HOME

OVERZICHT

Links en tips CONTACT GASTENBOEK

Trekvogelpad

 

Zondag 18 december 2005 Kattenwinkeltje

Broek in Waterland – Diemen (Muiderstraatweg), ± 25 km

Zonnig, een bui, -2 tot 5 °C

 

Om 6.50 uur reden we weg en om iets voor half acht waren we al bij de bushalte in Diemen. Onderweg hadden we een sneeuwbuitje gehad, maar op een enkele donkere sneeuwwolk na was de lucht nu onbewolkt. De maan en de sterren konden we nog zien.

Op het bordje bij de bushalte zagen we ‘onze’ lijn niet staan. Nu was in dit gebied vorige week Connexion vervangen door Arriva, maar ook de bestemming stond nergens en zelfs de haltenaam was anders. We keken even wat de naam van de zijstraat was en kwamen tot de ontdekking dat we verkeerd zaten en er waarschijnlijk iets verderop nog een halte zou moeten zijn. Op het moment dat we de auto in stapten om verder te rijden was het 7.36 uur, het tijdstip waarop ‘onze’ bus zou komen. Dat was jammer want nu konden we pas om 9.05 uur gaan lopen i.p.v. om 8.05 uur. We reden iets verder en kwamen bij een volgende bushalte. Hier kwam wel de juiste lijn langs. We konden de auto er vlakbij parkeren. Vanaf de vorige halte had ik nog geen bus voorbij zien komen, dus stiekem hoopte ik dat de bus door de ijzel te laat was.

Soms zit het mee en soms zit het tegen. Nou, vandaag zat het mee. De bus was inderdaad te laat waardoor wij toch nog precies op tijd waren! Na een kwartiertje stapten we uit een, voor zondagochtend 7.50 uur, vrij drukke bus, op het Buikslotermeerplein in Amsterdam. Ook hier stond niet het juiste busnummer vermeld, maar de bestemming konden we wel vinden. We hoopten maar dat hier de informatie ook nog niet was aangepast. We hoefden niet lang te twijfelen, de bus kwam er al snel aan.

Om 8.06 uur stapten we uit aan de overkant van waar we vorige week ’s ochtends op de bus hadden zitten wachten en waar die middag de wandeling was geëindigd. De zon zou pas over 40 minuten op komen maar het was al licht genoeg door de bijna volle maan die nog aan de hemel stond. Afgelopen nacht was er een laagje hagelachtige sneeuw gevallen wat iets extra’s gaf aan het polderlandschap en de huisjes. In het dorpje Broek in Waterland stonden veel van de karakteristieke houten huisjes die je in de streek veel ziet.

Door de winterse polders liepen we over een klein laagje krakende sneeuw, wat het asfalt een lekker zacht tapijtje gaf, richting Zuiderwoude. Via twee witte ophaalbruggetjes, die je hier ook overal ziet, liepen we het dorpje in en gelijk weer uit, de polders weer in. De zon kwam op en we zagen naast de sneeuwwolken ook prachtig roze-rode luchten. De vuurbol die iets daarna verscheen was geweldig en deed al snel zeer aan onze ogen.

Een kleine kilometer na Zuiderwoude kwamen we voorbij een hoeve waar leuke, gefiguurzaagde, katten aan het huis hingen. We stopten omdat ik graag foto’s wilde maken. Opeens ging het hek open. Een vrouw kwam naar buiten en liep het erf af. Ze vroeg of ze ons kon helpen. Ik vertelde dat we de katten aan het bewonderen waren waarop ze zei dat ze die zelf had gemaakt. Ze bleek een klein cadeauwinkeltje te hebben welke op zondag altijd om 11.00 uur open ging maar we mochten nu al wel even komen kijken. Het winkeltje had veel lelijke prullaria maar daartussen vond ik een leuk kattenboekje, ‘Kattenkwaad’. Een leuke verrassing voor de zondagochtend 9 uur. De vrouw had 7 katten zei ze, en we hoorden ook nog een paar honden. Eén kat zagen we, heel groot, bijna 10 kilo! Zo waren ze allemaal, zei ze.

We liepen weer verder over het polderweggetje en genoten van de honderden ganzen en kieviten die in de weilanden zaten en in groepen door de lucht vlogen. Na ongeveer twee uur lopen kwamen we door Ransdorp, ook al weer met prachtig gekleurde, houten huisjes. Bij de kerk met de stompe toren stond een stadhuisje uit 1652. Toen we over het asfaltweggetje het dorp verlieten was de weg opeens behoorlijk glad. Het fietspad waar we op liepen was bezaaid met druppels ijs en sneeuw. Op een gegeven moment was er zelfs een grote plas, bevroren, over het pad heen. Zonder te vallen vervolgden we onze weg naar Durgerdam. De zon scheen en weerkaatste fel op het natte en ijzige wegdek en water.

Bij Durgerdam werd de gladheid gelukkig minder. Durgerdam is een klein lintdorpje aan het IJ. Een lint van voornamelijk houten huisjes staat langs de binnenkant van de dijk. Achter deze huisjes staat de kerk en nog wat huisjes. Aan de andere kant van de dijk ligt een haventje en dat is het. De huisjes hadden vaak een ‘verzonken’ woongedeelte, iets lager dan de bovenkant van de dijk gelegen, en veel van de houten huisjes waren kleurig geschilderd. Net buiten Durgerdam, in de ronding van de dijk (Het Blauwe Hoofd), stond bovenop de dijk een bankje met uitzicht op het IJ. Precies op de plek waar we een pauze hadden gehoopt te houden. We nestelden ons lekker in het zonnetje en genoten van het uitzicht. We hadden wel gezien dat er achter ons een enorm donkere wolk onze kant op kwam. En inderdaad, binnen 20 minuten was de bui bij ons. Eerst stak er een wind op waardoor het gelijk een stuk kouder werd. Al snel vielen de eerste druppels. Snel pakten we onze spullen weer in, pet, das en regencape uit de rugzakken. We waren, na wat gestuntel met mijn heuptas, precies op tijd in onze regencapes gehuld. De koude regen werd erger. We liepen door de ijzige wind verder door de sneeuwachtige regen en waren blij dat de bui binnen een kwartier al weer was overgewaaid. Voordat we de Schellingwouderbrug over het IJ overgingen konden we de regencapes weer in de rugzakken proppen. We zagen de bui verder trekken terwijl bij ons het zonnetje al weer begon te schijnen.

Via de Zeeburgerburg staken we het Amsterdam-Rijnkanaal over. Langs het water, waar veel grote boten overheen kwamen, liepen we naar Diemen. Langs veel grote, vierkante flats liepen we over de rechte dijk en kwamen erg veel hardlopers tegen. Intussen hadden we al meer dan 20 kilometer asfalt gehad en begonnen we onze voeten en benen wel te voelen. Bijna aan het eind van de dijk langs het Amsterdam-Rijnkanaal kwam de laatste hardloper ons tegemoet. Remco zag dat het Hans Sibbel (Lebbis van Lebbis en Jansen) was.

Het eind kwam in zicht, nog 3 kilometer asfalt en dan waren we bij de auto. Het duurde wel lang, en alles begon steeds meer zeer te doen, maar het was een heerlijke dag! De temperatuur was lager dan vorige week, maar omdat de wind vorige week wel waaide en deze week niet voelde het veel lekkerder aan. Om 13.30 uur waren we bij de auto. We hebben vlakbij een snack gehaald en zijn naar huis gereden. Wat een lekker dagje.