HOME

OVERZICHT

Links en tips CONTACT GASTENBOEK

Pieterpad

 

Zondag 5 september 2004 De bewoners van het huisje op de kaft van de wandelgids

Hardenberg - Ommen Steile Oever, 26 km

± 25°C

 

Toen we vanmorgen om 6.35 uur weg reden hebben we van Soest weinig gezien; wat een verschrikkelijk dichte mist! Ik denk dat we nog geen tien meter voor ons uit konden kijken. Op de snelweg was het iets beter, maar zo'n dichte mist hebben we nog niet eerder gehad. Het was ook nog eens enorm druk op de weg, met ook heel veel motoren. Waarschijnlijk weer wat te doen op het circuit van Assen, want anders is het op zondagochtend vroeg echt nog niet zo druk.

Ondanks alle mist kwamen we heelhuids en op tijd aan in Ommen, waar we alleen het station nog moesten vinden. Het station lag iets buiten het centrum en na wat rond rijden hadden we het opeens gevonden. Remco kon zijn hakken intapen, koele drankjes in de koeltasjes doen en daarna in onze rugzakken stoppen terwijl ik de treinkaartjes ging halen. Na tien minuten kwam de trein. De mist begon langzaam weg te trekken. Het laatste stuk in de auto had de zon zich al een paar keer als een grote rode bal laten zien, met de mist die daar sissend omheen hing.

Vanaf het station in Hardenberg moesten we eerst nog een kilometer lopen voor we bij het beginpunt van de etappe kwamen. We waren nog maar net met de etappe begonnen toen we bij een bruggetje kwamen waar we overheen moesten. Helaas was deze afgesloten omdat ie opnieuw geasfalteerd was ofzo, dus moesten we omlopen. Het kwam neer op een omweg van zo'n 500 meter, op dat moment hadden we meer extra kilometers gelopen dan Pieterpadkilometers. Maar niet getreurd, nu konden we echt beginnen. De zon kwam door, wat je dan ook gelijk aan de temperatuur merkte.

Langs zeker vier kerken van Hardenberg (het hele dorp ging op dat moment ook naar de kerken) werden we het stadje uitgeleid. We kwamen langs een drassig natuurgebiedje, langs weilanden en akkers, over asfalt, klinkers en zand. We liepen een stukje langs een dode tak van de Overijsselse Vecht, erg mooi. Na de eerste 6 Pieterpadkilometers kwamen we aan in het gehucht Rheeze, een beschermd dorpsgezicht. Over de brink, met prachtige boerderijtjes, ging de route verder. Via wat asfalt kwamen we uiteindelijk op de zandpaden van het Hardenbergse bos. We hadden al talloze, leuke picknickbankjes gezien en we begonnen te vrezen dat ze op zouden zijn als wij de behoefte hadden aan pauze. Eerst moesten we het bos nog door. Op de plek waar we het bos weer uit kwamen stond een schattig oud boerderijtje, met aan de andere kant van het pad twee mooie oude schuren. De bewoners, opa en oma, kwamen net thuis, terug van hun uitje naar de kerk, met het kerkboekje nog in de hand. Ik sprak oma aan met de vraag of zij hier op dit prachtige plekje woonden. Ze begon te stralen, zag dat ik het Pieterpadboekje bij me had en wilde de voorkant daarvan zien. Het was een foto van hun plekje, vanaf de andere kant genomen. Echt heel leuk! Ze kletste nog wat met ons en vroeg of we nog genoeg water hadden, anders konden we wel wat krijgen. Het mannetje was wat stiller, maar volgens mij net zo lief.

Verderop kwamen we bij de Vecht, met de Junner stuw. Ze hebben er ook een vistrap gemaakt. Eerder onderweg kwamen we in het bos een rode 'Pieterpadbrievenbus' tegen, waar een schrijfboekje met pen in zat. Het idee hiervoor was voortgekomen uit een reis naar Noorwegen (zucht, heimwee) waar langs wandelpaden ook zulke bussen staan. Een erg leuk idee. Er bleek dat ongeveer een kwartier voor ons andere Pieterpatters waren langs geweest. Er was deze keer niemand anders op het station uit gestapt, en inderdaad, ze hadden ergens overnacht. Ze liepen niet snel want zelfs met alle tussenstops voor foto's haalden we ze langzaam in. Bij de Junner stuw was het zover, terwijl zij daar stonden te mutsen (achteruit de weg op lopen om een foto te nemen als er net een auto aan komt) liepen wij snel verder. Hier hadden we ergens willen lunchen maar het was er knetterdruk. Dan maar verder. En natuurlijk, wat we al hadden gevreesd, de volgende 4 a 5 kilometer was er geen bankje te bekennen. We liepen verder door een bos waar verder niets was… Eindelijk vonden we een bankje, met tafel zelfs. Even bijkomen, want we hadden er 3 1/2 uur lopen op zitten.