HOME

OVERZICHT

Links en tips CONTACT GASTENBOEK

Vakantie

 

Welkom op de webpagina van Remco en Violet. Hier onder het verslag van onze vakantie in Tsjechië, een schitterend land! 

 

Klik voor meer (wandel)verslagen op de button HOME of OVERZICHT.

 

Schotland 2006, 12 mei t/m 28 mei 2006

 

Schotland, 12 t/m 28 mei 2006

 

 

Vrijdag en zaterdag, 12 + 13 mei 2006

 

Vrijdag was de eerste dag van onze vakantie. Op tijd het bed uit, maar voor onze doorsnee buitenlandreizen konden we lekker uit slapen; om 8.00 uur er uit. De laatste dingen opruimen, het bed verschonen, wasje draaien en de auto inpakken. Redelijk relaxed allemaal. Boris, Igor, Babuschka en Loco gedag gezegd en om 13.35 uur reden we weg, eindelijk op reis naar Schotland. Vanuit IJmuiden met de boot naar Newcastle, de Noordzee over.

We gingen weg met volle zon en 26 C, na twee weken stralend en warm weer. Zouden we ook deze vakantie mooi weer hebben, zelfs al gaan we naar Schotland? In Noorwegen hadden we ook super goed weer, dus waarom nu niet? De voorspellingen echter lieten zien, ook voor Nederland, dat het vanaf zaterdag minder zou worden… Toch bleven we bij ons motto: als wij met vakantie gaan hebben we altijd mooi weer!

 

Rond 14.45 uur vonden we een snackbar in IJmuiden om een goedkoop hapje te nemen, want op de boot is alles knetterduur, zo hadden we ervaren op de boot naar Noorwegen. Ik was de hele dag al zo opgewonden (eigenlijk al de hele week) dat ik geen hap door mijn keel had kunnen krijgen! Voor mij was dit dus ook het ontbijt… Na deze maaltijd zochten we de haven en de boot op, waar we om 15.30 uur aankwamen. Een uur te vroeg voor het inchecken, maar we konden al wel het terrein op; bewijs laten zien, tickets in ontvangst genomen, paspoortcontrole en aansluiten in de rij. We werden naar de meest linkse rij gewezen, precies naast de boot, als 2e in de rij. In de brandende zon wachtten we een uurtje en mochten toen, gelijk als tweede, de boot op, omhoog naar dek 6. Omdat we als eerste waren ingescheept was het op de trappen nog heerlijk rustig, geen horden passagiers met tassen,wat een luxe!

Onze hut bevond zich op dek 2, welke we snel vonden. Het was een hut voor 4, maar de bovenste twee bedden waren ingeklapt. Wasbak, douche en toilet waren aanwezig. Erg prettig, vooral de wc, want ik heb al twee dagen last van diarree. Toch wel lekker als je je dan privé kan terug trekken.

 

Op verkenning van de boot bleek maar weer dat alles hartstikke duur is, maar we zagen later wel waar we nog een hapje zouden gaan eten. Eerst hebben we op het dek genoten van de zon, we hadden immers nog 1,5 uur voordat de boot zou vertrekken. Om 18.20 uur vertrok de boot, 20 minuten later dan gepland. We zagen IJmuiden en de kust van Nederland (ook Egmond) langzaam kleiner worden. Op het open water werd het door de wind gelijk kouder, dus zijn we binnen een biertje gaan halen. Om 19.30 uur zijn we een hapje gaan eten, zo goedkoop mogelijk. Ik bestelde soep, want bij anderen dacht ik gezien te hebben dat het groentesoep was, en Remco nam een croissant met tonijnsalade en sla. Remco zat goed, al was dat broodje voor mij niets geweest met allemaal stukjes ui en paprika. Mijn soepje was echter geen groentesoep, maar een soort dunne erwtensoep met heel veel spekjes. Het broodje wat erbij zat was enorm vet, het droop er uit. Eigenlijk was alleen de boter lekker….

Maar dat mocht de stemming niet drukken. Een groot glas bier en een plekje op een bank bij het raam, genieten maar weer! De zee was opmerkelijk rustig en glad, er was geen golfje te bekennen! Na het biertje moest ik helaas acuut naar de wc… Deze wilde niet goed door spoelen, dus moest ik de doucheslang gebruiken om te helpen… En ik ging al bijna over mijn nek… Na even op bed te zijn bij gekomen liepen we alle trappen weer op om op dek 9 een biertje te halen. Aan het eind van de avond zijn we heerlijk in onze hut in slaap gevallen, om rond 7.00 uur wakker te worden gemaakt door de intercom van de boot, dat de ontbijtzalen open waren. Lekker belangrijk, doen we toch niet.

 

Dus, zaterdag 13 mei 2006, ik ben nu toch wakker. Even naar buiten kijken op dek 9. Dus 7 verdiepingen omhoog… Natuurlijk had ik ook de lift kunnen nemen, maar dat vind ik zo’n onzin. Rond 7.50 uur dacht ik Remco wakker te gaan maken, maar de hut was donker en leeg. Al die trappen weer omhoog, om op dek 9 Remco voorbij te zien lopen. Nog wat gezeten en naar beneden gegaan om geld te halen voor een kopje thee. Maar, eerst nog even aan de diarree… Eindelijk, al die trappen later, boven en naar buiten kijken; Engeland was in zicht!

Het weer was ’s nachts wel wat veranderd -> net zoals je op La Palma een tunnel hebt waar aan de ene kant het zonnetje schijnt en het aan de andere kant regent; zo glad als de zee gisteravond was, vanmorgen waren er behoorlijke golven: dat merkten we gelijk in de hut al; zwabberbenen.

 

Om 8.45 uur (Engelse tijd) konden we naar de auto gaan, om daar nog een half uur naar de auto’s op het dek beneden ons te kijken. We konden door een kier de eerste auto’s zien rijden. Uiteindelijk kregen we het teken dat we onze auto in moesten, en om 9.20 uur reden we van de boot af, nadat onze ‘verdieping’ naar beneden was gekanteld. Er was paspoortcontrole, maar we konden vrij snel door, zo’n tien minuten later.

 

Nu moesten we links gaan rijden, en dat ging eigenlijk best goed. Wel even wennen maar dat gaat sneller dan je van te voren verwacht. Vrij snel zochten we een plekje om te ontbijten(ook al was het plaatselijke tijd al bijna lunchtijd) en genoten van een Hollands ontbijtje in Engeland. In plaats van de 26°C van gisteren was het nu 7°C, frisjes dus. De lucht was bewolkt, maar we zagen ook blauwe lucht. Eigenlijk kon het alle kanten op met het weer, en dat gebeurde ook. Terwijl we van het landschap, met af en toe een blik op de Noordzee, genoten, kregen we zowel regen als mist als zon. Gelukkig begon de zon steeds meer te overheersen, wat ons vakantiegevoel steeds groter maakte.

Het glooiende landschap kreeg steeds meer bergen, overal in de landen zagen we schapen en naarmate we de Noordzee achter ons lieten zagen we steeds meer riviertjes en meren. De weg die we volgden was afwisselend 2- en 4 baans, op de een 96 km p/u, op de ander 112 km p/u. Al met al schoten we beter op dan verwacht. Er lagen veel dode fazanten naast de weg. Om 11.11 uur reden we de Schotse grens over. Bij Edinburgh waren we de weg kwijt geraakt, en pas na een half uur waren we weer op de goede weg.

Na zo’n 560 km Engeland / Schotland kwamen we bij Gairloch, waar we voorbij het huisje reden dat we voor volgende week hebben gehuurd. Vanaf daar reden we over een slingerend en smal weggetje, een single track road met passing places, en kwamen we om 18.15 uur aan bij ons vakantiehuisje. Het huisje staat halverwege een heuvel, in een klein dorpje Melvaig We hebben een prachtig uitzicht over de Minch, de Atlantische Oceaan, en de eilanden Skye, Lewis en Harris. Buitengewoon mooi! Het is zelfs zo mooi dat je zo wordt afgeleid door het prachtige uitzicht, dat je niet in je boek kunt lezen.

De schapen en koeien lopen hier gewoon los, dus met de auto moet je hier voorzichtig rijden. Je rijdt hier sowieso rustiger omdat het weggetje zo smal is, met veel onoverzichtelijke punten door bochten en heuveltjes. Omdat het een doodlopend weggetje is komt er waarschijnlijk weinig verkeer.

Nadat we de auto hadden leeg gehaald konden we van een lekker koude rose en het zonnetje genieten (heerlijk, die koelbox van ons). We hadden graag met onze moeders gebeld, maar helaas, onze mobiele telefoons hebben hier geen bereik en de munttelefoon in het huisje is blijkbaar niet geschikt om naar het buitenland te bellen Jammer…

 

Rond 20.30 uur zijn we in de auto gestapt in de hoop ergens een pad naar een strand te vinden, maar dat lukte niet. Gelukkig is alles hier zo mooi, en zijn we nog maar net gearriveerd. Tijd zat dus om nog een strand te vinden.

We hebben ons ’s avonds verbaasd over de zon; deze behoort toch in het westen onder te gaan? Nou, volgens het kompas gaat ze hier in het noorden onder!

 

 

Zondag 14 mei 2006

 

Heerlijk om eens zonder wekker wakker te worden. Ook al was het half acht (Violet-tijd half negen, haar telefoon staat nog op de Nederlandse tijd). Het zonnetje scheen volop en een strak blauwe lucht verwelkomde ons. Kortom, een heerlijke Schotse morgen. Na even lekker rondgekeutelt te hebben werd het tijd voor een klein ontbijtje waarna we ons hebben aangekleed.

Om 10.10 uur gingen we op pad voor een wandeling naar de vuurtoren en terug. Het was nog steeds prachtig weer, en de omgeving waar we door heen liepen ook. Links van ons lag de oceaan met omhooglopend heide- turfland, rechts van ons ging hetzelfde land door tot boven op de heuvel/berg. Tja, wanneer wordt een heuvel een berg?

Af en toe gaat er een stroompje met water naar beneden en zorgt dan voor grote stukken geërodeerd land. Schitterend. Er waren een paar hele grote stukken bij van meerdere tientallen meters breed met aan het einde een prachtig zicht op zee. In het land liepen veel schapen met ook weer veel lammetjes. Heel leuk om te zien. Ook door het heuvelachtige landschap en de kleuren gaf het prachtige plaatjes. Wat is dit schitterend.

Veel vogeltjes vliegen door de lucht of zitten op de heide, en laten veel van zich horen. Vinken, leeuwerikjes en weet ik veel wat nog meer, veel toch wel onbekende soorten voor ons. Na een uur tot anderhalf uur lopen kwamen we bij de vuurtoren aan. Schitterende rotsen in de zee zorgden ervoor dat het water er tegenaan sloeg. Onbeschrijfelijk mooi! Na even gezeten te hebben om van het prachtige uitzicht te genieten gingen we nog een stukje verder en na een grote stenen trap hield het pad zo’n beetje op. Er waren alleen nog maar rotsen voor ons. Hier beukte de zee nog wat harder tegen de rotsen op. Bovenop wat rotsen liepen een paar mensen en deze klauterden naar beneden, dus zouden wij toch omhoog moeten kunnen. Zo gezegd zo gedaan, en over een grote massieve rotspartij gingen we verder. Het leek wel een soort gestold lava, en na wat klim- en klauterwerk kwamen we bij een soort lagunemeertjes met hierin verschillende soorten algen en af en toe een klein visje. Na dit even goed bestudeerd te hebben ging Violet er wat foto’s maken en ik ging verderop even wat kijken naar de zee, hoe deze op de rotsen kapot sloeg. Wat een kracht zit erin. Heel stom was ik vergeten mijn fototoestel mee te pakken, ergens had ik mijn tasje even neer gelegd, dus moest ik weer terug om wat plaats te kunnen aan schieten. Na dat gedaan te hebben zijn we nog even bij de meertjes gaan kijken, zag ik ineens een heel vreemd groen visje met oranje ogen. Zo’n rare hadden we nog nooit gezien. Even later zagen we een doorzichtig garnaaltje in het water. Na daar in totaal zeker wel een half uur door gekeken te hebben zijn we weer aan de terugreis begonnen. Op de heenweg had Violet haar moeder geprobeerd te bellen maar toen nam Corry niet op. We konden op de meeste plaatsen niet bellen omdat we daar geen bereik hadden, maar halverwege de berg stonden een paar masten die ons blijkbaar wel bereik gaven. Op de terugweg hebben we het daar weer geprobeerd. Corry nam weer niet op, Truus wel. Op de heenweg hadden we Camille en sms-je gestuurd, even later kwam het antwoord. wel prettig dat iedereen weer op de hoogte is.

Na ongeveer anderhalf uur lopen waren we weer in Melvaig waar we even van een lekker koud biertje hebben genoten en een klein hapje hebben gegeten. We hebben even lekker in het zonnetje gezeten en rond half drie zijn we naar Gairloch gereden voor een strandwandelingetje. Wat een superhelder water is het. Op het strandje lagen veel soorten schelpen, dus nu is het wel een beetje leger want we hebben er aardig wat mee genomen. Boven de bergen verderop zaten wel enkele regenwolken, maar bij ons bleef de zon gelukkig schijnen. Via een klauterpartijtje vanaf de parkeerplaats waren we op het strand gekomen dus nu moesten we terug weer omhoog klimmen. daarna reden we weer terug naar huis, maar zijn wel rustig door Gairloch gereden om even te kijken wat er allemaal te vinden is. We zijn bij een winkeltje dat open was gestopt. Het was een klein, heel vol winkeltje met van alles en nog wat op het gebied van outdoor, zoals kleding, boeken, schoenen en nog veel meer. Na even rond gekeken te hebben zijn we verder naar huis gereden en nu zitten we lekker binnen. We hebben nog wel even buiten gezeten, maar de zon is nu weg en dan wordt het op een gegeven moment te fris om buiten te blijven zitten.

 

 

Maandag 15 mei 2006

 

Vandaag hebben we een mooie reis gemaakt. We zijn zo’n elf uur onderweg geweest en hebben zo’n 400 kilometer gereden! Vanmorgen om 9.10 uur reden we weg. In Gairloch kochten we bij de buurtsuper een broodje voor ons ontbijt/lunch en even verderop in de telefooncel de zoveelste poging gedaan om Corry aan de lijn te krijgen. bij haar werd niet opgenomen, maar toen ik ons eigen nummer probeerde kreeg ik haar te pakken. Snel even verteld over de reis en de omgeving, maar al heel snel hadden we 4,5 pond verbeld. Verder geen kleingeld meer, dus dat komt later wel weer een keer.

We wilden vandaag ten oosten van Inverness wat dingen bezoeken, maar besloten eerst op zoek te gaan naar een grote supermarkt in Inverness zelf. Het koste wat moeite om in deze drukke stad iets te vinden dus besloten we het maar te laten voor wat het was, en verder naar onze bestemming te gaan. Gelijk zagen we een grote super! Auto geparkeerd en daarna onze ogen uit gekeken in deze winkel. Net als in Frankrijk, zo groot! Waarom kennen we dat in Nederland toch niet?? Ze komen hier natuurlijk ook vaak van ver, en halen dan gelijk veel van van alles en nog wat. Grote verpakkingen.

We hebben eten voor de komende dagen gehaald en lekker groente, fruit, vlees, eieren en aardappels gepakt. Ook nog wat cola, bier, wijn, whisky en chips. We konden weer op pad.

Het was de hele ochtend al bewolkt en het druppelde zachtjes, mar dat kon ons niet deren. Rond 12.45 kwamen we aan bij Cowdor castle. Het kasteel uit de 14e eeuw is gebouwd rondom een boom. De boom waar een ezel van de graaf van Cowdor, na een dag gelopen te hebben met een met goud gevulde koffer, zich voor de nacht ten ruste legde. Volgens koolstofdatering is de boom in 1372 dood gegaan, als gevolg van gebrek aan licht…

Voor 7 pond p.p. mochten we naar binnen. De eerste kamer was een woonkamer. het kasteel wordt om het half jaar bewoond door de eigenaars, van oktober t/m april. Dat merkte je ook want overal lagen boeken en moderne dingen. Het interieur is in de loop van de 17e eeuw gerestaureerd, er staan en hangen veel oude dingen. Er stond bijvoorbeeld een prachtige oude rolstoel, met comfortabel lederen bekleding. Overal in het kasteel hingen mooie oude, handgeweven wandkleden. De slaapkamers hadden mooie, sjieke hemelbedden, en het behang en de gordijnen hadden hetzelfde motief. Het was best bijzonder om door zo’n oud kasteel te lopen, door al die verschillend en mooie kamers. De ruimte met de boom was vrij donker, niet zo gek dus dat die boom aan lichtgebrek is dood gegaan. Bij het verstevigen van de muren van het kasteel vonden ze een verborgen ruimte, een soort kerker. Deze is pas in 1979 ontdekt! De wenteltrap naar boven was niet meer veilig.

Na de grote eetkamer kwamen we in een vrij moderne keuken, en iets daarna in de oude keuken. Ze hebben blijkbaar ooit zelfs een keuken gehad die zover mogelijk van de eetkamer af lag, zodat de soep nooit te heet geserveerd kon worden. Na nog wat mooie oude fietsen en karren kwamen we uit in het souvenirwinkeltje en wierpen nog een korte blik in de ruimte van de vroegere whisky opslag.

We kwamen weer buiten en liepen door de kasteeltuinen. Deze waren erg leuk; lekker wild maar toch goed onderhouden. Remco zag een klein kuikentje lopen; een van de tuinmannen vertelde dat het een jong fazantje was. Prachtig toch, gewoon zomaar kleine fazantjes in zo’n tuin. We genoten van de bloesembomen en liepen langzaam weer naar de auto toe. Daar hebben we onze lunch gemaakt en op gegeten, want het druppelde nog steeds buiten.

Over een heel smal weggetje reden we richting Clava, waar een begraafplaats uit het Neolithicum moest zijn. Het smalle weggetje werd eerst begrensd door muurtjes aan beide kanten en later met prachtige gaspeldoorn, die de kanten geel maakte van de bloemetjes. We zagen nergens een bordje met Clava Cairns maar uiteindelijk wel een bordje met Clava. Dat weggetje zijn we maar ingegaan en zowaar kwamen we uit bij een parkeerplaats met daarnaast een oude begraafplaats.

Deze speciale plek had 4 graven: de eerste bestond uit een ronde cirkel op elkaar gestapelde stenen, hol in het midden, met in de wand een toegang tot dat midden. Er omheen staan 11 stenen, waar het er ooit 12 zijn geweest. De tweede was een ronde cirkel op elkaar gestapelde stenen met een open midden maar zonder toegang. De derde was klein en veel minder indrukwekkend dan de andere graven. De laatste was precies als de eerste maar dan wat groter. We hadden het rijk voor ons alleen en we hadden gelukkig al aardig wat foto’s genomen toen er op eens een bus de parkeerplaats op kwam en er een grote troep Duitsers over het terrein uit zwermde. Dat was even balen. Niet alleen omdat het Duitsers waren, maar ze verpesten de foto’s die we nog wilden maken door hun paraplus en kleurige trainingsjassen. Geduldig bleven we wachten tot ze weer verdwenen. Gelukkig staat er blijkbaar een minuut of tien voor zo’n bezichtiging, want al snel hobbelden ze weer in de richting van de bus. Opgeruimd staat netjes! We konden ongestoord de laatste foto’s maken en genoten nog even van deze speciale plek, van 3000 v Chr.!

Vanaf hier wilde ik wat B-weggetjes blijven volgen richting Loch Ness, om langs dat meer via nog wat kleine weggetjes weer de hoofdweg naar huis te nemen. Het weggetje vanaf Clava stond niet op de kaart dus moesten we het eerste stukje even gokken. Dat ging goed en we kwamen uit bij het gehuchtje Daviott, waar we zaterdag op weg naar Melvaig een mooi kerkje hadden zien staan, die wel een foto waard was. Iets verderop wilde ik dan een weggetje naar het Loch Ness nemen, maar Remco zag op een plattegrond bij het kerkje dat zich in de buurt nog twee oude graven moesten bevinden. Dit weggetje liep aardig parallel aan degene die ik in eerste instantie had willen nemen, dus gingen we maar kijken bij die graven. Ook dit weggetje bestond niet volgens de kaart, maar het moest kunnen lukken. We kwamen bij de eerste site, helaas konden we er niet bij dus heb ik van afstand maar een foto genomen.

We vervolgden de onbekende route, op zoek naar de 2e site. Deze hebben we niet gevonden, maar het gebied waar we doorheen kwamen was prachtig. Een aantal mooie kilometers later kon ik weer aansluiting vinden met de kaart. We waren iets afgedwaald met de route die ik oorspronkelijk had willen nemen, en intussen zocht ik hoe we alsnog bij Loch Ness konden komen. Het weggetje dat ik op de kaart had gevonden werd nog smaller en het asfalt zat vol met gaten waar we soms overheen stuiterden omdat Remco het gat te laat zag. Misschien had hij ze wel op tijd gezien als hij iets langzamer had gereden, maar goed. Het pad werd steeds slechter, en met het zicht op Loch Ness stond er opeens een hek op het pad. We konden niet meer verder! In het weiland gekeerd en al hobbelend weer terug, op zoek naar een andere weg. het duurde even, maar uiteindelijk kwamen we bij een afslag. Deze leidde naar de weg die ik oorspronkelijk had willen nemen. Nu kwamen we zonder verdere problemen bij het meer. Wat is dat groot zeg! Of het alleen door de mist kwam weet ik niet, maar we konden het begin en het eind niet zien, zo lang is het meer. Nessie hebben we jammer genoeg ook niet gezien.

Bij Inverness volgden we de richting van Beauly, maar buiten Inverness klopte de weg niet meer met de kaart… Ergens in de chaotische stad hadden we een bordje gemist, en bleken we ons nu aan de andere kant van Loch Ness te bevinden. Terug gaan zag ik niet zitten omdat we dan nogmaals onze weg in de stad moesten proberen te vinden. We konden beter door rijden en via een andere route naar Beauly gaan. Wat een extra kilometers vandaag! Vlak adat we Loch Ness achter ons hadden gelaten kwamen we langs een benzinepomp. Met de tank half leeg is het verstandig om bij te vullen, dus dat deden we. Het was er echt oud en vervallen, de benzine kwam zeg maar nog net niet vanzelf uit de pomp… Vanaf nu reden we moeiteloos verder, en na heel wat mooie weggetjes langs meren en heidevelden kwamen we eindelijk op de hoofdweg richting huis. We hadden nog zo’n 1,5 uur te gaan en het was al 18.30 uur! Dat werd een latertje, dus besloten we vanavond maar weer soep met stokbrood en kaasjes te eten i.p.v. maccaroni. Om 20.00 uur waren we thuis, moe maar verrukt over de geweldige dag die we hebben gehad.

 

Ons Fiatje heeft vandaag een mijlpaal bereikt, 100.000 km, waarvan wij er zo’n 70.000 van hebben gereden. In die tijd heeft hij o.a. door Frankrijk en Noorwegen veel plezier gehad in de bergen, en nu ook weer.

 

 

Dinsdag 16 mei 2006

 

De wekker ging om 7.00 uur. Best wel weer lekker geslapen, wel horen regenen. Toen we wakker werden was het bewolkt en regende het lichtjes. Later werd het vanaf zee wat mistig. De eilanden aan de overkant waren niet te zien. Ondanks de regen gingen we op pad, want wat is Schotland nou zonder regen? We gingen op weg naar Poolewe, naar de markt aldaar. Deze zou om 10.00 uur beginnen, maar we waren er veel te vroeg dus gingen we nog maar even een stukje rijden, richting het noorden. Net zo’n soort weggetje als waar wij in Melvaig aan zitten, maar dan aan de andere kant van de heuvel. Het weggetje ging naar net zulke nietszeggende dorpjes, maar bij een van die dorpjes zat een stukje strand waar heel veel schelpjes lagen. Hier hebben we zo’n 30 a 40 minuten schelpjes gezocht en zijn om +/- 10.15 uur naar de village hall, een ruimte waarin allerlei activiteiten gehouden kunnen worden. In de ruimte stonden tafels waarop de verkopers hun spullen hadden uitgestald. Dit varieerde van Raku gebakken beelden, handgemaakte wenskaarten eb boeken tot speelgoed, jam, bloemen sieraden en zeepjes. Helaas geen groenten of brood. Na even rond gekeken te hebben hadden we het wel gezien en vertrokken we weer. We hadden nog wel een gesprekje met enkele verkoopsters over hun waar, zoals de sieraden of de zeepjes. De zeepjes waren alleen met natuurlijke producten zoals bijenwas, lavendel en allerlei andere kruiden en/of planten gemaakt. Ze roken heerlijk.

Hierna moesten we een heel klein stukje rijden naar de Inverwere (spreek uit Inverjoe) Gardens. Na de toegang betaald te hebben gingen we de ‘tuin’ in. Het was inmiddels droog geworden en het zonnetje begon zelfs te schijnen. Best lekker dan, en de temperatuur was niet onaardig. In de tuin stonden heel veel verschillende soorten bomen, struiken en bloemen. Veel buitenlandse, en zelfs tropische soorten doen het er erg goed. De rodondendrons en azalea’s stonden prachtig in bloei, rood, paars, wit en geel waren o.a. de kleuren, sommige enkele meters hoog, andere heel klein tot vlak boven de grond. Er stonden prachtig grote eucalyptussen, veel onbekende soorten planten n bekende zoals aronskelken, gunera, yucca en boshyacintjes- en anemoontjes. We hadden al een tijdje gelopen en ons suf genoten van de bloemen- en plantenpracht, begon het opeens weer te regenen, en helaas niet zo zachtjes als vanochtend. Best wel stevige druppels vielen op onze kop, maar niet voor lang, want onder een paraplu is het droog. Zo onze weg vervolgend hebben we de rest van het park bekeken. Er was een hele mooie rotstuin en een ommuurde tuin met daarin veel groenten, kruiden en fruitboompjes. Door de muur heeft de zeewind geen vat op ze dus kan het allemaal ongestoord groeien en bloeien.

Hierna zijn we nog even in de shop wezen rond neuzen en hebben wat kaartjes gekocht. Postzegels hadden ze helaas niet, dus deze moeten we nog ergens anders gaan vinden. We hebben ruim twee uur in de tuin rond gelopen, maar helaas door de regen vonden we het uiteindelijk wel best. We moesten nu nog op zoek naar wat brood, maar in de dropjes waar we kwamen waren helaas geen bakkertjes op supermarktjes. Via Aultbea en Laide gingen we naar Mellon Udrigle waar een prachtig gelegen strand is. Jammer genoeg was er bijna geen schelpje te vinden, maar het is wel een fotogeniek strand. Het was te koud op het strand, dus hebben we in de auto maar wat chips gegeten. Je moet toch wat als je nog geen eten hebt gevonden. In Laide zijn we nog even gestopt bij de begraafplaats met uitzicht op zee, met op de begraafplaats de ruine van een middeleeuwse kapel.

Hierna zijn we verder gereden naar Gruinard Bay, waar ook al zo’n mooi strand is. Op het eiland voor de kust zijn in 1942 enkele testen met antrax uitgevoerd op schapen, die allemaal daaraan dood gingen. Gelukkig is enkele jaren geleden het eiland schoon gemaakt zodat er weer schapen kunnen lopen. We zijn naar huis gegaan om even lekker wat te eten en om te gaan lezen. Om +/- 15.30 uur waren we thuis.

 

 

Woensdag 17 mei 2006

 

Gisteravond laat heb ik nog de kaartjes voor thuis op de brievenbus onderaan onze straat gedaan. Dat is ook weer gebeurd.

Toen we vanmorgen wakker werden was het buiten druilerig weer, maar voordat we weg gingen was het al droog. Op het water in de verte zagen we een vreemd bootje. Nadat Remco met de telescoop het bootje had opgezocht bleek het een duikboot te zijn, met z’n bovenkant net boven het water uit. Wel een gek gezicht, en allebei hadden we nog nooit eerder een onderzeeer gezien.

om 8.45 uur reden we weg om een lange en mooie rit naar het noorden te gaan maken. We reden richting Ullapool, maar onderweg stopten we toch regelmatig om een foto te nemen; het landschap was prachtig, en er waren bergen die met hun top in de wolken verdwenen. In Ullapool hebben we wat boodschappen gehaald, al was de supermarkt veel kleiner dan we hadden verwacht. Daarna de benzinetank weer vol gegooid en we konden onze reis vervolgen.

Het heidelandschap waar we door heen reden had mooie meertjes en bergen. Een stuk na Ullapool zijn we gestopt voor de lunch. Het was 11.50 uur, dus best een mooie tijd om een hapje te doen. We hadden uitzicht op Loch Assynt en de ruine van Ardvreck Castle (1 muur met torn). Door de wind was het iets frisjes, maar de zon begon al aardig door de wolken heen te schijnen.

na de lunch waren we klaar voor het weggetjes B869, een smal weggetje langs de kust. In de Trotter stond dat het een zeer fotogeniek weggetjes was, en dat terwijl de hele omgeving al zo mooi is. Het weggetje begon gelijk goed met een daling van 25% en vlak daarna eentje van 17%. Die 25% hebben we nog niet eerder gehad, zelfs niet in Noorwegen. Op heel wat passing places moest Remco stoppen omdat er weer een foto gemaakt moest worden. het was prachtig! De bergen, de lochs, de luchten en het uitzicht op zee, wat een geweldige combinaties.

Na heel wat onoverzichtelijke bochten en heuveltjes, en een enkele tegenligger kwamen we door de kleine vissersdorpjes Nedd en Drumbeg. Bij Drumbeg zijn we even gestopt bij een uitzichtpunt. Iets verderop kwam er een of andere malloot door een ‘blinde’ bocht gescheurd em het scheelde niet veel of hij was vol op ons in gereden. Gelukkig ging het goed, pfff. Bij het volgende dorpje, Clashnessie, zijn we gestopt om het roze zandstrand op te gaan. Een Engels echtpaar stond daar ook geparkeerd (we hadden elkaar op het weggetjes al meerdere malen gepasseerd, al die stops voor foto’s…) en ze waren op een klein gasbrandertje bezig koffie (of thee) en een warme maaltijd aan het bereiden. Het strand was echt roze en het water van de zee turquoise, zo mooi! Wat foto’s gemaakt en schelpjes gezocht, maar die waren er niet veel. We hebben onze schoenen en sokken uit gedaan, Remco zijn pijpen af geritst, en ik de mijne opgerold, en even pootje gebaad in het ijskoude water. na 10 seconden voelden onze voeten al als ijsblokken. Gelukkig scheen het zonnetje dus waren ze snel weer warm. Met een paar mooie stenen zijn we op onze blote voeten weer naar de auto gegaan. Het Engelse stel zat intussen te genieten van een bord aardappels en bonen, en we praatten wat met elkaar. Met keukenrol hebben we onze voeten vrij van zand gemaakt en hebben onze sokken en schoenen weer aan gedaan.

We gingen verder over het mooie weggetje. Naast de heide en meertjes waren er ook veel stroompjes met daarom heen heel veel mos, primulaatjes en berkjes, heel mooi. We namen een klein zijweggetje naar de vuurtoren bij Point of Stoer. Op de rotsen in de zee bij de vuurtoren zouden regelmatig zeehonden liggen te zonnen, maar vandaag lieten ze het helaas afweten. Boven aan de kliffen zat een vrouw met haar verrekijker de kust en de zee af te speuren. Ze vertelde dat ze net een paar dolfijnen langs had zien komen, maar ook deze lieten zich aan ons niet meer zien. Het uitzicht was echter wederom geweldig, en op de rotsen beneden ons zaten veel aalscholvers. Er kwam een Jan-van-Gent langs gevlogen, drie Grote Jagers en af en toe zagen we een zeehond zwemmen. Maar zonnende zeehonden, nee hoor. Het vriendelijke vrouwtje was met een aantal vriendinnen op wandelvakantie maar ze had jammer genoeg een blessure aan haar voet (net als ik helaas)dus terwijl haar vriendinnen naar The Old Man of Stoer liepen (een 60 meter hoge rotspiek in de woeste golven van de Atlantische Oceaan) zat zij heerlijk vogels te kijken en had dus nog dolfijnen gezien ook.

Het was een heerlijke stek, maar we moesten toch echt weer verder met onze rondreis. Een stuk verderop hebben we weer een zijweggetje genomen om naar het strand bij Achmelvich te gaan kijken. Ook dit strandje was mooi, en de kleur van het water was nog mooier. De zon scheen volop, hmmm. Een aantal schelpjes later stapten we weer in de auto , op weg naar Lochinver, om daar het volgende kleine weggetje te nemen, i.p.v. een iets betere weg, maar dan wel dezelfde die we ’s ochtends al hadden gereden. We wilden nog net wat meer landschap zien. Vroeg zouden we niet thuis komen, maar het was het waard.

We zaten na het strand nog maar net in de auto toen de eerste regendruppels vielen, en niet veel later reden we door een heuze plensbui. De regen stortte naar beneden, op het landschap en op onze auto. Erg? Nee, want wij zaten heerlijk droog n het land werd er zeker niet minder mooi van! na weer enorm veel mooie uitzichten parkeerde Remco de auto ergens om te gaan piesen. Het was intussen weer droog, dus ik ging nog wat foto’s nemen. Opeens stond ik bijna op een hazelworm, dus ben ik snel mijn macrolens gaan halen en heb nu ook de hazelworm op de foto staan. Dat was een leuke verrassing. De afgelopen dagen roken we telkens een heel sterke, maar wel lekkere, kokoslucht. Deze lucht bleek van de gaspeldoorn (wij dachten eerst brem, Corry vertelde later dat het gaspeldoorn is) af te komen.

Zon en regen wisselden elkaar nu af en achter ons zagen we de donkere lucht van de laatste plensbui. Op een steen zagen we een papje of een tapuit. Net niet goed genoeg om het zeker te weten, maar ik denk dat het een paapje was. Rond 17.45 uur kwamen we eindelijk weer op een wat grotere weg en konden nu wat harder door rijden. Wat ook wel nodig was ook, we hadden nog heel wat kilometers voor de boeg!

Om 19.15 uur, na 363 km te hebben afgelegd, waren we weer bij ons huisje. Een geweldige dag later!

 

 

Donderdag 18 mei 2006

 

Vandaag hadden we een dagje rustig aan doen. De afgelopen dagen hebben we veel gereden en gezien, dus een rustdag ingepland. Het was de bedoeling om eventueel een stukje te lopen, naar het strand bij Red Point te gaan (aan de andere kant van Gairloch) en uit te slapen. Van dat laatste is niet zoveel terecht gekomen want om 8.15 uur waren we wakker. We hebben nog even gelezen in bed en hebben daarna een ontbijtje klaar gemaakt. Het was trouwens k-weer. Het regende en waaide hard, op de zee waren witte schuimkoppen zichtbaar. Lekker dat we niets gepland hadden, we gingen lekker lezen.

Aan het eind van de ochtend begon het wat lichter te worden, en even daarna kwam zelfs de zon door de wolken heen. Om een uur of een zijn we in de auto gestapt op weg naar Red Point Beach. Zo’n drie kwartier later kwamen we daar aan. De route over een single track road was weer prachtig, zo’n doorsnee schots landschap. Bergen, meren, bossen, veel gaspeldoorn en de zee. Alweer prachtig. Zo onderhand wordt het eentonig, maar alles is hier mooi, het een nog mooier dan het ander. Onderweg begon het weer te betrekken en kregen we weer regen. Toen we bij het strand aan kwamen regende het nog steeds. We hebben onze regencapes aan gedaan en zijn naar het strand gelopen. heerlijk uitwaaien!! We hebben wat schelpjes gezocht en genoten van het uitzicht over het water en de rotsen er om heen. Boven het water waren een aantal Jan-van-Genten aan het stuntvliegen en namen steeds een duikvlucht het water in. Heel leuk om te zien. Nadat we het hele stand waren over gelopen en weer terug, zijn we naar de auto gegaan, na nog wat mooie stenen te hebben mee gepakt.

Hierna zijn we even bij het huisje in Gairloch gaan kijken, waar we de volgende week zitten, en bij een restaurantje, maar helaas zagen we geen kaart hangen. Halverwege het weggetje aar het huisje zijn we gestopt om op het strandje bij Big Sand nog even heen en weer te lopen, het was inmiddels droog geworden. op de terugweg naar de auto hebben we nog wat stenen mee genomen.

Thuis aangekomen hebben we lekker wat soep en broodjes met kaas (brie etc) gegeten. We hebben weer lekker verder gelezen en Violet is begonnen met het schoon maken van de schelpjes. Ook hebben we op de tv even de video, van wat we tot nu toe hebben gefilmd, bekeken. Inmiddels is het wat lekkerder weer geworden, de wind is afgenomen en tot nu toe hebben we alleen een klein buitje gehad.

Best wel lekker, zo’n dagje niksnutten.

 

 

Vrijdag en zaterdag 19 + 20 mei 2006

 

Vrijdag hebben we voor het eerst echt uitgeslapen; iets voor negenen werden we wakker. Aan het eind van de ochtend stapten we in de auto om een stukje verderop de auto te parkeren, bij het begin van een wandeling, het “archelogical trail”. Eigenlijk hadden we dat gisteren al willen lopen, maar door de hoeveelheid regen die er de afgelopen nacht en ochtend was gevallen zouden we waarschijnlijk door een half moeras lopen. Het pad was nu nog steeds behoorlijk modderig en zompig, maar wel te doen. Het eerste stuk ging het pad gelijk vrij steil omhoog de heuvel op, waarna we een prachtig uitzicht hadden over het omringende heidelandschap, met onder ons een kronkelend riviertje en in de verte de zee. het was droog, de zon scheen af en toe en al snel hadden we het warm genoeg om onze jas uit te doen. We liepen over een smal paadje tussen de heide door, en voor ons renden de schapen snel een andere kant op. Op sommige plaatsen lagen grote stenen bij elkaar, overblijfselen van o.a. roundhouses van 1000 v Chr. Regelmatig moesten we een klein stroompje over steken of via wat keien een grote modderpoel. We zakten soms best diep weg in de moerasachtige bodem, maar vonden dan vrij snel weer wat vastere grond. na een uurtje kwamen we weer terug bij de auto, tot aan onze knieen vies van de modder. maar het was wel een lekkere wandeling.

We zijn verder naar Gairloch gereden om vanaf daar naar het strandje van Firemore Beach te gaan, aan de andere kant van ‘onze’ landtong. Hier waren we dinsdag ook al geweest en wilden er nogmaals wat schelpjes zoeken. het zonnetje scheen, en op ons gemak liepen we over de drie strandjes om een uur of drie reden we weer terug naar Gairloch, even een paar bolletjes gehaald voor een late lunch en deze op de parkeerplaats bij het strand opgegeten. Natuurlijk was het te verleidelijk om het strand links te laten liggen en klauterden we dus naar beneden. Het was nog steeds lekker weer en we genoten van de ontspanning en het geluid van de branding. We waren verbaasd om te zien dat een oma met haar kleindochter ging zwemmen, in het ijskoude water! Daar kunnen we alleen maar bewondering voor hebben, vooral voor oma, want het kleinkind had een wetsuite aan, oma gewoon har badpak.

Toen we weer thuis kwamen hebben we lekker wat gelezen en langzaam de spullen weer ingepakt en opgeruimd. ’s Avonds zat het meeste in de auto, op de laatste spulletjes na. Zomaar al een week voorbij… wat is dat snel gegaan. we zijn benieuwd naar ons volgende huisje, of er daar ook van die vreemde dingen zijn zoals een telefoon die niet naar het buitenland kan bellen, een woonkamer zonder salontafel en een eetkamertafel zonder stoelen! Wij vonden het nogal vreemd.

 

Zaterdagmorgen werden we om 6.00 uur wakker van de wekker. na rustig wakker te zijn geworden pakten we de laatste dingen bij elkaar en maakten het huisje schoon. Om 9.00 uur werden we opgeschrikt door een vreemd geluid. Het leek wel een telefoon, maar onze mobieltjes hebben daar geen bereik… Het bleek de huistelefoon te zijn. De eigenaresse belde om te zeggen dat haar man langs kwam. Na aftrek van de verbruikte electriciteit kregen we de borg terug en maakten we nog een praatje. hij vertelde dat er gisteren Duitsers waren aan gekomen in een ander huisje dat ze verhuren. De vliegtuigmaatschappij had hun bagage kwijt gemaakt. Er was net gebeld dat het weer terecht was. Dit was de tweede keer dat ze naar Schotland kwamen, en de eerste keer was hun bagage ook al zoek. Die maatschappij heeft vast een hekel aan Duitsers.

Om 9.35 uur stapten we in een volgepakte auto en reden voor het laatst de single track road naar Gairloch. De videocamera had ik al klaar om eventuele schapen en koeien op de weg te filmen. Dat was maar goed ook, want een afscheidscomité van koeien stond voor ons klaar. Of liever gezegd, ze liepen langzaam voor ons uit over de weg. Ze hadden geen haast (wij ook niet) en intussen ontstond er zowaar een kleine file achter ons!

In Gairloch hebben we eerst een broodje voor later op de dag gehaald en hebben even onze moeders gebeld. Bij ons zag het weer er veelbelovend uit, maar in Nederland scheen het bar en boos te zijn, met regen en storm. Dat was goed nieuws! Het voelde schandalig asociaal dat wij, in Schotland nota bene, veel lekkerder weer hadden. Ik heb nog 10 minuten zitten grinniken bij het idee…

Omdat we vandaag met een volle auto, en voorlopig nog even zonder huisje zaten, besloten we om boodschappen te gaan doen in Inverness, de enige plaats “in de buurt” waar je alles kan vinden, zo’n anderhalf uur rijden m er te komen. We hebben ons karretje gevuld met eten en drinken voor de komende vier dagen, en hebben daarna al deze boodschappen in de koelbox en bovenop onze bagage gepropt. We zochten een plekje om snel een hapje te eten. Uit de zak sla (voor op het brood) haalde ik een pluk gras, maar ach.

Op weg terug naar Gairloch zijn we even gestopt bij het bezoekerscentrum van de Ben Eighe. Daar willen we deze week een wandeling gaan maken, dus hebben we nu alvast wat mogelijkheden. Met een blauwe lucht en wat wolkjes gingen we weer verder, en om stipt 15.00 uur kwamen we bij onze cottage Wester Seabrook. Wat een geweldige stek!! Het huisje staat in het kleine dorpje Strath, met de buurtsuper recht tegenover ons, zodat we in ieder geval elke morgen een vers broodje kunnen halen. Maar nog veel luxer is dat we precies aan de kust zitten, met een eigen trappetje naar het keienstrand, “ons” keienstrand dus eigenlijk. Eerst hebben we snel het huisje bekeken, wat erg leuk is ingericht, en via een klein smal trappetje kom je in de keuken, waar zich dan weer een heel smalle trap naar boven, naar de slaapkamers en douche- en toiletruimte bevindt. ook in dit huisje is een telefoon, maar daar hoef je geen geld in te stoppen. Het is een nieuwerwetse ouderwetse telefoon, met zo’n toeter voor je oor en een aparte spreektoeter, made in China. Vanavond Corry even proberen, dan kan ze ons misschien gewoon bellen.

Het uitzicht vanuit de slaapkamers, de serre en het terras zijn geweldig; we hebben een landtong van o.a. Shieldaig tegenover ons, met rechts in de verte het eiland Skye. In deze baai worden regelmatig zeehonden en otters gespot, en zelfs dolfijnen en een enkele walvis. Je weet maar nooit… Remco wilde per se de auto gelijk uitladen, maar ik voelde me gelijk helemaal in mijn element en wilde eerst de rotsen voor ons huisje ontdekken. We gingen dus even lekker allebei onze eigen gang. ik liep over de keitjes naar de rotsen en zag gelijk weer van die plasjes water met wieren, garnaaltjes en zee-anemonen! Prachtig rode anemonen, met mooie tentakels. Er zaten ook van die vreemde visjes, wat bijzonder. Nadat Remco toch ook maar even kwam kijken zijn we samen verder gegaan met het uitladen van de spullen. Het was zulk lekker weer dat we op het terrasje in korte broek en t-shirt van de zon en het uitzicht konden genieten. Veel watervogels, zoals Jan-van-Genten en eidereenden. Net toen ik naar binnen wilde gaan (Remco zat al even binnen) zag ik het koppie van een zeehond. Er vielen net een paar druppels, dus vanuit het slaapkamerraam heeft Remco deze op video gezet. We zijn benieuwd naar wat de rest van de week ons gaat brengen.

Even na tienen dook er een zeehond op, vlak bij ons, daarachter was er nog eentje zichtbaar. Dus op de valreep van de schemer nogmaals even drie zeehondjes gespot.

 

 

Zondag 21 mei 2006

Tja, wat moet ik over vandaag schrijven?

We hebben lekker in het zonnetje gezeten, gelezen en naar de vogels gekeken. Kortom, heerlijk genoten! verder hebben we helemaal niets gedaan, behalve lekker rood/bruin geworden te zijn.

Voor het eten hadden we een heerlijk zalmpje gehaald. Nog lekkerder dan normaal!

 

 

Woensdag 24 mei 2006

 

Maandag was het wederom een lekkere dag en omdat ’s middags Ralph en zijn broer Jurgen langs zouden komen, besloten we om weer lekker te genieten van ons stekje en een boek te lezen. Het zonnetje scheen regelmatig en de temperatuur was redelijk. Iets voor vier uur kwamen de twee motormuizen aan gereden, en hadden behoefte aan warmte. In de serre hebben we de kachel lekker aan gezet ren na een bakje koffie waren ze al weer wat opgewarmd. ’s Avonds zagen we soms nog een zeehond, dus dat was wel leuk, en er begon ook iemand doedelzak te spelen, vlak bij ons huisje. Het bleek een ode aan de zeehonden te zijn, maar het klonk redelijk vaak behoorlijk vals.

 

Dinsdag na het ontbijt vertrokken ze weer, helaas met veel minder goed weer dan de dag er voor. Op de bergen in de verte lag sneeuw, wat daar eerder nog niet had gelegen, de wind loeide, koude regen en golven met schuimkoppen. We waren wel blij dat wij niet op de motor weg hoefden maar heerlijk in ons huisje konden blijven. De storm bleef de hele dag, en naarmate de dag vorderde en de kachel op vol vermogen stond werd het heerlijk warm in ons hutje.

 

Vandaag stond er nog steeds wel wind, maar al veel minder dan gisteren, en het zonnetje deed haar best. Rond 9.15 uur reden we weg richting het eiland Skye. We hadden veel regen, maar ook de zon liet zich steeds vaker zien. Onderweg genoten we van de diverse uitzichten, de landschappen en de lochs. De redelijk nieuwe, brug naar Skye bleek tegenwoordig tolvrij te zijn (gelukkig maar, 5,60 pond voor een ritje van 300 meter is wel heel duur). Skye is erg mooi, met veel lochs en andere watertjes.

Om 11.55 uur melden we ons bij het visitorscentre van de Tallisker Disillery. Voor 5 pond p.p. kregen we een rondleiding en een glaasje Tallisker 10 jr. De borrel smaakte erg goed, en om 12.15 begon de rondleiding. Een vriendelijke dame bracht ons naar de eerste ruimte, waar op twee vaten de 3 ingredienten van whisky waren neer gezet; bronwater uit een vaste, ondergrondse bron, turf en mout. De moutkorrels worden tegenwoordig in Inverness gedroogd met de turf als brandstof. Bij die drogerij in Inverness wordt er voor veel meer distilleerderijen gedroogd, maar alles gaat op de eigen manier van de verschillende whiskystokers. De gedroogde mout van Tallisker neemt de rokerige turfdampen in zich op waardoor de whisky o.a. zijn specifieke, eigen smaak krijgt. De gedroogde korrels worden bij de distillerderij zelf gemalen en komen daarna in een grote koperen ketel terecht. Dan wordt er heet bronwater aan toe gevoegd, ik geloof dat ze 10 uur bezig zijn met vullen, om daarna twee dagen te staan voordat de vloeistof wordt afgetapt. de mout wordt daarna gebruikt als veevoer.

De vloeistof gaat nu in een groot houten vat, 53.000 liter per vat(!) en er wordt gist aan toe gevoegd. Een eerste vat werd voor ons geopend, deze was behoorlijk aan het borrelen. Een tweede vat toonde ons een troebele vloeistof die heel indringend rook. Na het hele gistingsproces zit er ongeveer 9% alcohol in. De vloeistof wordt dan in een grote still gepompt en op olie verwarmd. De grote koperen ketels van Tallisker hebben een unieke buis; normaal is de uitvoer van de condens een rechte koperen buis, aar hier zit er een kni in, wat ook weer bepalend schijnt te zijn voor de uiteindelijke, specifieke Tallisker smaak. Er zit nu ongeveer 20% alcohol in de vloeistof.

Via ‘wurms’, kronkelende buizen die door het water van het naast gelegen riviertje worden afgekoeld, wordt de vloeistof naar de kleinere stills gepompt. Na weer een condensatieproces wordt de vloeistof afgetapt. Het eerste, kleine deel bevat veel alcohol en wordt in een reservoir opgeslagen. Het tweede deel dat wordt afgetapt wordt in vaten van amerikaanse eik, oude bourbon-vaten, gepompt om in de opslagruimtes voor minimaal 10 jaar te gaan liggen rijpen. Het alcoholpercentage is nu zo’n 58%. Het derde deel dat wordt afgetapt bevat weinig alcohol en wordt ook in het reservoir gepompt De vloeistof uit dit reservoir wordt weer terug gepompt in de kleine still om het laatste deel van het destillatieproces nogmaals te doorlopen. Ze hebben trouwens twee grote stills en drie kleine stills.

De vaten met whisky die liggen te rijpen verliezen elk jaar zo’n 2% van hun inhoud, dus dat is bijna 20% na 10 jaar. Na tien jaar wordt een groot deel van de vaten klaar gemaakt om te bottelen (45,8% alcohol) en met het andere deel doen ze wat speciaals. Ze kunnen de vaten nog langer laten liggen voor een nog intensere smaak of doen ze over in vaten van europese eik, oude sherryvaten, waardoor de whisky de toevoeging “double matured” krijgt. Door een groot raam mochten we kijken naar de vele vaten die liggen opgeslagen, vaten van 250 liter en an 500 liter. Wat een kapitaal lag daar zeg! De rondleiding was voorbij en in het winkeltje kochten we onze Schotland-souvenir; een fles Tallisker 175 aniversery. Hmmm, gaan we straks even proberen! De Tallisker distilleerderij was vorig jaar al 175 jaar de enige distilleerderij op Skye, dus hebben ze een aantal bijzondere en soms oude vaten gemixt, waar deze goddelijke drank uit voort is gekomen.

Iets over enen reden we weg bij Tallisker, op zoek naar een koraalstrandje bij Claigan, maar eerst hebben we op een mooi punt even wat gegeten. We hadden een mooi uitzicht over een loch en over bergen. Toen we aankwamen hebben we eerst even foto’s van het uitzicht gemaakt. na het eten ging Violet nog even roken en vroeg of ik ook foto’s had genomen van die bergen met sneeuw. Het zei mij niets, maar toen ik die foto’s had genomen was er boven de bergen bewolking waardoor de sneeuw niet te zien was. Hierna gingen we verder naar het strandje. Aangezien we dit maar in een boekje hadden gelezen leek het ons niet zo bekend en toeristisch. Het tegendeel leek waar te zijn… Het stond al met bordjes aan gegeven en we hadden gelijk al twee suffe, trage toeristen voor ons op het weggetje. Op het parkeerterrein stonden minstens tien auto’s. Inmiddels was het best lekker geworden, het zonnetje scheen en er waren weinig wolken e zien. Vanaf de parkeerplaats was het een stukje lopen (+/- 15 minuten) naar een strandje. Al snel kwamen we langs een aantal mooie grote Schotse Hooglanders. Het koraalstrandje zag er heel wit uit, dit kwam doordat het voornamelijk uit kleine stukjes koraal met af en toe wat leuke schelpjes bestaat. Hier al enkele leuke stukjes koraal en schelpjes gevonden. In de Trotter stond dat we  verder moesten lopen, langs de tamelijk ongevaarlijke stier, maar helaas was de stier er niet! Even verderop was wel een heel mooi en veel groter koraalstrand. Daar hebben we even lekker rond geneusd en nog wat leuk dingen gevonden. Toen we aan het eind van het strand waren begon het wat te spetteren. Heel handig hadden we de regencapes vanmorgen mee genomen, maar, heel stom, lagen ze nu nog in de auto. Gelukkig ging het niet zo heel hard regenen en was het al snel weer droog. Toen we weer bij de auto terug kwamen was het al bijna 16.00 uur en zijn we aan de terugweg begonnen.

Onderweg hebben we nog volop van het prachtige landschap genoten. op Skye gaan we zeker terug komen aangezien we nog een heel deel (Trotternish) nog niet gezien hebben. in Broadford, op Skye, hebben we nog gezocht naar het plaatsje Corry om hier een foto van het plaatsnaambordje te maken, maar helaas bestaat het dorpje niet meer. Toen zijn we maar boodschappen gaan halen in de plaatselijke supermarkt. nu hoeven we alleen nog brood en sla te halen voor de komende dagen. is wel zo handig dus.

Op de terugweg zijn we een stuk via een ‘toeristische route’ gereden. We zijn via Plockton gegaan, daar staan aan de boulevard palmbomen, en dat in dat koude Schotse klimaat! Hierna zijn we via een heel leuk weggetje door het bos verder gereden door nog een aantal hele kleine nietszeggende plaatsjes, zodat we uiteindelijk weer op de ‘grote’ weg richting Gairloch uitkwamen. Net na de wegwerkzaamheden bij Kinlochewe zag ik ineens een hert op het grasveld staan. De hele tijd zaten we er al op te hopen om er eentje of meer te zien, nu was het dus eindelijk raak. Het dier bleef heel rustig door grazen zodat Violet op haar gemak hem op de video kon zetten, en later nog op de foto. kicken om zo’n beest in de vrije natuur te zien. Het weer was nog steeds goed dus zijn we eindelijk gaan kijken op het mooie begraafplaatsje van Gairloch, op een klif boven de zee. Er stonden best wel wat oude graven tussen, vaak begroeid met korstmossen. er waren ook enkele gedeelten met een hek er om heen, lekker roestig, en wel open, waar blijkbaar de mensen van de kerk werden begraven. Er was ook een familiebegraafplaatsje, ommuurd. Vlak bij de uitgang Zagen we een zerk staan met daarop de tekst “Koninkrijk der Nederlanden”, het graf bleek van een 26-jaige zeeman te zijn die in WO II is omgekomen.

Rond 20.00 uur waren we weer thuis. Nu zitten we te genieten van onze nieuwste whisky-aanwinst, en hij is heerlijk! Lekker krachtig zoals een eiland-whisky behoort te zijn, maar toch ook met een zachte kant er in. Het was een heerlijke dag met een mooie afsluiting zo.

 

 

Donderdag 25 mei 2006

 

Vanmorgen begon de dag al goed; toen ik me boven aan het aankleden was zag ik vanuit het ra in de zee, vlak voor ons huisje, iets onder water duiken. in eerste instantie dacht ik dat het weer een of andere zeevogel was, maar ergens had het mijn aandacht getrokken. Toen het beestje weer boven kwam bleek het een ottertje te zijn. Heel soepel en gracieus door het diertje weer onder. Snel riep ik aar Remco en rende naar beneden. Remco keek me verbaasd aan, ik zei “ottertje” waarop Remco gelijk zijn videocamera pakte waarop we naar buiten snelden. Wat zijn het een mooie beestjes om te zien zeg! En toch ook leuk dat je blijkbaar gelijk het verschil ziet met een vogel of een zeehond.

Om 9.15 uur reden we weg voor ons laatste echte dagje uit. Na drie kwartier parkeerden we de auto op een redelijk grote parkeerplaats langs het weggetje richting Torridon, van waaruit we aan een fikse wandeling begonnen naar de Ben Eighe. Onderweg waren we alweer door een lekkere plensbui gereden, maar onze tocht konden we droog beginnen. Over een keienpaadje liepen we tussen de veenachtige heidevelden door, langzaam de bergflanken op. Overal liepen kleine stroompjes water, en waar deze het pad doorkruisten was een soort van klein kanaaltje gemaakt d.m.v. grote stenen. Zo kan het water het pad niet vernielen, en met een normale stap bereik je heel makkelijk de overkant van het smalle stroompje. de grote keien die naast het pad lagen zaten vol gekleurde korstmossen; wit, oranje, geel, groen blauw en zelfs paars. Het pad leidde ons geleidelijk steeds hoger, maar gaf ons ook steeds prachtige uitzichten op de ons omringende bergen, die soms bovenaan een laagje sneeuw hadden. Bij de eerste regendruppeltjes deden we onze regencapes aan, want vaak als het hier zachtjes begint is het binnen no time een plensbui. De rest van de wandeling hebben we ze maar aan gehouden, net zo makkelijk. Onderweg kregen we 3 regen- met hagelbuien over ons heen. Op die momenten zochten we een steen op om op te zitten, weg gedoken in onze regencapes, met onze rug naar de wind. Binnen vijf minuten werd het dan weer droog en konden we verder. We moesten een beek over steken d.m.v. stapstenen. We kwamen beide met droge voeten over.

Het eind van het pa kwam maar niet in zicht, en aangezien we best moe begonnen te worden hadden we zin in de beloning van deze tocht; een mooi uitzicht, watervalletjes, een meer, met daarbij een lekker appeltje. Eindelijk zagen we de watervalletjes, maar zoals altijd was het laatste stukje het zwaarst; we moesten nog een flink eindje omhoog alvorens we bij het meertje kwamen. We waren nog niet boven of de laatste regen- en hagelbui stortte zich over ons heen. .. Aan de rand van het meertje gingen we op de grond (rotsen) zitten en doken weer weg in onze capes. Intussen genoten we wel van het uitzicht dat we op de rotsen voor ons hadden, en namen een flinke slok cola. Toen de ijzig koude bui voorbij was kwamen er nog wat wandelaars bij het meertje. We namen wat foto’s en aten een heerlijk appeltje op. Weinig later waren onze vingers ijs- en ijskoud, en de rest van ons lichaam koelde ook in rap tempo af. We besloten om snel weer aan de terugweg te beginnen. Deze ging veel makkelijker dan de heenweg, omdat we natuurlijk voornamelijk naar beneden liepen i.p.v. omhoog, en ook de regen liet het gelukkig afweten. Het zonnetje liet zich zelfs af en toe zien waardoor we het weer warm kregen. We kwamen aardig wat wandelaars tegen die nog op weg naar het meertje waren. We zochten zoveel mogelijk mooi bekorstmoste steentjes op die we in onze rugzakken mee terug naar de auto namen.

Om 15.0 uur kwamen we, best wel moe, weer terug bij de auto, waar we een lekker stokbroodje hebben gegeten. Om 15.30 uur reden we weg om nog een rondje te gaan rijden, over een single track road langs Loch Torridon en het water van de Inner Sound,, met aan de andere kant de eilanden Rona en Rasaay, met daarachter weer Skye. Ook de onderzeeer zagen we weer. Het weggetje was behalve smal ook nog eens zeer onoverzichtelijk door de vele bochten en heuveltjes, en ook aardig wat tegenliggers. De uitzichten over het water en het land waren echter fantastisch. Via een pas reden we over een hoogvlakte, met heel wat haarspeldbochten voor we boven waren. Het gevolg was dat we er aan de andere kant op dezelfde manier weer naar beneden moesten. Toen ik het raampje open deed om een foto te maken kwam de lucht van de remblokjes me tegemoet. Even stoppen dus om ze wat af te laten koelen. Ondanks de afdaling in een lage versnelling stonden ze bijna in de fik!

Door al deze haarspeldbochten duurde ons ommetje at langer dan verwacht, maar we hadden dan wel weer een heel mooi stukje Schotland gezien, met ook weer de schapen, lammetjes en Schotse Hooglanders langs en op de weg. Ook zon en regen wisselden elkaar af, Schotser kan het niet.

We reden net Gairloch in toen er iets kleins de weg over schoot. Het kan een muis zijn geweest, maar dan was het wel een heel vadsige muis. waarschijnlijk was het een marmot ofzo, want voor een muis was ie gewoon te groot en te dik. Bij Strath aangekomen bleek het water zeer hoog te staan. Het zonnetje scheen lekker dus zijn we met een lekker koud drankje aan de picknicktafel op ons keienstrandje gaan zitten, met de branding zo’n vier meter voor ons. Een zeehond liet zich vlakbij zien, maar toen ik mijn fototoestel had gehaald was ie weer weg. Hij speelde gewoon een spelletje met me. Uiteindelijk verdween ons plekje in de schaduw en gingen we lekker naar binnen. Remco had een muziekje op gezet, maar er zat opeens een raar deuntje doorheen. Het bleek dat de doedelzakman weer een ode aan de zeehonden aan het doedelzakken was. Nog net zo vals als afgelopen maandag, maar wel met dezelfde mooie bedoeling. Wij waren er nog steeds van overtuigd dat het de zeehonden alleen maar zou verjagen, maar groot was mijn verbazing toen ik een koppie in het water zag (welke nu hopelijk wel op de foto staat).

Het was een mooie dag, ook al was die wat vermoeiend.

 

 

 

Vrijdag 6 mei 2006

 

Gisteravond stond er blijkbaar in ons dorpje een huis in de fik ofzo, want het hele dorpje stond blauw van de rook!

Vanmorgen was het rustig weer, maar wel grauw. Om 9.00 uur werden we wakker, en na brood voor vandaag en morgen gehaald te hebben konden we lekker ontbijten. Aan het eind van de ochtend zijn we naar het dorpje Mellon Charles gereden om daar bij een parfumeriewinkeltje (de enige werkende parfumerie in Schotland) wat presentjes voor thuis uit te zoeken. Vorige week dinsdag hadden we op de minimarkt in Poolewe bij hun tafeltje al een zeepje voor Anemoon gekocht, en dat vrouwtje vertelde toen heel enthousiast dat ze hun nieuwe winkel- en werkplaats gingen openen, een dezer dagen. Toen we daar vanmiddag aan kwamen bleek dat ze gisteren pas open waren gegaan. Het restaurantje (koffie, thee, wijn, gebakje) en het winkeltje waren klaar, maar de werkplaats waar ze zelf zeepjes en luchtjes ontwikkelen, en workshops gaan geven, was nog een grote chaos. We snuffelden, letterlijk en figuurlijk, door het winkeltje, terwijl de eigenaars met alle klanten een praatje probeerden te maken. De man sprak ons aan en vroeg waar we vandaan kwamen. Toen hij begreep dat we uit Nederland kwamen was hij verbaasd omdat we zo goed engels spraken. de man had behoorlijk lang haar en een lange baard, die hij heel mooi had gedraaid en in een knoop had gelegd! Hij vertelde dat ze vorig jaar in Nederland waren geweest omdat een va zijn nichtjes, die in Nederland woont, ging trouwen. Door sneeuw lag schiphol toen twee dagen plat. Ze hadden het goed naar hun zin gehad en vonden het leuk dat de twee families voor de bruiloft samen gaan lunchen. Ze waren ook in een heel mooi park geweest waar volgens hem de koningin ook komt, dus we denken dat dat Nationaal Park Hooge Veluwe moet zijn. Hij had gisteren ook nieuws over Nederland gehoord waar hij wel van was geschrokken; dat over zo’n 20 jaar de zee half Nederland zou hebben overspoeld. Tja, dat is al jaren de vraag. Hij moest weer verder met de andere klanten, maar toen we hem iets later vroegen naar de whiskyparfum die hij aan het ontwikkelen is (de eerste van de wereld) was hij net bezig om een geurstaafje voor ons klaar te maken. Het ruikt al erg lekker, en dat heeft hij het nog niet “uit”-ontwikkeld. We hebben verschillende stukjes zeep gekocht, allemaal handgemaakt en met natuurlijke ingredienten.

Terug in Strath hebben we voor de mannen in Nederland Schots bier gekocht en nog even in de boekwinkel gekeken, waar ze trouwens erg veel mooie boeken hadden. Thuis aangekomen hebben we de spullen verzameld en in de auto gedaan. Het is nu 18.30 uur en er staat intussen een flinke wind. O zeg maar gerust storm! Het is vloed en het water staat nu nog hoger dan de afgelopen dagen. De golven beuken op de rotsen en je waait bijna weg. Heerlijk!

Ook hebben we weer zeehonden gezien, voornamelijk het koppie dan. Vlak voor het slapen gaan stond ik nog even buiten; er vlogen allemaal vleermuisjes rond.

 

 

Zaterdag 27 mei 2006

 

Vanmorgen stonden we om 4.45 op en pakten onze laatste spulletjes bij elkaar. De Jan-van Genten gaven nog een spectaculaire duikshow en telkens kwam er een zeehondenkoppie boven water. Een mooi afscheid. Het regende behoorlijk, dus de laatste spullen moesten in de regen worden ingeladen, wat Remco heel lief deed. Om 6.15 uur, keurig volgens planning, reden we met een volle auto weg, op naar New Castle om daar op de boot terug naar IJmuiden te stappen. Het was nu droog. Natuurlijk kwamen we nog geen auto’s tegen, het was nog veel te vroeg, maar we hebben echt heel veel herten gezien!!! Gelukkig maar, want voor vandaag hadden we meer doodgereden herten gezien dan levenden. nou, die verhouding is weer helemaal recht getrokken!

De reis verliep heel soepel, tot aan Edinburgh, waar we opeens in een file stonden. We dachten dat het behalve met de wegwerkzaamheden ook met de tolhuisjes te maken had, maar toen we na zo’n 20 minuten de brug over waren bleek dat je alleen maar tol hoeft te betalen als je de andere kant op gaat. Vreemd toch?! We reden langs een enorm lange file, de andere kant op, en waren blij dat die aan onze kant zoveel korter was geweest, en ook dat we twee weken geleden geen file hebben gehad, want daar hadden we dan wel een paar uur in gestaan. De Britten hebben maandag vrij, en zo’n beetje het hele land was op weg naar een vakantiebestemming, voor een weekeind of langer. Wat een drukte!

Onze reis richting New Castle verliep zo voorspoedig dat we het ons konden veroorloven om nog een beetje sight seeing te gaan doen. het weer was goed, we waren vlak bij de zee, dus gingen we op zoek naar een strandje. We hadden schotland nog niet zo lang geleden achter ons gelaten, en sloegen een klein weggetje vanaf de snelweg in naar Goswick. We reden er nog maar net overheen toen er voor ons iets van een fretje of een wezeltje (bruin, zwarte punt aan de staart) de weg over schoot. Dat was weer leuk, die zouden we op de snelweg niet hebben gezien. Bij Goswick liep het weggetje tussen een golfbaan in de duinen door. Dat is een mooie plek om te golfen. het weggetje liep dood. Dan konden we wel naar het strand toe lopen, maar dat zou ons ongeveer een uur kosten voordat we er zouden zijn, dus zijn we maar weer om gedraaid naar de snelweg. Het weggetje kruiste een spoorbaan die voor onze neus dicht ging. Het duurde behoorlijk lang voordat er eindelijk een trein kwam, maar toen gingen de spoorbomen nog niet omhoog. Wachten, wachten, wachten, en na een paar minuten kwam er nog een trein van de andere kant. Remco zei grappig dat er nu zoveel tijd was verstreken dat er vanaf de andere kant ook wel weer een trein kon komen. Hij had het nog niet gezegd of er kwam inderdaad nog een trein voorbij. Eindelijk konden we verder.

Wat verderop zijn we afgeslagen naar Holy Island, een eilandje, verbonden aan het vaste land d.m.v. een asfaltweg. Deze weg loopt door een gebied dat met vloed onder loopt, en de weg dan ook! Heel bijzonder. Het kleine, rustige eilandje krijgt zo’n half miljoen bezoekers per jaar! Dat was ook wel te merken, want de auto’s reden af en aan. In de duinen naast het weggetje kon ik even snel piesen. Nou ja, snel, het bleef maar door gaan, wat moest ik nodig! Opgelucht hebben we daarna iets verderop nog even een frisse neus gehaald.

Nog steeds hadden we ruimschoots de tijd, dus doken we bij Alnwick een iets kleinere ‘grote’ weg op. Deze kwam gelijk door leuke dorpjes, veel leuker dan over de snelweg gaan. Bij Amble hebben we de bordjes strand gevolgd, door een nieuwbouwwijk waar alle huizen er hetzelfde uit zagen, en daarna door een arbeidersbuurt ofzo, waar veel sociaal uitziende figuren rond liepen. Het strandje was weer even lekker en na nog wat mooie stenen in de auto te hebben gelegd, reden we ontspannen door naar Newcastle. Ik wilde daar tussen 15.30 uur en 16.00 uur zijn, wat keurig lukte. Heel even reden we verkeerd, maar Remco kwam er gelukkig al snel achter dat er geen boot meer stond op de borden North Shields, waar onze boot zou liggen. Op een van de vele rotondes zijn we gekeerd en vonden we al snel de juiste route terug. Iets over half vier reden we het terrein van DFDS op en een half uurtje later waren we ingescheept. nze hut bevond zich zomaar op dek 9, wat ons echt enorm veel traplopen scheelt. We zaten op hetzelfde dek als de bar, perfect.

Als avondeten namen we een broodje garnalen en een soepje, weer een of andere wazige bouillon met een beetje groente, pasta en grote brokken spek. Het smaakte in ieder geval beter dan die vage erwtensoep van twee weken geleden. Het broodje wat er bij zat was ook lekkerder, het vet droop er deze eer tenminste niet uit, maar was lekker knapperig. Na nog een groet bier telden we onze laatste ponden. het bleek genoeg te zijn om een 2-liter fles Famous Grouse van te halen en nog wat lekkers voor Corry. we hebben nu nog ruim twee pond over, dus daar halen we morgenochtend nog wat voor.

 

 

Zondag 28 mei 2006-05-31

 

God, wat was het warm en benauwd in de hut… Het trappetje voor het bovenste bed was stuk dus moest ik er in klimmen… We hebben allebei echt heel slecht geslapen, maar toen ik om 6.45 uur buiten op het dek kwam om af te koelen scheen de zon aan een prachtig blauwe lucht! We hebben een pot thee genuttigd, waar we het gelijk weer zo warm van kregen dat we buiten het dek weer hebben opgezocht. Nederland was intussen al in zicht en we zagen veel grote schepen langs varen.

Als eersten zaten we in onze auto en wachtten rustig af tot we weg mochten rijden. Om 10.05 uur reden we door de paspoortcontrole, op naar huis. Bij een benzinestation even snel ontbeten en om 11.15 uur waren we thuis. De drie katten stonden achter de deur te miauwen en Loco zat te toeteren. Corry had alles netjes achter gelaten en wat leuke plantjes gepoot. Lekker om weer thuis te zijn!

 

Het is ook altijd jammer om die heerlijke vakantieplekken achter te moeten laten, maar we hebben er weer een mooie herinnering bij. Schotland zullen we onthouden als een prachtig mooi land met veel bergen, meren, watertjes, heidevelden, schapen, lammetjes en Schotse Hooglanders. De flora was mooi, met haar zachtgele primulaatjes, de blauwe boshyacintjes, de vele prachtige korstmossen, het bloeiende engelse gras maar bovenal de heerlijk naar kokos ruikende gaspeldoorn. Wat fauna betreft was het niet minder; veel roofvogels en zeevogels, maar ook de tuinvogels ontbraken niet. We hebben veel tapuitjes gezien, en natuurlijk hebben de Jan-van-Genten een speciaal plekje bij ons gekregen. We hebben een hazelworm gezien, een zee-ottertje, zeehonden, herten en iets van een marmotje en een fret. Geweldig toch. ook de doedelzak hebben we horen bespelen, al hopen we dat het grootste deel van de Schotten dit wat beter kan. De Schotten zelf bleken over het algemeen zeer vriendelijke mensen, vaak wel in voor een praatje met een vreemdeling. De wegen in Schotland zijn ons reuze mee gevallen (net als het weer trouwens, maar dat is waarschijnlijk niet vanzelfsprekend), ook al waren z soms wat smal en bochtig. Het links rijden ging helemaal perfect, en zo merkte Remco ook eens hoe het voelt om aan de kant van de afgrond te zitten. In Schotland komen we zeker weten terug, we hebben nog lang niet alles gezien, en wat we al wel hebben gezien willen we best nog een tweede keer doen!