HOME

OVERZICHT

Links en tips CONTACT GASTENBOEK

Vakantie

 

Welkom op de webpagina van Remco en Violet. Hier onder het verslag van onze vakantie in Frankrijk, de Dordogne, een schitterend gebied! 

 

Klik voor meer (wandel)verslagen op de button HOME of OVERZICHT.

 

Frankrijk 2000, de Dordogne, Le Moustier, 13 mei t/m 26 mei 2000

 

Zaterdag 13 mei 2000, La Pège, 26°C (18.00 uur schaduw)

 

Rijden ging gisteren en vandaag heerlijk ontspannen. Voor we het wisten waren we in Frankrijk. Bij Parijs per ongeluk route genomen die net wat meer buiten Parijs omgaat. Wat kilometers meer, maar volgens ons net zo snel of zelfs sneller. Geen files, af en toe wel een kleine opstopping en daarna weer lekker door rijden. Bij Orléans waren we rond 20.30 uur bij het hotelletje gearriveerd. Goed geslapen, douchen, petit-dejeuner en rijden maar weer.

 

Corry klonk erg vriendelijk door de telefoon. Om ongeveer 15.00 uur vanmiddag, net na Corry, kwamen we aan bij La Pège. (Na bijna 1100 km.) Spullen uitgeruimd en daarna binnen, in de koelte, een fles witte wijn soldaat  gemaakt. Het bad wilden we natuurlijk ook uit proberen, alleen pech dat de boiler nog niet warm was. Vanavond opnieuw proberen.

De eerste foto’s zijn ook al geschoten, dacht ik… Van het  uitzicht, Remco genietend van de wijn, een vlinder en een hagedis. Geen rolletje in mijn toestel, kan het stommer?!

Net lekker een stukje gelopen. Wat een boel orchideeën staan er hier om de hoek!

 

Eind van de middag stonden we in de brandende zon op ons terrasje, vallen er opeens hele vette regendruppels in onze nek. Je denkt aan een vogel, kijkt omhoog en wat zie je; één stapelwolk. Als dat geen plaatselijke bui is…

 

Extra journaal net op Ned. 1 gekeken; een vuurwerkfabriek in Enschede is ontploft, wat een ravage… Minimaal 20 mensen gedood, en een hele wijk is van de wereld gevaagd. Daar word je wel even stil van.

 

Dit is wel even stevig balen, we hebben hier allerlei overbodige luxe, maar nu (23.00 uur) hebben we nog steeds geen warm water. Een bad of douche lukt dus niet na een lange zweterige reis. Niet te geloven zo klote.

 

Na ruim anderhalf uur water koken, toch nog kunnen genieten van ons eigen warme bad. Even lekker liggen poedelen, bij gezellig kaarslicht en met een goede en heerlijke whisky. Dit hadden wij toch wel verdiend na zo’n lange reis. Alleen hadden wij ons zo’n bad toch heel anders voorgesteld.

 

 

Zondag 14 mei 2000, La Pège, 26°C

 

Na een heerlijke nachtrust werden wij om ongeveer 9.30 uur wakker. Deze was even onderbroken om een blik op de zeer dichte mist te werpen, de bomen aan de overkant van de weg waren niet te zien (nog geen 50 meter). Eigenlijk eerst het journaal gekeken voor nieuws over de ramp in Enschede, het blijft onwerkelijk en niet te begrijpen dat zoiets in Nederland mogelijk is. Het leek wel een oorlogsgebied. Verder de ochtend rustig aan gedaan. Rondje om het huis gelopen, hagedisjes bekijken, ontbijtje.

 

Verder de omgeving verkent, gewandeld naar Le Moustier, naar huis gebeld en un pain gekocht bij le boulangerie. Thuis gekomen lekker van de zon genoten (in de zon 35ºC).

 

In de middag naar het Musée National de Préhistoire in Les Eyzies geweest. Mooie overzichtstentoonstelling van vele tekeningen, gravures en gebruiksvoorwerpen die de vroegere bewoners in deze omgeving gebruikt hebben. Hierna de Grotte du Grand Roc bezocht. Een kleine druipsteengrot met enkele hele mooie rotsformaties ertussen.

 

Wat een fantastische plek hier, het enige wat je hoort zijn voornamelijk krekels en vogels. De auto’s die voorbij komen storen niet. De koekoek heeft zich gister en vandaag laten horen, en roofvogels zijn hier ook genoeg. Vandaag vanaf ons terras drie vogels zien cirkelen, waarvan er één beduidend groter was en witte vlekken op zijn vleugels heeft. Er werd een roekachtig geluid gemaakt.

 

Behoorlijke last van zonneallergie op mijn armen en benen gekregen. Remco heeft een knalrode nek gekweekt.

 

Vannacht hebben we trouwens ook bezoek gehad van een of ander (zoog)dier. Uitwerpselen gevonden, zie foto.

 

 

Maandag 15 mei 2000, La Pège, 28°C

 

Gisteravond hebben we een bad genomen. Het water was erg lauw maar het was een bad. Na een heerlijke nachtrust hebben we vanmorgen een warme douche genomen. Het water was nu goed heet dus moest er zelfs koud water bij. Zo hoort het. Dat een mens daar toch zo van kan genieten.

 

Als ontbijt hebben we  broodjes afgebakken en zijn daarna wat rondjes om het huis gaan lopen. Je struikelt nog net niet over de hagedissen, wat zitten die hier veel! Aan het eind van de ochtend zijn we boodschappen gaan doen in Montignac. Wat zijn de supermarkten hier in Frankrijk toch groot en uitgebreid. Zelfs zeer sterke drank verkopen ze er. We hebben voornamelijk bier, wijn en water in geslagen. In de supermarkt bleek zelfs een pinautomaat te zijn, dus dat was mooi meegenomen. (geld was bijna op, zeker na alle boodschappen)

 

Thuis hebben we heerlijk geluncht van de croissantjes en de baguette van de vriendelijke bakker in Le Moustier. Wat biertjes genuttigd en daarna in de zinderende hitte (39 ºC in de zon) naar het Prehisto Parc bij Tursac gelopen (ongeveer 2,5 km.). Dit is een goed opgezet park, met Nederlandse handleiding, waar je een duidelijk beeld krijgt van hoe onze prehistorische voorouders leefden.

 

Weer thuis aangekomen eerst een waterijsje genomen en nog een biertje voor het vocht.

 

Te voet zijn we nu de berg afgedaald, op naar La Roque St._Cristophe, één van de meest indrukwekkende rotsvestigingen ter wereld. En indrukwekkend was het! Ze hadden een systeem om aanvallen op de vestiging voor te kunnen zijn, door op een hoorn te blazen. Ze hadden verschillende bemande uitkijkposten, en bij onraad en gevaar bliezen ze op de hoorn. De daarop volgende post gaf dit signaal weer door etc., etc., tot het bericht bij de vesting was aangekomen. Daar troffen ze voorbereidingen door de ophaalbrug omhoog te halen, de poort te sluiten, katapulten te laden en stenen te verzamelen om naar de vijand te werpen.

 

Ook nu is de rotswand nog bewoond, allen niet meer door mensen maar door vogels.

Gierzwaluwen vliegen af en aan naar hun nesten, en binnen troffen we een nest aan van de zwarte roodstaart! Gewoon een nestje op een balk, met vier of vijf grote jongen erin. Helemaal te gek, zeker omdat je weet welke soort het betreft. De ouders lieten zich niet makkelijk bekijken, maar echt was duidelijk.

 

Nu zitten we weer thuis. Ik trok net m’n sokken uit en ik wist niet wat ik zag: m’n voeten zitten echt onder de zonne-uitslag. Net één of andere besmettelijke ziekte…

 

Ik had nog last van een hele plaatselijke regenbui in mijn nek, deze was er zomaar heel plotseling tijdens onbewolkt weer en was zomaar weer over. (Volgens mij had ik deze nog tegoed van afgelopen zomer, meer info bij Violet.)

 

De avond is gevallen. Net mijn voetjes in een teiltje met ijskoud water gezet. Dat was lekker. Voor de tweede opeenvolgende avond in de ligstoelen, onder een slaapzak, vanaf het terras de vleermuizen bewonderd. In de verte liet ook een bosuil zich horen.

Aan de kreet van Remco begrijp ik dat we een heet bad kunnen nemen. Ga ik nu doen.

 


Nog even een nagekomen bericht van maandag (het is op dit moment dinsdagavond even na 23.00 uur).

Ik zit buiten lekker wat te lezen in mijn nieuwe Stephen King hoor ik ineens een vloek/schreeuw uit de kamer komen. Violet die bukt om haar schoenen te pakken en komt met haar voorhoofd hard tegen de stoel aan, lekker handig vrouwtje hé.

 

Aan de rand van het bos in onze tuin twee vogels gezien, met veren als van een lijster en witte oogstrepen, koperwieken? (Rien, antwoord graag!)

 

 

Dinsdag 16 mei 2000, La Pège, 27°C

 

We werden om ongeveer 8.30 uur wakker. Violet meteen in de stress, zij had gisteravond gedacht dat wij vandaag naar Lascaux II zouden gaan (± 15 km ver). Wij hebben echter op het programma staan de Grottes de Lacave en Reptiland (± 80 km. ver). Ik heb dit met mijn duffe kop nog helemaal niet door.

Dat wij om deze tijd wakker worden houdt in dat wij, of:

1.       Ons programma blijven volgen en ons moeten haasten, aangezien Grotte de Lacave van 10.00 tot 12.00 uur open is (hier hebben wij niet zo’n zin in).

2.       Het door Violet gedachte programma volgen (Lascaux II).

3.       Iets anders.

 

Onze keuze : 3 (meer die van Violet, ik was nog steeds niet wakker, dit in tegenstelling tot Violet die meteen klaarwakker uit haar bed gesprongen was, zo kende ik haar nog niet.)

 

De keuze was uiteindelijk geworden: St. Cirq Lapopie. Volgens de reisboekjes was alleen de naam al mooi, om over het dorpje zelf nog maar te zwijgen. St. Cirq is een kunstenaarsdorpje aan de Lot. Het is wel een klere eind rijden (± 135 km heen en ± 2 ½ uur), maar over deze bochtige, vrij snelle wegen vind ik het fantastisch rijden. Van snelheidscontroles hebben ze hier volgens mij nog nooit gehoord. Iedereen rijdt hard en houdt zich niet echt aan de aangeven snelheden. Alleen zien alle Gendarmeriekes die wij gezien hebben er wel heel erg autoritair en arrogant uit. Handjes op de rug of over elkaar staan zij op de meest vreemde plaatsen langs of op de weg. Na weer een ontspannen rit kwamen wij aan in St. Cirq Lapopie. Om daar te komen moesten wij over een brug rijden om aan de overkant van de Lot te komen, waarbij hooguit nog 10 cm aan beide kanten van de auto over was. St. Cirq Lapopie is een heel gezellig, kneuterig, geweldig mooi, lieflijk plaatsje. (Volgens Violet knus, idyllisch, kneuterig, warm, steil en vriendelijk.) De reisboekjes hadden geen verkeerde dingen geschreven over St. Cirq. Het is werkelijk schitterend. Een aanrader mocht je ooit eens in de buurt komen, zoniet rij er dan voor om.

Het dorpje (± 180 inwoners) bestaat uit een kerk, een oude burcht en vele, hele kleine, steile en nauwe straatjes. In die straatjes hebben veel kunstenaars (houtbewerkers, schilders, pottenbakkers etc) hun atelier ateliers gevestigd. Werkelijk de meest mooie werkstukken zijn er te bewonderen. Na enige tijd in het dorpje te hebben rondgedwaald, het was weer bloedheet ongeveer 35ºC in de zon, kregen wij toch wel dorst. Tijd om te gaan genieten van een heerlijk witbiertje op een van de vele gezellige terrassen. Toen wij enige tijd zaten kregen wij toch wel wat zin om wat te gaan eten. Violet nam een sandwich ham & kaas (dus een half stokbrood met dikke plakken ham en een hele lekkere jonge kaassoort.) Ik nam een tarte van 3 soorten kaas met salade (dus een salade met een soort quiche).

 

Hierna weer verder gelopen /geslenterd door het dorpje. Het was werkelijk fascinerend mooi. Boven op de oude vervallen burcht was een uitzichtpunt gemaakt met uitzicht over de Lot en St. Cirq. Tegen vijfen hadden wij bijna alle straatjes, steegjes, huizen, ruïne en kerk wel gezien De meeste zijn ook op foto gezet aangezien wij 5 fotorolletjes hebben volgeschoten.

Tijdens de terugreis naar huis kregen wij nog een regenbui(tje) en was het de verdere avond voor het eerst lichtbewolkt. Het is nu halfelf, 22ºC, bijna onbewolkt en we genieten nog van een lekker nagerechtje. Nadat wij net met kaarslicht, tsjirpende krekels en overvliegende vleermuizen en een voor ons onbekende roofvogel (misschien voor Rien niet) met een nogal vreemde vliegstijl (4 x fladderen, glijijijden, 4 x fladderen, glijijijden, 4 x fladderen, glijijijden). Het is nog steeds niet zo afgekoeld zoals het de afgelopen dagen gedaan heeft.

 

Morgen is het volle maan, dus eens kijken of er hier in de buurt nog weerwolven zijn.

 

Remco is net zo’n zuipschuit als ik, zolang hij maar niet hoeft te rijden. (zeer verstandig trouwens) Net de Bordeaux Sec leeg gedronken, nu begonnen aan de Bergerac Sec. HEERLIJK, WAT IS HET LEVEN TOCH ONTSPANNEN ZO!!!

 

Ook vandaag had Remco en plaatselijke regenbui. Rolletje verwisselen , onder een boompje en fletsj, een KUTvogel of toch een schijtlijster, ik weet het niet ik heb hem niet gezien, lachen joh.

 

Wat hier trouwens ook opvalt, is dat er geen lantarenpalen zijn. Allen maar het licht van de maan. Lekker donker dus. En dan de electriciteits- en telefoonpalen, van die heerlijk ouderwetse houten palen, die als ze zijn omgevallen net zo blijven liggen, er komt hooguit een rood-wit lintje omheen. Prehistoire? Oui!

 

 

Woensdag 17 mei 2000, La Pège, 20°C

 

Gisteravond hebben we nog lekker lang buiten gezeten. Het was voor het eerst dat het niet zo erg afkoelde. Er was namelijk bewolking. En daar bleef het niet bij, het werd erger (of mooier); een regen- en onweersbui barstte los. Binnen hebben we de bank naar het raam toe gedraaid, de wijn gepakt en de lichten uit gedaan. Die donkere wereld buiten, af en toe verlicht door een flits die alle kleur van de bomen weer liet zien. Prachtig!

 

Na weer een voortreffelijke nachtrust (pas 9.30 uur wakker, vrije dag vandaag) zijn we eerst naar het bakkertje gewandeld. Met knorrende maag weer naar onze La Pège gelopen,

 

Het was vandaag bewolkt, en ook niet zo warm. Dat is ook wel eens aangenaam. In de loop van de middag zijn we kaartjes en timbres (3 verschillende soorten: voor de verzameling) gaan halen in Les Eyzies-de-Tayac. Echt een dorp van niks; souvenirwinkeltjes, een VVV, een bakker en wat restaurantjes. Cést ça.

 

De kaartjes hebben we aan La Vézère geschreven, terwijl o.a. de kwikstaartjes en boerenzwaluwen om ons heen hipten en vlogen. Daarna zijn we naar de supermarkt in Montignac boodschappen gaan doen, gepind en getankt. Kan daar allemaal, superhandig. In het stadje zelf hebben we nog cadeautjes voor Corry en Marriëtte gekocht, plus een kaartje voor de beesten thuis. Het is hier in Frankrijk trouwens vrij goedkoop boodschappen doen, geen idee hoe het zit maar je hebt artikelen met 5,5 % BTW en artikelen met 19,5% BTW.

 

We zijn er nu ook over uit dat de meeste roofvogels die je hier ziet wouwen zijn, rode en zwarte. Tegen zessen kwamen we weer thuis en hebben ons toen eerst op blokjes kaas met mosterd gestort.

 

Ook nog een vogeltje gezien in Les Eyzies die mij onbekend is, stond ook niet in de boeken die wij hier hebben. Het was een vogeltje iets groter dan een meesje en hij was grotendeels grijs met een zwarte oogstreep (Rien ?)

 

Na het door Remco bereidde macaronigerecht zijn we in Le Moustier gaan bellen. Odijk nam gelijk op, Soest was in gesprek. De tien huizen in Le Moustier bekeken en Soest weer geprobeerd. Dat lukte nu wel. Utrecht was ook in gesprek, en na ons tweede rondje dorp nog steeds. Dat was jammer want morgen gaan ze voor een paar dagen naar Cuba. Remco zijn moeder zal ze vast nog wel over ons hebben ingelicht.

 

Al met al was het een lekker ontspannen vrije dag, waarop we toch nuttig zijn bezig geweest.

Violet heeft een nieuwe (nuttige?) bezigheid, aan d’r kont krabben è oorzaak muggen.

 

Donderdag 18 mei 2000, La Pège, 19°C

 

Nadat wij om ± 7.30 uur wakker werden door de wekker. Vertrokken wij even voor 9.00 uur naar de Grotte de Lacave, nadat wij eerst weer even een tussenstop hadden bij het vriendelijke boulangiertje in Le Moustier. Voor een stokbroodje om dit tijdens de pique-nique tussen de middag te verorberen. Wij kwamen iets na tienen aan bij Lacave, kaartjes gekocht en plaatsgenomen in het gereedstaande treintje dat ons in de grot zou brengen. Nadat alle kaartjes van de passagiers geknipt waren, zoals dat in een treintje hoort, werden wij door het treintje 500 meter verder en 35 meter hoger afgezet en moesten wij nog 15 meter hoger, dit kon via een lift of een steile trap. De rondleiding (± 2 km) werd gegeven door een hele leuke gids (meertalig) die helemaal gek is van zijn werk. De groep waar wij de rondleiding mee kregen was klein (10 personen incl. de gids) dit in tegenstelling tot de groep die wij op de terugweg tegenkwamen deze bestond uit ongeveer 40 tot 50 personen. Gelukkig zaten wij in deze kleine groep. Er zaten ook een aantal Belgen in de groep, zodat zij bij enkele punten vertaling in het Nederlands gaven. De gids deed dat in het engels, hij kent 3 Nederlandse woorden, waaronder spinnenpoten, dit was een bepaalde rotsformatie in de grot.  De groep was verder heel leuk en erg geïnteresseerd, er werden veel vragen aan de gids gesteld.

 

Voor de grot zelf schieten woorden tekort. Hij is mooi, prachtig, schitterend, adembenemend, om stil van te worden. Prachtige stalagmieten, stalactieten, excentrieken (dwarsliggers) en fosforescerende stalactieten. De belichting was ook heel goed gedaan en bij specifieke punten belichte de gids nog extra bij. Er waren ook hele mooie meertjes, met heel helder water, waarin de rotsen heel schitterend gereflecteerd werden. De rondleiding duurde ruim anderhalf uur. Nog steeds zijn er te weinig woorden voor om de grot te bezoeken, advies : zelf bezoeken.

 

Na de pique-nique bij de Grotte de Lacave nog even gewandeld in Lacave (2 hotels/restaurants en 3 huizen). Daarna gingen we op weg naar Martel, ineens waren wij het bordje richting Martel kwijt, even op de kaart gekeken en een alternatieve route genomen, een smal landweggetje. Dit weggetje was zo smal dat er net een auto kon rijden, het was ook lekker overzichtelijk met veel lang gras in de berm en veel bochten, meestal maar enkele meters voor uit zicht. Lekker scheuren is er dan voor mij niet helemaal bij, voor die maffe Fransozen wel. Bij reptiland aangekomen was het nog niet open, even gelezen/gerookt en toen konden wij naar alle leuke beestjes gaan kijken. Er waren o.a. spinnen (hele enge langharige), varanen, hagedissen, gekko’s, krokodillen, schildpadden en slangen. Echt genieten, ik vind het schitterende beestjes. Zulke mooie kleuren en verscheidenheid etc.

Ze zagen er niet allemaal even goed uit; een enkeling had een soort van wratten, bij één slang leek het wel alsof de voorkant van zijn bek kapot was, volgens ons zag je echt het vlees. Er was ook een behoorlijk grote leguaan, waarbij de staart echt alleen maar een stompje was. Hij zat in een ruimte met nog wat soortgenoten en een krokodil. We vroegen ons af wat deze krokodil zou eten…

De openingstijden moet je hier trouwens ruim nemen, 14.00 uur is echt wel wat later als het zo uitkomt. Alles op het gemakkie hè! Heeft ook wel wat.

 

’s Avonds na het eten gewandeld in St. Leon sur Vézère, enig dorpje, iets groter dan het gemiddelde dorpje (3 boerderijen en eventueel een kerkje) hier in de buurt. Er was hier een eglise (toegankelijk) en een kasteeltje (propièrte privé), verder is het wel een schattig dorpje, maar niet te vergelijken met St. Cirq Lapopie. Volgens Truda was er na de ijzeren brug links een rotswand met een deur erin. Brug volgens ons wel gevonden, alleen de rots was er niet. Het begon te regenen, toen wij aan het zoeken waren naar de rots en het ging steeds harder regenen, dus hebben wij het zoeken maar gestaakt en zitten nu lekker aan de vin et bierre.

Genotteren weer ! Lekker met m’n vent, helemaal saampjes in bijna de middle of nowhere.

 


 

Vrijdag 19 mei 2000, La Pège, 18°C

 

Weer ging de wekker om 7.30 uur. Wel erg vroeg in je vakantie, zeker als je tot 1.30 uur bent blijven lezen! Remco was wat eerder gaan slapen dus ging het wakker worden hem wat beter af.

We wilden vandaag Lascaux II bekijken, en de kaartjes daarvoor moesten we in Montignac zelf halen. Ik ging van tevoren vast wat spullen in de auto leggen, maar was nog niet helemaal wakkerè knalde ik met mijn kop ( net weer wat minder pijnlijk na mijn botsing eerder deze week met een stoel) tegen de ‘deurpost’, om vervolgens m’n scheenbeen in het onderste gedeelte van de deurpost te boren. Het ging dus weer lekker handig…

Stokbroodje gehaald en naar Montignac gereden waar ik bij de billetterie voor Lascaux II (voor het eerst een vrij onvriendelijke meid trof, zeker ook nog niet wakker). We konden pas om onze heur dix terecht bij Lascaux, dus zijn we maar weer terug naar huis gegaan om ons nog een uurtje in Stephen King te verdiepen.

De mist die vanmorgen weer zeer dik was, was opgetrokken. De rit naar Montignac was daardoor ook anders dan alle andere keren: de mist was aan het optrekken en de aarde dampte! Prachtig

!

Onze rondleiding in Lascaux II, een replica van Lascaux I, welke gesloten is voor het publiek omdat de tekeningen werden aangetast door de uitademing van de bezoekers, was Engelstalig. Binnen kwam daar een aantal zeer oplettende Fransozen achter, dus was de groep opeens een stuk kleiner. Prettig. Wel handig gedaan, je kan van tevoren kiezen voor een Engelstalige of een Franstalige groep.

 

Eerst kregen we een uitleg over de originele grot; de ontdekking daarvan, de eventuele maar niet zekere reden van waarom juist die grot werd beschilderd en de bijna teloorgang van de tekeningen. Ze gaan ervan uit dat het misschien een religieuze plaats was, en omdat door kalkafzetting de rotsen wit gekleurd waren, de tekeningen beter uit kwamen dan op donkerder gekleurde steen, maar zeker weten doen ze het allemaal niet. Ook weten ze niet hoe lang en hoeveel mensen deze grot bezochten. Op een gegeven moment is de ingang door instorting geblokkeerd, en daardoor zijn de tekeningen zo goed  geconserveerd gebleven. Tot ze ontdekt werden. Door de vele bezoekers steeg de temperatuur, en in combinatie met de koolstofdioxide die de mens uit ademt, vond er een chemische reactie plaats die de tekeningen liet vervagen. Toen ze tot die ontdekking kwamen werd de grot gesloten voor het grote publiek en wordt sindsdien alleen nog bezocht door hogere geleerden. Om het publiek toch nog deze wonderlijke en waardevolle schilderingen te tonen, hebben ze, zoals zij het noemen, een ‘twin-sister’ van de originele grot gemaakt. Zo’n tien jaar zijn ze bezig geweest om de exacte afmetingen van gesteente en schilderingen over te nemen en na te maken.

 

Het mooiste en verrassendste om te zien is dat wanneer je de tekeningen op een bepaalde manier belicht (dit werd met een zaklamp gedaan) je goed kan zien hoe ze het reliëf van de rotswand gebruikten voor de vorm van het afgebeelde dier. Een kerf in de wand werd bijvoorbeeld een poot, een buik of een kop. De vormen van de wand werden dus heel goed bestudeerd alvorens ze begonnen te schilderen. Het dier zat dus eigenlijk al in de rots.

De gids was weer enthousiast en vertelde vol overgave over het waarschijnlijke hoe en waarom. Het is zo leuk om te zien hoeveel (mooie) schilderingen er in zo’n kleine ruimte            ( ongeveer 150 mtr. lang) zijn, zoveel prachtige, duidelijk herkenbare tekeningen. Maar goed dat ze een replica gemaakt hebben, zo kan je tenminste zien hoeveel het er bij elkaar zijn, en zeker omdat je op de foto’s echt niet kan zien hoe ze gebruik maakten van het reliëf.

 

Er was één of andere Amerikaanse muts die wel een keer of drie heeft gevraagd of dit nou de originele grot was. Hoe dom kan je zijn …? Gelukkig scheen de rest het wel te snappen.

 

De gids liet ook een, nog niet eens half afgemaakte, tekening van een bizon zien. Alleen de kop met horens was geschilderd, maar, liet hij met zijn zaklamp zien, de rest van het lichaam was al aanwezig in het reliëf. Het had waarschijnlijk een liggende bizon moetyen worden maar omdat de tekening hoog op de wand zit konden ze er vermoedelijk niet meer bij.

 

Het waren schilderingen gemaakt door jagers (dit is te zien aan de precieze weergave van kleur en vorm), maar het waren geen jachttaferelen. Een raadsel dus waarom ze zijn gemaakt. Leuk om te zien was dat ze zwarte kleurstof gebruikten op de gedeelten met veel reliëf, een kleuren op de vlakke gedeelten van de wand.

 

Ook was er een beeltenis van een paard, op zijn kop. Ze dachten dat het paard op deze manier was afgebeeld omdat het paard aan het rollen of schuren was, maar het kan ook zo zijn dat het reliëf in de wand zich gewoon meer leende voor een paard op zijn kop.

 

Elk getekend dier had overeenkomsten, zoals manier waarop de onderdelen van een dier getekend werden. Zoals het hoofd (driehoekig), ogen, neus, buik, horens en bij de stieren moesten ze de oren ergens kwijt, er was geen plek meer op het hoofd, dus dan maar in de nek. Maar elk dier was ook anders, dit kon verschillen in kleur, maar ook in uiterlijk. Elke eland/rendier/hert heeft een ander gewei (ook in de reliëfs). Elke stier verschilde in grootte en kleur van elkaar.

 

Het is mij nog niet helemaal duidelijk of wij nou de originele grot of een kopie daarvan zijn geweest, ik denk de originele. (geintje)

 

Bij Lascaux II hoort ook een museum, Le Thot, over de totstandkoming van Lascaux II, tekeningen uit andere grotten (ter vergelijking van diverse stijlen; tekenstijlen, tekeningen, uithakken in reliëf en combinaties daarvan bij het ontbreken van reliëfs, en buiten een park met de dieren die de cro-magnonmens tekende, diverse soorten herten, ossen, paardjes, een replica van een mammoet en een wolharige neushoorn. Deze laatste 2 zijn al enige duizenden jaren uitgestorven. De ossen (runderen) zijn ook al uitgestorven maar d.m.v. genetische wetenschap/manipulatie zijn deze runderen tot een oersoort teruggevormd (Heck-runderen of oerossen genaamd).

 

Wij hadden de verkeerde kaartjes gekocht voor de combinatie van Le Thot en Lascaux II (apart 30 FF en 50 FF, samen 57 FF p.p.) Bij Le Thot heel vriendelijk uitgelegd (in het engels, ze kunnen me wat met hun Frans) dat wij de verkeerde kaartjes gekocht hadden. Het mannetje meteen bellen (ervoor al enkele minuten aan het bellen geweest) met de billetterie hoe dit geregeld moest worden. Het mannetje zei dat wij het ticket moesten gaan omwisselen (vlg. mij wegens een bepaald aantal bezoekers per dag), maar eerst mochten wij het park bezoeken. Hierna liep het mannetje alweer druk te bellen. Het bezoek aan Le Thot was niet bijzonder, maar wel leuk en interessant om te zien.

 

’s Avonds wezen eten bij een Italiaans restaurant in Les Eyzies, lekkere salades, pizza en tagliatelle bolognese. Het was heerlijk. Aan het eind van het etentje zoals gebruikelijk een Irish Coffee. Even paniek bij de ober, wat is ook al weer Irish Coffee, (whisky and coffee) en de glazen hebben wij die wel ? Nee dus dan maar in een long drink whiskyglas met een laag slagroom. Was lekker sterk.

 

Hierna gezellig nog een wijntje gedronken. Violet gaat nu het bad klaarmaken, dus lekker badderen zo en hierna gaan we proberen de haard aan te steken. Ik hoop dat dit gaat lukken.

 

Zaterdag 20 mei 2000, La Pège, 20°C

 

Vanochtend weer vroeg wakker geworden, nadat het gisteravond laat geworden was. We zouden naar de markt in Sarlat gaan. Eerst broodjes bakken in de oven en dan douchen en aankleden. Toen op weg, in een motregenend Frankrijk, naar Sarlat. In Sarlat aangekomen, het was inmiddels droog geworden, duurde het even voordat wij een parkeerplaats hadden (gewoon ergens half op stoep) gevonden. Het was erg druk en de markt had de hele binnenstad in bezit genomen. Op de markt waren allerhande producten te koop zoals de streekproducten (foie gras, walnoten, worsten etc.), kleding, kruiden, groenten etc. Na eerst rustig rondgekeken te hebben over de gezellige markt, werd het tijd om wat aankopen te doen, zoals enkele kadootjes voor thuis en wat dingen voor ons zelf zoals lekkere asperges, ze waren overheerlijk (bereid door Violet). In de middag brak de zon eindelijk weer door en meteen was Frits (de hagedis) er weer. Meteen weer aan het genieten van de zon. Hij was niet de enige.

 

Morgen lekker uitslapen…

 

 

Zondag 21 mei 2000, La Pège, 20 ºC.

 

Wat was het heerlijk lux laat wakker worden vandaag, 10.30 uur. Geen haast om iets te moeten doen, niets. Dus Remco heeft een ontbijtje klaar gemaakt welke ik op bed gepresenteerd kreeg.  Heerlijk toch!

 

Vandaag liet het zonnetje zich met grotere regelmaat zien. De hagedissen kwamen dan ook gelijk weer tevoorschijn, terwijl we de laatste paar dagen er heel af en toe één zagen. Op weg naar de telefooncel en terug heb ik er zeker 25 gezien!

 

’s Middags een klein, maar wat mij betreft veel te groot, handwasje gedaan. Dit hangt nu buiten te drogen, zij het met moeite. Nog een kleine wandeling gemaakt naar Briart, 3 huizen en 4 koeien boven op de berg tegenover ons.

 

Het was weer niet verkeerd zo’n dagje niksen. We vreten letters in ieder geval, de voorraad ongelezen boeken is drastisch geslonken.

 

 

Maandag 22 mei 2000, La Pège, 20°C schaduw/ 27 °C zon

 

Vandaag weer een heerlijk ontspannen dag achter de rug. Vanochtend naar de markt in Les Eyzies geweest (een stuk kleiner dan de markt in Sarlat). Daarna in Montignac als het goed is de laatste boodschappen voor deze week gehaald en maar weer eens getankt, want de afgelopen week aardig wat gereden (± 700 km na aankomst) en morgen weer een aardig ritje voor de boeg (naar de Gouffre de Padirac en Rocamadour). Op de terugweg vanuit Montignac op zoek geweest naar een scheve toren bij Tursac. We zijn er praktisch langsgereden en we hebben hem niet gevonden. Van de week nog even een keer zoeken.

 

’s Middags eerst heerlijke aardbeitjes opgepeuzeld en daarna heerlijk van de zon genoten. Vanavond ga ik met een echte kreeft (lekker rood) naar bed. Zelf ben ik ook niet uit de zon geweest (vooral mijn benen zijn lichtelijk verbrand). Na het eten hebben wij ongeveer 1 ½ uur gelopen (heen berg op ± 100 meter hoogteverschil met ons huisje). Wij hadden die weg genomen omdat er via die weg een paadje richting La Pège zou gaan. Daar aangekomen bleek íe na ± 500 meter onbegaanbaar te zijn (wordt blijkbaar nooit gebruikt). Nou wat doen we teruggaan via de weg of doorlopen over de weg en kijken wij uitkomen. We hadden nog niet zo lang gelopen, dus we kozen ervoor om door te lopen. Na een tijdje begonnen we ons toch af te vragen of er nog een eind zou komen aan deze weg. Maar ja nog even doorlopen dan zien we het wel. Er kwam nog steeds geen eind aan de weg en wij zijn na ruim een uur lopen maar omgedraaid, en dit bleek een juiste keuze te zijn. Want de weg gaat naar het dorpje Marqauy 13 km verderop. Ik had er niet aan moeten denken dat stuk ook nog terug te lopen.

 


 

Dinsdag 23 mei 2000, La Pège, 27 ºC.

                                               (ha, ha, In Nederland max. 17 ºC)

 

Vanmorgen naar vakantienormen weer vroeg opgestaan (7.30 uur). Afbakbroodjes en croissants als standaardontbijtje, douchen, spullen pakken en wegwezen. Natuurlijk eerst langs het bakkertje om de lunch veilig te stellen. Het was weer mistig.

 

We zaten nog niet in de auto of het zonnetje begon te schijnen. Deze liet de mist heel snel verdwijnen. Rond 10.15 uur waren we in Padirac, om daar de Gouffre de Padirac te bezoeken. Dit is een prachtig begroeide schacht die toegang geeft tot een vreemd gevormde grot. Een oude overlevering vertelt dat de duivel dit gat met zijn voet heeft geslagen, en dat de schacht in verbinding staat met de hel.

 

Onder het gekwetter van vele vogels daal je af in de schacht, d.m.v. 3 liften of 455 treden. Op de bodem van de schacht aangekomen heb je een fantastisch uitzicht naar boven, zoals Martel (de herontdekker) ruim 100 jaar geleden beschreef: ‘Men denkt aan een telescoop te staan dat als objectief een rondeschijf blauwe hemel heeft.” Inderdaad heel bijzonder door de blauwe lucht, het groen en de alsmaar fluitende vogels.

 

De laatste meters naar beneden leiden vanuit de schacht naar de grot zelf. Dit gedeelte wordt je niet door een gids, maar door klaterend water (Remco kreeg gelijk last van zijn blaas) begeleid, en kom je langs verschillende druipsteenvormen. Beneden (103 meter onder de grond) kom je uit bij de ondergrondse rivier, waar de bootjes en gidsen klaar staan. De liftbedienden, gidsen en bootstuurmannen (sommige met prachtige snorren) hebben allemaal een keurig pak met bijpassende pet. Net van die hoteldeur-open-houd-mannetjes. Elf man en vrouw worden samen met de stuurman in een bootje gepropt, bewegingsruimte is er niet.

 

We varen door een prachtig hoge ruimte, uitgesleten door de rivier. Een enkele stalactiet hangt er te hangen. Het bootmannetje verteld honderd uit. Geen idee wat, want van een andere taal als Frans lijken ze nog nooit gehoord te hebben.

 

Afgezien van de schoolkinderen die net terug kwamen, waren wij met z’n tweeën beduidend jonger dan onze medebezoekers (gem. leeftijd ong. 60 jaar). Omdat het op sommige plaatsen in de grot ‘regent, werden er gelijk van die schattige plastic regenmutsjes uit de jaszakken van de vrouwen getrokken. Zelfs een paraplu werd voor de dag getoverd. Druppels in de nek zijn niet erg, als ons kapsel maar goed blijft zitten.

 

Na 500 meter varen komen we bij de aanlegsteiger, waar een groep wordt gevormd van 3 of 4 bootjes bezoekers bij elkaar. Allemaal oud en Franstalig. Er wordt echt nul komma nul moeite gedaan om het voor eventueel anderstaligen uit te leggen. Heel jammer, en voor het eerst sinds ons verblijf in La France, maar toch is het indrukwekkend om te aanschouwen wat een ‘simpele’ stroom water kan creëren. Anders dan in Lacave, waar je echt van sprookjesachtige schoonheid kan spreken, is dit een grot waar je natuur’geweld’ ziet. De onderaardse gewelven zijn indrukwekkend, de druipsteenvormen mooi, en de meertjes zeer helder. Het gedruppel en geklater van water is constant aanwezig.

 

De voettocht leidt door een paar zalen, waarbij aardig wat treden beklommen moeten worden. Met het bootje, waarbij het bootmannetje weer van alles verteld, komen we weer terug bij lift en trap. Daar wij de jongste waren moesten we toch even laten zien dat wij die trappen wel even zouden beklimmen. Nou, ze zeiden dat het 455 treden waren, het leken er wel 4550!

 

In het souvenirwinkeltje aangekomen(hijg, puf, zweet) bleken ze toch blijk te hebben van anderstaligen. Er waren zelfs boekjes in het nederlands te verkrijgen. ‘Effe kijken’ en ‘bedankt’ werd zelfs gesproken door het vrouwtje van de souvenirs. Ja, je moet toch wat doen om te verkopen hè?!

De lunch hebben we op de bijgelegen pique-nique place onder de eiken, dus in de schaduw, genuttigd. Daarna zijn we naar Rocamadour gereden, weer zo’n typisch rotsvestingstadje. Ondanks de behoorlijke warmte hielden we onze lange broeken aan, gewoonweg omdat onze beentjes ons toeschreeuwden dat ze geen zon wilden zien. (watjes)

 

Rocher de Aigles bezochten we als eerste. Dit is, zoals ze het zelf noemen, een dierenpark dat gespecialiseerd is in vleesetende vogels. Roofvogels en gieren dus. Ze hebben zich als doel gesteld om 1) zieke en gewonde vogels uit de natuur te verzorgen en zo mogelijk weer vrij te laten, 2) de vogels te laten voortplanten in gevangenschap. De jongen die hier uit voortkomen worden buiten het oog van het publiek gehouden zodat ook deze vogels uitgezet kunnen worden, en 3) demonstraties met de roofvogels te verzorgen. Ook de educatieve kant speelt een grote rol, zodat de mens zich hopelijk bewust wordt van wat hij voor deze vogels kan doen in zijn nabije omgeving.

 

De demonstratie was geweldig om te zien. De rode en de zwarte wouw, verschillende gieren, een gigantische condor, een valkje en een afrikaanse zee-arend (prachtig zwart met een spierwitte kop) verzorgden samen met een stel jongens de show. Elke jongen had zo’n beetje zijn eigen soort vogel. De condor, vooral de condor, en de gieren waren indrukwekkend, vooral als ze op enkele centimeters over je hoofd heen vliegen. Een wat kleinere roofvogels werd op de hoofden van de bezoekers gezet, en als je ervoor ging zitten lieten ze een grote gier, Nestor genaamd, over je benen heen lopen. Wat had dat beest een scherpe klauwen. Julliëtte, een andere roofvogels, demonstreerde hoe ze een ei kapot maakte door er een steen op te laten vallen. Het valkje ving een leren ‘prooi’ uit de lucht, en de wouwen deden hetzelfde met kleine stukjes vlees die in de lucht werden gegooid. Je kon goed zien hoe wendbaar en snel ze zijn. De zeearend mocht zijn prooi uit een klein vijvertje vissen, en verder vlogen ze allemaal wat rond en heen en weer. De condor en de gieren vlogen snel en hoog weg, ze werden heel simpel teruggeroepen door met een hand op de handschoen te tikken. Ze kwamen dan aangezeild, de poten gaan uit, net zoals het  landingsgestel van een vliegtuig, en vanuit volle vaart komen ze tot stilstand op de handschoen van hun verzorger. Ook de wouwen deden dit, maar omdat ze zoveel kleiner zijn maakt dat minder indruk. Het enige wat jammer was, was dat ook dit alleen een Franstalige uitleg kreeg. Het was niet minder mooi om te zien gelukkig.

 

Rocamadour zelf is een prachtig fotogeniek stadje, zo tegen de steile rots aangebouwd. De eerste foto was echt een plaatje; er zat een mannetje op een middeleeuwse harp te spelen. Hij wilde net stoppen, maar toen hij zag dat we hem op de foto wilden zetten deed hij speciaal voor ons nog een prachtig liedje.

 

Je kan bij Rocamadour heel goed zien hoe het vroeger in zijn werk ging; Het kasteel boven aan de rots, vrijwel onneembaar voor vijanden. Het geestelijke gedeelte zat daaronder en het peupeltjesvolk natuurlijk weer daar beneden. Als de rijken maar veilig zaten, de armen waren wel te missen.

Het peupelgebied bestaat uit één straat met huisjes, nu voornamelijk souvenirwinkeltjes, en aan beide einde de stadspoorten. Meer is het niet, en dat is dan een stadje! (2e stadje van Frankrijk, St. Cirque la Popie is de 1e)

 

Het was een warme dag met heel erg veel trappen, maar zeker weer de moeite waard. (100 km. om er te komen.)

 

 

Woensdag 24 mei 2000, La Pège, 26°C

 

Vandaag lekker een dagje nietsdoen.

 

Heerlijk uitgeslapen tot 11.00 uur, daarna rustig naar het bakkertje gelopen voor het ontbijt. In Le Moustier ook nog even naar huis gebeld om te melden dat alles goed gaat en natuurlijk om te horen hoe het daar is (vooral het weer natuurlijk). Hier was het weer een fantastische dag. Blauwe luchten, weinig wolkjes, veel zon en lekker warm (26ºC in de schaduw en 35ºC in de zon). Violet met haar rug in de zon gelegen, want alleen de voorkant gekleurd, dat kan toch niet. De voorkant wilde ook nog niet in de zon.

 

Terwijl ik heerlijk in een boek verdiept zat, in de schaduw van de parasol, hoorde ik vlak naast me wat fladderen. Een prachtig puttertje was geland op de morgenster, hooguit 3 meter van mij vandaan, en deed zich tegoed aan de zaden. Ik kon hem in alle rust observeren, zijn kleuren waren zo mooi! Natuurlijk lag mijn fototoestel binnen, maar niettemin geeft zoiets toch weer een heerlijk gevoel van genieten.

 

Ik was een rondje om het huis aan het lopen, om te kijken wat voor en hoeveel beestjes er zouden zitten, hoor ik Violet in eens met iemand praten. Is de broer van Truda, Chiel, gekomen om het gras te maaien en er kwam nog een Nederlander, een klusjesman, om het toilet te maken. Nadat ze dit gedaan hadden ging Chiel het gras maaien. Het gras vloog ons werkelijk om de oren. Hierna met Chiel gepraat over de omgeving en wat hij hier zoal doet.

Volgens hem moet het hier in de herfst heel mooi zijn. Lekker nazomer weer en prachtig kleurende bomen. ’s Zomers veel te warm voor ons (35ºC tot 40ºC). Misschien komen wij nog wel eens in oktober hier terug.

 

Gisteren was ik begonnen aan een legal thriller van Steve Martini, 445 blz. Op de achterkant stond dat het een ‘verslavende page-turner’ was. Dat klopte, want ik heb vannacht tot half drie zitten lezen om hem uit te krijgen. (Met het geluid van de krekels buiten op de achtergrond) Heerlijk zo’n doorleesboek, alleen worden de nachten zo kort.

 

 

Donderdag 25 mei 2000, La Pège, 24 ºC.

 

Weer lekker lang uitgeslapen vandaag. Toen we wakker werden regende het, gelukkig werd het rond het middaguur droog en brak het zonnetje door. Na het ontbijt c.q. lunch, zijn we de laatste dingen in de omgeving gaan bekijken. Eerst naar de scheve toren van La Vermondië gezocht, die we eerder deze vakantie hadden gemist. Niet zo gek ook want het blijkt op privé-terrein te staan. Het bovenste deel van de vierkante begroeide toren, met boompje er boven op, konden we over de heg heen zien. Deze toren is gebouwd rond 600, en het verhaal erbij gaat over een knappe jonge prins die daar onschuldig door zijn broer gevangen werd gehouden omdat deze jaloers was op zijn rijkdom. De beeldschone verloofde van de gevangen prins kwam iedere morgen naar de toren om haar verloofde handkusjes toe te werpen. De toren kreeg medelijden met ze en boog zich voortaan iedere morgen voorover zodat de twee geliefden elkaar echt konden zoenen. De prins wist op een gegeven moment te ontsnappen, vluchtte samen met zijn verloofde naar een ver land waar ze nog lang en gelukkig leefden. Maar de toren kon niet meer rechtop blijven staan. Einde verhaal…

Via heerlijke landweggetjes zijn we daar naartoe gereden, en over net zo’n weggetje terug naar huis. We zijn door gereden naar Meyrals, ongeveer 15 km. van ons huisje vandaan. Dit is een schattig klein (50 inw?) kunstenaarsdorpje met een kerk, een school en zelfs een bibliotheek. We hebben daar even rond gelopen en wat foto’s gemaakt.

 

Op de terugweg zijn we gestopt bij een klein watervalletje, ontstaan door de regen van vanmorgen. De hele vakantie was deze er niet geweest, en nu klaterde het water met aardig wat kracht naar beneden. Iets verderop nog een plaatje gemaakt van een kasteeltje en we hebben bij La Madeleine gekeken. Dit is net zoiets als La Roque St.- Christophe, ook een dorpje uitgehakt in de rotswand, maar om dit te kunnen zien moest je entree betalen en daar hadden we geen zin meer in. Dus zijn we thuis maar lekker wat gaan eten en lezen.

Vanavond en morgen de tijd verdelen tussen genieten, opruimen en genieten. Veel te snel gegaan deze vakantie.

 


 

Vrijdag 26 mei 2000, La Pège, 20°C

 

Vandaag, helaas, onze laatste dag.

 

Dus vandaag opruimen, inpakken en schoonmaken.

Alle spullen bij elkaar gezocht en in tassen gedaan. De auto ingeruimd, het past weer perfect.

Het hele huis schoongemaakt en gestofzuigd.

Vanavond nog lekker een keer badderen en dan slapen.

Morgenochtendvroeg uiterlijk acht uur vertekken we richting Pays-Bas.

 

Dat was het dan …

 

Zaterdag 27 mei 2000, Soest, Odijk, koud, wind, regen en onweer…

Echt welkom-in-Nederlandweer

 

Vanmorgen deed ik om 6.00 uur de deuren naar buiten open, voor de laatste keer deze vakantie. Het gefluit van de vogels was oorverdovend! Wat gingen ze te keer, net of ze gedag wilden zeggen. Een vleermuis kwam langs, op weg naar zijn slaapplaats en een rode wouw vloog over en zwaaide me gedag. Wat zal ik het hier missen, dacht ik toen.

 

Ik werd iets na kwart over zes gewekt door Violet, de broodjes waren klaar. Hierna de laatste dingen opgeruimd en om half acht reden wij weg. De reis ging weer heel goed en snel. Even na het middaguur waren wij al bij Parijs en een paar uur later al in België. Hiervoor hadden wij eigenlijk voor het eerst stress, de benzinetank raakte leeg en we hadden geen Frans geld meer. Er was voor Lille een tankstation (Frankrijk) en na Lille een tankstation (België). Wij hadden nog wel Belgische Franks zodat onze keuze eigenlijk viel op tanken in België. Maar ja de tank ging op het eind wel erg gauw leeg en volgens mij hebben we nog net het tankstation in Frankrijk gehaald (volgens mij nog ½ of 1 ½ liter benzine over). Bij het tankstation in mijn beste Frans geprobeerd te vragen of ik met Belgische Francs kon betalen. Dit kon dus wij hebben nu na onze vakantie nog ongeveer 30 Franse franc muntgeld over.

Hierna reden we heel snel door België en Nederland op weg naar huis.

 

Bij een restaurant met brug over de weg hebben we gelukkig Cor, Rien en Tom nog ontmoet, anders had ik nog een week moeten wachten. Het ging allemaal net, vijf minuten later en het had niet meer gekund. Heerlijk om mijn teckje toch nog even te kunnen knuffelen!

 


Donderdag 25 mei 2000, La Pège,

 

Wat vond ik van deze vakantie? Wat viel me op, wat blijft me bij?

 

Allereerst dat de mensen hier in deze streek echt ontzettend vriendelijk zijn; de mensen zeggen je gedag als je ze op de weg tegen komt en als je met handen en voeten duidelijk probeert te maken wat je wilt of wat bedoelt zijn ze bereid om met je mee te denken en je te helpen. Alleen de politie staat hier erg arrogant met de armen over elkaar heen of met de handen op de rug te controleren. Midden op een kruispunt of gewoon langs de kant van de weg. Of ze op zoek zijn naar één of andere gevaarlijke crimineel of je gewoon willen aanhouden om je op iets te pakken. Afgezien van de politie dus zijn de mensen hier om te zoenen zo vriendelijk en behulpzaam.

Verder valt het op hoe groen het hier wel niet is! In Nederland heb je groen, maar hier lijkt alles groen te zijn. Zoveel bomen, natuur bestaat hier nog. Orchideeën groeien hier gewoon in het wild langs de kant van de weg. Sommige in grote hoeveelheden, schitterend om te zien. De vogels en krekels zijn dag en nacht aanwezig en over de hagedissen zou je kunnen struikelen. Wat een prachtige beestjes zijn dat toch! Van roofvogels zie je voornamelijk de buizerd, rode- en zwarte wouw. De koekoek en zomertortel laten zich meerdere malen per dag horen. Ook vlinders en kevers zijn hier veel, de één nog mooier van kleur als de ander. Vleermuizen fladderen vlak over je heen.

In het buitengebied, eigenlijk overal behalve in de ‘grote’ steden, zie je nog ouderwetse palen met telefoon- en elektriciteitskabels. Na de laatste storm zijn er een aantal omgevallen; er worden rood-witte lintjes aangehangen, je merkt het wel als het een keer in orde wordt gemaakt.

Ook de huisjes en dorpjes hier zijn zo leuk om te zien. Op de kaart kan je mooi zien dat 3 of 4 huisjes bij elkaar ook een naam hebben, dit zijn dus geeneens dorpjes te noemen. Ons huisje staat ook echt als La Pège op de kaart. Zo is het leven hier. Een paar ‘stadjes’ (Soest is groter, Odijk meestal zelfs ook), wat meer dorpjes (1000 inwoners is veel), en verder dan de kleine groepjes woningen bij elkaar. Bijna alle huisjes zijn kneuterig lief en meestal klein. Een prachtige bouwstijl hier, niet met baksteen maar met hout en keien, regelmatig met de rots als achterwand. Zelfs de nieuwbouw wordt in dezelfde stijl gemaakt. De rozen en blauwe regen zie je bijna overal, net zoals de potjes met kleurige bloemen op de steile trappetjes. Een genot om naar te kijken en soms te fotograferen.

Het water wat overal stroomt, klatert en spettert is ook één van de dingen die ik zo heerlijk vind van deze streek. Vooral na een regenbui komen er op de meest onverwachte plaatsen stroompjes water te voorschijn.

Onderweg zie je allemaal oude mannetjes, vaak met bochel, aan het werk op het land. Hier heb je ook nog echte moekes; oude, gezette dames in bloemetjesjurk met schort. Ook zij verrichten nog zware arbeid, zo zagen we een moeke die met een echte pikhouweel de grond aan het bewerken was. Het werktempo ligt hier een stuk lager dan in Nederland, en daarom houden ze het ook langer vol. Alles op het gemakkie, lekker in je eigen tempo. Het komt wel goed.

De omgeving zit barstensvol met kastelen en grotten, we zitten in het middelpunt van de prehistorie. Er zijn rotsvestigingen, die eeuwen zijn bewoond, grotten met tekeningen uit de prehistorie en grotten met druipsteenvormen. Deze grotten zijn ook regelmatig gebruikt om in te schuilen of om in onder te duiken. Wat cultuur en geschiedenis betreft kom je dus zeker niks te kort.

Landweggetjes, heel veel, met bochten en hoog gras aan beide kanten. Een tegenligger kan erg lastig zijn. De gewone doorgaande wegen hebben ook heerlijke bochten, naar de vorm van de berg, en zijn nog wel eens aardig steil. (5 tot 10 % hoogteverschil binnen een paar honderd meter) Ik moet er in ieder geval niet aan denken om hier in het hoogseizoen te zitten. Nu is er weinig verkeer, maar dan moet al dat verkeer over die kleine weggetjes. Het mooie is dat als je langs de kant van de weg loopt, automobilisten echt voor je aan de kant gaan. Mocht het zo zijn dat er net een tegenligger aan komt dan remmen ze gewoonaf zodat ze daarna ruim langs je heen kunnen. Als ze het niet doen zijn het meestal Hollanders of Duitsers. Van voet- en fietspaden lijken ze hier nog nooit gehoord te hebben. Dat is ook wel logisch want de afstanden zijn gewoon te groot.

Al met al heb ik verschrikkelijk genoten, samen met Remco natuurlijk. We hebben leuke dingen gedaan en samen overal van kunnen genieten. Voor de eerste keer samen op vakantie, en dan nog wel in de Dordogne, was dit meer dan geslaagd. Veel te snel gegaan, maar dat komt omdat het zo heerlijk was. Ik kan niet anders zeggen dan dat ik het zo nog een keer over zou doen!

 

 

26 mei 2000, La Pège

 

Wat vond ik van deze vakantie? Wat viel me op, wat blijft me bij?

 

Nu de vakantie bijna achter de rug is, net alles opgeruimd en zoveel als mogelijk ingepakt is, is het een mooi moment om terug te kijken over de afgelopen twee weken.

 

Voor het eerst samen op vakantie, een hele belevenis op zich. De heenreis was heel ontspannen en rustig. Autootje per ongeluk getest, of de teller is stuk. De snelheid lag af en toe (bergje af, wind in de rug) boven de 200 km/u. Zaterdagmiddag aangekomen bij La Pège en op zondag begonnen met verkennen van de omgeving. De geschiedenis ingedoken van de vallei van de Vézère en de eerste van vele grotten bezocht.

 

De omgeving is schitterend, leuke in huizen kneuterige dorpjes, vriendelijke mensen, bijna overal waar je kijkt rotsen of grotten en telkens zie je weer een rivier, (Vézère, Dordogne of Lot). Het is overal ook prachtig groen door bossen of weilanden.

 

La Pège is een mooi huis, vroeger een rusthuis voor pelgrims op weg naar Santiago de Compostella, gelegen aan de weg richting Les Eyzies en op enkele honderden meters stroomt de Vézère. Het beschikt over een grote (huis)kamer, 3 slaapkamers, keuken, toilet en badkamer met ligbad. Verder een groot terras over de hele breedte van het huis, lekker met zon en schaduw.

 

In de omgeving enkele grotten bezocht, deze waren allemaal heel verschillend van aard; Druipsteengrot, grotwoningen in de Middeleeuwen, grot met tekeningen, grot door een rivier uitgesleten met onderaardse meren en druipstenen. Het zijn allemaal wonderen der natuur en prachtig om te zien. Woorden schieten vaak te kort om het te kunnen omschrijven.

 

De wegen hier zijn heel prettig om te rijden, maximumsnelheden kennen zie hier niet precies, lakker racen dus en dat kan heel goed op deze bochtige wegen. Verder staat bijna alles goed aangegeven, alleen vaak pas op het laatste moment. Zodoende zijn wij een aantal keer niet helemaal goed gereden en hadden we bij Les Eyzies enkele malen problemen met een wel heel vreemd opgezette kruising. Hier zijn we een aantal malen fout gereden, uiteindelijk wisten we welke richting waarheen ging en daarna gingen we elke keer de juiste richting uit.

 

We hebben veel gelopen door stadjes (dorpjes) zoals Montignac, Les Eyzies, Sarlat, St. Leon sur Vézère en spookachtige dorpjes als Rocamadour en St. Cirq Lapopie. Het waren allemaal plaatjes van dorpen. Zo lekker kneuterig als het allemaal is. Bijna geen inwoners maar toch een van de meest bezochte plaatjes in Frankrijk.

 

Verder hebben we elke goed genoten, van het landschap, het goede weer (veel zon), de drankjes (wijn, bier en whisky), lekker eten en het samenzijn.

 

Al met al een goed geslaagde vakantie, waarin veel te genieten en te bewonderen was.

 

We hebben het toch maar mooi gered in een vreemd land, voor het eerst samen op vakantie.