HOME

OVERZICHT

Links en tips CONTACT GASTENBOEK

Utrechtpad

Zondag 30 januari 2005 Langs het water

Wijk bij Duurstede – Werkhoven, ongeveer 20 km

Bewolkt, later op de dag lichte miezerregen, ± 5ºC

 

Gisteren hebben we al ruim 20 kilometer Utrechtpad gelopen, Remco heeft zelfs nog een wedstrijd gevoetbald, maar de drang om weer te lopen was groot. Door de oude stad van Wijk bij Duurstede, langs de Nederrijn en een heel stuk langs het Amsterdam- Rijnkanaal. Heel veel asfalt voor ons al redelijk vermoeide voeten, toch een zeer aantrekkelijk stuk.

De eerste bus van Werkhoven naar Wijk bij Duurstede ging pas om iets voor tienen, dus konden we deze zondagochtend toch een beetje uitslapen. Tot half acht om precies te zijn. Toen ging de wekker. Keurig volgens planning stapten we rond negen uur in de auto en waren, zoals zo vaak, ruim op tijd bij de bushalte. De auto stond aan de andere kant van de weg waar de route loopt, dus prachtig geparkeerd. Na een broodje en twintig minuten wachten in de kou (wel minder koud dan gisteren) kwam de bus, een paar minuten te vroeg. Na tien minuten door een heeeeel vies busraam te hebben geloerd, stapten we uit bij de halte in Wijk bij Duurstede.

We liepen door het leuke, oude stadje. Door een heel laag en smal steegje, en vele foto’s verder, liepen we richting de dijk van de Nederrijn, om zo bij het Prinses Irenesluis en het Amsterdam-Rijnkanaal te komen. De voorste sluis ging net open en er kwam een grote boot met fijn houtafval langs. Er waren veel vogels bij het water, waaronder veel ganzen en een aantal aalscholvers. Na de sluizen ging de route langs de andere kant van het kanaal, ruim zes kilometer verder zouden we pas weer van het kanaal afwijken.

Het eerste stuk lagen er veel boten aangemeerd, maar net als de sluizen lieten we de boten ook achter ons. Door een soort van boomgaard (walnoten?) langs de oever liepen we over een karrenpad, half verhard. Ook hier liepen we op de verharding omdat het ernaast te hobbelig en modderig was. Halverwege de zes kilometer kwamen we een groepje staartmeesjes tegen. Daar krijg ik altijd een vrolijk gevoel van.

Iets verderop , na ongeveer anderhalf uur asfalt, zijn we op ons kleedje aan de oever neergestreken. Even een broodje eten, voeten luchten en een beetje bijkomen. Na een minuut of tien pakten we onze spullen weer en gingen verder. Al snel naderden we de brug waarover heen we het kanaal zouden oversteken, en daarmee het kanaal achter ons zouden laten. De oever bij de brug was bezaaid met grote paraplu’s, met daaronder net zoveel vissers. Ik wist niet dat je om te vissen zoveel spullen moet meenemen zodat je een steekkarretje nodig hebt. Het blijkt van wel, want er stonden er aardig wat!

Ondanks onze wandelinspanningen van gisteren liepen we soepel, het viel ons reuze mee! Alleen Remco had wat last van een open plek achter op zijn hak, maar het was te doen. Het was prettig dat de route een ander gebied in ging, want na ruim een uur kanaal heb je dat ook wel weer gezien. Na anderhalve kilometer asfalt kwamen we bij de Caspergouwse wetering, waar we eindelijk over een graspad verder konden. Over de oever liepen we door, het pad af en toe glibberig van de modder. Intussen zagen onze broeken en schoenen er behoorlijk smerig uit, ook door alles wat ze gisteren aan modder hadden opgelopen. Toch verkozen we modder boven de verharde weg!
We lieten de Wetering achter ons en liepen langs de Oude Kromme Rijn. Het miezerde al een tijdje (net na de pauze was het begonnen, wel heel zachtjes, heel lekker) maar we wilden toch weer een pauze inlassen. Dat moest ook kunnen, het miezerde immers zachtjes. Nadat we de stank van een varkensstal waren gepasseerd legden we ons kleed op de oever van de Oude Kromme Rijn. Half op het wandelpad, maar meer ruimte was er niet. We waren nog niemand tegen gekomen, dus zouden er vast niet veel mensen last van ons hebben. Aan de andere kant van het water stonden schaapjes nieuwsgierig naar ons te kijken, maar verder deden ze helemaal niets. Een mooi, eenzaam eendje kwam op ons af gezwommen, en werd door ons getrakteerd op broodkruimels. Tijdens het kleine half uurtje dat we daar zaten bij te komen zijn er drie wandelende dames voorbij gekomen. Lekker rustig dus.

De route ging vanaf onze pauzeplek verder door de polder naar landgoed Hardenbroek. We moesten eerst de drukke provinciale weg over steken, en konden daarna aan de overkant door een kleine houten deur in de heg het landgoed op. Het landgoed was alleen opengesteld voor wandelaars. Via de anderhalve kilometer lange oprijlaan gingen we naar de andere kant van het landgoed. Asfalt bracht ons via een vrij drukke landweg, waar hard werd gereden, richting Werkhoven. Over een iets rustiger polderweggetje en op het laatst een heel modderig paadje tussen twee akkers door, kwamen we uit bij Werkhoven, waar we via de tunnel onder de weg door de route verlieten, en de auto om 14.50 uur weer terug vonden.

Thuis gekomen voelen we ons na al die kilometers van dit weekeind nog heel redelijk.