HOME

OVERZICHT

Links en tips CONTACT GASTENBOEK

Marskramerpad

FOTO'S

 

Zaterdag 15 maart 2008 De laatste etappe

Leiderdorp – Nieuwveen, ± 26 km

Droog, bewolkt, weinig wind, later vaag zonnetje, 0 – 14 °C

 

Volgens de weersvoorspellingen zou het vandaag een goede wandeldag worden en leek het ons een goed idee om de laatste etappe van het Marskramerpad te gaan lopen. De wekker ging dus weer onmogelijk vroeg af. Bij de eerste keer snapte ik niet waarom dat ding herrie maakte en heb ik hem uit gezet. Meteen daarna viel ik weer in een diepe slaap. Na tien minuten ging dat stomme ding weer. Nu vroeg ik me af of er misschien een reden voor zou kunnen zijn. Ik pijnigde mijn slaperige hersens, die veel liever door gingen met de droom waar ze mee bezig waren. Het besef kwam dat het zaterdag was, en na de korte, geïrriteerde gedachte dat ik dan helemaal niet wakker hoefde te worden drong het pas tot me door dat we zouden gaan lopen. Na een zucht en een kreun probeerde ik mijn ogen open te doen. Dat viel niet mee. Remco werd ook een beetje wakker.

Na een moeizame start stapten we om 6.00 uur in de auto. We reden, volgens de uitdraai van de routeplanner, binnendoor via Hilversum  naar Nieuwveen. We kwamen mooi op tijd aan en parkeerden de auto waar we de vorige keer uit de bus waren gestapt. Ik zag alleen maar een bushalte voor de bus die de andere kant op ging. Heel vreemd, want die vorige keer waren we toch echt vanaf de andere kant gekomen. We vroegen ons ook even af of we niet in een ‘blauwe’ zone stonden geparkeerd. We liepen het dorpje in en vonden een halte waar we op de bus konden stappen. Bij de bushalte zag ik opeens een bord ‘parkeerzone uit’ staan en zei tegen Remco dat het inderdaad een blauwe zone was waar de auto stond en dat hij hem dan beter nog even kon verplaatsen. Bij de bushalte was nog plek en dat viel buiten de zone. We hadden nog 10 minuten voor de bus zou komen dus dat moest lukken. Terwijl Remco de auto ging halen bleef ik bij de bushalte met zijn rugzak en fototas wachten. Het duurde en het duurde, maar ik zag onze auto niet aankomen. Wel kwam Remco terug gelopen. Ik vroeg hem waar de auto nu was en hij antwoordde dat hij hem verderop had neer gezet. Ik snapte niet waarom, waarom verder weg in plaats van bij de halte waar de route langs liep?! Remco had niet begrepen en gezien dat het hier ook kon. Wel jammer, dat zouden ’s middags weer wat extra meters worden.

De bus kwam keurig op tijd, inderdaad niet vanuit het straatje waar we eerst hadden gestaan. Na een half uur stapten we uit bij station NS Alphen aan den Rijn. We kochten treinkaartjes voor de intercity naar Leiden, station Lammenschans. Daar namen we de bus naar Leiderdorp, halte Leiderdorpsebrug. Het was 8.20 uur toen we daaruit stapten.

We moesten even zoeken naar de route maar vonden hem gelukkig vrij snel. We liepen eerst een stukje van de route die we de vorige keer hadden gelopen; het openbaar vervoer kan je niet altijd brengen waar je wilt zijn op een bepaalde tijd. Dus dan maar een klein stukje dubbel lopen, op het leuke jaagpad langs de Oude Rijn. We liepen weer achter de eerste SPAR winkel langs en begonnen iets daarna echt aan de eerste stappen van onze laatste etappe. De route week vrij snel af van de Oude Rijn, Leiderdorp uit en de polders in. In dit gebied staan heel veel molens, we kwamen langs de Doeshofmolen en de Achthovense molen. In het ons omringende landschap zagen we er nog veel meer. We zagen ook de in- en uitgang van de tunnel voor de HSL. We liepen over een geasfalteerd dijkje met veel wilgen langs het pad. Er waren al heel wat bloeiende wilgenkatjes, wat mijn loopneus er niet beter op maakte. Onderweg hebben we wat takjes voor Loco afgesneden. Kan ze lekker slopen. Langs wat boerderijen liepen we richting Hoogmade. We liepen verder over een smal paadje op een dijkje, één van de oudste kerkpaden van Nederland, langs het water van de Wijde Aa. Over een tegelpad kwamen we tussen woonboten en hun ‘overtuintjes’ door. Het voelde alsof we op privé terrein liepen. Altijd leuk om langs woonboten en hun tuintjes te lopen. Na de woonboten werd het pad een graskade, eindelijk onverharde grond onder onze voeten na 8 kilometer asfalt. We bleven staan om naar twee baltsende futen te kijken, erg mooi. Er kwam een katje aangerend die wel heel erg graag aandacht wilde. Nadat we de tijd voor het poesje en de futen hadden genomen gingen we verder over de grasdijk. We moesten af en toe een hek over maar hier stonden goede opstapjes bij en er was geen schrikdraad aanwezig. Gelukkig. Het was een prachtig gebied waar we langs en door liepen, ‘zoals het vroeger was’. We namen een korte pauze op een bankje langs het water. Een fazant vloog op.

Over een fietspad op de dijk liepen we langs het water richting Woubrugge. We hoopten hier op een café om iets te rusten, te drinken en even naar de plee te gaan. Helaas, er was niet veel en wat er was, was niet open. Jammer hoor. Wel was er een rode kat die erg graag een knuffel wilde en een stukje met ons op liep.

We verlieten Woubrugge via een smalle en redelijk drukke weg en doken daarna de polders weer in. Aan het eind van deze weg kwamen we bij een boerderij waar minimaal 7 poezen lekker lagen te pitten. Allemaal lapjeskatten, zo mooi. Het waren wel echt boerderijkatten want ze kwamen niet om een aai te halen. Over een smalle polderweg liepen we door de polder en langs een nat natuurgebied waar een reigerkolonie in de bomen zat. We waren intussen best toe aan een volgende korte pauze maar een bankje zat er deze keer niet in. Vermoeid liepen we Rijnsaterwoude in en uit. De route volgde nu een smal fietspad over een graskade langs de Leidsche vaart. Aan de overkant van het water zagen we picknickbankjes. Hmfff. Over het dijkje liepen we verder, de op de kant rustende eenden verstorend, en naderden Langeraar. Hier ging de route verder over een dijkje langs de Langeraarsche Plassen. We waren toe aan onze grote pauze. Bij gebrek aan bankjes kozen we ervoor om ons kleed uit te spreiden op de oever van de plas. Het was heerlijk, zittend langs het water en het riet, het geluid van scholeksters en meerkoeten, zicht op zwanen en andere watervogels. Rust, vaag zonnetje, toastjes met kaas en een borreltje. Zo lekker. Er kwam een auto over het half verharde dijkje; we voelden de grond onder ons trillen. Duidelijk veengebied. Zelfs als we zelf stampten voelden we het trillen. Heel grappig.

Na deze heerlijke pauze hadden we nog zo’n 6 kilometer voor de boeg, de laatste Markramerpadkilometers voor ons. We waren goed uitgerust en konden er weer tegenaan. Langs de huizen van Papenveer en het volgende tegelpad liepen we weer langs water en klommen over nog een aantal hekjes. Nieuwveen kwam in zicht. De polders die op de wandelkaart stonden waren intussen omgetoverd tot golfbaan.

 Om 15.10 uur kwamen we aan bij de auto, balend van de extra tientallen meters die we moesten lopen vanaf de bushalte waar de auto ook had kunnen staan. Toch erg blij om de auto te zien. En nu kwam de bus wel uit de straat waar we de vorige keer waren uitgestapt. Vreemd hoor.

We hebben vandaag veel vogels gezien en gehoord. Het allerleukste waren de lammetjes in de wei. Sommige waren echt nog heel erg klein, schattig. Bij een kleine kinderboerderij was er een lammetje een beetje met een kleine kangaroe (wallibi?) aan het knuffelen en verder op de route joeg een lammetje al huppelend een kauwtje op. Alle narcissen en andere bollen onderweg gaven samen met de lammetjes een heerlijk voorjaarsgevoel, welke werd versterkt door het zonnetje dat zijn best deed.

Dat was het Marskramerpad!