HOME

OVERZICHT

Links en tips CONTACT GASTENBOEK

Oeverloperpad

 

Zondag 26 maart 2006 Het bruggetje…

Maassluis – Rotterdam Kleiweg, ± 26 km

Bewolkt tot zonnig, stevige wind, ± 16°C

 

Vannacht is de zomertijd ingegaan, een uur minder slaap dus… Na maar liefst 4 uurtjes slaap ging om 5.30 uur de wekker. Het was nog donker en het regende. Voor gisteren hadden ze ook regen voorspeld maar overdag was het droog. Dat was ook de voorspelling voor vandaag. Om 7.05 uur reden we in het donker en in de regen weg maar des te dichter we bij onze bestemming kwamen, des te droger werd het. Na een uurtje zetten we de auto neer tussen Kethel en Overschie, precies op de route. We zouden eerst naar Rotterdam Kleiweg lopen, zo’n 6,5 kilometer, om vanaf daar met tram en trein naar Maassluis te gaan.

De tocht begon langs het water van de Schie. We hoorden veel vogels en de parkieten vlogen ons om de oren. Het waren er nu veel meer dan toen bij Amsterdam. Langs het water bereikten we Overschie waar we via de Dorpsstraat door heen liepen. We kwamen bij Rotterdam maar het was leuk lopen, we hadden niet het gevoel bij zo’n grote stad te zijn. Nadat we onder de A13 door waren gelopen kwamen we bij het water van de Rotterdamse Schie. De route ging verder door een wat ruiger park en met een kleine omweg i.v.m. de hoge snelheidslijn kwamen we bij station Rotterdam Kleiweg. We konden kiezen uit 2 verschillende routes met het openbaar vervoer. We kozen voor de goedkoopste: trein – lopen – trein. We kochten de kaartjes en liepen het perron op. Bij het hokje kwamen we er door een affiche achter dat er uitgerekend vandaag geen treinen reden van en naar dit station. Balen, maar de alternatieve route ging met de tram, die iets verderop stond te wachten. Gelukkig waren we er nog op tijd achter gekomen. Met de tram gingen we naar Rotterdam CS om vanaf daar met de trein naar Maassluis te gaan. We hadden mazzel dat we de treinkaartjes nog niet hadden weg gegooid want ze hadden op het station een nieuw poortjessysteem in gebruik waardoor je alleen met een geldig kaartje het perron op čn af kon.

Om 10.30 uur konden we weer verder met lopen. Na een minuut of 5 zaten we weer op de route en kwamen Maassluis bij de haven binnen. Hier stond een oude brievenbus en er hing een speciale klok, een soort gedenkteken met diverse wapens van waarschijnlijk ooit belangrijke mensen en een grote schroef van een stoomsleepboot. Een zwikkie foto’s later konden we weer verder. Langs het water van de Zuidvliet liepen we verder langs Maasland en via een smal schelpenpaadje volgden we boven op de dijk het water van de Noordvliet. Het werd steeds lekkerder weer maar tijdens onze korte pauze, op een bankje op de splitsing van de Noordvliet en de Vlaardingervaart, kregen we het al snel koud door de harde wind en de wolken die voor de zon schoven. Het gebied langs de Noordvliet is echt een mooi natuurgebied; veel water, riet en drassige landjes met veel watervogels.

Het schelpenpad van de Noordvliet veranderde langs de Vlaardingervaart in een grasdijk. Aan de andere kant van het water lag een verlaagde, smalle asfaltweg waar enorm veel troepjes hardlopers en wielrenners over heen gingen. Wij zagen net hun hoofden boven de dijk uit komen, wat een leuk gezicht was. Aan onze kant was het heerlijk rustig. We bereikten na zo’n 3 kilometer grasdijk het dorpje Schipluiden, dat we door liepen om daarna uit te komen op een pad langs een golfbaan, die volgens mij vrij nieuw was. Via fietspaden, die gelukkig vrij rustig waren, liepen we door de polders verder. We kwamen over een strook waar al sinds 1976 een snelweg gepland is, de A4-noord. Deze is er tot nu toe nog steeds niet gekomen. Ondanks dat het boekje (uitgegeven in 2001) vermeld dat het er met particuliere gelden nu waarschijnlijk toch gaat komen, was er geen spoor te zien van enige aanstalten tot het aanleggen van een weg.

Het pad kwam dicht bij de bebouwing van Delft maar al snel verlieten we dat beeld en doken een graskade op, de polders in. Via een aantal klaphekken en langs een aantal dode zwanen (vogelgriep?) liepen we de polder in. Bij een mooi houten hek heb ik even mijn blaas geleegd. Heerlijk! Een stuk verderop kwamen we bij onze pauzeplek, een mooi hoekje gras aan het water, met voor ons een grote rietpluim. De wind was nog steeds stevig maar het zonnetje scheen. Het was lekker! Op ons kleed, onder het genot van een portje, zoute pinda’s, radijsjes, worteltjes en cherrytomaatjes koesterden we ons in de zon. Tussen het riet, in het water, zagen we een muskusrat die snel weer verdween.

Rond 14.15 uur gingen we weer verder, het laatste stukje. We twijfelden even toen de tekst en de kaart van de markering afweken. De markering was een beetje vaag. We kozen voor de tekst en de kaart en vervolgden ons pad over de graskade. Weer snapten we het niet; we moesten de asfaltweg over steken en aan de overkant het fietspad naar rechts op gaan.We zagen echter geen fietspad en de markering ging naar links… We besloten nu toch de markering te volgen en werden na zo’n 100 meter naar rechts gestuurd, waar een fietspad bleek te zijn. Na bijna 1,5 kilometer moesten we over een groen bruggetje met een klaphekje een weiland in. Precies voorbij een boerderij gaf de markering aan dat we af zouden moeten slaan, maar het groene bruggetje iets verderop was niet in al te beste staat. Het bruggetje hing scheef, de eerste twee planken ontbraken en de twee bielzen daar waren half verrot. De laatste plank, net voor het klaphekje ontbrak ook. Het zag er al met al behoorlijk onbetrouwbaar uit, mede door het rood-witte lint dat over het gapende gat, zonder leuningen en dus zonder houvast, was gespannen. We liepen weer iets terug naar de boerderij omdat Remco dacht dat de route via het erf omgeleid zou zijn, maar bij een sloot zagen we al dat we vanaf de boerderij niet aan de andere kant van het bruggetje konden komen. We draaiden dus weer om maar ik was niet van plan om over dat bruggetje te gaan. Drie meter voorbij het bruggetje draaide ik om om nog eens goed te kijken. In het land achter het bruggetje zag je toch duidelijk een pad dat dagelijks werd bewandeld. Remco was een held en stapte als eerste over de twee missende planken het scheve bruggetje op. Veilig bereikte hij de overkant. Voor mij daar en tegen was de stap veel groter. Met mijn toch iets kortere beentjes ging het net. Snel liep ik over de schuine planken naar Remco en naar het hekje toe. De laatste ontbrekende plank overbrugde ik een stuk makkelijker. Opgelucht dat we nog droog en warm waren volgden we het pad door het weiland. Weer moesten we over een bruggetje, scheef en zonder leuningen maar gelukkig wel met alle planken. Eerst ging ik en daarna kwam Remco.

We liepen weer verder door het land en kwamen uit op een smal asfaltweggetje met aan beide kanten een sloot. De route leidde ons door Kerkbuurt, een buurtschap van het Middeleeuwse dorp Kethel. Via een pad langs de Poldervaart kwamen we bij de spoorlijn waar we vanmorgen al 2 x onderdoor waren gereden. Vlak daarna zagen we de auto staan.

Om 15.25 uur gooiden we onze rugzakken in de auto en reden iets later lekker naar huis waar we een uurtje later aan kwamen. Het was echt een heerlijke lentedag, met alle weidevogels die zich lieten zien en horen, de vele kilometers over onverharde paden en de verrukkelijke zon. We zijn lekker verkleurd.