HOME

OVERZICHT

Links en tips CONTACT GASTENBOEK

Oeverloperpad

 

Woensdag 29 maart 2006 Dijkverzwaring

Rotterdam Kleiweg – Moordrecht, ± 29 km

Droog, bewolkt tot zonnig, ± 12°C

 

Op een doordeweekse dag richting Rotterdam is door de files geen pretje in spits dus gingen we extra vroeg op pad. Om 6.17 uur reden we weg en zonder oponthoud kwamen we om 7.05 aan bij de rand van Zevenhuizen waar we de auto langs de route parkeerden. We begonnen aan ons eerste wandelgedeelte van vandaag, van Zevenhuizen naar Moordrecht.

Het begin bestond uit een ruim 2 kilometer lange, smalle en heel drukke asfaltweg, zonder voet- of fietspad. Het was gelukkig niet het leukste gedeelte van de dag. Over een minder drukke weg kwamen we bij Nieuwerkerk aan de IJssel. Over de ‘waterbrug’, een aquaduct, liepen we onder het NS-station door. De routebeschrijving was nu een beetje vaag maar dankzij de markering liepen we goed. We zouden over een graskade en langs woonboten moeten komen, maar we liepen over een geasfalteerd fietspad langs een nieuwbouwwijk… Uiteindelijk kwamen we bij iets wat ooit een graskade was geweest maar nu een dijk van aarde was, waar je bij elke stap in weg zakte. Het was echt vreselijk zwaar en halverwege kwamen we bij de boosdoener. Een man in een groot rupsbandvoertuig, een shovel, die de dijk met aarde aan het bewerken was. Vrolijk groette hij ons en zei dat we een lekker pad hadden uitgekozen. We hadden de pech dat ze net de dijk aan het verzwaren waren. Gelukkig konden we wel ‘gewoon’ door lopen want anders had ik echt niet geweten hoe we verder hadden gemoeten. En stel je voor dat we hier onze grote pauze hadden willen houden: je bent moe, je wilt pauze aan het water en komt dan op de beloofde ‘grasdijk’. Dat zou balen zijn. We ploeterden stug verder en kwamen na 3 lange, zware kwartiertjes bij een hek met daarachter dan eindelijk een echte graskade. Van maar liefst 10 meter. Na over het hek te zijn geklauterd, met grote klompen bagger onder onze zolen, kort te hebben genoten van het gras en over een ander hekwerkje te zijn gestapt, kwamen we op een rustige asfaltweg uit. Asfalt of niet, we hadden weer vaste grond onder onze voeten.

We liepen Moordrecht in, langs woonboten die we daarvoor nog steeds niet hadden gezien. Ze liggen nu zeker ergens in Spanje of zo… We liepen het dorpje binnen en kwamen langs een klein kapsalonnetje ‘herenkapsalon Rien Sluyter’ (vanuit de verte dacht ik dat er ‘rijensluiter’ stond). In de etalage stonden allemaal houten kandelaars, schaaltjes en potjes. Erg mooi, maar we hadden niet echt veel geld bij ons dus zouden we ’s middags met de auto misschien nog even langs gaan. Bij de kerk zijn we even op een bankje gaan zitten om in het stratenboek te kijken waar de bushalte zou moeten zijn. Een vrouwtje sprak ons aan dus vroegen we haar gelijk maar naar de bushalte. We hadden nog even de tijd voordat de bus zou komen en Remco had ergens een bank gezien. Bij de bank hebben we geld gepind en zijn daarna bij de kapper een cadeautje voor Corry gaan halen, een houten schaal. De man was heel vriendelijk en vond het ook wel even gezellig, er waren toch geen klanten op dat moment. Hij maakte alles zelf, als ie zin had. Het was moeilijk om aan hout te komen en laatst bleek hij houtworm in de schuur te hebben waardoor zijn houtvoorraad was aangetast. Hij was nu bezig om de schade er af te halen en te kijken of er iets bruikbaars van over bleef. Hij vertelde ook dat de mannen nooit iets kopen maar vrouwen wel. Die zien gelijk wat ze met een bepaald object willen. Zo heeft hij tenminste niet alleen mannelijke klanten. We namen afscheid en zochten de bushalte op.

Met de bus reden we naar station Rotterdam NS noord. Het was een ritje van maar 10 minuten maar het duurde behoorlijk lang. We zaten in het gedeelte bij de deuren, op klapstoeltjes. Ik naast een scholiere, Remco naast het laatste vrije plekje, schuin tegenover me. Op het eerste perron nadat wij waren ingestapt kwam er een oude, sjofele man binnen die al rochelend naast Remco ging zitten. En met die klapstoeltjes zit je toch al bijna bij elkaar op schoot… De man rochelde nog wat en begon toen vrij luid, doch onverstaanbaar, dingen uit te kramen. Ik kon niet naar Remco kijken want een ongelofelijke schaterlach lag op mijn lippen. Terwijl ik hardnekkig uit het raampje bleef kijken beet ik hard op mijn lip om maar niet in lachen uit te barsten. Gelukkig konden we 2 haltes verder uit stappen om het laatste stukje per bus en te voet af te leggen.

De batterij van mijn APS-fototoestel was leeg en op de plek waar we uit de bus stapten (later bleken we een halte te vroeg te zijn uitgestapt) zag Remco een sigarenwinkel en dacht heel alert aan een batterij. In deze winkel werden ze niet verkocht maar de man verwees ons door naar het winkeltje aan de overkant. Dit was een klein van-alles-en-nog-wat winkeltje en ja, daar hadden ze wel de gezochte batterij. Nooit gedacht dat ik daar zou slagen. Even later kwamen we bij het tramstation Kleiweg waar we de route weer op pakten.

We kwamen langs het water van de Bergsche Achter- en Voorplas. Het zonnetje liet zich steeds vaker zien waardoor we het steeds warmer kregen. Een kleine pauze in een parkje en een laagje minder scheelde een heel stuk, we konden weer verder. Langs de Rotte werden we van de bebouwde kom van Rotterdam weg geleid. De beschrijving in het boekje liet ons weer in de steek en ook de markering hielp ons niet echt, waardoor we toch zo’n 20 minuten zijn bezig geweest met verkeerd lopen en de route weer vervolgen. Verderop de route zagen we dat we daarvoor wel helemaal verkeerd waren gelopen maar dat we vlak bij de route weer waren omgedraaid. Onze alternatieve route was blijkbaar een stuk korter.

We kwamen bij de entree van een golfbaan waar de route overheen liep. Over de asfaltweg liepen we langs heel wat reclamebordjes de heuvel op en tussen de golfvelden door. Verderop kwamen we langs een kanoverhuur, een hoge klimwand en een outdoor gebeuren. Weer liepen we even verkeerd maar deze keer kwamen we er snel achter. We moesten nu omhoog, een skihelling op. Via een smal, kronkelig en door water uitgesleten pad liepen we naar de top. Het voelde toch wel een beetje als Frankrijk of zo, zeker met het zonnetje erbij.

Over een grasdijk liepen we langs het water van de Rotte door het gehucht Rotte, staken het water over en kwamen bij onze pauzeplek. Een bankje aan de met riet begroeide over van de Rottemeren. Het fietspad waar we over waren gekomen lag bovenaan de dijk. Het was rustig, niemand te zien en er waren onderaan de dijk wat bosjes, net beschut genoeg om mijn blaas te legen. Ik had niet langer moeten wachten want daarna kwamen er steeds voetgangers en fietsers voorbij. Ik had dan vast niet meer gedurfd want zo beschut was het nou ook weer niet. We hadden een mooi uitzicht, het zonnetje scheen, maar met een koude en harde wind. De port verwarmde ons een beetje, ook al kregen we het steeds kouder. Uit een boom achter ons vloog een fazant op en probeerde de overkant van het toch wel brede water te halen. Het lukte hem net.

Na de pauze besloten we maar niet meer in t-shirt verder te gaan maar onze jas lekker aan te houden. Op het pad langs de Hennipsloot werd het drukker; we kwamen bij de bebouwde kom van Zevenhuizen. We liepen al een tijdje niet meer in de wind en kregen het weer zo warm dat de jassen toch uit gingen. Om 15.05 uur waren we bij de auto aan de andere kant van het dorp.