Links en tips | CONTACT | GASTENBOEK |
Zaterdag 29 maart 2008 Dilemma: wandelen of vliegtuigen spotten?
Amsterdam CS – Aalsmeer, ± 24 km
Half bewolkt, regelmatig zon, stevige wind, 5 – 15 °C
Het beloofde vandaag perfect wandelweer te worden, een mooi moment om met een nieuw pad te beginnen. We hebben gekozen voor het Pelgrimspad (deel 1), van Amsterdam naar Den Bosch.
Om 6.45 uur reden we de straat uit en 50 minuten later parkeerden we de auto in Aalsmeer, vlak bij de veiling. Iets later kwam de bus naar Amsterdam. Deze keer hoefden we niet over te stappen op een trein of een andere bus maar zouden we rechtstreeks naar onze bestemming worden gebracht. We stapten in en propten ons met onze rugzakken op twee stoelen. Al snel sloeg de bus af naar rechts waar we voor een hek kwamen te staan. Achter het hek lag het terrein van de bloemenveiling. Langzaam ging het hek voor de bus open en reden we het terrein op. We verbaasden ons er over hoe groot het was. Het was leuk om eens te zien. De ‘toeristische’ route bracht ons via Amstelveen naar Amsterdam. Onderweg was er genoeg te zien aan leuke en minder leuke huizen, polders, water, grachtenpanden en nog veel meer. De bus was uitgerust met een computerscherm waarop stond hoe laat de eindbestemming bereikt zou worden, wat de volgende haltes waren, wat de temperatuur in de bus was en een comfortcijfer. Het comfortcijfer schommelde gedurende de rit tussen 6 en 8. Waar het cijfer op gebaseerd werd was mij een compleet raadsel. Het had in ieder geval niet te maken met de temperatuur want die bleef constant. Ook zag je af en toe de live camera-bewakingsbeelden van de bus. Toevallig zaten wij op zo’n plek dat we niet elke keer onze eigen kop in beeld kregen.
Iets voor half negen stapten we uit op het busstation van Amsterdam Centraal. Via het Damrak, De Dam en het Rokin liepen we naar het Begijnhof, een pelgrimsplaats voor zowel rooms katholieken als protestanten. De middeleeuwse kerk is sinds 1607 toegewezen aan Engelse puriteinen. Toentertijd werd je voor calvinisme vervolgd door de Engelse staatskerk, op het Begijnhof waren ze echter veilig. De begijnen die in 1607 uit hun kerk werden verdreven vonden hun geestelijk heenkomen in twee woonhuizen aan het hof welke als schuilkerken werden ingericht (bronvermelding: boekje Pelgrimspad). Na wat foto’s van het stille hofje liepen we naar het Spui.
We kruisten de Herengracht, de Keizersgracht en de Prinsengracht. Het was prettig dat al die kleine winkeltjes nog niet open waren en we gewoon door konden lopen zonder verleid te worden ergens naar binnen te gaan. Ook qua aantal mensen op straat was het nog redelijk rustig en konden we vrij soepel de stad door komen. De route leidde ons naar en door het Vondelpark. De verwilderde halsbandparkieten lieten zich horen en zien. We konden de groene vogels mooi bekijken toen ze in een boompje wat aan het eten waren. Verderop in het park zagen we kraaien badderen in kleine kuiltjes in het gras, die gevuld waren met water. De waterdruppels vlogen in het rond, het was een grappig gezicht. Natuurlijk was het in het Vondelpark hartstikke druk met mensen die hun hond/hondje/honden aan het uitlaten waren en mensen die aan het joggen waren. De routemarkering was niet overal aanwezig of even duidelijk maar de tekst bleef kloppen met onze route dus gingen we goed. Bij een bruggetje hingen een appel en een zaadbol aan een tak. Er zaten een kauwtje en twee parkieten bij, we liepen er vlak langs en konden rustig foto’s nemen. In de bosjes achter de boom zaten nog veel meer parkieten, allemaal groene vlekken. Verderop kwam er een teckel aangerend, al blaffend tegen een laag overkomend vliegtuig. Stoer!
We verlieten het Vondelpark en kwamen iets later over een tegelpad langs woonboten op het water van de Schinkel. Tussendoor zagen we de nagebouwde Ark, met op de voorsteven een levensgrote giraffe. Er kwamen heel veel vliegtuigen heel laag over, behoorlijk indrukwekkend. Elke 1 of 2 minuten kwam er wel eentje over, we hadden genoeg te zien. Echt rustig qua geluid was het niet, maar ach.
Waar we volgens de routebeschrijving een sluisje over moesten kwamen we voor een hekwerk te staan. Er waren werkzaamheden aan het sluisje, we konden er niet over. Via een kleine omleiding kwamen we weer op de route en liepen onder de A10 door. Langs de jachthavens bij het Nieuwe Meer kwamen we bij het water van de Bosbaan en de rand van het Amsterdamse bos. Op de Bosbaan worden regelmatig grote roeiwedstrijden gehouden. Nu was er geen wedstrijd bezig maar werd er veel getraind. De startvlonders stonden vol met schoenen, een leuk gezicht. Vrij aan het begin van het bos namen we een korte pauze op een bankje. Ook hier waren veel joggers en wandelaars, met of zonder hond. Het pad ging over een aantal bruggetjes het bos door en naar de ‘top’ van de Heuvelmantop. Hierna raakten we de route een beetje kwijt. We zagen geen markering maar de route leek te kloppen met het kaartje. Toch bleven we twijfelen. Bij een brug waar we overheen moesten stonden een stuk of tien ouderen die aan beweging deden. Ze hadden waarschijnlijk al een stukje gelopen of gejogd en gingen o.a. met steun van de brugleuning een paar oefeningen doen. Met gemengde gevoelens van respect en plezier (toch een grinnik, het zag er ook zo grappig uit…!) passeerden we ze.
We kwamen op een groot grasveld waar de vliegtuigen precies overheen kwamen, behoorlijk laag. Het gaf het idee dat als je hoog zou springen, dat je ze aan kon raken. De herrie was bij sommige vliegtuigen overweldigend. Uiteraard foto- en videobeelden gemaakt. Het was spectaculair!
Hierna ontdekten we dat we toch echt heel erg verkeerd waren gelopen (achteraf niet zo erg, anders hadden we die aanvliegroute nooit zo dichtbij gezien). We hadden echter geen idee waar we ons bevonden. Moesten we dan echt helemaal terug lopen?! Na nog een paar keer goed op het kaartje gekeken te hebben dacht ik te weten waar we waren. De omgeving en het pad klopten precies met een gedeelte op het kaartje. We waren wel iets afgedwaald… We liepen een stukje terug, al balend, maar namen iets verderop (of terug, het is maar hoe je het bekijkt) de route van de Amsterdamse Ommegang, een andere wandelroute. Dit pad zou het Pelgrimspad kruisen en zo hoopte ik de juiste route weer op te pakken. Met behulp van de markering en het kaartje vonden we inderdaad het Pelgrimspad terug en sloegen deze opgelucht in.
Nadat we onder de A9 door waren gelopen vervolgden we de route door het Amsterdamse bos en kwamen door een veengebied. De grond trilde onder onze voeten toen er een hardloper voorbij kwam. Het pad leidde naar ‘De Poel’, een meertje tussen Amstelveen en Bovenkerk. Na een aantal bruggetjes kwamen we bij een bossig gebied waar Schotse Hooglanders liepen. Tussen de bomen door zagen we op een ruime afstand een paar van die koeien. Het pad liep onder de nu nog kale takken van beuken door. In de zomer is dat vast een heerlijk schaduwpad.
Tussen de takken van de bomen door zagen (en hoorden) we vliegtuigen langs komen, een blijvend iets tijdens deze wandeling. We hoefden niet lang te wachten voor het volgende vliegtuig kwam, en het volgende, en het volgende… We raakten er al aan gewend. Langs de route stond een radartoren, die we later tijdens onze pauze in de verte zagen liggen. Bij de radartoren hoorden we fazanten, maar we zagen ze niet. Het grootste gedeelte van onze etappe zat er op, we liepen nu op onze pauze aan. Onderweg waren we echt langs heel veel bankjes gekomen, we waren bang dat er nu geen eentje meer voor ons over was. Toen we het weggetje langs het water van de ‘Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder’ in sloegen kregen we de wind volop tegen. Bij heftige windvlagen kwamen we moeilijk vooruit. Aan de andere kant van het water lag Schiphol, we liepen langs de onderhoudshangars en nog een heleboel andere hangars. We zagen vliegtuigen voor de landing aan komen vliegen en zagen vliegtuigen die net omhoog gingen. De harde tegenwind maakte het ons niet makkelijk en helaas kwamen er ook veel auto’s over het smalle dijkje, richting de maneges of het autobedrijf die aan het dijkje gelegen waren. Eigenlijk was het de bedoeling om aan deze dijk pauze te houden, maar afgezien van dat er geen bankjes waren hield de harde wind ons tegen om ons picknickkleed neer te leggen. Op de hoek van het fietspad waar we over liepen stonden twee bankjes met een goed uitzicht op de vertrekkende vliegtuigen. Helaas wel vol in de wind. Ernaast bleek echter een terreintje te zijn met enkele picknickbankjes. Ééntje stond mooi beschut achter wat struikjes, ideaal voor de nodige pauze. Als tafelkleed gebruikten we mijn regencape (de picknicktafel was een beetje vies). Op dit prachtige donkerblauwe plastic tafelkleed werden stokbroodjes, zalm, een lekker kaasje, ijsbergsla en komkommer uitgestald. De combi met een biertje/wijntje en de rust maakte het helemaal af. We zagen aan de ene kant vliegtuigen aan komen en aan de andere kant vliegtuigen vertrekken. Echt ongelooflijk, ze vliegen af en aan. In de verte zagen we de radartoren waar we eerder langs waren gekomen.
Na bijna een uur pakten we onze spullen bij elkaar en gingen weer verder. We liepen langs een moerassig gebied en passeerden 2 molens, waarvan er eentje tot een woning was verbouwd en de kap en wieken waren verwijderd. De tweede,De Zwarte Ruiter, werd ook bewoond maar de kap en de wieken zaten er nog wel op. We kwamen aan in Aalsmeer. Over een half verharde weg liepen we achter de huizen van Aalsmeer langs. De huizen aan onze rechter zijde hadden regelmatig een pad naar de ‘hoofdweg’, waar meestal duidelijk bij stond aangegeven dat hier geen recht van overpad was. Verderop, in de sloot aan onze rechterhand, zagen we een draaikolk; waarschijnlijk werd het water aangezogen door één van de omliggende kwekerijen. Het maakte een slurpend geluid, het water werd echt opgezogen. We passeerden de Stommeermolen, deze was in werking, het geluid van de draaiende wieken hoorden we goed.
Voor os uit zagen we de bloemenveiling al liggen, de auto kwam in de buurt.
Om ongeveer 15.00 uur kwamen we aan bij onze auto. De reis naar Soest verliep voorspoedig. In Soest was het echter drama doordat 1 van de 2 doorgaande wegen van Soest momenteel is afgesloten. Toch waren we iets na vieren thuis, met Tommie teckel. Onze hoofden waren rood gekleurd van de zon en de wind.