HOME

OVERZICHT

Links en tips CONTACT GASTENBOEK

Vakantie Noorwegen 2009

FOTO'S

 

Maandag 1 juni 2009 De Atlanterhavsvegen

272 km gereden

’s Ochtends bewolkt, later wat meer zon, fris windje

 

Gisternacht was ik nog klaarwakker (biologische klok van slag door al het licht?) maar Remco viel al snel in slaap. Hij werd even wakker doordat er (om 1.00 uur!) een sms binnen kwam van een teleprovider met het bericht dat hij in Noorwegen was. Joh! Zonder moeite sliep Remco weer verder terwijl ik nog wat in mijn boek las. Toen ik een kwartier later naar buiten keek was het nog steeds licht. Ik besloot dat het toch maar tijd was om te proberen in slaap te vallen, maar echt lukken wilde het niet. Nog even twijfelde ik of  ik niet beter in de ‘woonkamer’ kon gaan zitten lezen maar nee, ik wilde echt in slaap vallen. Uiteindelijk is het me gelukt.

 

Vanmorgen ging om 8.00 uur de wekker. We draaiden ons nog een paar keer om maar na een kwartiertje sprong ik uit bed. Buiten hingen dikke wolken, de bergen die vannacht nog zo mooi te zien waren, waren nu geheel uit het zicht verdwenen. Ondanks dat het buiten frisjes was gingen we toch op het terras zitten lezen en ontbijten. Remco ging de douche uit proberen. Ik had al gewaarschuwd dat hij beter geen badmat (of andere dingen) op de vloer kon neer leggen, want er was nergens een drempeltje of iets dergelijks om het water in het douchegedeelte te houden. Eigenlijk is de badkamer één groot bad, met een afvoerputje in het midden… De vloer stond blank tot aan de wc aan de andere kant van de ruimte. Even later kwam ik er achter dat ook de (gisteren gerepareerde) kraan lekte. Hij druppelde behoorlijk door, er lag dus al een flinke plas onder de wasbak. Emmer er onder en later op de dag maar even melden bij Olav.

Rond een uur of elf kwam de zon door de wolken heen en werd het al snel een stuk warmer. De zon brandde op onze huid en deed de wolken langzaam verdwijnen. We wilden vandaag de Atlantic Road rijden, een weg van zo’n 6 km lang die d.m.v. meerdere bruggen verschillende eilandjes aan het vaste land koppelde. Een prachtige weg langs de oceaan, dat wilden we zien. We hoopten dat het weer aan de kust nog wat beter zou zijn, maar het maakte niet echt uit. Als we maar een beetje zicht op de weg en de oceaan met alle eilandjes hadden.

Om 12.40 uur reden we richting Molde en The Atlantic Road. Het zonnetje scheen tussen de wolken door en het landschap was weer geweldig mooi. We reden langs de Isfjorden en de Rodvenfjorden om daarna met de veerboot de Langfjorden over te steken. We zagen de boot aan de overkant van het water liggen en hoopten dat we niet al te lang hoefden te wachten tot hij ons kwam halen. We hadden er vanaf het huisje zo’n 3 kwartier over gedaan om bij het veer te komen, er stonden toen nog maar 3 auto’s te wachten, maar al snel stond er een flinke rij achter ons. Na een kwartiertje kwam de boot aan. Voordat wij er op konden rijden moesten er natuurlijk eerst andere auto’s vanaf. We waren verbaasd hoeveel auto’s en vrachtwagens van de boot af kwamen, er leek geen eind aan te komen, en zo groot was die boot nou toch ook weer niet. Uiteindelijk konden we er op en voor 88 kronen mochten we mee naar de overkant. Best veel geld… Maar ja, anders moet je zo’n 2 uur om rijden. Het is het één of het ander. We konden niets zien van het fjord want we stonden in een soort van grote kuip. Terwijl we naar de overkant voeren vroegen we ons af waarom iedereen een stevig kaartje kreeg dat weer ingeleverd moest worden voordat je van de boot ging. Een soort controle dat je wel echt had betaald, maar volgens ons vrij nutteloos. Op het bonnetje dat we kregen na betaling stond namelijk de datum en de tijd vermeld… Misschien dat het is voor mensen met een abonnement, maar anders weten we echt niet wat de achterliggende gedachte van dat kaartje is.

Aan de overkant reden we naar het stadje Molde toe om vanaf daar naar de Atlantic Road te gaan. Voordat we Molde bereikten moesten we eerst nog over een brug en door een tunnel. De tunnel ging onder de Fannefjorden door, het is echt ongelofelijk hoeveel tunnels er in Noorwegen zijn! Na Molde konden we weer door een tunnel, maar daar moesten we tol voor betalen. De route buiten de tunnel om was niet erg ver om en je ziet er natuurlijk veel meer van het landschap dan in zo’n donkere tunnel. We gingen dus buitenom. Via het plaatsje Eide reden we naar Vevang, waar de Atlantische weg begon. Het begon met een hoge brug over het water, werd dan weer een weg over een eilandje en ging met een volgende brug door naar het volgende eilandje. Het was geweldig mooi om zo tussen het water en de eilandjes door te rijden. Aan onze linkerhand lag de Atlantische Oceaan, aan onze rechterhand de fjorden. Op sommige bruggen stonden mensen te vissen, terwijl de auto’s vlak langs ze heen reden. Aan het eind van deze prachtige weg konden we door rijden naar Kristiansund, maar het was al 16.00 uur en we hadden nog een flinke terugreis voor de boeg. We besloten om een doodlopend weggetje naar een kustplaatsje te nemen en kwamen door een mooi drassig heidelandschap. Het bloeiende veenpluis kleurde grote delen wit. We bereikten het dorpje, een echt vissersdorpje met prachtige houten huisjes. We zagen grote houten rekken staan, Remco vroeg zich af waar ze voor dienden. Ik dacht om stokvis te drogen. En ja hoor, een stukje verderop hingen er een paar rekken vol met vis. Wat een bijzonder gezicht, al die vissen die daar hangen en geen vogel die er wat mee doet. Er hingen ook wel netten over, maar toch, er zal vast nog een reden zijn dat de vissen met rust werden gelaten. Er zaten ook geen vliegen op de vis, toch wel apart. We moesten natuurlijk weer foto’s maken en de video gebruiken voor de bewegende beelden. We waren blij dat we dit weggetje hadden genomen en keerden daarna voldaan weer terug naar de Atlantische weg.

Even dachten we er nog over om een via een omweg terug naar huis te gaan, maar gezien de tijd deden we het toch maar niet. Op de wegen hier mag je max. 80 km p/u rijden, en met al die kronkels in de wegen kan iets hemelsbreed wel dicht bij zijn, maar ben je soms vrij lang onderweg. Afgezien van de maximum snelheid en de bochtige wegen heb je ook nog een te maken met hoge bergen en fjorden. Als je geluk hebt is er een brug of een veerboot om je snel over een fjord te brengen, maar dat is niet overal het geval. Vanmorgen reden we bijvoorbeeld eerst de ene kant van een fjord af om aan de andere kant weer helemaal terug te rijden. De bergen zorgen ook voor grote omwegen; er mogen dan wel heel veel tunnels zijn in Noorwegen, maar er zijn ook heel veel bergen die niet ondertunneld zijn. Er gaan wel weggetjes de bergen op maar lopen daar dan ook vaak dood. Je neemt hier niet eventjes een andere route om een file te ontwijken… Niet dat er hier files zijn, maar toch. In Frankrijk zijn we bijvoorbeeld gewend om kleine weggetjes te nemen in plaats van de wat grotere wegen, dat hoef je hier echt niet te doen want de kans is zeer groot dat je uiteindelijk weer om kan draaien. Hier moet je gewoon op de kaart kijken of er meer dan één mogelijkheid is om van A naar B te komen, of welk doodlopend weggetje misschien leuk genoeg is om heen en weer te rijden. Dat is Noorwegen, in ieder geval waar we nu zitten, in het Fjordengebied. Echt erg vinden we het niet, het is toch allemaal mooi!

Vandaag zagen we hoe de getijden ook in de fjorden werken; toen we rond het middaguur langs de fjorden reden zagen we stukken droog liggen, maar toen we vanmiddag terug reden was het duidelijk vloed, er was veel meer water in de fjorden en veel minder droog gevallen land. De fjorden zelf zijn natuurlijk altijd gevuld met water, maar aan de randen kan het wel droog vallen, vooral aan het eind van een fjord.

Maar goed, we waren dus op weg naar huis en reden precies dezelfde weg terug als vanmorgen. Bij Molde was een vliegveld maar op de heenweg hadden we deze niet gezien. Op de terugweg kwamen we er achter dat de start- en landingsbaan zich in het fjord bevond, langs de rand. We kwamen steeds dichter bij het veer welke ons weer terug zou brengen naar ‘onze kant’ van een fjord. Terwijl we het veer naderden hoopten we dat we niet een hele stoet auto’s tegen zouden komen die net van de boot kwamen, want dat zou namelijk betekenen dat de boot net zou zijn vertrokken en we dus wat langer moesten wachten. Toen we bij het veer aankwamen zagen we hem net aan komen varen, dat was mazzel. Er stond een kleine rij met auto’s voor ons, en achter ons stonden ook nog een paar auto’s. Een man kwam van achteren langs gelopen met iets van een auto (volgens Remco iets van een wieldop van een Audi). Waarschijnlijk had hij deze onderweg gevonden en ging nu kijken of hij de eigenaar kon vinden. Even later kwam de man terug gelopen, zonder het ding wat hij eerder bij zich had. Blijkbaar waren onderdeel en eigenaar weer herenigd.

Er kwamen enorm veel auto’s van de boot, het duurde even, maar toen mochten wij er op. Met een paar auto’s vertrok het veer snel naar de overkant waar weer een flinke rij auto’s klaar stond om over gezet te worden. Big business zo’n boot!

Om 19.00 uur kwamen we terug bij ons huisje, waar we even lekker zaten en daarna aan het avondeten begonnen. We zagen een koekoek zitten op een paaltje vlak bij ons, geweldig! We hebben wel vaker de koekoek gehoord natuurlijk, en een enkele keer in een flits gezien, maar zo dicht bij hadden we er nog nooit eentje gezien.

Voor het eten had ik aangebeld bij Olav. Toen hij open deed, duidelijk nog herkauwend van zijn avondeten, vroeg ik of ik hem stoorde. Nee hoor, helemaal niet. Gasten zijn belangrijker dan eten… Zo gastvrij zijn ze dus! Ik vertelde dat zijn reparatie niet helemaal perfect was gelukt maar dat het geen haast had. Hij wilde morgen wel even kijken of hij de leidingen kon vervangen. Het internet was helaas ook niet gelukt, maar ik mocht eventueel wel even op zijn computer een bericht verzenden. Echt heel attent! Maar we willen gewoon ook op internet kunnen zoeken (hoe het weer wordt bijvoorbeeld, niet onbelangrijk hier), we willen mail kunnen lezen en kunnen versturen en onze website bijwerken… Helaas pindakaas, we moeten toch maar op zoek naar een plek waar we wel kunnen inloggen.

Nu ik dit zit te schrijven is het 23.30 uur geweest, en nog steeds kunnen we er maar niet aan wennen dat het buiten nog zo licht is. Remco heeft er verder vrij weinig moeite mee, gelukkig voor hem, maar ik ben ook vandaag nog steeds klaar wakker… Ik hoop maar niet dat ik hier twee weken lang last van blijf houden, wat een uitputtingsslag zal dat dan worden. Ik heb er halverwege de dag last van, dan zakken m’n ogen opeens wel dicht! M’n hele ritme is in de war, maar hoe kom ik daar van af??? Het liefste zou ik de hele nacht wakker blijven, kijken naar de luchten, de bergen, de vleermuizen die rondvliegen, alles! Doordat ik het zo laat maak hoorde ik daarstraks bijvoorbeeld wel een uil roepen in de verte, wat een doordringend, bijna spookachtig geluid is dat toch. Ik ga maar stoppen met tikken en proberen om mezelf met een boek en een drankje op de schommelstoel slaperig te krijgen…

Toen ik naar bed ging deed Remco zijn ogen open. Ik zei dat ik zo bij hem kwam waarop hij, licht geirriteerd, zei dat hij bezig was om een plekje voor de helikopter te zoeken. Huh, wat zei hij nou? Een plekje voor de helikopter??? Ik antwoordde maar dat het goed was en dat hij verder mocht slapen… Ben benieuwd in welk avontuur hij verwikkeld was!