zo uit… Het witte fineer van de toetsen was deels los geraakt en daardoor omhoog gekruld. Zonde… maar het zag er wel mooi uit!

We zagen hier veel zwanen in de landen en sloten. Sommige zwanen waren nog vrijgezel, andere waren al druk bezig om te laten zien dat we in hun territorium kwamen. De route bracht ons over een ‘houthakkade’ waar we op de venige grond een lekker zacht pad onder onze voeten hadden. Naast zwanen zagen we ook steeds meer ganzen en grote groepen smienten. Soms hoorden we de smienten voordat we ze zagen, ze waren echt overal.

De rand van Alphen aan den Rijn kwam in zicht. Boven ons, in de strak blauwe voorjaarslucht, kwamen met forse regelmaat vliegtuigen vrij laag over gevlogen. We liepen echt op één of andere startroute, we kregen bijna het idee dat we bij Aalsmeer liepen. Niet echt lekker rustig wonen hier in ieder geval… Over een smal schelpenpad liepen we richting Alphen waar we op de trein zouden stappen. Hier waren twee zwanen al ver gevorderd met het maken van hun nest; terwijl ze op hun nest zaten haalden ze rondom materiaal weg wat ze vakkundig in hun nest verwerkten.

Ik had gehoopt om op station Alphen aan den Rijn een lekker vers broodje te kunnen kopen, en eventueel een tijdschrift voor tijdens de pauze. Het viel tegen: bij het station zaten een bloemenwinkel, een fietsenzaak en een kiosk. Geen van de zaakjes was open. We namen plaats op een bankje op het station, achter ons scheen de nog laagstaande zon. We aten een broodje dat we thuis hadden klaar gemaakt. Om 9.00 uur zagen we iemand lopen met een koffiebeker van de kiosk. Hmm, hij was nu dus wel open. Iets te eten hoefden we niet meer maar misschien hadden ze er ook wel tijdschriften. Het was immers een kiosk toch? Helaas, geen tijdschrift te bekennen. Na nog even wachten kwam de trein die ons naar station Leiden-Lammenschans bracht. Hier stapten we uit de trein en gingen op zoek naar de bushalte. We waren hier al eens eerder geweest, dat konden we ons nog wel herinneren. De grasperken waren prachtig gekleurd met krokussen, echt geweldig! De halte waar een bus stond te wachten bleek niet de halte waar wij moesten zijn. We hadden het gevoel dat dit de vorige keer ook zo was. Nadat we om ons heen keken zagen we nog een paar bushaltes. We staken een weg over en kwamen aan bij de juiste halte. Een paar minuten later kwam bus 32 die ons naar de rand van Zoetermeer zou brengen. Nadat de bus ergens een verplicht rondje over een parkeerterrein van één of ander bedrijf had gemaakt (heel apart weer) stapten we bij de juiste bushalte uit, een heel klein stukje van de route af. Voordat we verder gingen met de route kochten we bij een benzinestation eerst een paar tijdschriften (voor de pauze die mogelijk door het lekkere weer wel eens langer zou kunnen duren dan de afgelopen tijd). De vrouw achter de kassa informeerde vriendelijk of we gingen lopen. Ze vertelde daarna dat het hier zo’n mooi gebied was, of we al een daar en daar waren geweest. We zeiden dat we geen idee hadden maar dat we laatst wel over het terrein bij de skischans hadden gelopen. Dat bleek precies één van de gebieden te zijn waar ze het over had, ze woonde er vlak bij en ging er vaak met de hond lopen. Een volgende klant kwam binnen waardoor wij de gelegenheid kregen het gesprek af te kappen en verder te gaan met onze wandeling.

Over een geasfalteerde dijk, later grasdijk, liepen we gelijk weg van de stad Zoetermeer. We passeerden meerdere hamerhekken, hekken die je naar één kant naar beneden kan duwen, en liepen over graskades waar een enkel schaap liep. Het aantal ganzen, eenden en andere watervogels zorgde dat we genoeg te zien hadden. De route bracht ons nu door een soort van park langs de Zoetermeerse Plas. Er waren veel mensen op de been om van het mooie weer te genieten. Het zonnetje scheen heerlijk, het voelde echt als voorjaar. De route leidde ons door een drassig weiland een moerassig bos in. Over snipper- en knuppelpaden liepen we door het bos.

Bij een parkeerplaats raakten we de route even kwijt. Er stond wel markering maar even later hadden we toch het idee dat we niet goed gingen. We hadden eigenlijk het gevoel dat we weer terug liepen… Hmmm. We besloten om te draaien en bij de parkeerplaats weer verder te zien. Helaas was het bij de parkeerplaats hartstikke druk, er stond zelfs een jochie ‘het verkeer te regelen’. Het bleek dat de boerderij ’t Geertje een lammetjesdag had waardoor het zo belachelijk druk was. Bijkomend voordeel voor ons was dat normaal gesproken het hek, voor de officiële route, op zondag voor 12.00 uur niet open is (en je dan over de asfaltweg verder moet lopen) maar door deze feestelijke dag wel voor twaalven toegankelijk was! Een ooievaar zat op haar nest. We liepen over het drukke erf en doken even een stal in waar tientallen geiten hun onderdak hadden. Net zoveel mensen waren aanwezig om de lammetjes van de geiten te bewonderen. De kleinste kinderen konden de kleinste lammetjes een flesje melk geven. Tegen betaling natuurlijk, dat wel. Meerdere geitenlammetjes waren al uit de stal ontsnapt en liepen tussen alle mensen door vrolijk over het erf. Ook de scootmobiel van één van de bezoekers was geliefd; een klein geitje vond het een prachtige plek om te staan, hij kroop tussen de benen van de man en had een geweldig plekje! In de boerderijwinkel kochten we een stuk kaas en een fles drank voor Roel (Spraakwater voor Sterke Paardenverhalen). Ook hier kwam een jong geitje de winkel binnen, zeer nieuwsgierig!

We lieten de gezellige drukte achter ons en liepen verder over de grasdijk langs het water. Niet veel verder besloten we om een pauze te nemen. We zaten aan de rand van de waterplas Noord-Aa en waren getuige van een korte balts van twee futen. Voor ons zagen we een front met wolken op ons af komen. Na een klein uurtje heerlijk in de zon pauze te hebben gehouden bereikte het wolkendek ons en iets later verdween ook de zon. Vanaf nu zouden we een wolkendek boven ons hebben in plaats van de stralend blauwe lucht die ons de gehele ochtend had vergezeld. Het kon ons niet deren, we hadden een heerlijke ochtend achter de rug!

Na deze heerlijke lente-pauze gingen we verder met de laatste 9 kilometer. De route bracht ons door het dorp Weipoort met veel mooie, oude boerderijen. Het land aan onze rechterhand lag een stuk hoger dan het land aan onze linkerhand. Aan het eind van het lintdorp kwamen we langs het museum de Bommelzolder met allerlei spullen van Olie B. Bommel. Niet lang daarna waren we echter weer volledig in de natuur. De weilanden om ons heen zagen soms zwart van alle smienten, maar ook groepen met grutto’s en scholeksters hebben we gezien. Ook zagen we twee mannen die in volledig visserstenue, aan de oprit van een boerderij, druk bezig waren om al ‘vliegvissend’ een vis aan de haak te krijgen. Spectaculair beeld op een niet-spectaculaire plek… Eerlijk gezegd: het zag er niet uit!!!

Over een smal maar toch redelijk druk bereden asfaltweggetje kwamen we steeds dichter bij de rand van Hazerswoude-Dorp. In de verte zagen we de hoogbouw van Alphen aan den Rijn. Langs de molen “Rode Wip” liepen we hetzelfde asfaltweggetje op als waar we vanmorgen met de auto hadden gereden. Het zou niet lang meer duren voor we de auto zouden zien. Eer het zover was kwamen we eerst nog langs een paar zwarte schapen lammetjes, zo schattig! Om 14.00 uur kwamen we aan bij de auto, de wandeling was weer voorbij.

Al met al was het vandaag de dag van de lammetjes, of het nu schapen of geiten waren. De lente heeft haar intrede gedaan, dat moge na vandaag duidelijk zijn.

Het was een heerlijke voorjaarsdag om te lopen en omgeving met de daarin voorkomende flora en fauna was weer geweldig! Soms waren we één met de natuur, soms met veel mensen om ons heen en daarna weer één met de natuur. Het was genieten, het voorjaar is begonnen!!!

 

 

Zaterdag 9 mei 2009 Verboden toegang?

Stolwijk – Rotterdam Alexander, 28,8 km

Zonnig met wat wolkjes en wind, 8 – 19 °C

 

Vanmorgen reden we rond 6.00 uur de straat uit, op naar Rotterdam. Voor vandaag hadden we een etappe van het Groene Hartpad gekozen, mede omdat er in het zuid-oosten (Limburg, Pelgrimspad dus) een enkele bui werd voorspeld. We wilden liever zon dan een regenbui en hadden gegokt op Zuid-Holland, het Groene Hartpad.

Rond 6.45 uur parkeerden we de auto vlak langs de route. Vanaf hier moesten we een stukje lopen naar NS Rotterdam Alexander. We konden dit zowel te voet als per metro bereiken maar aangezien de metro in Rotterdam een OV- chipkaart behoeft gingen we liever te voet, een OV-chipkaart hebben we namelijk nog niet.

We waren mooi op tijd voor de trein naar Gouda. Op station Gouda moesten we nog zo’n 20 minuten wachten voordat de bus naar Stolwijk zou komen.

Een vriendelijke chauffeur zette ons rond 8.15 uur een stukje buiten Stolwijk af, we konden beginnen met de wandeling. Ik had nog tegen Remco gezegd dat we vandaag op Visdiefjes moesten letten (het is het jaar van de visdiefjes namelijk) en op het moment dat we de bus uit stapten zagen we er gelijk eentje vliegen.

De route stak hier de provinciale weg over naar Kooiwijk toe. We zagen echter nergens markering en ook geen straatnaambordjes waarvan we bevestiging zouden kunnen krijgen dat we op de juiste route liepen. Het kon echter niet anders dan dat we het doodlopende weggetje in moesten. Na even twijfelen besloten we dat dus maar te doen. Het smalle en rustige asfaltweggetje bracht ons langs verschillende huizen, boerenzwaluwtjes vlogen om ons heen, twee aalscholvers zwommen in de sloot, op zoek naar vis. Een hondje stond ons verderop al blaffend op te wachten alsof hij zeggen wilde “Ho, dit is mijn terrein, weg wezen jullie!”. Nadat het baasje erbij was gekomen wilde het hondje wel even aan onze handen snuffelen maar toen we weer verder liepen bleef hij achter ons aan lopen. Uiteindelijk gaf hij het op, waarschijnlijk waren we ‘zijn land’ gepasseerd.

Ondanks een lichte sluierbewolking scheen het zonnetje regelmatig en was de temperatuur lekker. Een fuut zwom in de vijver en tussen zijn vleugels zaten minimaal 2 jonge fuutjes verstopt, alleen hun koppies staken naar buiten. Het asfaltweggetje werd onverhard en we lieten de huizen achter ons. We zagen verschillende soorten ganzen in de weilanden en in de verte stond een zilverreiger. Een bergeend vloog op.

Volgens de routebeschrijving moesten we na zo’n 2,5 km een graspad naar rechts in slaan. Een paar puttertjes vlogen van els naar els. We kwamen wel bij een soort van graspad maar op het (openstaande) hek stond dat het verboden toegang was. Ik vergeleek het kaartje met de omgeving en dacht dat we toch echt bij het juiste pad stonden… Maar dat “verboden toegang” was vreemd. Ook had ik op internet wel een routewijziging gezien maar deze stond alleen beschreven vanaf de andere kant en ik kon hem niet echt plaatsen. We besloten nog even door te lopen om te kijken of er niet een ander graspad was maar helaas. Heel vervelend, wat moesten we nu? Het verbodsbord negeren of het hele stuk naar de bushalte weer terug lopen (en dan???)? Dat laatste zagen we echt niet zitten dus trokken we de stoute schoenen aan en liepen het graspad op. We hoopten geen boze boer tegen te komen of één of andere versperring zodat we alsnog om zouden moeten draaien. Terwijl we het pad af liepen vroegen we ons af waarom je daar niet zou mogen lopen, nergens stond een huis of kwamen we over een erf. Geen idee waarom men wandelaars wil weren van dat pad… We naderden het eind van het pad en de huizen van Benedenheul. Geen boze boer, geen versperring, het was gelukt. Hier zagen we dat de routemarkering inderdaad niet meer over het graspad ging maar verder langs de asfaltweg door Benedenheul. Nu snapten we ook waarom we aan het begin bij de bushalte geen markering hadden gezien: de route liep daar helemaal niet meer! We waren blij dat we van niets hadden geweten; nu hadden we immers over een leuke en rustige weg gelopen en een mooi graspad terwijl we anders alleen maar over deze smalle en drukke asfaltweg hadden moeten lopen.

Vanaf hier liepen we zo’n 2 km over het weggetje en hadden genoeg te zien in de sloten. Overal zaten meerkoeten en futen op hun nest, soms al met jongen, we zagen weer twee visdiefjes en ook eenden met al hun pulletjes. Vlak voor de rand van Berkenwoude verlieten we de mooie boerderijen van Benedenheul en sloegen de Elzerkade op. Aan het begin van dit graspad namen we een korte pauze op een bankje. Nadat we rustig een broodje hadden gegeten liepen we de graskade op. Een smal paadje liep door het hoge gras met fluitenkruid, boterbloemen, brandnetels en nog veel meer bermbloemen. Er kwamen grote wolken stuifmeel uit het gras als we er langs liepen. Op onze broekspijpen zaten gele vlekken. Er vloog een geaderd witje (vlinder) en we zagen vreemde insecten zitten. Eerst leek het wel een spinnetje, maar dan met vleugels, maar later dachten we dat het misschien een soort coconnen waren waar de geelbruine vliegen, die we overal zagen, uit kwamen. Op dit moment weten we nog steeds niet wat het waren.

Een stukje verderop begonnen er twee Grutto’s naar ons te schreeuwen, ergens in het land naast ons hadden ze een nest en waren het er niet mee eens dat we over het pad liepen. Op het moment dat de rust terug keerde omdat we blijkbaar ver genoeg van hun nest waren, kwamen de volgende twee Grutto’s die ons daar niet wilden hebben. We volgden de graskade tussen alle bloeiende planten door en kwamen uiteindelijk bij een paar huizen. In een weiland stonden een stuk of 10 ezels gezellig te grazen. Voor een huis zat een Casarca (gans) naar ons te blaten. Al snel waren we de huizen gepasseerd en liepen weer op een half verhard pad met bermen vol fluitenkruid. Het brede pad werd al snel een smal paadje met rijkbegroeide bermen met veel struiken. We zagen twee soorten rupsen, allebei met veel haren. De ene soort zat op brandnetels en de tweede soort zat op een struik en was zwart met een oranje streep over de rug en witte vlekken (waarschijnlijk rupsen van de donsvlinder) aan de zijkant. Het paadje kwam uiteindelijk uit bij het water van de Berkenwoudsche Lage Boezem. Over de brede grasdijk liepen we richting Ouderkerk a/d IJssel. Verderop zaten twee zwanen midden op de dijk, we hoopten dat ze daar geen nest hadden en wij daarmee een probleem. Langs broedende zwanen kom je niet zo makkelijk… Gelukkig zaten de zwanen daar blijkbaar alleen maar een beetje te zonnen want het duurde niet lang voor ze de kade voor de sloot verruilden. Vanuit de sloot liet het mannetje met opgezette vleugels weten dat hij zijn vrouw indien nodig zou beschermen. Iets verderop werd ons pad versperd door 4 koeien die niet echt van plan leken om voor ons opzij te gaan. Het leek erop dat we ons tussen de koeien door zouden moeten wagen, en dan zijn ze opeens heel groot! Voorzichtig liep ik voor de eerste koe langs, dat vond ze niet echt leuk en een beetje paniekerig liep ze een stukje weg. Nog drie koeien te gaan. Toen Remco bij me stond en we richting de drie dames liepen, liepen ze snel weg van ons. Zo, ook deze versperring hadden we weer gered.

We kwamen uit bij de restanten van een molen waar we een korte pauze hielden. Hier hadden we tijdens het Oeverloperpad ook al eens een korte stop gehouden. Er kwamen mensen met honden langs en blij doken de honden in het water van de vaart. Het was er behoorlijk druk met wandelaars en fietsers. Over de asfaltweg gingen we ‘terug’; aan de andere kant van het water hadden we voor de pauze gelopen, moesten we nu een paar honderd meter terug. We sloegen een smal asfaltweggetje in en kwamen langs wat boerderijen. Ook hier vlogen weer veel zwaluwtjes rond, zagen we een paar visdiefjes en zwom er van alles in het water. Een eenzaam puttertje vloog vanaf een hek naar een pol met pluizende paardenbloemen. Bijna als een kolibri bleef hij vlak boven het pluis fladderen om zich uiteindelijk op een bloem te laten zakken. Het was een schitterend gezicht!

Over een paadje liepen we achter de bebouwde kom van Ouderkerk a/d IJssel langs en kwamen om 12.20 uur aan bij het voetveer naar de andere kant van de IJssel. Helaas had de schipper pauze tot 13.00 uur en moesten we dus nog even wachten. Een verplichte pauze terwijl we aan de overkant een leuke picknickplek hoopten te vinden. We hadden geen keus dan te wachten en namen plaats op een bankje aan de kade. Het zonnetje verwarmde onze ruggen, zo erg was het dus niet. Er was een deel van de boeg van een schip in de kade gemetseld, heel apart. Boven ons vlogen tientallen gierzwaluwen, prachtig. Een bootje kwam aangevaren en legde aan bij een schip. Ik vroeg me af hoe ze aan wal dachten te komen want tussen het eerste schip en de kade zat een gapend gat. Daar kwam de man even later zelf ook achter en riep naar ons of we wisten waar de Lagestraat was. We zeiden dat we niet bekend waren in Ouderkerk en wensten hem succes. Verderop ging hij een nieuwe poging wagen.

Voor € 0,70 p.p. konden we naar de overkant waar we om iets over enen werden afgezet. We klommen bij Nieuwerkerk a/d IJssel de dijk op en liepen richting Capelle. Vanaf de hoge dijk hadden we een mooi zicht over het gebied waar we doorheen zouden gaan lopen en hopelijk een mooi plekje voor de pauze konden vinden. In een watertje zagen we twee witte vogels: een zwaan en een lepelaar. De lepelaar was aan het fourageren en liep met zijn snavel in het water terwijl hij zijn kop heen en weer bewoog. Een koekoek riep in de verte zijn naam en we hoorden en zagen een fazant. Vlak voor Capelle a/d IJssel liepen we het natuurgebied Hitland in, een bloemrijk dras-plasland waar knuppelpaden door het riet lopen. Boven een grote plas vlogen twee visdiefjes, vlindertjes vlogen boven het riet en de bermbloemen. We hoorden de koekoek steeds dichter bij komen en kwamen bij het bosje waar de koekoek zat. Het was een geschikte plek voor een pauze dus legden we onze kleden neer in het hoge gras. We zaten heerlijk in de zon met voor ons hoog gras en een brede sloot, en achter ons een bosje. De vogeltjes floten en pruttelden, vlindertjes en andere insecten vlogen voorbij en vanaf het water kwamen er geluiden van meerkoeten en andere watervogels tot ons. De wind liet het gras en de bladeren van de bomen en struiken ruisen, het was zalig. Remco zag op een bramenstruik twee lieveheersbeestjes paren wat weer mooie foto’s opleverde. Er vloog een grote vogel over, hoog in de lucht. Behoorlijk snel verdween de vogel weer uit zicht, zonder ook maar één keer met zijn vleugels te hebben geslagen. Rond de fel schijnende zon was een halo te zien, een soort van ronde regenboog, een mooi gezicht. Een fazant liep luid roepend over het pad vlak bij onze picknickplek.

Na een hapje en een drankje gingen we iets voor drieën weer op pad. Een visdiefje nam een duik in het water om er zonder buit weer uit te komen. We volgden een asfaltfietspad langs een golfbaan en kwamen weer bij de rand van Capelle a/d IJssel. De route liep een klein stukje langs een provinciale weg, bij de eerste rotonde moesten we oversteken. Zoals wel vaker was de rotonde ‘leuk’ aangekleed, dit maal met een stukje treinspoor en spoorbomen. Ik wachtte tot er niet meer zo veel auto’s reden en maakte een foto van de rotonde. Op het moment dat we weer verder wilden lopen werden we aangesproken door een man op een fiets. Hij vroeg of ik wist wat ik had gefotografeerd. Nou ja, een rotonde met een stukje spoor, een stukje historie waarschijnlijk, maar verder? Hij legde uit dat er vroeger vanaf de havens een spoor liep naar Gouda en verder en dat ze een restant van die spoorlijn hadden gebruikt voor de rotonde. Hij betwijfelde of het spoor ook precies op deze plaats had gelegen. Ons maakte het niet uit, deze onverwachte uitleg was al erg leuk.

Vanaf nu liepen we langs de rand van het Schollebos, een parkachtig bos, naar Rotterdam. Veel honden namen hier een duik in de vijvers, ze vonden het heerlijk. We kwamen ook 2x een hond tegen die allebei vonden dat we daar niet mochten lopen. Wat was dat toch vandaag?!

Het laatste stukje liepen we langs huizen en flats naar de auto, waar we om 16.15 uur aan kwamen. We waren moe maar hadden een heerlijke dag achter de rug. Zo’n drie kwartier later waren we thuis en konden we de foto’s en video gaan bekijken terwijl we bij kwamen van deze lekkere wandeling.

 

 

Zaterdag 27 juni 2009 Broeierig dagje

Woerden – IJsselstein, 22,5 km

Bewolkt, warm en benauwd, 16-23 °C

 

Door een heerlijke vakantie in Noorwegen was het al even geleden dat we een lange afstand hadden gelopen. We kozen daarom een niet al te lange wandeling voor vandaag, we moesten eerst weer even in komen. Het zou vandaag warm worden met in de loop van de ochtend vanuit het zuiden kans op hevige onweersbuien, met hagel. Misschien moesten we maar niet gaan lopen… Maar het was al zo lang geleden, we wilden echt, dan maar regen, hagel en onweer. Wel wilden we zo vroeg mogelijk gaan lopen zodat we misschien de buien voor zouden blijven.

Het wilde gisteravond maar niet lukken om in slaap te vallen, het was veel te warm en benauwd. Daarna werd ik rond 2.00 uur wakker en moest acuut naar de plee: diarree… Na deze heerlijke nachtrust ging de wekker om 3.30 uur, pfffffffffff. Het lukte me dan ook echt niet om gelijk op te staan, ik voelde me nog slap. Uiteindelijk gingen we om iets voor half zes weg. Het was nog steeds benauwd, en zo’n 16 °C.

Om 6.00 uur begonnen we aan de wandeling. We hadden de auto aan de rand van Montfoort geparkeerd (waar een aalscholver met zijn vleugels wijd aan het drogen was) en liepen vanaf daar direct de polders in over een oude tiendweg. Het half verharde pad werd al snel een graspad. Vlak boven het land hing mist. De zon was al op, een mooie gouden bol. Vanuit de dikke deken van mist verscheen een grote groep koeien, prachtig! In de weilanden om ons heen liepen veel hazen, sommigen achter elkaar aan rennend. Een zwaan bewaakte blazend zijn territorium. Aan het eind van de tiendweg gekomen was de mist bijna verdwenen en liep het zweet van ons af. Wat was het benauwd!

We bereikten het buurtschap Knollemanshoek. Deze kleine verzameling huisjes verlieten we bijna gelijk weer over een fietspad over de Zuid IJsseldijk. In de verte zagen we de kerk en zendmast van IJsselstein liggen. Langs het pad groeide akkerwinde. Een katje zat in een weiland en begon vanuit de verte naar ons te miauwen. Toen we stil bleven staan en de kat riepen kwam deze vrolijk aan gelopen om even een aai te halen. Een grauwe vliegenvanger zat boven in een struik, een distelvlinder vloog een stukje met ons mee.

Rond half acht kwamen we aan de rand van IJsselstein. De lucht was intussen dicht getrokken door een dik wolkendek, alles voelde plakkerig en de warmte hing als een deken om ons heen. Via een voetbrug staken we de Hollandsche IJssel over en liepen verder langs het water en een sportpark. Ik vond het wel een beetje vreemd dat ze het in de routebeschrijving over een jaagpad hadden terwijl wij meer door een park liepen met tussen ons en het water een paar struiken. Niet echt een jaagpad dus. Later snapten we er helemaal niets meer van: volgens de tekst moesten we onder een viaduct door en daarna het jaagpad weer vervolgen. Onder het viaduct door ging nog wel maar het vervolg van het jaagpad of markering zagen we niet. We kwamen uit bij een trap omhoog, half overwoekerd door onkruid. Boven op de brug bleek dat de route aan de andere kant van de IJssel liep… Gelukkig konden we aan de andere kant van de brug naar beneden en liepen we weer op de juiste route. De markering was niet duidelijk aanwezig maar door goed op het kaartje te kijken bleven we op het juiste pad. Hier werd het tenminste een echt jaagpad, tussen het water en huizen door. Er was hier geld genoeg; allemaal mooie tuinen en tuinmeubilair, bootje ‘voor de deur’.

IJsselstein bleek een vestingstadje met kasteel en gracht te zijn. OK, van het kasteel was niet veel meer over dan een vierkante toren, maar de stadsgracht was nog mooi intact. We liepen de vesting door en kwamen weer in het nieuwere gedeelte terecht. Een klein stukje verderop, iets buiten de bebouwde kom, zochten we de bushalte op om richting Woerden te gaan. Terwijl we naar de juiste halte liepen kwam er een bus aan. Hij was wel een beetje vroeg… We renden naar de halte maar het bleek een andere bus te zijn. Bij de halte koelden we een beetje af en na een paar minuten wachten kwam om 8.30 uur de bus die ons naar Utrecht bracht. Vanaf het Jaarbeursplein liepen we door Hoog Catharijne naar de treinen. We kochten een kaartje en stapten in de trein naar Woerden.

 

Om 9.20 uur liepen we Woerden in, nog niet de wandelroute maar even op zoek naar de streekmarkt. Overal zagen we mensen bezig met kramen en karren, maar allemaal niet van de markt. Het bleek dat er vandaag straattheater was. Jammer dat het nog te vroeg was. Bij ‘het arsenaal’ vonden we de kraampjes van de streekmarkt waar we een lekker stukje walnoten-fenegriekkaas kochten. De verkoopster (en waarschijnlijk de kaasproducerende boerin) vroeg waar we woonden en waar we nu naar toe gingen.

We liepen terug naar het station, de stationshal in, trap op en trap af (in de hal was het nog benauwder dan buiten), en via het Stationsplein Zuid verder naar de rand van Woerden. Even snapten we niet of we nog op de route liepen maar later bleek alles nog goed te gaan. We liepen onder de A12 door en keken vanaf hier uit naar een pauzeplekje. Niet dat we er heel erg aan toe waren, maar de lucht was zo betrokken dat we niet het risico wilden nemen om in een plensbui pauze te moeten houden.

De route bracht ons langs de boerderijen van de Wulvershorst en over landgoed Linschoten. De route liep hier even samen met het Floris V-pad. Bij een boerderij stond een stoeltje met een doosje kruisbessen en een bordje ‘boerderijwinkel’. We zagen nergens een potje of zo waar we het geld voor de kruisbessen in zouden kunnen doen dus gingen we op zoek naar de boerderijwinkel. Nergens een bordje of iets waaruit bleek dat er ergens een winkeltje was. We zochten ook aan de andere kant en liepen weer terug, maar nee, we zagen niets. In de tuin bleek een oudere man zijn krantje te lezen. Toen we hem aan sproken zei hij niets maar er kwam een jongere vrouw naar buiten die zei dat we aan de andere kant van de boerderij moesten zijn, bij de 1e groene deur. De kruisbessen werden in een papieren zakje gedaan met een plastic draagtasje. Lekker voor onderweg!

Het pauzeplekje liet even op zich wachten maar aan de andere kant van het riviertje de Korte Linschoten zagen we een picknickbank staan. We namen een pauze van ongeveer een half uur. De schapen in het naast gelegen landje kwamen even een kijkje bij ons nemen en graasden daarna weer rustig door. We hoorden rare geluiden van vogels, uiteindelijk besloten we dat het een reigerkolonie moest zijn. Aan de andere kant van het bruggetje stopte een autootje waar 3 meiden en 2 jongens uit stapten. Eén van de meiden begon foto’s te maken van een jongen en een meisje samen. Eerst dacht ik dat het een soort van vakantieliefde was (er werd namelijk zowel Engels als Nederlands gesproken) maar toen hoorde ik de fotografe zeggen dat ze moesten onthouden dat het om de Kunst, de artistiek ging.

Toen we afgekoeld en uitgerust waren gingen we weer verder op pad. We staken de Korte Linschoten weer over en volgden het pad aan de andere kant van de oever. We passeerden Huis te Linschoten. In het water zagen we een grote school vissen zwemmen. Het was nog steeds erg benauwd en er stond geen zuchtje wind. Een verkoelend regenbuitje zou zo erg nog niet zijn geweest… Maar het bleef droog.

We liepen door het oude dorpje heen en kwamen uit op de Cattenbroekerdijk langs de Montfoortse Vaart. Ik had verwacht dat dit ook een graskade zou zijn maar helaas was het een asfaltweggetje. Gelukkig niet al te druk. Een reiger zat mooi te doen op een hek. Daarachter lag Montfoort. In een weiland met schapen kwam opeens actie toen de boer er aan kwam. Ze liepen luid blatend richting de boer, geweldig! Na een paar kilometer asfalt staken we de Hollandsche IJssel weer over en kwamen uit in Montfoort. We liepen door de stadspoort en nadat we langs een sportpark waren gelopen raakten we de route kwijt. Nergens markering, slecht routebeschrijving, geen straatnaambordjes waar we wat aan hadden. Uiteindelijk dacht ik te snappen waar we waren en vonden we inderdaad de route terug. Een klein stukje verderop stond onze auto, waar we om iets voor half twee aan kwamen. Tijdens het rijden koelden we lekker af door de wind die door de ramen kwam, eindelijk een beetje wind!

Het was een erg warme, benauwde en klamme dag, waarbij we een jas van warmte om ons heen droegen. Gelukkig hebben we geen regen of onweer gehad.

 

 

Zaterdag 19 september 2009 Kaai

Stolwijk – IJsselstein, 27 km

Heiig, benauwd, deels zon, deels wolken, 11-25 °C

 

Na een heerlijke vakantie waren we hard toe aan onze verslaving: lopen. Tijdens de vakantie hadden we 1 wandeling gelopen, niet echt veel, maar wel lekker. We wilden nu in ieder geval weer een etappe in Nederland lopen en gelukkig beloofde de weersverwachting een prachtige nazomerzaterdag. Omdat mijn zuster de sleutel van haar flat had gekregen waren we afgelopen week bezig met klussen, naast ons gewone werk, en eerlijk gezegd, we waren best moe. Daarom hadden we ook besloten dat we ‘uit mochten slapen’ op deze wandeldag: om 6.30 uur moesten we zo’n beetje uit bed (maar morgen hopen we echt uit te slapen!).

Over de provinciale weg reden we langs Den Dolder richting de snelweg bij Utrecht. Een klein stukje voor de snelweg remde de vrachtwagenchauffeur voor ons af, er bleek een reebok langs de weg te staan. We konden zo snel geen foto maken, maar het beeld is in onze hersens geprint: Een kleine reebok in de mist, zo mooi! Een goed begin van de dag! De zon stond laag aan de hemel maar kroop snel omhoog. Na een half uurtje kwamen we bij tramstation Eiteren in IJsselstein waar we de auto parkeerden. We hadden nog een kleine 10 minuten voor de tram zou komen. Na twee haltes konden we al weer uit stappen om hier bus 195 richting Rotterdam te nemen. Onze 2e en laatste overstap zou in Ammerstol zijn, maar die bussen sloten precies op elkaar aan. Wel handig dus om even te melden dat we wilden overstappen, anders zouden we misschien nog een uur moeten wachten. De chauffeur regelde het voor ons, en vlak voor bus 197 richting Gouda arriveerde waren wij uit de 195 gestapt. In principe zouden we binnen 10 minuten op de plaats van bestemming zijn, het begin van onze wandeling. Maar, er kwamen een stuk of 150 vrachtwagens tussen… Voorin de bus zat een meisje te kletsen tegen de buschauffeuse. We hadden al snel door dat ze verstandelijk beperkt was, en dat werd bevestigd doordat ze zei dat ze dit jaar niet met de vrachtwagens mee mocht. Vandaag was er een trucktocht voor ‘gehandicapten’, dan mogen ze mee in één van de vrachtwagens die aan de tocht mee doen. Prachtig natuurlijk, en het meisje raakte er dan ook niet over uitgepraat. Zoals gezegd hadden we nog geen 10 minuten in de bus hoeven te zitten, maar de colonne vrachtwagens gooide dat helemaal overhoop. Uiteindelijk kon de bus achter in de rij aansluiten en kwamen we pas om 8.55 aan bij het beginpunt van de wandeling van vandaag, bijna 20 minuten later dan had gemoeten. Maar ach, dat maakte niets uit, we konden gaan lopen!

 

We stapten uit langs de provinciale weg langs Stolwijk en gingen op pad. De vorige keer dat we hier waren liepen we de andere kant op, om er later achter te komen dat de route was gewijzigd. Eén of andere boer had blijkbaar zijn pad afgesloten dus de route liep nu door het dorp. Omdat we toen geen zin hadden om weer helemaal terug te lopen zijn we toch over het ‘verboden pad’ gegaan. Geen woeste stier of boer die ons de weg versperde, en een leukere route dan de omleiding.

 

We liepen over het smalle asfaltweggetje langs boerderijtjes, sloten en knotwilgen. De zon stond nog laag maar schitterde soms fel op het water, ondanks de heiige wereld om ons heen. We kwamen langs een boerderij waar een paar geiten en een varken met 3 of 4 biggetjes liepen, gezellig! De boerderijen hier waren regelmatig versierd met mooie steentjes, erg leuk. Over een kaarsrecht fietspad liepen we door de polder naar Vlist en zagen in de verte molen ‘De Bachtenaar’, een wipwatermolen uit 1714. De molen heeft tot 1946 gewerkt en kan in geval van nood nog steeds worden ingezet. Over een smal asfaltweggetje liepen we langs de huizen van Vlist. Bij één van de boerderijtjes stond een stoeltje met daarop een doos met tomaten, bonen, stoofperen en appels. Het blijft erg leuk dat mensen (ter goeder trouw) hun spulletjes langs de weg verkopen. Bij de oprit kroop een rups van een wapendrager (nachtuil). Remco zette de rups op de foto en blies een stofje weg. Meteen kwam de rups in ‘aanvalshouding’; hij gooide zijn achterlijf omhoog en bleef in die imponerende houding staan. Toch stoer van zo’n klein beestje!

Over een lang fietspad liepen we op de kerk van Polsbroek af. Vlak voor het dorp staken we de weg over en liepen een dijk op. Er hing een bord dat het een doodlopende wandelroute was. Doodlopend? Maar volgens de routebeschrijving moesten we hier toch zijn? Huh? Een stukje verderop zouden we linksaf een brug over moeten, we hadden water aan onze linker hand, dus dat was dan toch goed? Remco vroeg zich af of we niet op de andere oever moesten lopen. Toen ik eens goed keek zag ik dat daar aan de andere kant ook nog water liep. Na nog eens heel goed op het kaartje te hebben gekeken zag ik dat de route tussen 2 watertjes door ging. We moesten dus inderdaad op de andere oever lopen. We liepen terug en vervolgden de route aan de andere kant van het water. In de bocht van de dijk werden we aangeroepen door een man aan de andere kant van het water. Hij was op het erf bezig en had gezien dat we in eerste instantie verkeerd liepen. Hij zei dat we er anders pas een stuk verder achter zouden zijn gekomen dat het dood liep (maar ik denk dat hij ons wel had gewaarschuwd als  er zelf niet achter waren gekomen). Over een kade langs het water van de Kerkvliet liepen we verder richting het Cabauwse kerkpad. Tussen de bomen en struiken langs de kade hingen allemaal ragfijne draadjes van spinnen en spannerrupsjes. Tijdens het lopen bleven de draadjes aan ons hangen, kriebelen en kleven.

Na een bocht, waar de Voorwetering en de Kerkvliet samen komen, ging het pad verder over de Achterkade, deel van het Cabauwse kerkpad. De kades waren vernield door ratten (tijdens de wandeling 3 dode exemplaren gezien), soms lagen gangen bloot of zaten er scheuren en kuilen in de dijk. We moesten dus goed opletten waar we onze voeten neer zetten en vonden het dan ook niet erg dat er niet zoveel beestjes te zien waren. Een enkele rups, spin, vlinder of watervogel, meer was het niet.

Met een volgende bocht liepen we over een smal voetspoor naar het lint van bebouwing van Polsbroek en Polsbroekerdam. Bij café de Kwakel namen we plaats op het terras en vroegen om de kaart. Het was 11.20 uur, we hadden wel zin in iets. Maar de man keek ons verbaasd aan en zei dat er pas vanaf 12.00 uur lunch was. Nou, daar gingen we niet op wachten. We stonden op en liepen verder in de hoop dat het café aan het eind van het dorp wel open zou zijn. Voor we daar aan kwamen gingen we eerst even kijken bij een boerderij waar kalebassen werden verkocht. Er stond een grote stelling met allerlei kalebassen erin. Ook het erf en de tuin waren versierd met kalebassen, grote bergen maar ook leuk gedrapeerd. Het zag er uit als een klein feestje! In de tuin zat de zoon des huizes tussen de kleurige kalebassen te lezen. Voor prijzen riep hij zijn moeder erbij. Ik wilde graag een groen-gele kalebas hebben en een streng met groen-gele kalebasjes. We konden ze niet meenemen in de rugzak maar we konden ze gelukkig ’s middags op komen halen. Tevreden met deze herfstaankoop liepen we weer verder. Het café ‘Het Wapen van Benschop’ bleek helaas gesloten te zijn, het stond te koop. We hadden dus pech maar besloten om onze pauze te vervroegen. Nog een paar kilometer en we zouden weer op een graskade door natuurgebied Willeskop komen, daar zouden we vast wel een pauzeplekje kunnen vinden.

Over een volgend lang en recht fietspad kwamen we bij de rand van Willeskop, een natuurgebied wat in 2002 nog bestond uit weilanden en maïsvelden. Er zijn enorme hoeveelheden grond verwijderd waardoor er plassen en moerassen ontstonden. Ook werd op sommige plaatsen de bemeste bovenlaag verwijderd waardoor de grond armer werd. En juist op voedselarme grond groeien veel bijzondere planten. Flora en fauna doen het er goed. Op de plassen zagen we smienten, meerkoeten, zwanen, meeuwen, aalscholvers, kieviten en nog veel meer vogels. In de bermen vlogen veel bonte zandoogjes rond. We zagen ook een argusvlinder (die hadden we nog niet eerder gezien, leuk dus).

Een stukje verderop stond een bankje langs de rand van een plas. We maakten dankbaar gebruik van deze zitplek en genoten van het uitzicht. Een bruine kiekendief kwam over gevlogen, vissen sprongen uit het water. Op de zandbankjes aan de andere kant van de plas zaten veel vogels. Een aantal aalscholvers zaten lekker te zonnen, hun vleugels wijd uitgespreid. Onder het genot van een drankje en toastjes kwamen we een beetje bij. Het was er, op het geluid van vogels na, heerlijk stil. Na zo’n drie kwartier pakten we onze spullen weer bij elkaar en gingen verder.

We moesten nog zo’n 7 kilometer over de graskade lopen, achter Benschop langs. Weer veel plakdraadjes van spinnen en rupsen, soms plekken met veel brandnetels en ook hier weer enkele door ratten vernielde plekken. We ploeterden voort over de eindeloos lange graskade. We waren moe en hadden het warm. De dag was heiig begonnen en nog steeds was het vochtig warm. De zon brandde achter een dun wolkendek en brak soms door. Op de automatische piloot liepen we door en door af en toe stoppend bij één van de vele plukplaatsen (er waren heel wat vogels opgepeuzeld!), en hopend op het asfalt dat ergens voor ons lag te wachten. Van een vorige keer dat we hier hadden gelopen kon ik me herinneren dat er aan het begin van het asfalt een bankje stond, en ja hoor, toen we dan eindelijk de graskade verlieten stond er ééntje. Een echtpaar kwam net vanaf de andere kant aangelopen, ik was bang dat ze net voor onze neus op het bankje zouden gaan zitten en zette er dus nog even flink de pas in. Blij dat we onze voeten even rust konden geven lieten we ons op het bankje zakken. Het echtpaar kwam langs gelopen, een kip liep met ze mee. We zeiden elkaar gedag en ik zei wat over de kip. Ze zeiden dat ie niet van hun was, maar de kip dacht daar blijkbaar anders over want hij bleef achter ze aan lopen. Een paar stappen verder draaiden de mensen zich om en vroegen of dit pad helemaal doorliep. We vertelden dat je achter Benschop langs naar Polsbroekerdam kon lopen en lieten ze ook het kaartje zien. De man vertelde honderd uit over de ‘kaaien’ hier in de omgeving. Sommige waren mooi, andere waren ‘slecht’. Hij vroeg waar we woonden en toen we zeiden dat dat in Soest was reageerde hij enthousiast met “Oooo!”. Hij kon zich nog herinneren dat daar vroeger een spreukenhuisje had gestaan en dat hij dat als kind prachtig had gevonden. Hij bedacht zich ter plekke dat het misschien wel leuk was om met hun eigen schuur te doen, maar de vrouw vond dat niet zo’n goed plan, ‘dan moest ze er de hele dag tegen aan kijken’. De man reageerde daarop dat ie de spreuken dan aan de buitenkant zou bevestigen waarop zei weer antwoordde dat hij het dan beter aan de binnenkant kon doen.

Daarna raadde hij ons nog aan om op een bepaalde manier naar tramstation Eiteren te lopen, maar zijn vrouw zei dat we een route liepen. “nou ja,” vond de man, “dat maakt toch niet uit.” We waren moe en een kortere maar toch leuke route naar het eindpunt klonk wel aantrekkelijk. Maar, zoals de vrouw al had opgemerkt, “als je een route loopt wil je hem helemaal lopen”. Uiteindelijk vroeg de vrouw aan haar man of hij nu eindelijk mee verder ging zodat ze nog een stukje konden wandelen. Schouderophalend stopte de man met praten en al gedag zeggend draaiden ze zich om, de graskaai op. De kip liep vrolijk achter ze aan. Wij bleven grinnikend zitten om even later richting IJsselstein te lopen. Over het asfalt liep het minder vermoeiend dan over de kilometerslange, hobbelige graskade, ook al was de ondergrond een stuk harder. Over een fietspad liepen we onder een lange bomenrij langs een wijk van IJsselstein. Na de sportvelden (heel veel) sloegen we linksaf en bereikten de oude binnenstad. Het was er hartstikke druk, het leek wel of er iets te doen was. Aangezien we niets zagen hielden we het erop dat het gewoon een drukke zaterdagmiddag was. Bij een patatzaak haalden  we een broodje kroket die we al lopen door de winkelstraat op aten. Al snel verlieten we de binnenstad weer en liepen richting het jaagpad langs de Hollandsche IJssel. Toen zagen we waar de drukte vandaan kwam; er was één of andere braderie. Hartstikke leuk, maar niet nu… We waren moe en met die rugzakken is het nou ook niet echt handig. Daarnaast veel te veel mensen, niet echt iets om aan het eind van de wandeling te doen. Gelukkig ging de route niet door die straat maar boog juist ervoor naar rechts. Ergens kwam het me bekend voor, en toen we bij het jaagpad kwamen wist ik het zeker: hier hadden we al eerder gelopen. Sterker nog, toen waren we fout gelopen. We waren vanaf de andere kant gekomen en ergens was de route zo beschreven dat we aan de ‘verkeerde kant’ van het water liepen. Op zich was dat niet erg, totdat we bij het viaduct vast liepen. Gelukkig konden we over het viaduct naar de andere kant waar we even moesten zoeken naar de route. Nu stond er, om bij station Eiteren te komen, dat we na het viaduct naar rechts moesten, maar dat kon helemaal niet. Het moest naar links zijn, dat was ook op het kaartje te zien. Snel liepen we verder, blij dat we bijna bij de auto waren. Om 16.00 uur konden we onze rugzakken afgooien en onze schoenen uit trekken.

Nog even met de auto naar Polsbroekerdam om de kalebassen op te halen en daarna naar huis. Om iets over vijven kwamen we thuis, redelijk moe maar wel blij dat we hadden gelopen. Het was een deels saaie wandeling, maar wel door erg mooi gebied en met leuke momenten en waarnemingen. Nog 1 etappe en we hebben het Groene Hartpad gerond.