HOME

OVERZICHT

Links en tips CONTACT GASTENBOEK

Vakantie

 

Welkom op de webpagina van Remco en Violet. Hier onder het verslag van onze vakantie in Noorwegen, een schitterend land! 

 

Klik voor meer (wandel)verslagen op de button HOME of OVERZICHT.

 

Noorwegen 2003, Jondalen en Vradal, 31 mei t/m 14 juni 2009

 

Zaterdag 31 mei 2003, 4.14 uur

 

Vier minuten geleden reden we weg, richting Kiel in Duitsland, om daar tussen de middag op de boot naar Oslo te stappen. De auto zit aardig vol, maar dat heeft altijd wel wat.

 

5.30 uur en we rijden Duitsland in. De weg is niet geweldig, allemaal hobbels en ribbels. Snel een korte pitstop gemaakt om wat te eten. Dat was niet verkeerd getimed, want we konden mooi de verduisterde zon bekijken! Zo mooi, de rode ochtendzon met een hele grote hap eruit. Hebben we toch maar mooi even meegepikt!!

 

Met af en toe nog een korte stop (om bijvoorbeeld weer even een beetje wakker te worden), zijn we de hele reis soepel door gekomen. Het is nu tien uur en we staan te wachten bij de ferry in Kiel. We mogen nog niet door rijden, geen idee ook wanneer wel. We kunnen wel weg gaan en eerst Kiel gaan bekijken maar dat lijkt ons niet echt interessant. Over 1,5 uur moeten we ook uiterlijk op de boot zijn, dus waarom het risico nemen om alsnog de boot te missen als terwijl je eigenlijk ruim op tijd was. De tank zit weer vol voor morgen (535,8 km gereden).

 

Ergens vonden we het vreemd dat het inchecken pas om 12.00 uur begon, we moesten immers uiterlijk een uur voor de afvaart aanwezig zijn en om 12.30 uur vertrok de boot, dachten we. Om 11.55 uur kwamen we erachter dat we niet helemaal goed gekeken hadden; het vertrek was om 13.30…. Opeens werd alles duidelijk!

Het is echt een grote boot waar we op terecht zijn gekomen, een aardig cruiseschip. Het schip heeft 9 verdiepingen, wij slapen op de 1e, toiletten hebben we op de 4e gevonden. Op dezelfde verdieping bevinden zich de eetgelegenheden en op de 9e had je het zonnedek en de rookruimte (mocht ook op het dek). Er waren twee liften die er een half uur over deden om op de verdieping te komen waar je ze nodig had, dus tegen die tijd had je de hoop op een lift al opgegeven en was weer begonnen aan de trappen. We hebben werkelijk onze eerste vakantiewandeling al gehad; kilometers trap hebben we vandaag afgelegd! Eten, drinken en alle andere souvenirs en tabak zijn echt schandalig duur, voor een pakje marlboro betaal je 45 kronen (ongeveer 5,5 euro, in Nederland 3,30 euro), en voor 1 snee brood met zalm en sla betaal je bij de eetgelegenheden hetzelfde. Dus hebben we, voor hetzelfde geld, gekozen voor een bord vol met vette hap. Het ging er goed in en er zat een bergje rauwkost bij ook. Buiten op het dek hebben we ons heerlijk in het zonnetje geïnstalleerd. De zeewind bracht zoveel verkoeling dat het goed uit te houden was. Af en toe een beetje frisjes maar wel erg aangenaam.

 

 

Zondag 1 juni 2003, ergens onderweg in Noorwegen.

 

11.55 uur Gisteravond, Remco lag al te pitten, was er een prachtige zonsondergang op zee. Eigenlijk was ik alleen naar boven te gaan om te roken en te kijken of er misschien een zonsondergang te zien zou zijn, maar het was zo mooi dat ik 8 verdiepingen naar beneden ben gegaan om mijn fototoestel te halen en al die trappen weer snel omhoog te gaan. Samen met een aantal anderen stond ik op het dek te genieten en te fotograferen. Op een gegeven moment kwam er een schip voor de zon varen, ver aan de horizon, nou maar afwachten of de foto’s mooi zijn.

Beneden in de hut was het behoorlijk lawaaiig en alles trilde van de motoren. Maar toen ik terug kwam sliep Remco als een blok. Ik betwijfelde of ik dat met al die herrie ook zou kunnen!? Eerst een beetje lezen, slokje whisky en toch maar proberen te slapen. Nu zou ik bijna zeggen dat ik nog nooit zo lekker heb geslapen! Laten we er maar van uit gaan dat we gewoon heeeel erg moe waren…


 

Gol/Robru  17.30 uur zonnig en ongeveer 21C in de schaduw

 

We hebben het weer lekker in een keer gehaald!

Na een onverwacht heerlijke nachtrust voor ons beiden werden we iets na zessen wakker. Dat het zo onverwacht lekker was hadden we gister allebei niet verwacht. We lagen ergens boven de schroef en het een en ander trilde nogal.

We werden zo vroeg wakker omdat ons verteld was dat als het schip het Oslofjord in zou varen, je een mooi uitzicht zou hebben. Dit was inderdaad zo. Na een duur ontbijtje (heel normaal op de boot) nog even verder genoten van de uitzichten op het Fjord. Daarna zijn we onze tassen gaan inpakken en rond 9.15 uur gingen de autodekken open. Het duurde tot na tienen dat we eruit mochten. Over het haventerrein reden we de grenscontrole tegemoet. Zitten we helemaal klaar met onze id-kaarten, mogen we gewoon doorrijden! We hadden dus best wel iets meer drank mee kunnen nemen…

In Oslo staat alles weer ‘goed’ aangegeven, we kunnen het dus niet in een keer vinden en moeten een stukje terugrijden. Op de heenweg van deze weg hoefden we geen tol te betalen, op de terugweg helaas wel. We gingen nu de stad in, zal het wel mee te maken hebben.

Op de route richting het huisje zagen we in de verte al enkele bergtoppen met sneeuw liggen. Gauw een plekje gezocht om enkele plaatjes hiervan te maken. Onderweg nog meerdere malen gestopt voor leuke dingen zoals voor houten kerkjes en watervallen en in Heddalen het stavkyrkje bekeken. Het kerkhofje hierbij werd met liefde onderhouden, bij elk graf stonden een aantal viooltjes.

Hierna zijn we een weg opgegaan richting Nesbyen, deze weg werd uiteindelijk een onverharde weg dus een bom-weg (tolweg). Ineens een driehoekig bord met BOM erop, dus mijn eerste reactie was “wat is er aan de hand?” Uiteindelijk blijkt er dan niets aan de hand, behalve dat je zo bompenger moet gaan betalen. Dus wat geld in een zakje gedouwd en doorgereden. Het was een heel eind rijden tot we uiteindelijk kwamen waar we wilden zijn, maar inmiddels weten we een ding zeker; we zijn verliefd geworden op dit land en we zullen hier zeker terugkomen. Het grindweggetje ging door een fantastisch mooi veengebied. Er stonden hier allemaal hele schattige huisjes, sommige aan een meertje en anderen in het bos. Het zag er allemaal zo fantastisch, prachtig, ruig en wild uit.

Om ongeveer 15.30 uur kwamen we aan bij het huisje. Het staat weer ergens aan het eind van de wereld, de weg is inmiddels al weer opgehouden en het is hier superstil. Veel vogels horen we, en we hebben uitzicht op bomen, bergen, bomen en bergen met sneeuw. Wat sneeuw ja, op de bergen tegenover ons ligt op de toppen nog wat sneeuw! Verder is het een hartstikke leuk huisje. Ik moet af en toe wel bukken want het is een beetje laag. Dat zullen dus wel wat bulten en blauwe plekken op mijn hoofd worden.

 

Voordat we gingen eten zijn we nog een stukje gaan lopen in het gebied waar we zitten. Wegens het vinden van zeker 20 tot 30, zo niet meer, hopen elandenstront weten we dat er erg veel elanden heel dicht bij ons huisje zijn. Zelfs op het paadje vlak bij ons huisje (20 m) ligt een forse hoop. Met een beetje geluk kunnen we ze deze week dus zien. De oogst van het stukje lopen: twee stenen en een x-aantal foto’s. Na het eten zaten we op ons balkon/terras nog even na te genieten van onze heerlijke maaltijd. De hele tijd hoorden we al een specht hevig hakken en ineens zie ik dat ie op de elektriciteitspaal tegenover ons zit, dus voorzichtig de camera’s pakken om wat foto’s c.q. video-opnamen te maken. Beide zijn gelukt. Nadat het vogeltje gevlogen was en in een van de vele bomen was gaan zitten werd zij besprongen door een andere specht. Parende spechten, toch een bijzonder, niet alledaags plaatje. En dat recht voor je neus op zo’n 20 meter afstand.

Hierna hebben we een lekkere warme, zeg maar hete, sauna genomen. Violet zit hier nu met een vuurrood hoofd lekker na te genieten.

 

Het is nu ongeveer half elf, lekker licht nog, maar geen zon meer. Deze is net onder, het begint wat frisser te worden en we zitten nog lekker buiten te lezen. Ik hoor achter ons een geluid alsof er iemand loopt en kijk om. Zit ik ineens oog in oog met een staande eland. Gelukkig lag de camera bij de hand dus staat hij erop, heel kort, maar toch.. Wat zijn die beesten groot!!! De honger naar meer elanden is aanwezig.


 

Maandag 2 juni 2003, Jondalen, overdag heet en zonnig, begin van de avond bewolkt

 

Het wilde gisteravond maar niet donker worden, om half twaalf konden we nog zonder moeite buiten lezen. Het schemerde nog niet eens! Om 0.30 uur kwam de schemering pas een beetje op gang.

Vanmorgen mochten we uitslapen van onszelf, we hadden geen avontuurlijke wandeling gepland ofzo. Rond  9.45 uur werden  we wakker, het zonnetje scheen en de lucht was strakblauw. Wat waren wij blij dat we geen wandeling hadden gepland, veel te warm!!

 

Voordat ik verder ga met de dag, eerst even een beschrijving van ons huisje: we kwamen aan bij ons vermoedelijke huisje, maar helemaal zeker wisten we het niet. Er stak wel een sleutel uit de deur, volgens afspraak, dus waarschijnlijk zat het wel goed. Er zijn in ieder geval nog steeds geen andere mensen het huisje komen opeisen. Het is een klein houten huisje met een veranda en een halve serre. De woon- eet- kook-kamer is klein maar wel groot genoeg om er met 5 mensen te verblijven. Er staat een spinnenwiel, tv, radio/cd en allemaal benodigdheden voor in de keuken. Niet alleen een magnetron, oventje, broodrooster, koffie- en espressoapparaat maar ook een afwasmachine, alle mogelijke soorten bestek, kruiden, olie en azijn. Echt perfect!

Boven op het overloopje staat een 2-pers matras + toebehoren als eventuele extra slaapplaats. Aan de voorkant van het huis bevinden zich twee 2-persoons slaapkamers. Ook is er een sauna zo groot als een bezemkast, een douchecabine tussen twee houten wandjes in en een toiletje met wasbak en spiegel op kniehoogte. Zelfs ik moet daar bukken. Als je op de wc zit zou je zelfs je huiswerk kunnen maken op het wasbakgedeelte. Het is net alsof je op een stoeltje aan een tafeltje zit, zo klein is het!

Als je in de spiegel wilt kijken moet je een flink eind door je knieën zakken anders zie je alleen je buik, en tanden poetsen (en pissen voor Remco) doe je op je hurken… Het is een beetje behelpen allemaal, maar ook dat heeft zijn charme. Waar vind je nou zoiets?

 

Terug naar vandaag, een heerlijk ontspannen dagje. ‘s Ochtends lekker in het zonnetje zitten lezen, schrijven en spekstenen. Beetje zonneallergie opgelopen en zelfs kleur opgedaan! Heel relaxed allemaal. Rond een uur of 1 zijn we naar Gol gegaan, een paar (dure) boodschappen gedaan en het Turistkantor opgezocht. Wat folders meegenomen en een kaart van de omgeving gekocht.

Weer in de auto gestapt en richting Fagernes gereden met het plan wat van de omgeving te zien en wat stavkyrken te bekijken. We kwamen ogen tekort onderweg.

Bij Gjølmyr, tussen Gol en Fagernes, kwamen we langs een mooie waterval. Auto aan de kant en kijken. In dat plaatsje hadden ze ook een stavkyrkje, wel mooi maar niet erg bijzonder om te zien. Bij Fagernes was ook een mooie waterval, dus weer gestopt en op de foto gezet. Iets daarvoor waren we langs een huisje gekomen waar houten trollen werden gemaakt. Die zagen er zo leuk uit dat ik ook daar een foto van wilde. Dus keren met die auto maar weer. Via binnendoor weggetjes gingen we naar het volgende stavkyrkje. Was niet echt interessant.

Het gebied waar we door heen kwamen was echter prachtig, ruig en ongerept, met besneeuwde bergtoppen op de achtergrond en prachtig blauwe meertjes. Zoveel water overal!

We zijn zoveel mooie en minder mooie watervallen tegengekomen, in mijn hele leven heb ik er niet zoveel gezien als vandaag!!

 

Om 16.15 uur zagen we dat we nog een hele lange weg te gaan hadden, en dat als we inderdaad zouden doen wat we hadden bedacht, we dan pas om een uur of 10 thuis zouden zijn. Dat leek ons net een beetje te laat, dus zouden we meer als de helft af snijden via een binnendoor weggetje. We zagen 1 weggetje maar die was afgesloten, dus dat zou hem wel niet zijn… Verder kwamen we alleen geen weggetje meer tegen dus zijn we maar omgedraaid. Ook hier kwam geen zijweggetje, er zat niets anders op dan de route toch af te maken, alleen dan zonder tussenstops en omwegen. Dat weggetje wat afgesloten was, was dus wel degene die we hadden moeten hebben. De weg waar we nu op reden was gelukkig een hele goede, dus we konden wel tempo maken. Toch regelmatig gestopt voor foto en video want het was allemaal ook zo mooi. We kwamen bij de besneeuwde bergtoppen die we de hele tijd al gezien en bewonderd hadden. Waar je ook keek, overal waren watervallen, groot en klein, en in ieder geval ijs- en ijskoud. We hadden mazzel dat alle wegen waren geopend, het had maar zo gekund dat ze nog waren bedekt met sneeuw en dat we dus weer terug hadden gemoeten. Was niet zo vreemd geweest want de meren waar we langs kwamen waren nog bedekt met een flinke laag ijs!

Eindelijk, eindelijk, om 19.30 uur waren we thuis…een lange maar geweldige dag rijker.

Nu zijn we ons aan het klaar maken voor ons eigen barbequefeestje. Er stond een bbq in het huisje, dus daar maken we dankbaar gebruik van. Het is wat frisjes geworden buiten, maar dat doet niks af aan ons genot. Straks nog een wandelingetje in de hoop weer een (of meer) elks (elanden) tegen te komen. Daarna vast weer de sauna in en lekker rozig naar bed.

Wat wil een mens nog meer?!

 

 

Dinsdag 3 juni 2003, Jondalen

 

Toen we vanmorgen wakker werden hadden we niet een dag als deze in de vakantieplanning opgenomen. We zouden gaan lopen in Ørmtjernskampen, ruim twee uur rijden. We wilden op tijd weg gaan om niet te hoeven lopen als het erg (te) warm zou worden. Dus om 8.15 reden we weg. Om te komen waar we wezen wilden bleek lastiger dan we hadden gedacht. De weg er naar toe bleek afgesloten te zijn, dus als we onze bestemming wilden bereiken zouden we een teringeind om moeten rijden. We besloten om maar gewoon door te rijden en wel te zien waar we uit zouden komen, en zouden wel ergens gaan lopen als het er mooi uit zag. De route die we, op de gok, hierna hebben gevolgd bleek wel heel erg in de buurt te komen van een weg richting Ørmtjernskampen. De weg die we zojuist gevolgd hadden was weer een of andere tussendoor route. Het was een onverharde weg (dus tol) en lekker droog, dus we konden stuiven. Deze ‘weg’ kwam uit bij een dorpje vanwaar weer een andere weg richting het door ons gezochte natuurgebied zou gaan. Als we dan toch zo ‘dichtbij’ zijn, waarom dan niet proberen? De weg begon weer goed en eindigde onverhard, maar we kwamen wel precies waar we naartoe wilden!

I.p.v. 10.15 uur gingen we, na een hapje gegeten te hebben, pas lopen. Het gebied waar we doorheen liepen was een veen/moeras/gras/water gebied, en af en toe kon je niet zien over wat voor soort ondergrond je liep. Voor hetzelfde geld kon je er zo doorheen zakken. Na een tijdje langs een groot meer te hebben gelopen moesten we een paadje in. Dit paadje ging sterk stijgend omhoog; een stukje stevig klimmen is op zich niet zo erg maar dit was teveel van het goede. Het was alleen maar omhoog klauteren over rotsblokken, gevallen bomen etc.  Later ging het pad ook nog eens over in een soort drassig veengebied, soms zakten we een heel stuk weg in het mos/gras/blubber. Op een hoogvlakte hebben we even genoten van het uitzicht, wat uitgerust (onderweg ook al enkele keren hoognodig moeten doen) en zijn we weer omgekeerd. We hebben dezelfde route terug gevolgd, dit ging een stuk makkelijker als omhoog.

Na deze toch wel zeer vermoeiende wandeling zijn we bij een beekje iets verderop rustig gaan zitten. We hebben onze voeten lekker (een beetje, het water was ijskoud) laten poedelen  in het beekje. Konden ze weer een beetje op normale temperatuur komen.

Nadat we weer bij de auto waren zijn we de bomweg, dezelfde als die aan het begin van de dag afgesloten was, blijven volgen. Deze weg waren we eerder deze dag vanaf de andere kant opgereden, en bleek uiteindelijk ook versperd te zijn. We moesten dus weer een omweg nemen. Uiteindelijk zijn we via een aantal zeer leuke en avontuurlijke, dat zijn de meeste privé-tolwegen, thuisgekomen. De meeste privé wegen zijn tolwegen, onverhard en het onderhoud wordt niet altijd goed gedaan. Er zitten dus nogal wat kuilen, gaten en ander soort oneffenheden in de zanderige wegen die vol met steentjes liggen. De auto is nu dan ook net een soort moddermobiel. Modder omdat we op de terugweg een regenbuitje op ons dak kregen.

 

Na deze doldwaze rit door het gebied hebben we wat boodschapjes gehaald in Dokka, we wilden eigenlijk iets dichter bij huis, in Fagernes, maar vanwege de winkelsluitingstijden die heel wisselend zijn gingen we toch maar voor de zekerheid ergens anders en iets eerder op de dag (je komt weinig winkels tegen) wat halen.

 

Onderweg naar huis heb ik weer een leuke actie gedaan; we kwamen van een bomweg af en reden door een dorpje (ik heb eigenlijk niet gezien dat het een dorpje was) en ging links af, volgens mij richting Gol. Violet lette even niet op en liet mij dus de richting kiezen. Had ze niet moeten doen. Na een tijdje begon ze te twijfelen en weer iets later vroeg ze welke kant ik op gegaan was. Linksaf, richting Gol, zei ik. Volgens haar kon dit dus niet en dit bleek ook te kloppen. Na het hele stuk terug te zijn gereden bleek dat we ruim 18 km de verkeerde kant op waren gereden. Ik had het verkeersbordje verkeerd begrepen. We hadden allang thuis kunnen zijn aangezien het vanaf dat punt nog 4 km naar Gol was, en dus 15 km van ons huisje. Laten we het er maar op houden dat ik moe was. We waren al bijna 12 uur onderweg en zo’n 300 km verder, waarvan ongeveer 150 km om en met een zware wandeling in de benen. Reden genoeg dus om moe te zijn.

 

Verder in onze serie: Dier van de dag.

Vandaag aandacht voor de kraanvogel. Waar wij eerder deze week, zondag, al aandacht hadden voor de eland in onze achtertuin, kwamen we gisteren een hagedis tegen. We wilden weg rijden bij het huisje toen ik opeens een fritsje over het pad zag lopen. Violet moest nog iets uit het huisje pakken en stond dus alweer buiten de auto zonder frits te hebben gezien. Op mijn aanwijzingen liep ze er naar toe en had hem vanaf 1 meter afstand nog niet gezien. Uiteindelijk zag ze hem en pakten we foto + videocamera. Frits ging verstoppertje spelen rond een boompje.

 

Terug naar vandaag. Op het Golsfjellet, een moerasachtig gebied tussen Gol en Fagernes, reden we over een weg. Ineens roept Violet “ STOP! Ik zie een rare vogel, iets van een emoe ofzo! “ Gelukkig was dit een van de wegen waar we snel langs de kant konden stoppen, (op sommige wegen is dat heel lastig).

We liepen terug en in het veld liep heel statig en parmantig een grote vogel met een grote zwarte pluimstaart. Hij leek veel op een kraanvogel, dus hier houden we het gewoon op.

 

Toen we thuis kwamen, het had dus geregend, hingen de wolken tegen de toppen van de bergen tegenover ons en zakken nu langzaam richting het dal.

 

 

Woensdag 4 juni 2003, Aurlandsvangen

 

10.35 uur,  bewolkt met wat zon, lekkere temperatuur.

 

Vanmorgen om 7.15 uur stapten we in de auto, op naar Aurland bij de uitlopers van de Sognefjorden. Het zag er naar uit dat het half bewolkt/ half zonnig zou worden. Bij Hol reden we langs een meer met daarachter bergen. Het zag er erg mooi uit, dus stoppen voor een foto. De weg vervolgde langs het water en werd steeds mooier.

Sommige meren hadden flarden of grotere stukken met mist, wat iets toverachtigs aan het landschap gaf. Elke keer weer stoppen voor foto’s, dus echt opschieten deden  we niet.

 

Serie dier van de dag.

De lemming. Opeens zag ik een hamsterachtig beestje de weg over hobbelen en toen zei Remco gelijk dat een lemming was. Ik had het niet geweten, zou denken dat ie groter zou zijn, meer marterformaat ofzo. Dit beestje wilde helaas niet poseren voor een foto, maar gelukkig kwamen we er nog veel meer tegen, zodat we ze toch op foto en video hebben!

 

Het landschap werd ijziger, overal nog grote brokken sneeuw en watervallen tussen en onder het ijs door. We kwamen weer eens ogen tekort. Het voordeel was dat er bijna niemand over de weg reed, het was hartstikke rustig, en we konden dus makkelijk de auto langs de weg zetten en uitstappen om rustig te kijken en te doen.

Eigenlijk werd op een gegeven moment al het mooie een beetje teveel. Teveel van het mooie, maar of dat dan erg is?? Je wordt meer een beetje moe van jezelf dat je alles wilt zien.

Het eind van de weg ging door verschillende tunnels, kort en lang, steeds meer naar beneden, richting de fjorden. We hadden al maar half/half besloten dat het bootje dat we vandaag door de fjorden hadden willen nemen zouden schrappen. We schoten voor geen meter op en we moesten straks ook nog terug naar huis.

 

Dus aangekomen bij Aurlandsvangen door het Aurlandsfjord en het Næroyfjord besloten we eerst maar eens een plekje te zoeken om te gaan brunchen. Op dat plekje zitten we nu nog heerlijk te genotteren: uitzicht op het fjord, de bergen aan de overkant met watervallen, en een besneeuwde bergtop daarachter. Terwijl we zaten te eten kwam er een man uit het huis waar wij onze auto voor hadden geparkeerd. Remco had al zoiets van “ wat moet je dan denken als je ons zo ziet zitten?” , en daar kwam de man naar ons toe. Hij begon in het Noors te ouwehoeren dus vroeg ik, in het engels, of hij ook engels sprak. Hij brabbelde nog wat verder en wij verstonden er helemaal niks van. Wat wilde die man?

Remco diepte uit zijn geheugen het Noors op voor ‘spreekt u engels?’  (snakker du engelsk?), waarop de man met een zwaar Amerikaans accent zei dat ie geen Engels maar Amerikaans sprak. Het gesprek kwam op gang, waar we vandaan kwamen, dat Nederland goed is maar Duitsland slecht. De enige goede Duitsers waren…dode Duisters. Vol trots stroopte hij zijn mouwen op en liet zijn zeemans-tatoeages zien. Waar hij allemaal was geweest en waarom hij zo’n hekel aan Duitsers had, we konden het maar half volgen.

De man woont in een prachtig huis op een klif en kijkt uit over het fjord, daar kan je echt jaloers op zijn. Hij vertelde dat ie 4 kinderen en 5 kleinkinderen heeft. Daarna nam ie vrolijk afscheid van ons. Hij had blijkbaar gewoon zin in een praatje!

Als we Duitsers waren geweest hadden we vast de auto moeten verplaatsen, maar Nederlanders waren goed.

 

We zijn verder gegaan naar Gudvangen om een stukje Næroyfjord te bekijken. Ook hiervoor moesten we door tunnels heen, de langste was 11 km! Daar worden je ogen heel erg moe van, het is net of je door een donker bos rijdt, uiteindelijk ga je er bijna scheel van kijken.

Op de terugweg bleven we achter een vrachtwagen rijden, dat was een stuk aangenamer. Je ziet niet meer de hele tijd die rij lampen voorbij flitsen en kan je concentreren op de achterlichten van je voorganger. Na de tunnel zijn we afgeslagen naar het dorpje Undredal omdat daar een stavkyrkje was. Het was een leuk dorpje met een heeel klein, petitepeuterig stavkyrkje. Het bleek het kleinste stavkyrkje van Noorwegen te zijn. Als je een rondleidingskaartje kocht mocht je de stavkyrk van binnen bekijken, ergens geitenkaas proeven, koffie en cake nuttigen en nog iets. Alleen in het weekeind, dus wij hadden pech…

Rondje dorp gedaan en weer terug om onze oorspronkelijke route te volgen.

 

We kwamen over een hoge pas dwars door een sneeuw- en ijslandschap. Op sommige plekken lag nog een paar meter sneeuw, water stroomde overal en de boomgrens passeerden we ook al snel. We hebben op 1600 of 1700 meter gereden. Mooie uitzichten, ijsvlakten die begonnen te smelten en daardoor turkoois blauwe plassen en meren kregen. Als je bij een woeste waterval staat voel je de kou op je afkomen. We kwamen langs vervallen hutjes en overal stonden kleine stapeltjes stenen. De bedoeling van de steenhoopjes is ons niet duidelijk, maar ze zijn daar in ieder geval niet vanzelf gekomen. Remco dacht dat als je steenhoopje voor de sneeuw bouwde en hij na de dooi nog stond, het dan geluk zou brengen ofzo. Klinkt heel aannemelijk in ieder geval.

Na deze prachtige weg, zeer regelmatig onderbroken voor fotoshoots, gingen we weer richting huis. We kwamen door Borgund, waar het beroemdste en best bewaard gebleven stavkyrkje van Noorwegen staat, dus ook daar moesten we wel even stoppen. We wilden hem toch ook wel graag van binnen zien en besloten ons maar eens te verwennen. 50 Kronen per persoon, zo’n 6 euro p.p. Best wel wat geld, maar je steunt daarmee ook het behoud van de kerk, toch ook niet onbelangrijk. De kerk rook heerlijk naar verbrand hout en om eerlijk te zijn zag ie er ook wel een beetje zo uit! Hij is helemaal ingesmeerd met teer.

De meeste stavkyrken zijn tussen 1130 en 1350 gebouwd, toen kwam de zwarte dood en daarmee kwam er een eind aan de bouw van stavkyrken. In heel Europa zijn dit soort kerken gebouwd, maar alleen in Noorwegen zijn er nog een aantal die de tand des tijds hebben doorstaan. Van de ± 1000 kirkjes zijn er nog maar 28 over!

Omdat de kerk van Borgund met zijn palen op stenen staat is het hout niet weggerot. Het frame werd op de grond in elkaar gezet en daarna onhoog gehesen, waarschijnlijk met behulp van lange palen. Het frame kon uit wel 2000 stukken bestaan. De kerk van Borgund is in 1180 gebouwd en in de 13e eeuw kwam de klokkentoren daarbij. Een van de grote middeleeuwse klokken hangt nu in de nieuwe kerk die in 1868 werd gebouwd en tegenwoordig nog luidt voor de kerkdiensten.

 

Om 18.00 en 400 km later kwamen we moe maar voldaan weer thuis. Nog even suffen in het zonnetje en daarna lekker wat eten.

 

 

Donderdag 5 juni 2003, Jondalen

 

22.30 uur

Net mijn dagelijkse sauna gehad, wat is dat toch lekker!

Vanochtend werden we wakker en het regende, behoorlijk hard. We wilden eigenlijk gaan lopen, maar ja, als het zo hard regent is dat ook niet leuk. Dus nog maar even lekker blijven liggen en de plannen aangepast. We hebben nu een heerlijk luier-dagje achter de rug en hebben niet veel gedaan. Nou ja, wel veel gelezen, en dat is toch erg lekker!

 

Vanmorgen eerst geprobeerd het weerbericht te ontcijferen. Veel woorden die we niet snapten en die we ook niet in het boekje terug konden vinden. We dachten allebei dat het ’s middags beter zou worden. En inderdaad, het werd na een tijdje droog en tegen de middag kwam het zonnetje door.

We zijn naar Gol gereden en hebben daar eens een tijdje in de winkels rondgekeken. Voor zo’n klein dorpje hebben ze aardig wat winkels; 3 of 4 supermarkten, een aantal sportzaken en een winkelcentrumpje met zo’n 20 à 30 winkeltjes en kledingzaken. In 1 van die zaakjes heeft Violet twee t-shirts gekocht.

 

Verder zijn we de middag door gekomen door, in het zonnetje, te lezen. We hadden uitzicht op een partij regenwolken aan de andere kant van de bergen. Ze hebben het daar echt niet droog gehouden, en dat terwijl wij hier heerlijk in het zonnetje zaten.

 

Vandaag geen dier van de dag; wel is de grote bonte specht regelmatig op bezoek geweest op de paal en is de herdershond van hier ons vriendje geworden.

 

 

Vrijdag 6 juni 2003, Jondalen

 

Half bewolkt, ± 17˚C

 

Om 9.00 uur ging de wekker. Rustig ontbeten en nog wat gelezen. Om 11.00 uur reden we weg, even tanken in Gol en daarna op naar de Valurfossenwaterval. Na een half uur kwam ik er achter dat we de mand met brood, messen en pindakaas niet hadden meegenomen. Terug naar huis dus. Al met al gingen we pas om 12.00 uur op weg.

We reden weer over een grote bergpas, de besneeuwde en be-ijsde hoogvlakte op. Het blijft mooi al die smeltende sneeuw en meren die vaak nog dichtgevroren zijn. Midden op de hoogvlakte kwamen we door een vreselijk skidorp, in the middle of nowhere stonden massa’s hutjes. We waren het gelijk eens; hier hoefden we nooit, maar dan ook echt nooit, een huisje te huren!

Rond 14.30 uur reden we op het auto-brede weggetje richting Valurfossen. We hadden daar een wandeling gepland, maar dan zouden we wel heel laat thuis zijn. We besloten dus om de wandeling maar te laten vervallen. We reden het weggetje nog wat verder omhoog, regelmatig een moederschaap met (altijd twee) lammetjes passerend, en we kwamen bij een andere waterval. Een paar bochten verder omhoog kwamen we wat dichter bij de kolkende watermassa, welke echt een plaatje was vanaf waar wij stonden. Om een foto te maken moesten we de auto uit en kwamen in een regen van fijne watervaldruppeltjes terecht. En koud dat ze waren! Foto geklikt en snel de warme en droge auto weer in gesprongen. Iets verderop zijn we gekeerd en zijn wat foldertjes bij het Hardangervidda-natuurcentrum gaan halen, vast voor onze volgende Noorwegen vakantie.

Op de terugweg zijn we nog even langs de stavkyrk van Torpo gegaan. Deze schijnt heel mooie plafondschilderingen te hebben, maar wij stelden ons tevree met de buitenkant, welke ook erg mooi was.

 

Nu, 22.20 uur, zitten we nog even lekker in de serre. Borreltje erbij, lekker muziekje, niet verkeerd. De auto is weer vol geladen, met nu als extra bagage 2 stukken hout en een zwikkie stenen. Morgen gaan we richting het zuiden, naar ons 2e huisje. Nou ja, huisje, waarschijnlijk 2x zo groot als het hutje waar we deze week hebben gebivakkeerd. Erg benieuw naar de nieuwe omgeving. Als het goed is zitten we vlak bij een meer. Morgen zien we het wel.

 

 

Zaterdag 7 juni, Vrådal, Fiskebekk

 

Vanochtend zijn we iets na tienen weggereden bij het huisje in Jondalen. Na de lege flessen weggedaan te hebben en nog wat boodschapjes te hebben gedaan in Gol, reden we daarna richting ons nieuwe stekje voor de komende week.

Na diverse tussenstops kwamen we daar om ongeveer kwart voor zes aan.

De tussenstops bestonden vandaag voornamelijk uit kerken. In diverse plaatsjes zijn we gestopt voor deze vaak prachtige bouwwerken. O.a. in Uvdal en Nore zijn we gestopt voor de kerken, deze stavkirken zijn anders dan de andere, dit omdat deze een centrale stav (pilaar) hebben. In Nore stonden heel oude grafstenen (rond 1875) om de kerk heen. Bij een andere kerk in een plaatsje waar we de naam niet van weten stonden als omheining om de kerk allemaal platte stenen. Deze stenen werden vroeger, in de winter, van een boerderij (op de berg) naar de kerk beneden in het dal gebracht. Aan enkele van deze stenen zaten grote metalen ringen, deze werden op de boerderij gebruikt om paarden aan vast te zetten. Op enkele van deze stenen of op de ringen stonden jaartallen, deze gaan terug tot 1660.

 

Bij de stavkirk van Heddal zijn we naar binnen geweest, deze kerk is de grootste nog bewaard gebleven stavkirk. Binnen in de kerk zijn heel mooie muurschilderingen te zien. Ook staan er heel prachtige stoelen met hierin afbeeldingen die een Noorse legende uitbeelden. Dit is ook weer een mooi staaltje van houtbewerking. Ook bij de diverse toegangsdeuren zijn heel mooie houtsnijwerken te zien. Er worden hier veel slangen en draken afgebeeld. Na enkele (ansicht)kaartjes te hebben gekocht, dit omdat er in de kerk niet gefotografeerd mag worden en er mensen bezig waren om de daken opnieuw te teren. Hierdoor was het dus een beetje lastig om foto’s te nemen, maar waarschijnlijk zitten er tussen degene die we wel hebben kunnen nemen een aantal mooie exemplaren.

De route die we vandaag gereden hebben ging weer door berg en dal en we hebben er met alle tussenstops zo'n 6 à 7 uur over gedaan. Toen we aankwamen werden we door de eigenaars (Halvor en Mona) zeer hartelijk verwelkomd. Violet kreeg, terwijl ik de auto naar het huisje ging rijden en alvast enkele dingen aan het uitladen was, een rondleiding en wat verdere uitleg. Wat een verschil met het vorige huisje.

 

Hierna werd ons verteld dat er ’s avonds rond tienen een bever in de vijver zit en dat hij of zij aan zijn of haar kinderen voordoet hoe zij met hun staart moeten slaan op het water en dat als we dus een raar geluid horen, het wel eens de bever zou kunnen zijn. Meteen kijken dus vanavond!

Verder kunnen we morgen gebruik maken van de mogelijkheid om mee te gaan met een elk-safari, deze wordt door hen verzorgt. We kunnen deze ook via de lokale VVV regelen alleen dan is het 4x zo duur. Dit gaan we dus wel doen.

Wat een hartelijke ontvangst was dit, toch zo heel anders dan bij de vorige, de eigenaren daar spraken zo goed als geen engels en we hebben ze eigenlijk alleen bij het afscheid gezien.

 

Na het eten zijn we de omgeving een beetje gaan verkennen, we zijn een pad langs de weg ingelopen, na een tijdje sloegen we af en kwamen uit bij een soort van skidorp, d.w.z. onder aan de ski piste wordt op dit moment een dorp uit de grond gestampt. Lelijk !!!

Zo ongeveer 30 à 40 huisjes van dezelfde soort en een aantal van die grote appartementencomplexen. Daar willen we nooit heen, daar zijn we wel over uit.

Hierna hebben we een ander paadje gevolgd en dit liep langs een ander meer, maar dit werd steeds slechter begaanbaar, dus zijn we na een tijdje maar omgekeerd en teruggegaan richting het huisje. Toen we bij het vijvertje/meertje aankwamen zaten er een aantal mensen te kijken naar de bever. We hebben hem toen heel kort kunnen zien, na een tijdje wachten kwam hij weer boven en liet zich weer zien. Wat een prachtige beesten zijn dat toch. Ze kunnen zich zowel onder als boven water supersnel verplaatsen. Oftewel de bever is vandaag dier van de dag.

 

Verder een korte omschrijving van het huisje:

Het is groot, zeker in vergelijking met het vorige huisje. Er zijn in totaal 5 slaapkamers, een grote zitkamer, een grote keuken, 2 wc’s , een mooie douche en een sauna, verder een groot terras met een plek voor de ochtendzon en een voor de middagzon. Alles ziet er heel mooi uit en het is netjes en goed verzorgt. De omgeving is prachtig, we hebben uitzicht op de bergen en het huisje ligt tussen 2 meertjes in. Er zitten hier ontzettend veel vogels, het blijven toch vreemde vogels voor ons, zoveel andere als dan er bij ons zijn.

 

 

Zondag 8 juni 2003, Eidsborg bij het stavkyrkje

 

Sluierbewolking, maar wel korte-broeken-weer.

 

Om 8.00 uur vanmorgen ging de wekker. Het zonnetje scheen door een lichte sluierbewolking heen. We hadden heerlijk geslapen in een bed met heel dikke matrassen, en de slaapkamer was lekker koel.

Om 9.55 uur vertrokken we naar Eidsborg om daar in twee uur naar het Ravnejuvet te lopen. Dit is een ravijn met loodrechte wanden, 350 meter steil naar beneden.

Aan het begin van de wandeling liepen we tussen allemaal schapen en lammetjes door. Wat een bangeriken zijn het, ze rennen altijd paniekerig weg, ook al loop je heel rustig langs.

We kwamen langs een kleine waterpoel met twee of drie kikkers. Aangezien we deze nog niet tegen gekomen waren en dit de enige amfibie van Noorwegen is, bombarderen we de kikker tot dier van de dag.

De tocht voerde langs een beekje omhoog en omlaag, door een echt “Tolkien”-bos. Met een beetje fantasie zag je de elfjes op het mos tussen de velden van mooie bosanemoontjes. Ook de rotstrollen met hun knuppel konden achter elk rotsblok staan te wachten en de kabouters zouden hun pijpje roken onder de bemoste kluit van een omgevallen boom. We liepen over keien, door en over beekjes heen, en door een zompig veengebied waar je af en toe tot je enkels in weg zakte. Wat waren we blij dat we deze (dure) bergschoenen gekocht hadden!

Na een uur en drie kwartier kwamen we bij het ‘ravenravijn’, waar sterke stijgwinden er voor zorgen dat de raven daar heerlijk kunnen zweven en een papiertje of zakdoekje zou tot boven het ravijn geblazen kunnen worden. Blijkbaar waren vandaag die stijgwinden niet aanwezig, want raven zagen we niet en het papiertje dwarrelde, heel mooi, dat wel, naar beneden in plaats van omhoog.

 

Na een kleine versnapering en een aantal flinke slokken vocht begonnen we aan de terugweg. Deze was het eerste stuk behoorlijk pittig en de muggen genoten van onze zweetluchten. Al klauterend en muggen van ons af slaand kwamen we eindelijk boven aan het pad. De tocht voerde ons weer terug door het veen en bergafwaarts naar de auto. Na ruim vijf kwartier waren we weer terug. Of we nou heel snel de berg hebben beklommen, sneller als het afdalen daarvan, of dat we een stuk hebben afgesneden weten we niet, maar we waren een half uur sneller dan de heenweg!

Bij de auto aangekomen hebben we snel een schoon en vooral droog t-shirt aangetrokken en zijn naar het stavkyrkje van Eidsborg gereden. Daar zitten we nu heerlijk aan een stenen tafel op stenen bankjes, groen van de korstmossen. De late lunch hebben we achter de kiezen en zitten nog even lekker bij te komen.

 

(te Vrådal)

 Hierna zijn we het openluchtmuseum naast onze picknickplek gaan bezoeken. Daar stonden een stuk of 13 houten gebouwen van ± 1350 t/m 1900. Een watermolen met daarnaast de stamperij ofzo, waarschijnlijk werd daar iets van graan gemalen, een smidse, een badhuis, café, woningen en oude voorraadschuurtjes. Best wel leuk om te zien. We snapten nu ook eindelijk de bordjes die we telkens langs de weg hadden zien staan; iets van ‘ mittelalter loft ‘ , woningen dus.

 

Het stavkyrkje van Eidsborg lag aan de andere kant van onze picknickplek. Een mooi klein kerkje, een van de kleinste van Noorwegen, en het schindeldak reikt bijna tot aan de grond. Het kerkje is een van de laatst gebouwde stavkyrkjes, in 1250 gebouwd.

 

Om 17.30 uur waren we weer thuis. Lekker biertje genomen (Brugse Triple, 9%), die hebben we wel verdiend, dus daar genieten we even van. Snel eten zo, Indrefilet, douchen en dan gaan we op eland-safari!

 

Om 21.00 uur stapten we in het ‘debielenbusje’ bij de beheerder van de huisjes, Holvar. Mona, zijn vrouw, reedt het andere busje. Daar zaten we dan, twee Hollanders met twee Noren (Holvar + dochter met hond) en 5 Denen (2 echtparen + dochter). En een gerebbel in het busje, bla, bla, bla. Noors en Deens blijken vrijwel dezelfde taal te zijn. Af en toe melde Holvar speciaal voor ons iets in het engels. Wel fijn, maar het gerebbel is toch ook wel heel leuk om te horen!

We gingen een privéweg op, normaal mag daar geen gemotoriseerd verkeer komen, maar hij had de sleutels van de slagbomen. We reden er nog maar net toen we de eerste elk zagen. Hij zei gelijk dat het een mannetje van een jaar oud was. Twee jaar geleden heeft ie op safari 23 elanden gezien, zijn persoonlijk record. Hier lopen de elanden meestal alleen of met hooguit twee tot drie elanden (man, vrouw, kind). Ze kunnen ongeveer 20 tot 23 jaar oud worden. Het vrouwtje staat meestal hoger op de berg dan het mannetje. Op het moment lopen er veel vrouwtjes elanden met jongen rond. Zij laten zich niet zien maar verstoppen zich in het bos. Berghellingen met jonge, lage begroeiing zijn een eldorado voor elanden. Langs de weg hebben ze allemaal zoutblokken op stokken gezet, speciaal voor de elanden.

Holvar heeft echt haviksogen en speurde tijdens het rijden de berghellingen goed af. We zagen diverse elanden, de een konden we beter zien dan de ander, maar de meeste waren mooi te zien. Op een gegeven moment zag ie verse hoefafdrukken op de weg, en nog geen 50 meter verderop stond inderdaad een eland. Hij schrok van ons en galoppeerde snel weg.

Halverwege de heenweg stapte zijn dochtertje samen met de hond uit, ze kreeg een mandje met wat spulletjes mee. Zou ze koffie gaan maken?

Toen we aan de terugweg begonnen hadden we 8 elanden gespot! We kregen even een korte pauze om frisse lucht te snuiven. Het andere busje bleek een stuk of 10 Denen te bevatten van een of andere wandelvereniging. We stapten weer in en reden verder, om te stoppen op de plek waar zijn dochtertje eerder was uitgestapt, en veilig door de hond was bewaakt. Er brandde een klein kampvuurtje en er hing een klein (heel zwart beroet) potje beekwater boven te warmen. Om het vuur heen waren 4 dikke boomstammen die als banken dienden. We kregen allemaal een klein bekertje koffie, die heel lekker naar houtskool rook. Daarna kregen we allemaal een zelfgemaakte houten spies (volgens mij van wilgentakken) en een stukje vlees, biefstukachtig. Toch geen rendiervlees, of wel?!

We zaten allemaal met ons stokje met vleesje boven het vuur, heel knus. Naast Remco zat een man van de Deense wandelclub, die vloeiend engels sprak en wel in was voor een praatje met ons. Hij was 20 jaar geleden voor het laatst in Noorwegen geweest en hield veel van wandel- en avontuurlijke vakanties. Toen zijn kinderen nog mee gingen heeft hij wel eens in een kano over de Ardeche gevaren, wat hem goed was bevallen. Aankomende zomer wilde hij samen met zijn vrouw naar Toscane, maar als dat doel niet werd gehaald omdat ze onderweg in een mooi gebied bleven plakken was dat ook goed. Een heel gezellige en interessante man. Jammer genoeg zit hij in een huisje op het terrein aan de andere kant van de weg, iets verderop, dus je gaat niet snel even voor een babbeltje langs.

Het vleesje van Remco was aan zijn spiesje blijven plakken, viel van Remco zijn spies, deze was vrij dik, en bleef aan een puntje aan de spies van de man hangen. Hij redde het vleesje van Remco en at de zijne, reeds gaar, lekker op. Hij bood Remco zijn spiesje aan, een iets dunnere waar het vlees beter op blijft zitten. En dan kon Remco gelijk alle andere stukjes pikken door ze vast te laten plakken! Hij had nog humor ook dus. Holvar zelf was regelmatig aan het filmen, niet alleen de elanden maar ook zijn gasten. Hij had zelf gewoon ook veel lol. Het liep tegen elven toen we weer verder gingen. Het begon donker te worden, dus anders zouden we zeker geen elanden meer te zien krijgen. Holvar had tegen Remco gezegd dat we geen 9 elanden zouden zien, maar ook de 9e zagen we lopen. Snel draaide Holvar zijn raampje open, stak zijn kop naar buiten en begon elandgeluiden te maken zodat de eland geïnteresseerd zou raken en dus zou blijven staan. We weten nu dus hoe een eland klinkt. Echt grappig hoe hij dat deed, en het werkte ook aardig. Hij kon er wel om grinniken toen Remco hem aan zijn uitspraak herinnerde. De 10e eland was de laatste die we zagen, een prachtige score!

Bij huis reed hij nog langs de meren in de hoop als toetje de bever nog even te zien, maar helaas mocht dat niet zo zijn.

In het meertje waar we gisteravond langs zijn gelopen schijnt ook nog een bever te huizen. Een aardige beverbevolking dus.

Om 23.30 uur waren we thuis.

 

Dinsdag- of woensdagochtend, afhankelijk van het weer, kunnen we met Holvar mee een kleine beklimming maken, naar de top van een hoge berg hier vlakbij. Je schijnt boven een geweldig uitzicht te hebben. Als we mee willen kunnen we achter hem aan rijden, maar we mogen ook bij hem in het busje springen. Dat was eigenlijk veel leuker zei hij. Dat leek ons ook, zeker na de eland-safari van vanavond. Het is gewoon een heel vriendelijk stel.

De eerste vleermuizen hebben we ook eindelijk gezien, een onderweg en een bij het huisje.

Om 24.00 uur zijn we nog even de sauna ingedoken, even na-ontspannen. Heerlijk!

 

 

Maandag 9 juni 2003, Vrådal

 

Vandaag was het weer lekker weer. Het begon een beetje bewolkt maar de zon heeft vandaag weer lekker en veel geschenen. Door het windje was het wel gelijk frisjes als de  zon achter de wolken verdween.

 

Vanochtend zouden we een wandeling van 2 à 3 uur gaan doen. Toen we er naar toe reden zaten we niet helemaal op te letten en na ± 30 km kwamen we erachter dat we te ver door waren gereden. Er zijn niet veel dorpjes of zijwegen onderweg, dus is het vaak lastig om precies te weten waar je je bevindt. Het stuk wat we teveel hadden gereden was echter zeker de moeite waard, ook een van de redenen waarom we een bordje hadden gemist, zo lekker waren we van de omgeving aan het genieten. We zijn dus weer terug gereden en uiteindelijk vonden we de weg waar we eerder al hadden moeten afslaan. We zouden gaan wandelen bij Kilegrend, deze route zou ons over een eilandje langs de oever en ‘trollgrotten‘ voeren. Om 12.15 uur, een uur later dan we hadden kunnen beginnen als we gelijk goed waren gereden, begonnen we met lopen. Volgens het boekje stonden er veel informatieborden langs het pad (we hebben er maar liefst 5 gezien) en was het goed bewegwijzerd (behalve in het begin). Bij de trollgrotten aangekomen was het een beetje vaag, er lag een bordje met ‘privat’ op de grond en er liep geen pad meer. We liepen zo het erf van een woning op. We zagen hoog in de rotswand een abri, ongetwijfeld bevinden zich er meer, maar dat hebben we in Frankrijk al wel gezien. Het pad ging over in een oud schoolpad uit ongeveer 1850. De kinderen uit het dorp moesten over dit pad naar het dorp met school lopen. Nu is het een smal paadje vol met rotsen en keien, en ik heb met de kinderen te doen die dit elke dag moesten lopen. Op het bordje werd de wandelaars vriendelijk verzocht om (veel) gebruik te maken van het pad, zodat het niet met gras overwoekerd zou raken. Het was een heel mooi pad door het bos en ging op een gegeven moment aardig steil omhoog. Het pad zou verder moeten gaan in een ander bospad, maar helaas was die vervangen voor een bouwput. Ze waren bezig met het kappen van grote gedeelten van het bos, en het bospad was nu een met keien verstevigde weg. Dit was wel jammer en maakte de wandeling een stuk minder leuk.  Wel kwamen we een beverburcht tegen in het meer. Verderop was er nog een, en lagen er ook omgeknaagde bomen. Dit hadden we allebei nog nooit eerder in het echt gezien. Het einde van de wandeling ging weer over een oud pad, ditmaal een postweg uit eind 19e eeuw. Dit was een mooi pad tussen bosbessenstruiken, rosten en bomen door. Een waardig eind van de wandeling en maakte het voorgaande gedeelte (een paar km lange kale weg) weer een beetje goed. Het was best een lekkere wandeling. Niet te zwaar en met lekker wandelweer.

Thuis gekomen hebben we heerlijk in de zon gezeten en veel gelezen. Af en toe wat fris door een stevig en koud windje, en als de zon dan achter een wolk duikt merk je dat gelijk.

Even na negen uur zijn we toch maar binnen gaan zitten, de zon scheen niet meer op het terras.

Zometeen gaan we nog even een wandelingetje maken in de bossen rond de huisjes. Kijken of we die andere bever daar kunnen zien.

 

Het dier van de dag is vandaag de mug. We zijn er niet blij mee, maar ja, het is niet anders. De reden van deze benoeming is dat ze ons helemaal gek maken, na twee dagen hebben we allebei al zeker 10 muggenbulten en dit zullen er zeker meer worden.

 

We zijn net terug van ons ommetje, zeer waarschijnlijk weer enkele muggenbulten rijker. Helaas hebben we de bever niet gezien. Op de terugweg even langs ‘ons’ vijvertje gelopen en na even wachten was ie er weer, onze eigen bever. Na enkele duiken onder water en korte momenten boven water was hij langere tijd verdwenen. We hoorden hem in het verborgen slootje met zijn staart op het water slaan. Na een tijdje kwam hij weer terug   en bleef langer dan 5 minuten stil in het water drijven. Het enige wat hij deed wat zachtjes met zijn staart bewegen, waarschijnlijk om te blijven drijven. Hierna dook hij onder en zijn wij teruggelopen naar het huisje. Er vlogen nog twee vleermuizen over.

 

 

Dinsdag 10 juni 2003, Fiskebekk/Vrådal

 

Bewolkt, droog en perfect wandelweer.

 

Voor vandaag hadden we een vrije dag gepland. Holvar had ons aangebodenom bij hem in de auto te stappen en vanaf een bepaald punt een wandeling naar de top van de berg te maken, vanwaar je een mooi uitzicht zou hebben over de weidse omgeving. Gisteravond kwam hij vragen of we nog mee wilden. Het leek ons wel heel leuk, dus graag! Eigenlijk was het de bedoeling om om 8.30 uur te vertrekken, maar de Deense wandelaars die ook mee gingen, wilden graag een uurtje later weg. Dat vonden we helemaal geen probleem, konden we nog een beetje uitslapen tenminste. Van het huisje naast ons zouden er ook een aantal (Noren) mee gaan.

Dus vanmorgen om 9.30 uur stonden we klaar. Er stonden 6 Noorse vrouwen te wachten, waarvan er volgens mij 4 mee wilden. Ze liepen op sandalen, heel handig lijkt mij als je door een naaldbos en veengebieden gaat lopen… Holvar kwam naar buiten en stond even met de dames te praten. Toen draaiden ze zich allemaal om en liepen terug naar hun huisje. Wij konden in het busje stappen. Ik zei dat ik dacht dat die vrouwen ook mee zouden gaan, waarop Holvar zei dat dat klopte, maar dat zijn dochtertje vandaag haar verjaardagspartijtje (10 jaar) zou vieren en dat zijn vrouw daarom niet met het andere busje mee zou gaan. Aangezien de Denen ook mee wilden, pasten de vrouwen niet meer in het busje. Ik geef Mona groot gelijk dat ze thuis blijft, en echt erg kunnen we het niet vinden want ze zagen er als een echt stel mutsen uit. We hadden nou ook niet echt het idee dat de wandeling op zou schieten als zij mee zouden lopen.

Gelukkig mochten wij wel mee. We reden naar de andere huisjes toe om de Denen op te halen. Voor de wandeling zelf hadden ze iets anders bedacht; niet naar de top maar een wandeling langs de beverburchten, onder leiding van hun eigen gids. We mochten ook met hen mee lopen. Dat vonden we wel een leuk idee, dus dat was geregeld. Holvar zelf ging met een paar andere Denen naar de top lopen. Ook dit groepje kwam niet al te sportief over. Na een paar minuten kwamen er  zelfs al twee dames terug omdat ze de verkeerde schoentjes aan hadden, niet geschikt voor de drassige gebieden. De groep van ons werd geleid door een echte berggeit, een opa van een jaar of 70. Hij komt al meer dan 20 jaar in Noorwegen en kent dit gebied goed.

De rugzakken werden achter gelaten bij het huisje waar de wandeling begon. Hier zouden we later terug komen om te lunchen en de tocht daarna weer naar beneden te vervolgen. In dit huisje zit opa, Henning, twee keer per jaar. Zonder elektriciteit en stromend water en met een buitentoilet, maar wel met een prachtig uitzicht op een meertje, midden in een heerlijk bos.

 

Stromend water is hier overal buiten, uit alle beekjes kan je gewoon drinken, zo zuiver is het nog. Samen met 9 Denen gingen we op pad. De leeftijden lagen ergens tussen de 45 en de 75. Ouwe Henning heeft een scheve poot maar loopt als een kievit (wieber in het Deens). Hij leidde ons over kleine bospaadjes, dwars door het bos en veen buiten de paden om, langs beverburchten- en dammen, over de dammen heen (zo stevig zijn die gebouwd), langs meertjes en over keien, rotsen en beekjes heen. Hij vertelde een boel over de bevers, wat voor ons door enkele Denen in het engels werd vertaald. De man waar we tijdens de elk-safari contact mee hadden gehad, kwamen we ook nu weer regelmatig tegen. Ook hij heet Henning, maar hij is zo’n beetje de jongste van de groep. De groep is heel gezellig en spontaan, we voelen ons goed op ons gemak en worden makkelijk in de groep opgenomen. Ouwe Henning vertelde dat als hij niet zeker weet of de bevers een bepaalde burcht nog bewonen, hij dan een kleine schade aan de burcht maakt. Als deze de volgende dag dan is hersteld, wonen ze er nog.

Overal lagen omgeknaagde boompjes en bomen. Er stonden af en toe gevlekte (?) orchideeën, toch altijd leuk om te zien. Na 5 kwartier kwamen we weer bij het hutje en iedereen ging uitgebreid zitten lunchen aan een tafeltje. Pakjes brood, blikje makreel in tomatensaus, wortels, tomaat, van alles werd er op tafel gelegd. Wij hadden nog geen zin om te lunchen, een beetje te vroeg, maar zaten tevreden met een reepje, iets op afstand. Onze berggeit toverde uit zijn rugzak een leren kokertje met een aantal kleine ronde, metalen bekertjes, nog kleiner dan een eierdopje, en een zakflacon met echte Deense jenever. Het smaakte iets zoetig en was heel erg lekker. Direct nadat iedereen was uitgegeten ging de tocht verder. We kwamen langs het buitentoilet en moesten allemaal even kijken; de knop boven op het deksel van de poepdoos was een beeldje van een meisje met haar neus dichtgeknepen.

Onder leiding van ouwe Henning liepen we langs de oever (maar dan ook echt de oever!) van ‘zijn’ meer, over keien, rotsen en mos waar je soms centimeters in weg zakte. Alweer bewezen onze schoenen hun dienst. Na drie kwartier kwamen we langs een ander hutje. Ouwe Henning ging kijken of er mensen waren, en toen dat niet het geval was liet ie ons het even zien. Door de meeste Denen werd daar dankbaar gebruik van gemaakt door weer het een en ander aan voer te voorschijn te toveren en dit buiten op wat stukken hout te verorberen.

Vervolgens stortte onze berggeit zich weer naar beneden, hij had een tussendoor route gevonden. Via een pad van gevallen rotsen en keien klauterden we naar beneden. De hele kudde liep braaf achter die ouwe aan! De Denen moesten zelf aardig lachen om de kunsten van die ouwe, alle ‘paadjes’ die hij uitzocht. Zonder hem hadden ze zoiets nooit gedaan, “waren ze misschien wel verdwaald ofzo”, dat gevoel. Maar ouwe Henning kent het gebied op zijn duimpje, dus dan is het wel leuk.

We kwamen weer op de ‘weg’ terecht en hij dook het struikgewas weer in om te kijken of we verderop het riviertje over konden steken. Uiteindelijk gebaarde hij dat dit niet ging lukken dus vervolgden we het weggetje. Ouwe Henning bleef zoeken en speuren naar een wildspoor of een andere mogelijkheid om van het weggetje af te komen. Opeens begon hij te juichen en met zijn armen te zwaaien; hij had een pad gevonden! Iedereen stond te grinniken; het is maar wat je een pad noemt. Maar als hij gaat, volgt de rest… Dus daar gingen we dan, keurig op rij door het struikgewas, achter die berggeit aan. Het lukte, we waren al bijna waar we wezen moesten. We moesten alleen nog een grindgroeve overbruggen. Het was heel fijn grind (of heel grof zand) en het was best wel hoog. Jonge Henning zakte tot aan zijn kuiten weg in het fijne grind. Ik gleed half uit en kwam al zittend beneden. De rest vond dat geen slecht idee, en kwamen dus op hun kont naar benee.

Toen we vlak bij de weg waren gingen we uit elkaar, de wandeling zat erop. We hebben ze vriendelijk bedankt voor de geweldige dag en zijn met z’n tweetjes terug naar ons huisje gelopen. Daar kwamen we om 14.30 uur aan, hebben snel andere schoenen aan gedaan en zijn naar het Turistkantor gereden. Het was voor het eerst dat dat kon, want zaterdag was die al dicht toen we aankwamen, zondag is zondag, en maandag was het 2e pinksterdag. We hebben gelijk een heleboel folders en een wandelkaartje gehaald. Nog even snel naar het supermarktje aan de overkant gegaan voor brood (supervers, het was nog warm) en anti-muggenspray (uit noodzaak). Van het heerlijk verse brood is gelijk al meer dan de helft opgegaan, zo lekker was het!!

 

Aan het eind van de middag wilden we nog even naar het centrum van Vrådal, daar waren we nog niet geweest. Op de kruising voorbij het Turistkantor zagen we dat het verkeersbordje “centrum” terug wees, richting het Turistkantor dus! Het centrum bleek te bestaan uit de VVV, een kapper, een sportzaak, supermarkt en souvenirwinkel, en daar waren we dus al geweest. Toen zijn we maar naar het ‘kirkjegard’ gegaan, een kerkhofje uit de 19e eeuw. De vorm van het kerkje dat er toen heeft gestaan was aangegeven met stenen, en was echt heel klein.

Bij het kerkhofje begon een korte natuurwandeling met allemaal informatieborden langs de route. Dan dat ook maar even doen. Op de verschillende borden werd van alles uitgelegd, door middel van tekst en tekening; hoe het bos wordt beheerd, welke bomen en planten er groeien en de eigenschappen daarvan. Het was leuk gedaan, en zo onverwacht toch nog een leuk klein wandelingetje. ’s Avonds begon het wat te spetteren, dus hebben we lekker binnen zitten lezen en zijn nog even de sauna ingedoken.

 

 

Woensdag 11 juni 2003, Fiskebekk/Vrådal

 

Gisteravond vroeg gaan slapen, het was iets na twaalven. Wat later in de nacht werd ik wakker, het regende behoorlijk hard. Gelukkig was het toen we wakker werden (8.30 uur) weer droog. Het was wel bewolkt, maar de wolken hingen heel mooi over de bergtoppen heen.

De wandeling die we zouden gaan doen was er eentje die ons door veengebied (vogelreservaat) en over een soms heel smal pad zou leiden. We zouden wel zien hoeveel we er precies van zouden gaan lopen, de totale tocht zou 8 uur duren en we waren al niet van plan om alles te lopen. Om ongeveer 11.15 uur begonnen we met lopen. Ik was net tot de ontdekking gekomen dat ik de videocamera thuis had laten liggen, stom, stom, stom!

De eerste paar stappen die we in het veengebied zetten voorspelden niet veel goeds voor de rest van de wandeling. Het was er kletsnat, waarschijnlijk door de harde regen van de afgelopen nacht. Door het grasland hadden zich enkele stroompjes met smelt- en regenwater gevormd waar wij overheen moesten zien te komen. Af en toe zakten we tot onze enkels weg. Gelukkig kunnen onze stevige stappers hier tegen. Het pad ging weer lekker omhoog, langs een mooie waterval, veel soorten mos en korstmos en ander soort begroeiingen. We moesten onderweg nog een aantal hindernissen nemen, waaronder een stroompje van ± 2 meter breed waarin boomstammen als ‘stevige ondergrond’ lagen. Het water was net iets hoger als de boomstammetjes maar we hebben het toch gered. Verderop kwamen we nog wat beekjes tegen waar we door middel van keien de overkant konden bereiken.

Na ongeveer  drie kwartier tot een uur geklommen te hebben kwamen we bij een drassig stuk veen waar we doorheen zouden moeten. Inderdaad, zouden moeten, want we hebben het niet gedaan. Het stuk was ± 5 meter breed met een stroom in het midden. Daarom heen was het een groot modder/ veen zooitje. Het was een bijna niet te nemen hindernis. We hebben hier nog wel even staan genieten van de omgeving en het uitzicht. We stonden in een soort dal tussen twee bergketens in, een veengebied met wat poeletjes en bomen. Op de bergen lag nog veel sneeuw en de bewolking hing er heel mooi tegen aan. We zijn omgedraaid en langzaam weer aan de terugweg begonnen. De klim was behoorlijk zwaar geweest en we hadden onderweg niet van alles kunnen genieten, dus moesten we nu nog maar even wat foto’s nemen en de uitzichten en natuur op ons in laten werken.

Het nadeel als je dezelfde weg terug neemt is dat je dezelfde hindernissen nogmaals tegen komt. Dit ging bij mij uiteindelijk ook niet helemaal goed. Ik stapte op een plek modder die er vrij stevig uit zag maar het dus niet was. Ik zakte in de modder weg tot een flink stuk boven mijn schoen, zo’n 20 cm diep dus, en kreeg een déjà vu met Limburg waar mij een paar jaar terug een gelijksoortige situatie is overkomen. Toen we over de weg weer richting auto liepen begon het te regenen. Gelukkig waren we er bijna, mooi op tijd.

Na een lekker broodje te hebben gegeten hebben we bekeken of we nog een leuke weg terug konden nemen. We konden een vrij grote omweg van ongeveer 150 km nemen, of een wat kortere van ongeveer 50 km. We hebben voor de korte gekozen, deze liep via Åmot, een plaats die we nog niet gezien hadden en over een weg die we nog niet kenden. Het is altijd leuker om een andere weg te rijden als degene die je al een paar keer hebt gedaan. Het bleek weer een plaatsje van niks te zijn. Wel waren er meerdere supermarkten en een heel klein winkelcentrumpje. Altijd nog veel meer dan wat er in Vrådal zit.

Terug op de route komt ons op een gegeven moment een auto tegemoet waarvan de bestuurder zijn arm uit het raampje heeft hangen en daar een rare beweging mee maakt. Een andere bestuurder knippert hevig met zijn lampen. De auto’s voor ons zijn rustiger gaan rijden en na ongeveer een kilometer staan er twee mannetje is felgele hesjes bij een parkeerplaats op te vallen. Politi! In 1½ week hadden we maar 1 politieauto gezien en nu hielden ze dus een grootscheepse controle. We mochten door rijden… Gelukkig waren we gewaarschuwd door onze mede weggebruikers.

Thuis gekomen zijn we vrij snel in slaap gestort. Ik werd na een uurtje weer wakker, Violet sliep nog 3 kwartier langer.

Na het eten zijn we bij ouwe Henning, de padvinder van de Deense wandelgroep, een flesje whisky als dank gaan brengen. Hij was er heel blij mee. We werden meteen weer uitgenodigd om morgen met ze mee te gaan, de berg bij de skilift oplopen en door middel van kaart en kompas de route te bepalen. Spannend dus of dit hen (en ons) zou gaan lukken. We hadden voor morgen wel bedacht dat we naar twee dorpjes aan de kust zouden gaan, maar het was ons gisteren zo goed bevallen dat we deze plannen snel over boord hebben gezet. We hebben er nog een tijdje met jonge Henning zitten praten en o.a. zijn foto’s bekeken (digitaal). Onze videocamera hadden we ook bij ons, dus heeft hij een stukje van de elanden gekeken. Het is een gezellige man om mee te kletsen. Hij vertelde trouwens ook dat we bij de elk-safari inderdaad elandvlees hebben gegeten. Heeft Holvar vorig jaar zelf geschoten. Om een uur of tien gingen we weer naar huis, goed uitrusten voor de beklimming van morgen…

 

 

Donderdag 12 juni 2003, Fiskebekk/ Vrådal

 

Half bewolkt, goed wandelweer.

 

Vanmorgen om 10.00 uur stapten we bij berggeit Henning in de auto, op naar het nog half in aanbouw zijnde skidorp van Vrådal. Vanaf daar zouden we onze wandeling beginnen. Samen met ouwe Henning, jonge Henning, zijn vrouw Else, Jete en nog een vrouw zouden we naar een bergtop gaan klimmen en klauteren.

Daar gingen we dan, een groepje dwazen met afristbroeken, bergschoenen, een goed humeur en rugzakken waar alle tochtbenodigdheden in zaten, zoals kaart en kompas, zakmessen, lunch, voldoende drinken, borrel en een lekker warme trui. Het was de bedoeling dat we geen gemarkeerde route zouden gaan volgen maar dat we achter ouwe Henning aan zouden gaan. Hij heeft er deze tocht ervoor gezorgd dat we ons allemaal berggeiten zijn gaan voelen! De route ging in een lekker tempo omhoog, niet te snel maar ook niet te langzaam, dwars door heide, bosbesvelden en sparrenbos, over rotsplateaus (soms schuin en glad), door wetlands en langs mooie vergezichten. Iedereen had het zwaar maar ook erg naar zijn zin. Na twee uur zweten en zwoegen kwamen we boven op de 1e top. Snel de rugzakken af, zeiknatte t-shirts uit en een droge trui aan, want de wind was daarboven best wel fris. Deze berg heette Rolighet, wat ‘stilte’ betekent en er ligt vlakbij nog een berg die Rolighets-svaet heet, antwoord op de stilte.

Hier boven op de top hebben we de lunch genuttigd en daarmee weer wat energie opgedaan voor de rest van de tocht.

Denk maar niet dat we van de top weer naar beneden gingen, nee, we gingen door naar de volgende top! We hadden onderweg geweldig mooie uitzichten op verschillende meren (ver beneden ons) en bergen. De 2e top was niet zo gemakkelijk te bereiken; we moesten een ‘redelijk begaanbaar pad’ over de steile rotswand vinden. Na een tijdje door het veen gebanjerd te hebben zagen we een mogelijkheid om via rotsblokken omhoog te klauteren. Dit was echt het zwaarste gedeelte van de tocht, maar des te blijer en trotser waren we toen we boven op de top stonden! We stonden mooi wel op de Tarjeisberget, 617 meter hoog! Dit voelde als ons ‘berggeitdiploma’. Ook hier een korte pauze gehouden, er wordt niet onnodig lang gezeten. Nu moest ouwe Henning een weg naar beneden zoeken. Dwars door een sparrenbos met kniehoge bosbessenstruiken en heide gingen we naar benee. Ook dit was niet altijd even gemakkelijk; de gaten en rotsblokken kon je niet altijd even goed zien door de vele begroeiing, dus we verstapten ons allemaal wel eens. Onze berggeit maakte zelfs een heel mooie val, maar bezeerde zich gelukkig niet (hij liet daar in ieder geval niets van merken). Af en toe kwamen we bij een punt dat we ons over gladde en bemoste rotsen naar beneden moesten laten glijden. Eindelijk, om 15.00 uur zagen we onder ons een weg lopen! Zelfs de berggeit was blij! Een kwartier later kwamen we met de laatste hindernissen bij de weg, en iedereen was in een soort van jubelstemming. We hadden het toch maar mooi gered! Wel moesten we nog een flink stuk lopen voor we bij de auto zouden zijn. Als beloning lasten de Denen weer een korte voerpauze in. Ze zeiden het zelf, als ze niet aan het lopen waren, waren ze aan het eten.

We vervolgden de weg in marstempo, en zelf ouwe Henning hoefde niet meer via een leuk tussendoorpaadje. Het tempo was redelijk snel, hoe moe onze benen ook waren.

Op het laatst hebben we met jonge Henning nog elkaars adressen uitgewisseld, zodat we foto en video kunnen opsturen..

Om 16.45 uur kwamen we afgepeigerd maar zeer voldaan thuis om gelijk de rugzak af en de schoenen en sokken uit te doen. Pas toen voelden we dat onze voeten best wel zeer deden, maar, geen blaren. Lekker een schoon t-shirt aan gedaan, een koud biertje ingeschonken en een heerlijk verfrissend lavendelvoetenbad (in een heel grote pan) klaargemaakt om die arme voetjes een beetje te verwennen. Het was erg leuk om onze laatste doe-dag zo door te brengen.

Het eten zal er straks wel makkelijk in gaan, en een sauna klinkt ook erg aantrekkelijk!

 

 

Vrijdag 13 juni 2003, Fiskebekk/Vrådal

 

Om 11.15 uur werd ik wakker. Gisteravond hadden we besloten om geen wekker te zetten en wel te zien hoe laat we wakker zouden worden. We hadden gehoopt dat we rond 9.00 uur wakker zouden worden, en ik had wel gedacht dat dat mij zou lukken. Ik was toen ook wel even wakker maar heb me snel weer omgedraaid en ben weer verder gaan pitten. Nadat we wakker werden hebben we ons snel aangekleed en zijn we brood gaan halen in het supermarktje. Ook de rest van onze kronen wilden we daar besteden. Dit bleek moeilijker dan gedacht, we hielden nog steeds 100 kronen (± 12,5 euro) over. Eerst maar weer terug naar huis om te ontbijten en later zouden we de rest wel gaan besteden. We hebben, hopen we, lekkere krabsalade, gerookte zalm, geitenkaas, thee en bananenbeleg gekocht.

 

Gisteravond hadden we al een aantal dingen ingepakt zodat we vandaag al snel konden beginnen met het inpakken van de auto.

Voor de rest hebben we heerlijk op onze luie reet in de zon gezeten, proberen nog een beetje extra kleur te pakken.

 

Helaas, vannacht gaan we weg. Wel jammer maar ook lekker om weer naar huis te gaan. Straks gaan we nog even bij Holvar en Mona langs. We mogen niet zomaar weg, ze hebben nog een klein presentje voor ons! (We kregen twee mooie kaarten als aandenken; 1 met trollen en 1 met een eland.)

 

 

Zaterdag 14 juni 2003, Kristiansand

 

Vanmorgen om 3.35 uur verlieten we ons huisje. Een paar seringen geplukt (ze ruiken zo vreselijk lekker) en bij het ‘centrum’ nog een bos lupines afgeknipt.

We waren nog geen 10 minuten het dorp uit toen we als beloning voor het vroege opstaan een moeder eland met jong (!!!) langs de kant van de weg zagen. Iets verderop, aan de andere kant van de weg, kwamen we de volgende elanden al tegen; twee stoere elanden van ongeveer een jaar oud. Weer iets verderop zagen we nog een mooie grote eland en 2 keer sprong er een hertje de weg over. Wat een toepasselijk mooi eind van zo’n mooie vakantie!

Om 6.30 uur kwamen we hier in Kristiansand bij de ferry aan. We zijn ruim op tijd dus dat hebben we goed gedaan. We hebben in de auto ontbeten, lekker bakkie koffie en thee erbij. Een zeer ontspannen begin van een lange reis.

(ergens onderweg te Denemarken)

Om 8.30 uur mochten we eindelijk de boot op, en een half uurtje later vertrokken we. Tijdens het wachten op de kade hebben we heerlijk mensen zitten kijken, vieze dikke Duitsers, smerige vieze mannetjes en hoerig geklede vrouwen. Altijd een leuk tijdverdrijf.

Wel waren we begonnen met ons zorgen te maken of we ooit nog op de boot zouden komen. De boot die werd volgeladen was pas veel later aangekomen als onze boot, en met die van ons gebeurde nog niets. We waren wel blij dat we eindelijk het sein kregen dat we mochten. Deze boot was een stuk minder lux dan het cruiseschip waar we op de heenreis op hadden gezeten, maar ging wel een stuk sneller. Doordat het een kleinere boot is en hoger in het water ligt ging de boot aardig heen en weer op de golven. In onze slaapstoel hebben we een uurtje liggen dommelen (we hebben vannacht maar 2 tot 3 uur geslapen…) en vooral ik werd door de deining in slaap gewiegd.

We hadden nog 37,5 kronen te besteden. In het weekeind hoef je blijkbaar geen tol te betalen om Kristiansand in te komen, en in de taxfree shop konden we 6 blikjes bier halen voor 37 kronen. Ja, wat moet je anders met dat geld? We hebben nu dus nog een halve kroon over, ongeveer 6 eurocent. Als wij ons geld niet mooi hebben opgemaakt weet ik het ook niet meer!

 

(ergens onderweg in Duitsland)

Iets over half vier rijden we Duitsland in, en zijn ondertussen 12 uur onderweg. Net voor we de grens over gingen moesten we tanken aangezien de tank toch echt wel bijna leeg was en het volgende tankstation pas over 65 km zou komen. Het tankstation lag niet direct aan de snelweg, we werden via de afrit er naar toe geleid. Het tankstation werkte met een pinautomaat dus wisten we in ieder geval zeker dat we konden tanken, anders heb je toch een probleem als je hebt getankt en dan binnen niet met je Nederlandse pinpas kan betalen…

Er stond een heel ‘gezellig’ Duits echtpaar aan de andere kant van de pomp. De man kreeg de benzinepomp niet aan de praat. Vanuit de auto, met gesloten ramen, kan ik de man horen brullen en vloeken terwijl zijn vrouw op ploffen staat. Ze was zo pissig op haar man dat het hem niet lukte! Toen Remco uitgetankt was ging hij het bonnetje bij de automaat halen. De man had al verscheidene malen tegen Remco wat duits uitgekraamd en weer kwam hij naar hem toe. We verstaan allebei maar half duits en spreken doen we het al helemaal niet, maar toch wilde Remco hem proberen te helpen, driftige Duitser of niet. Met een grote  grijns op zijn gezicht probeerde Remco rustig en serieus naar de bijna stampvoetende Duitser te luisteren. Ik lag al helemaal in de stuipen, met de seconde werd het vrouwtje roder en bozer! Maar, met hulp van onze koene ridder Remco kan de man toch nog tanken en zijn vrouw weer lachen: het huwelijk was ook gered! En ons goede humeur is er alleen maar beter op geworden.

We moesten nog een flink stuk omrijden voor we weer bij de snelweg waren. Raar geregeld hoor!

 

(Soest, weer heerlijk in ons eigen huisje)

In Duitsland hadden we verschillende files en rond 17.45 uur stopten we ergens om te eten. We hebben snel een vette hap naar binnen gewerkt en zijn weer in de auto gesprongen. Om precies 20.00 uur reden we de Nederlandse grens over. We waren als een speer door Duitsland gegaan! Om 21.15 uur reden we bij de Korte Ossendam voor, even de teckel knuffelen. Later zijn Cor en Anemoon achter ons aangereden en hebben geholpen de spullen alle drie de etages omhoog te krijgen.

 

 


 

Wat vond ik van de vakantie? (Remco)

 

We wisten al heel lang waar we heen zouden gaan, maar eigenlijk ook weer niet. We wisten niet precies wat we moesten verwachten.

Ten eerste de wegen, afstanden en reistijden. Volgens de boekjes waren de wegen niet bijzonder, maar de meeste wegen zijn te vergelijken met de wegen in Nederland, natuurlijk op de haarspeldbochten, bergen etc. na dan. Maar dit is beter dan verwacht. De afstanden zijn hier groot, je moet soms meer dan 20 à 30 km afleggen om weer eens een dorpje (6 boerderijen en 1 kerk) tegen te komen. Wel heerlijk, die rust overal, niemand haast zich of maakt zich druk om een eventuele slak op de weg (meestal Duitsers in een camper).

 

We hebben ons opperbest vermaakt. De eerste week in Gol hebben we veel gereden en wat minder gelopen. De tweede week in Vrådal hebben we veel gelopen en wat minder gereden.

 

De eerste avond meteen al iets prachtigs beleefd: op 10 à 15 m afstand liep er een eland door de tuin; schitterend!

 

Deze hele twee weken zijn heerlijk ontspannen geweest, ook al hebben we ons af en toe aardig moeten inspannen. Het begon al op de heenreis, een lange bootreis die ons vanuit Kiel naar Oslo bracht. De autorit vanuit Oslo naar Gol verliep uiterst ontspannen, met onderweg al aardig wat tussenstops om mooie dingen te bekijken.

Op weg naar het huisje in Gol hebben we gelijk de tijd benut om alvast wat rond te kijken en de stavkyrken en ‘gewone’ kerken te gaan bezoeken. We genoten van de omgeving. Na 1 dag in Noorwegen waren we er al verliefd op en weten zeker dat we hier terug zullen komen.

 

De eerste week hebben we veel rondgereden en dus ook veel gezien. Van de fjorden tot veengebieden, van stavkyrk tot hoogvlakten bedekt met sneeuw en ijs.

 

We hebben meerdere stavkyrken bezocht, waaronder de kleinste, de grootste, de best bewaarde en een aantal die geen benoemenswaardige beschrijving hadden. De geur die van zo’n kerk af komt is heel moeilijk te beschrijven. Het ruikt naar een verbrand iets; dit is de teer die je ruikt welke op het hout wordt aangebracht ter bescherming van de kerken. De meeste van deze kerken zijn ruim 8 eeuwen oude en mooie objecten. De vormen zijn heel mooi en de vele versieringen, zoals op het dak en rond de deuren zijn prachtige staaltjes van houtbewerking.

 

De natuur in Noorwegen is prachtig. De vele bergen geven het landschap een mooi uiterlijk en in combinatie met het vele water in de vorm van watervallen, rivieren, beekjes en meren een schitterend geheel. De bossen zijn weinig afwisselend maar wel met een rijke bodembegroeiing zoals bosbes, heide en lage struiken, berken en naaldbomen. Heerlijk om in te wandelen, hoewel soms een beetje te stil en de veengebieden te nat.

 

Verder zijn de Noren heel vriendelijk en open mensen. De ontmoetingen die we hebben gehad zijn straks mooie herinneringen, zoals de zeeman, de eigenaren van het tweede huisje.  De laatste week hebben we leuk contact gehad met een groep (wandel) Denen. Daar hebben we hele leuke wandelingen mee gedaan.

 

Het huisje in Gol was klein, je kon er geen eens rechtop kan staan om te zeiken, je te scheren, je tanden te poetsen en ik stootte voortdurend mijn hoofd. Het huis in Vrådal was weer heel groot, met mooie verstopplekken in de kasten. Deze kasten waren ongeveer net zo groot als de sauna en het washokje samen in Gol. De eigenaren in Vrådal zijn hartstikke vriendelijk en actief, zoals de elk-safari en het naar de berg toe rijden.

 

Al met al weer een vakantie waar vele herinneringen van zullen blijven. Veel beleefd, meegemaakt, gedaan en soms ook helemaal niets gedaan.

 

 

Wat vond ik van de vakantie? (Violet)

 

Noorwegen is een schitterend land met al haar bergen, water en sneeuw. Het leven is hier verschrikkelijk duur maar het is het dubbel en dwars waard.

De wegen zijn lang niet zo slecht als ik had verwacht, alleen de privé-wegen waar je tol voor moet betalen zijn niet geasfalteerd en door alle kuilen stuiter je daar vaak overheen.

De bergen zijn prachtig en vaak nog met hele stukken sneeuw bedekt, soms zelfs nog helemaal besneeuwd. Door het smeltwater zie je overal de mooiste watervallen, riviertjes, beekjes en stroompjes.  De meren zijn vaak groot met hoge bergen aan alle kanten, de binnenfjorden. Als de zon schijnt en er weinig wind staat wordt het omliggende landschap prachtig weerspiegeld in het water. De veengebieden zijn een beleving op zich. Om centimeters in het natte mos weg te zakken is best wel spannend!

 

Wat ik heel indrukwekkend vond waren de hoogvlakten met sneeuw en nog steeds bevroren meren, met het toendra-landschap wat daarbij hoort. De wegen gaan echt door de mooiste gebieden en langs de oevers van meren, zodat het rijden eigenlijk nooit saai is.

 

 

De mensen hier zijn ontzettend vriendelijk en veel spreken aardig goed engels. Het is ook leuk dat we zo’n geweldig leuk contact hebben gehad met de Deense wandelaars, mensen die wel een stukkie ouder waren dan wij, maar wel dezelfde interesses hebben.

Mochten we in Nederland ook maar zo buiten de paden in het bos struinen, veel avontuurlijker.

 

De dierenwereld is verassend: elanden, (zomaar de eerste avond een eland in je achtertuin!) lemmingen, onze ‘eigen’ bever, kramsvogels, een houtsnip die de eerste week elke avond vanaf 22.00 uur al schreeuwend overvloog, en zomaar een kraanvogel. De tweede week hadden we ook erg veel last van muggen maar gelukkig hebben ze hier een goed middeltje tegen de jeuk.

Het is ook zo leuk om elke keer schapen met lammetjes op de weg tegen te komen.

 

De stavkyrkjes waren niet alleen mooi en indrukwekkend om te zien maar ze roken ook zo vreselijk lekker, naar verband hout ofzo.

We hebben eigenlijke geen stenen woningen gezien, echt alles is hier van hout! Alleen de winkels zijn vaak van steen.

 

De middernachtzon is een heel speciale ervaring. Vooral de eerste week wilde het maar niet donker worden! Een vreemde ervaring en je krijgt er veel energie van. Het is niet zo dat je om 23.00 uur moe wordt en je bed in duikt. Het is eerder zomaar middernacht, zonder dat je het in de gaten hebt.

 

Zelfs met onze streng gerantsoeneerde drankvoorraad zijn we keurig uitgekomen. We konden zelfs twee kleine flesjes whisky weggeven; 1 aan ouwe Henning en 1 aan Mona en Halvor, de eigenaren van Fiskebekk. Dat gebaar wordt dan ook zeer gewaardeerd en zelf heb je het gevoel dat je iets terug kan doen. Van Mona en Halvor hebben we als aandenken twee mooie kaarten gehad; 1 met twee trollen in de bergen (de berg waar we de beverwandeling met de Denen hebben gedaan) en 1 met een eland, omdat we de eland hadden gezien. Als we ooit nog een keer zouden komen hadden ze weer een andere kaart voor ons. Toch leuk als je dan voor hun ook iets hebt.

Met het kleine beetje extra meegesmokkelde drank zijn we precies uitgekomen terwijl we toch elke dag een lekker drankje hadden. Niet gek gedaan!


 

Het weer is me 100 % meegevallen, een heerlijk zonnetje afgewisseld met bewolking en een spatje regen op de momenten dat het ons niet slecht uit kwam. We hebben een lekker kleurtje gekregen en dat had ik toch zeker niet verwacht.

 

Al met al ben ik blij dat we niet 20 jaar hebben gewacht om naar Noorwegen te gaan, want ik weet zeker dat we hier met een paar jaar weer terug komen. Ik heb nu al heimwee…Het was een zeer avontuurlijke vakantie.