HOME

OVERZICHT

Links en tips CONTACT GASTENBOEK

Marskramerpad

FOTO'S

 

Zondag 30 december 2007 Vogels

Breukelen – Soest, ± 28 km

Bewolkt met enkele opklaringen, paar spatjes, 7 – 8 °C

 

Vanmorgen om 7.30 uur kwam Corry ons ophalen om ons bij station Breukelen af te zetten. Geweldig, daardoor konden we al om 8.00 uur gaan lopen i.p.v. om 9.00 uur omdat de trein vanuit Soest pas om acht uur gaat rijden. Omdat we naar huis zouden lopen hadden we onze eigen auto niet nodig. Het regende zachtjes, we hoopten dat het mee zou vallen. Deze etappe zouden we over de Scheendijk komen, een dijk waar we slechte herinneringen aan hebben: tijdens een etappe van het Waterliniepad waren we op een ander gedeelte van deze dijk volledig doorweekt geraakt door een wolkbreuk. Hopelijk ging het vandaag beter.

Toen we bij het station uitstapten was het opgehouden met regenen, een goed teken. We pakten onze spullen uit de auto en zeiden Cor gedag. Al snel hadden we de route (en de juiste richting) gevonden en gingen we op weg. Het was nog redelijk donker, het was nog iets voor zonsopgang. Een heerlijk moment om buiten te lopen. Via een brug staken we het Amsterdam-Rijnkanaal over en zagen de wereld om ons heen steeds lichter worden. We liepen door het dorpje Breukelen en lieten deze al snel achter ons door de Vecht over te steken. De route leidde een klein stukje langs de vecht en stuurde ons toen de polders in. Er stond een guur windje maar de temperatuur was goed te doen.

We kwamen langs voormalig fort Tienhoven, wat er behoorlijk vervallen uit zag. Verderop zagen we in het land twee ooievaars, vlakbij jachthaven Ruimzicht. Ze lieten zich mooi bekijken door ons, maar toen de afstand tussen ons steeds kleiner werd vlogen ze dan toch op, om aan de andere kant van het huis weer te landen.

We gingen verder door de koude polders en zagen zilverreigers, zwanen, allerlei ganzen (rotgans, nijlgans etc.), puttertjes, groenlingen, smienten en waarschijnlijk wintertalingen. We hebben vast nog veel meer soorten gezien. We liepen een aardig stuk gelijk met het Utrechtpad, sommige gedeeltes kwamen inderdaad bekend voor. Op het polderpad naar Tienhoven toe kwamen we een hondje met zijn baas tegen. Het hondje wilde wel een aai en het baasje was wel in voor een kort praatje. Hij zei dat er vandaag geen ganzen waren, normaal zaten er honderden, duizenden. Tja, inderdaad, de landen zaten niet vol, maar we hadden vandaag ganzen genoeg gezien. De man vertelde ook dat het gebied waar we doorheen liepen was opgekocht door Staats Bosbeheer (geloof ik) en dat de omgeving binnen een paar jaar nog aantrekkelijker zou zijn. Niet verkeerd om te horen, zeker niet omdat het er al zo mooi is. Na een paar meter verlieten we Tienhoven alweer om langs de molen ‘de Trouwe Waghter’ te komen. Langs het water van het Tienhovens Kanaal lieten we het dorpje steeds verder achter ons. We naderden het gehucht Egelshoek, zo’n 3 boerderijen bij elkaar. We hoorden een helder gekwetter en aan de hand daarvan zag ik op een paaltje een prachtig ijsvogeltje zitten, met zijn ruggetje naar ons toe waardoor de fluorescerende, blauwe streep heel goed te zien was. Een plaatje! Natuurlijk konden we het vogeltje niet lang in zijn zittende positie bekijken omdat ie al snel opvloog. Na even wachten zagen we hem wat verderop, weer bij het stroompje dat langs één van de boerderijen liep. Blijkbaar zijn vaste verblijfplaats. Goed om te weten.

Opgefleurd door dit kleurige vogeltje liepen we verder richting de Hollandsche Rading. Na een paar stappen zagen we een reiger bij een klein ‘stuwtje’ waar hij lekker zat te vissen. Op het moment dat we langs kwamen had ie een mooi klein visje in zijn snavel. Vlak voor de Hollandsche Rading, langs het bos van Einde Gooi, maakten we dankbaar gebruik van een bankje langs de route. Onder het gepruttel van vele kleine vogeltjes, waaronder boomklevers, genoten we van de rust en een beker warme chocomel met whisky. Het eindpunt van deze etappe begon langzaamaan in zicht te komen, maar we hadden toch nog wel aardig wat kilometers voor de boeg, een stuk of 11.

Vanaf hier lieten we de polders achter ons en kwamen we in bosrijk gebied terecht. Hier zagen we veel minder vogels, maar we genoten wel van de natuur waar we doorheen kwamen. Na een aantal kilometers begonnen we toch wel vermoeid te raken. We hadden dan ook al ruim 20 kilometer gelopen, dus de vermoeidheid was te rechtvaardigen. Ook blaren begonnen op te spelen. We wilden nog één keer een pauze voor we aan de laatste kilometers naar huis begonnen. Natuurlijk was er in geen velden of wegen een bankje te bekennen en ploeterden we voort. Om het nog erger te maken begon het ook nog te spetteren, we zaten er flink doorheen. En omdat je weinig keus hebt moet je toch door, en dat lukt dan ook heus wel. Een kilometer of 4, 5 vanaf huis (we hadden de route inmiddels verlaten en liepen onze eigen route naar huis) kwamen we dan eindelijk langs een bankje. Wat waren we gelukkig! Alles deed zeer, spieren in onze benen lieten van zich horen. Remco viel bijna in slaap op het bankje, kan je nagaan! Eigenlijk waren we er nog niet klaar voor, maar toch gingen we weer verder na een korte pauze. We kregen het koud en wilden de laatste kilometers zo snel mogelijk afleggen zodat we thuis in konden storten. We sleepten ons van het bankje omhoog en hezen onze bepakking weer op. De eerste 5 minuten waren vol van pijn aan spieren en blaren, maar we hielden vol. Nog even doorzetten. Het pad dat ik had uitgestippeld konden we goed volgen, we kwamen met de kortste route bij de Wieksloterweg. Vanaf hier volgden we de Veenzoom. Ook nu gold weer dat de laatste loodjes het zwaarst waren, zeker toen het wederom begon te spetteren. Echter, niets kon ons nu nog tegenhouden om thuis te komen. Rond 14.50 uur kwamen we dan eindelijk thuis. Het was zwaar.

Het was weer een heerlijke wandeling met aardig wat vogels. En ach, als je een ijsvogel ziet is het afzien niet zo erg.