HOME

OVERZICHT

Links en tips CONTACT GASTENBOEK

Pelgrimspad

FOTO'S

 

Zondag 28 september 2008 Eindhoven de gekste!

Middelbeers – Waalre, ± 32,5 km

Mistig, later zonnig, 3 – 20 °C

 

 

Om 4.00 uur ging de wekker. Na een kort snooze-moment kropen we uit bed, probeerden wakker te worden, smeerden ons brood, pakten de rugzakken in en zochten de juiste kleding voor vandaag uit. Het was mistig en koud, zo’n 3 °C.

Omdat de dagen korter worden willen we zolang het nog kan zoveel mogelijk lange etappes lopen. Voor vandaag werd dat een etappe van het Pelgrimspad. In het donker reden we weg richting Steensel (NB). Doordat een deel van de A2 was afgesloten reden we vandaag over de A27 en de A15 naar het punt op de A2 waar we wel weer konden rijden. De mist en het donkerte maakten de reis iets vermoeiender dan normaal. Gelukkig kwamen we zonder problemen om 7.00 uur aan in Steensel waar we al snel een parkeerplekje langs de route vonden. Er vloog een uil weg, de rest van het dorp was nog uitgestorven, op een eenzame hardloper na.

We begonnen aan de etappe in de schemering. Door de kou liep ik binnen een paar minuten op gevoelloze voeten, heel onprettig. Ook had ik last van buikkrampen. Heel vervelend als je dag nog maar net is begonnen en je nog ruim 32 kilometer voor de boeg hebt, maar het was niet anders. De dag die aanbrak en het mistige landschap maakten veel goed. Een koe stond langzaam op toen we aankwamen, zich afvragend of het echt al tijd was om wakker te worden. De meeste koeien keken ons al liggend met een slaperige blik aan. Een haas rende voor ons weg door het land. De vogels zongen hun ochtendlied. Op sommige plaatsen was het gras wit van de vorst! De zomer leek inderdaad voorbij. Toch zou het later op de dag nog een zomerse dag worden met zo’n 20 °C!

We staken het beekje Run over en liepen langs de rand van het dorpje Riethoven. De route leidde ons het bos in, een vos stak een zijpad over. De markering was oud en soms slecht zichtbaar. Regelmatig controleerde ik kaart, tekst en omgeving met elkaar om er zeker van te zijn dat we nog steeds de juiste route volgden. Voorbij akkers moesten we een bomenlaan inslaan. Dat deden we. Langs het pad lagen een paar gevulde afvalzakken. Welke idioot heeft dat daar gedumpt???!!! Dat doe je toch niet?!

Het graspad bleek dood te lopen. In de tekst stond dat we langs een anti-autowal (ik heb het woord niet bedacht…) moesten lopen en het pad verder vervolgen. De rij met struiken leek niet op een anti-autowal (hoe dat er dan ook uit moge zien) en erachter liep ook zeker geen pad. Dat was balen, we waren de route kwijt. We bekeken de kaart extra goed en vergeleken deze met de omgeving. En snapten er nog steeds niets van. Tussen het bos en ons zat maar één akker, we liepen over een bomenlaan, wat was er dan mis gegaan? De enige optie was om het pad terug te lopen en in de hoop dat we een markering zouden zien. Helaas, er bleek geen markering te zijn. We besloten een stukje verder te lopen. Links van ons lagen akkers, rechts van ons het bos. Het was ongeveer 8.20 uur, nog vroeg voor een zondagochtend. Verderop ons pad zagen we wat staan. Toen we wat dichterbij kwamen zagen we een grote kar staan. Daarnaast stond een auto, vast in de modder. Het zag er uit alsof de auto er nog niet lang stond en er was geprobeerd om de auto weer los te krijgen door iets van planken in de modderkuil te leggen. Het had niet mogen baten. In de bosrand lag allemaal vuil. Het gaf ons een naar gevoel om op deze plek op dit tijdstip te zijn. En we waren ook nog steeds de route kwijt. We zagen gelukkig niemand in de auto of in de omgeving maar we wilden er wel snel weg. We stonden echter op een driesprong dus moest de kaart weer even gecheckt worden. Ik dacht intussen te weten waar we ons bevonden. We sloegen linksaf, een pad met wederom aan de linkerkant akkers en aan de rechterkant bos. De bosrand was hier echter volgegooid met allerlei troep. We hoopten dat de officiële route een schonere was. We zouden het niet te weten komen omdat we beter dit pad konden volgen dan helemaal terug gaan. Volgens mijn berekeningen kwamen we uit op een asfaltweggetje dat we naar links moesten volgen. Zo zouden we weer op de route komen. Op een boom langs de weg was een tekst geplakt: “WIJ ZIJN BLIJ als je hier een gift in doet voor het mooie uitzicht met de koeien in de wei!!” Ernaast stond een emmer met deksel… Pardon, een gift? Voor het mooie uitzicht met koeien in de wei? Welke koeien??? OK, we waren net langs veel afval gekomen, maar dat was gewoon een verkeerd pad. Deze ochtend hadden we al langs heel veel mooie gebieden gelopen, met prachtige uitzichten op weilanden mèt koeien! Hier stond geen koe in het land. Gelukkig komen we tijdens het lopen door Nederland vooral boeren tegen die een stuk creatiever zijn dan dit stel. Die verkopen honing, jam, appels, pompoenen en nog veel meer. We vervolgden de route zonder een gift te geven en hoopten dat we de route zouden tegen komen, zoals we verwachtten.

Het bleek gelukkig precies te kloppen. We pakten de route weer op en kwamen gelijk langs leukere dingen dan asfalt en bedelaars. Er stonden koeien in een ruig landje (de koeien van de bedelende boer?), en aan de andere kant stonden een paar paarden. Eén van de paarden stond met zijn achterbeen een beetje met een krat te klooien, verveelde zich blijkbaar… Een paar meter verder kwamen we langs een groot en harig varken, druk bezig eikels te vermalen. Hij knorde naar ons terwijl hij verder bleef kauwen.

Het pad leidde ons door een nattig, ruig en nog steeds mistig gebiedje. Er stond een eik waarvan het blad al prachtig aan het verkleuren was. Mist, dauwdruppels, herfstkleuren en een (inmiddels) blauwe lucht, heerlijk! Na een fotosessie met als thema ‘herfst’ gingen we verder. Het pad leidde ons verder tussen twee ‘muren’ van springbalsemienen door. Het rook heerlijk kruidig en de verleiding om de zaaddozen te laten springen konden we natuurlijk niet weerstaan. Vlak hierna kwamen we bij de oever van de Dommel en bij camping Volmolen. De route leidde ons over de nog stille camping. Door het knerpende grind onder onze voeten waren we bang iemand uit zijn zondagochtendslaap te halen. Al snel verliet de route de camping en staken we bij de Volmolen de Dommel over. Een paar honderd meter verderop namen we een korte pauze op een bankje. Dit bankje bleek geschonken te zijn door twee trekkers die eerder het Pelgrimspad hebben gelopen. Goed gedaan!

We kwamen door de buurtschapjes Timmereind, Loon en Heikant. Toen we in het bos kwamen, bij het Meertjesven, konden we de vernieuwde route volgen, een paar kilometer om in vergelijking met de oude route. Niet omdat deze route mooier is maar omdat de oversteek bij de provinciale weg te gevaarlijk is. Nou, op zondagochtend zal dat wel meevallen, toch? We besloten om de oude route te volgen en daarmee een klein stukje af te snijden. Bij de bushalte aangekomen bleek dat we na een kwartiertje al een bus konden nemen i.p.v. na drie kwartier. Dat hield in dat we niet lang op deze troosteloze plek hoefden te wachten. Bovendien hoopte ik op station Eindhoven, waar we op een andere bus moesten overstappen, een mogelijkheid zou hebben om naar een wc te gaan. De krampen waren te heftig, daar kon ik niet nog uren mee blijven door lopen en omdat we een bus eerder konden nemen, hadden we op het station een half uur meer tijd voor we op de volgende bus moesten stappen. Om 10.02 uur stapten we in de bus naar Eindhoven en na een half uurtje stapten we uit op het station. Het was aardig druk. We liepen de stationshal binnen. Er waren veel kleine zaakjes maar nergens kon je zitten, en al helemaal niet met een plee in de buurt. We liepen naar de andere kant van de stationshal en kwamen op het laatst een Grand Café tegen. We zochten een plekje, in de buurt van de wc, en bestelden koffie en thee. Ik moest gewoon 50 cent betalen om het slot van de wc deur te openen maar ik had het er graag voor over. Even later dronk ik opgelucht mijn thee op. Nog steeds had ik krampen maar niet meer zo heel erg.

Bij de bushaltes terug gekomen hadden we genoeg te zien. Er kwamen de meest vreemde mensen voorbij. De één liep heel vreemd, de ander had bijzondere kleding aan, die was zo scheel als een otter. Drie meiden kwamen uit het station. Ze waren duidelijk zusters, alledrie net zo ‘knap’. Een meisje van een jaar of tien liep met haar enkels zo naar binnen gebogen dat het bijna zeer deed als je er naar keek. Er kwam een heel klein stel uit een bus. Alle drie de personen waren een stuk kleiner dan ik ben (± 1,62) en één mannetje daarvan liep op krukken. Zijn armpjes waren zo krom dat ze niet in de beugels pasten dus steunde hij gewoon maar een beetje op de handvaten. We hebben ons echt verbaasd over de grote hoeveelheid opvallende mensen, in welke vorm dan ook. Onze conclusie kon er maar één zijn: Eindhoven de gekste!

Allemaal leuk en aardig om te zien maar de bus was er nog steeds niet terwijl die al een paar minuten eerder had moeten arriveren. We begonnen ons een beetje zorgen te maken. Vandaag hadden we qua tijd niet heel veel speling, we moesten rond etenstijd weer thuis zijn en hadden nog heel wat kilometers per openbaar vervoer, te voet en per auto te gaan. Uiteindelijk ging Remco nog eens op het informatiebord kijken. Waar eerst onze bus nog met aankomsttijd werd aangekondigd, werd nu geen info over onze bus gegeven. Zouden we hem dan toch hebben gemist? Op het moment dat Remco net sipjes terug kwam lopen, kwam de bus aangereden. Ik zwaaide naar Remco en liep rustig naar de bus. Pfff, het was wel prettig dat de bus alsnog was gekomen. Zo’n 50 minuten later stapten we uit bij Middelbeers. Een halte te vroeg, echt geweldig die 9292OV planner. Meestal werkt het goed maar soms ook net niet. Het maakte niet uit, op al die kilometers zou die halve weinig invloed hebben. Toen we waren uitgestapt trokken we eerst twee truitjes uit, het was al lekker warm. In de bus hadden we allebei zitten suffen door het zonnetje dat op ons gezicht scheen.

In het dorpje kwam er opeens een eekhoorntje uit een boom. Met een eikel in zijn bekkie rende het de weg over en verdween in een tuin. Verderop kwamen we langs een skibaan. We hopen echt dat deze niet meer wordt gebruikt want de skischans was behoorlijk vervallen! De gaten zaten er in terwijl de vlaggen nog langs het pad hingen. Iets later liepen we over een breed zandpad. Er kwamen een aantal auto’s langs, waarschijnlijk op weg naar het NFN, waar allemaal richtingsbodjes voor stonden. We hadden geen idee wat voor sportclub dat zou zijn… Toen we er langs kwamen bleek uit de bordjes dat het om een naturistenclub ging. Vandaar die hoge afrastering.

De route leidde ons het natuurgebied van de Landschotse hei in, langs het Kromven. Het was een erg mooi gebied met vennen en heide. Het pijpestrootje (grassoort) wordt in bedwang gehouden door een kudde jongvee. Verderop in het gebied kwamen we langs een hek dat ooit een hek was geweest. Het lag nu zielig op de grond. Ik vroeg me af of het vee nu niet overal naar toe kon. Een paar meter verder zagen we een groepje koeien in een ruig landje staan. Hier was het hek open. Ze konden dus inderdaad overal naartoe. Op dit punt kwamen we erachter dat we weer van de route afgeweken waren. We volgden nu de markering van het Grenslandpad. Dat was niet de bedoeling dus keerden we om. Het was gelukkig niet zo heel ver voor we weer op de route kwamen. In het volgende ven (het Keijenhurk) zagen we meerdere grote, witte vogels staan. Een wat ouder echtpaar kwam ons tegemoet en vroeg of wij wisten wat voor vogels dat waren. Ze waren eerder al een Belgisch stel tegen gekomen maar die wisten het niet. Wij kozen voor zilverreigers of lepelaars. Door de verrekijker kon Remco het niet goed zien, kreeg het beeld net niet scherp. Het echtpaar ging maar weer verder. Toen ik door de verrekijker keek zag ik dat het zilverreigers moesten zijn, ze hadden niet zo’n grote, donkere snavel als lepelaars.

Verderop kwamen we langs een landje met een paar schapen. Daarbij liep een roodhalsgans. Raar beest. Niet veel later zag Remco een sprinkhaan voor zijn voeten weg springen. Het beestje sprong naar een grashalm waar het rustig bleef zitten. Fotomoment. Het was waarschijnlijk een moerassprinkhaan. Erg mooi in ieder geval. Nog weer iets verder op het zandpaadje door de heide ritselde er een hagedisje voor m’n voeten weg. Remco zag hem ook nadat hij wat in de heide had gewoeld. Misschien wel de laatste dag van dit jaar dat de hagedisjes de zon opzoeken, straks is het te koud.

We verlieten het natuurgebied en kwamen langs twee boerderijen met vrije uitloop kippen. De kippen hadden enorm veel ruimte, sommigen liepen aan de verkeerde kant van het hek. Lekker veel vrijheid dus. Het was intussen aardig warm geworden, het zonnetje scheen lekker. We liepen al een tijdje in ons t-shirt en hadden ook onze pijpen af kunnen ritsen. Dit hebben we niet gedaan omdat we geen bankje tegen kwamen en geen zin hadden om te gaan staan hannesen. En toen we uiteindelijk wel een bankje tegen kwamen koelden we teveel af door de wind om onze pijpen af te doen. Op het bankje konden we wel even lekker pauze houden. Het zonnetje scheen door de bomen heen, het was erg lekker. Na een klein half uurtje gingen we weer verder. We zetten er flink de pas in want het was al 15.00 uur. We moesten nog zo’n 12 km lopen en dan nog zeker 1,5 uur met de auto naar huis rijden.

Al snel kwamen we aan de rand van Vessem. Onderlangs het dorp liepen we verder door de buurtschapjes Maaskant en Halfmijl. Bij een boerderij zat iets op een paal voor het maïs. De afstand was net te groot om goed te kunnen zien wat er zat. We hielden het op een steenuiltje. Later vroegen we ons af of het geen nepperd was geweest, hij had immers zo stil gezeten. Uitvergroting van de foto liet later zien dat het inderdaad een nepperd was geweest. Jammer hoor.

We kwamen door bos en langs akkers en maakten een kleine omweg om naar een grafheuveltje te gaan. Jammer genoeg stond er bij de grafheuvel geen informatie. Wel een gezin op de fiets, maar daar hadden we niets aan.

Terug op de route kwamen we nog meer wegwijzers naar grafheuvels tegen maar het leek ons niet de moeite waard om daar nog eens voor om te lopen. We bereikten de bebouwde kom van Knegsel. Omdat we er flink de pas in hadden naderden we al snel het eindpunt. Het was warm, de zon scheen vrolijk op onze hoofden. In het bos kregen we weer wat schaduw. Uiteindelijk staken we de A67 over een kwamen bij de rand van Steensel. Nog een paar honderd meter voor we bij de auto waren. Vermoeid en warm kwamen we aan, gooiden snel onze rugzakken af en deden onze wandelschoenen uit.

Op de weg terug naar huis werden we geplaagd door files, o.a. door de afsluiting van de A2 en plaatsen waar de 3 rijbanen naar 2 rijbanen werden geritst. Het duurde uiteindelijk 2 uur voordat we thuis waren.

Ook al was het een lange dag, het was het weer helemaal waard. Het mistige en koude begin, de warme middag, de vele zandpaden door het mooie landschap, zulke routes mogen er wel vaker zijn.