Links en tips | CONTACT | GASTENBOEK |
Zondag 28 december 2008 Een ‘verlichte’ wandeling
Haaren – Middelbeers, 20 km
Zonnig en koud, -7 – 0°C
We zijn bezig met de “eindsprint” van 2008; veel vrije dagen dus aardig wat tijd om te gaan lopen. Aankomende woensdag, 31 december, lopen we onze laatste etappe van het Havezatenpad. Deze route is qua openbaar vervoer niet mogelijk in het weekeind (’s zomers wel) dus we grijpen onze kans op een doordeweekse dag. Vrijdag 2 januari willen we eventueel een andere route lopen (van het Pionierspad) die in het weekeind ook niet mogelijk is met openbaar vervoer. Voor vandaag, een echte zondag, zochten we een andere etappe uit, van een ander LAW-pad.
Haaren – Middelbeers, een etappe van het Pelgrimspad, op een koude winterdag met veel zon door o.a. het natuurgebied Kampina. Een korte etappe ook maar dat komt wel goed uit omdat Remco een blaar op zijn hak heeft. Aangezien we de komende week nog een paar keer willen lopen en we voor woensdag bijna 30 km gepland hebben kwam het wel goed uit dat we vandaag niet veel kilometers voor de boeg hadden. Het zou een koude maar droge dag worden met veel zon.
Vanmorgen begonnen we de dag met de scheurkalender van Peter van Straten; een tekeningetje van een echtpaar in een uitgestrekte vlakte. De bijbehorende tekst was “Bah, wandelaars. Stuur ze weg Herman!”. We hoopten op wat vriendelijker mensen vandaag!
Voordat we weg konden moesten eerst de ramen van de auto gekrabd worden. Het was koud maar er stond geen wind. Om 6.20 uur reden we weg. Toen we over de snelweg reden zagen we overal kerstversiering: het Fortis gebouw in Utrecht was, zoals elk jaar, prachtig doch subtiel verlicht. De zendmast bij Lopik was natuurlijk ook goed te zien. Het was nog pikkedonker toen we de snelweg verlieten en even later op een smal landweggetje terecht kwamen. We wilden parkeren bij het kapelletje De Heilige Eik bij Middelbeers om vanaf daar naar de bushalte vijf kilometer verderop te lopen. De bus zou pas om 9.15 uur voor het eerst rijden, we wilden alvast een stukje van de route gelopen hebben voordat we de bus zouden nemen. Deze keer bestond het eerste gedeelte uit asfalt (dachten we tenminste), dat is beter te belopen in het donker dan bos of gras. We hadden al moeite om in het donker te zien of we met de auto bij het kapelletje konden komen… Het lukte wel; we stopten op een klein parkeerplaatsje voor kapel De Heilige Eik. Kapel De Heilige Eik, dagelijks komen er bezoekers die een kaarsje voor Maria aan steken. Per jaar komen er ongeveer 25.000 pelgrims. Volgens de legende vond een boer uit Spoordonk of Middelbeers een hout gesneden Mariabeeldje in de Beerze dat, wonder o wonder, tegen de stroom op dreef. De man plaatste het beeldje in een holle eik. Door een voorbijganger werd het beeldje mee genomen en in de kerk in Oirschot plaatste. De volgende dag stond het beeldje weer in de holle eik, HET teken dat er een kapel voor het beeldje gemaakt moest worden. Aan dit beeldje hangen wonderen vast die het verhaal doen stand houden, erg mooi.
Vanuit het kapelletje kwam een zacht kaarslicht, een heel bijzonder begin van de wandeling. Er kwam een auto aan en stopte tegenover ons. Een man stapte uit, we groetten elkaar. We hoorden de man over het pad naar het kapelletje toe lopen en het hek naar het binnenste gedeelte van de kapel openen. Toen we klaar waren voor de wandeling waren onze tenen, vingers en neus al steenkoud. We liepen naar de achterzijde van het kapelletje en zagen een aantal bankjes staan, verlicht door het zachte licht van de kaarsjes uit het binnengedeelte van de kapel. De glas in lood ramen werden prachtig verlicht door de kaarsjes. We bleven even staan en namen dit niet alledaagse moment in ons op.
Met behulp van onze zaklantaarn probeerden we de route te vinden, wat lukte. We bleken eerst over een zandpaadje te moeten waarna we uiteindelijk op asfalt terecht zouden komen. Het paadje was gelukkig niet al te hobbelig en doordat alles hard bevroren was hadden we ook geen last van modder of drassige ondergrond. Vrij gemakkelijk kwamen we uit op een asfaltweg waarna we iets verderop het Wilhelminakanaal over staken. De opkomende zon kleurde de horizon licht roze. In de schemering volgden we een paadje langs het beekje de Beerze. We konden net genoeg zien om niet te struikelen en we hadden het nog steeds een beetje koud. Een reiger werd door ons verstoord en vloog telkens voor ons uit om iets verderop weer neer te strijken. We staken het watertje over en kwamen op een brede zandweg terecht. Hierlangs stond de Theresiakapel; een klein houten kapelletje met daarin 5 brandende kaarsen. Prachtig om deze dag in het donker te beginnen want het geeft in het daglicht toch een heel ander gevoel denk ik. Zo bijzonder dat je dan in het donker, in een vrijwel verlaten landschap, opeens langs kaarsjes komt…
De bebouwde kom van Middelbeers kwam in zicht maar eerst werden we verrast door een reetje in de dunne beplanting naast ons pad. In het vroege ochtendlicht konden we hem goed bekijken maar al snel sprong ie weg. Een aantal meter verderop ontdekten we nog een reetje, een iets kleinere dan de vorige. Deze konden we iets langer bekijken (en op video opnemen) en konden hem heel mooi zien weg springen. Nu duurde het niet lang meer voordat het zandpad de bebouwde kom bereikte en verhard zou worden. Eerst zagen we een bord in een tuin/heg staan met de tekst “geen schapen te koop”. Géén schapen te koop?! Je maakt toch alleen een bord als je wèl schapen te koop hebt? Daarna kwamen we langs één of ander half uitgegraven stukje grond met daarbij een bord met de handgeschreven tekst dat hier binnenkort een zonnestrand (Steenfort strand) zou komen waar je kon zwemmen en snorkelen (volgens het bordje ‘snorkellen). We vragen ons af of het er ooit zal gaan komen, het zag er niet echt uit alsof het wat zou gaan worden… Na even zoeken op internet blijkt het project niet meer door te gaan, de vergunningen zijn ingetrokken (bericht internet). Daarna kwamen we ook nog eens langs één of ander transportbedrijf ofzo waarbij de rolluiken voor het laden en lossen de volgorde “1, 2, 4, 3, 5” hadden. Ergens klopt er iets niet…
Dat was dus Middelbeers. We liepen naar de bushalte waar we nog bijna een half uur moesten wachten voordat de bus zou komen. OK, een beetje te vroeg, maar liever te vroeg dan te laat, zeker als de bus maar één keer per twee uur gaat! Liever een half uurtje wachten dan twee uur en omdat we van te voren nooit weten hoe de route zal zijn (met of zonder problemen) en of we leuke dingen tegen komen die ons even ophouden proberen we ruim de tijd te nemen.
In het nog vrij rustige Middelbeers liepen we wat heen en weer terwijl de tijd koud en langzaam verstreek. Onze door het lopen opgewarmde lichamen begonnen snel af te koelen. We waren blij toen we uiteindelijk in een heerlijk warme bus stapten waar we een half uur in zouden zitten. De hele rit zou ons 10 strippen per persoon gaan kosten maar de chauffeur was zo vriendelijk om ons een 2-persoons dagkaartje aan te bevelen, goedkoper dan 20 strippen. Na deze heerlijk warme busrit door een mooi en bevroren landschap stapten we uit op station Tilburg en zochten de juiste bushalte op. Nog 15 minuten voor de bus zou komen, lang genoeg om het weer koud te krijgen. In tegenstelling tot Middelbeers stond hier een guur windje, niet erg prettig. Na een tijdje hadden we bijna het gevoel dat er ijspegels aan onze loopneuzen zouden groeien. De bus kwam ruim 5 minuten te laat aangereden (en dat voor de eerste rit…), verkleumd stapten we de bus in. We voelden geen warmte en de banken waar we op gingen zitten waren ijskoud. Brrrrrrrrrrrrrrrr. Dit was de koudste bustocht die we met het wandelen ooit hebben gehad! We werden niet warmer, kregen het misschien zelfs wel kouder. Toen we rond 10.35 uur in Haaren uit stapten begonnen we net een beetje lauwe lucht te voelen. Onze vingers, tenen en neus voelden bevroren, de routebeschrijving kon ik bijna niet vast houden. Het zonnetje scheen maar kon ons nog niet verwarmen. De route was echter gelijk weer prachtig, een mooi verhard pad naar kasteel Nemerlaer toe. Het vroege ochtendlicht scheen mooi door de kale bomen. Aan het begin van de laan stond een informatiebord waarop een bericht was geplaatst dat ‘de wandeling niet mogelijk was i.v.m. werkzaamheden aan de beekjes’. We hoopten dat onze route nog wel begaanbaar zou zijn en kwamen gelukkig geen obstakels tegen.
We lieten Haaren achter ons en kruisten het beekje de Rosep. Langs een bosrand naderden we het Natuurreservaat Kampina. Tot nu toe hadden we al veel onverhard pad gehad, we zouden ook de rest van de dag vrij weinig asfalt onder onze voeten krijgen. Als ik er zo eens over nadenk krijg ik het idee dat het niet uitmaakt of je pad verhard of onverhard is (bevroren is toch ook verhard?!), maar dat het verschil hem zit in de natuurbeleving van zand- en graspaden. Een onverhard pad geeft veel meer het gevoel van in de natuur te zijn, asfalt wijst meestal op bebouwing. Maar goed, de Kampina: een prachtig gebied in Noord-Brabant, een groot gebied, omring door bossen en doorsneden door beekjes. Er is een droog gedeelte met heide en een nat gedeelte met vennen. Het was aardig druk met mensen die een ommetje maakten of een ATB-route fietsten. Wat wil je ook op zo’n stralende en winterse zondag?! Door de kale bomen heen zagen we een prachtig blauwgekleurd ven, het riet mooi belicht door de zon. Door het kale struikgewas heen zagen we de schittering van de zon op het ijs. De markering was op sommige plaatsen meerdere malen aanwezig terwijl er geen ander LAW in de buurt zou zijn. Heel verwarrend als je zowel naar rechts als naar links een markering ziet staan… We volgden de kaart en belandden op een pad door het veen. In het boekje hadden we al gezien en gelezen dat het pad erg drassig kon zijn en dat je eventueel een ander pad kon nemen. Aangezien het zo goed aan het vriezen was konden we de gok wel nemen, alles was immers bevroren. Het duurde niet lang of we kwamen de eerste plas op het pad tegen. Er langs was al een klein paadje gevormd. Zouden we over het ijs kunnen lopen? We durfden het niet te proberen, het was best een diepe plas. We liepen verder over het pad, langs gagel met knoppen voor het komende jaar, en kronkelden ons om de bevroren plassen op het pad heen. Hier wil je echt niet lopen in een natte tijd!!! Je zakt dan zeker een beetje weg in een drassige bodem en de plassen zijn vaak dieper dan enkelhoog. Lijkt me niet echt een pretje. En dan stikt het er in de zomer vast ook nog van de muggen.
Op één van de plassen probeerde Remco de sterkte van het ijs uit; het hield aardig tot hij wat verder op de plas kwam. Een luide krak volgde en in het ijs verscheen een grote ster. Geen natte voeten gelukkig! Het zonlicht vóór ons zorgde weer voor een geweldige schittering op het ijs en riet, de blauwe lucht maakte alles compleet. Over zandpaden kwamen we uit bij een onverhard dijkje langs de Beerze. Het was intussen 12.00 uur en Remco had sinds ons vertrek om 6.15 uur al twee keer een boompje opgezocht om zijn blaas te legen. Dit was weer eens zo’n dag dat je als vrouw minder makkelijk een plekje kan vinden; geen van de weinige cafeetjes was open, er was weinig beschutting en er was veel volk op de been. Een gulp open of de broek naar beneden, het blijft toch een verschil! Maar als de nood hoog is en er komt een ‘geschikt’ plekje… Wel een koude dag om met de billen bloot te gaan!
We kwamen over een verhoogde grasdijk met aan onze linkerhand een nat gebied en aan onze rechterhand het beekje de Beerze. Het felle zonlicht scheen prachtig op het ijs en de rietsigaren- en pluimen. Een magisch gebeuren; als je achterom keek zag je er niets meer van… Een eindje later gingen we bijna verkeerd. Ik zag een smalle bosstrook en keek naar het kaartje: voor deze bosstrook zouden we naar rechts moeten. We liepen iets terug maar zagen niet echt een pad of markering. Toen we goed keken zagen we wel iets van een pad lopen dus volgden we dat. We kwamen er iets verderop achter dat we blijkbaar al eerder een ander dijkje op hadden moeten gaan want we liepen nu aan de andere kant van de afrastering waar paaltjes met markering stonden. Over de schuine, bevroren graskant ploeterden we verder. We wisten niet zeker of er stroom op de draden stond (ooit eens geprobeerd, doen we nooit meer) dus hoopten we op een “open eind”. Gras en heide waren hier geweldig mooi versierd met ijskristallen, een paar foto’s waard natuurlijk. Na meerdere malen bijna over bevroren molshopen te zijn gestruikeld kwamen we aan het eind van het pad, met inderdaad een ‘open einde’, we konden zo de dijk oplopen langs de Beerze. Ook hier scheen de zon fel op het water en het ijs, prachtig!
Bij een smalle weg over de Beerze stond een picknickbank, nog half bevroren. We pakten allebei een trui uit onze rugzak om daar op te kunnen zitten, dat zou ons een hoop kou besparen. We bleken te zitten op een punt waar veel wandelaars langs kwamen, zowel voor een ommetje als een uitgezette korte route en het Pelgrimspad. Een vrouwtje zwaaide vriendelijk naar ons toen ze in haar auto langs reed. Een echtpaar kwam op de fiets langs, de man vroeg/zei of het niet een koude dag was. We zaten heerlijk in het zonnetje dus ik kon alleen maar terug zeggen dat het toch een heerlijke dag was en dat ze er van moesten genieten. Het volgende echtpaar op de fiets, ook hier vraagt de man of we het niet koud hebben. Nee, nog niet tenminste. We hadden een lekker hapje bij ons en een kopje koffie/thee verwarmt ook heerlijk! Op het moment dat we onze spullen zo’n beetje weer aan het inpakken waren kwam er een grote wandelgroep (zo’n 12 mensen?) langs. Eén van de eerste wandelaars stapte op ons af. Met het tegenlicht zagen we iets minder goed dan normaal maar opeens zagen we dat het een bekende van ons was, Ronald. Het is toch wel bijzonder als je in Soest woont en dan in Noord-Brabant, op een afgelegen stukje, een bekende uit je eigen buurt tegen komt die met dezelfde wandeling bezig is! Het was ons in ieder geval nog niet eerder gebeurd. Hij had weinig tijd om even te kletsen want anders zou hij de groep niet meer in kunnen halen.
Terwijl we hadden gepauzeerd stonden aan de andere kant van het beekje twee paarden te eten. Intussen waren ze zover dat ze iets hadden gedronken en de dag aan konden. Het achtergrondgeluid tijdens de pauze was wat dat betreft wel gezellig. Het zonnetje had ook lekker geschenen, weinig te klagen dus. Tsja, zonder wind zou het nog beter zijn geweest…
Het felle tegenlicht van de zon bleef de hele etappe voor ons, erg mooi maar wel lastig om te filmen en foto’s maken. We hadden nog maar een paar kilometer te gaan voor we bij de auto zouden komen. Vlak voor het dorpje Spoordonk bleek het beekje te zijn aangepast; een ‘natuurlijke’ vistrap leidde het water van het beekje. Bij een klein stuwtje zagen we mooie ijsvorming, weer een paar foto’s waard. We kwamen langs de Spoordonkse Watermolen, een molen die over het watertje heen is gebouwd, een olie- en koren molen uit 1453.
Langs de rand van Spoordonk liepen we richting de A58 welke we d.m.v. een viaduct over staken. We waren bijna bij de kapel van de Heilige Eik en de auto. Nog een klein stukje zandpad en een heel klein stukje asfalt en we stonden weer bij het kapelletje. Nu een heel andere aanblik dan in het donker. En drukker ook. Dat was dan wel een beetje jammer, maar iedereen heeft gelukkig het recht om op zo’n plaats als deze te vertoeven. Aan de andere kant van het asfaltweggetje (wij hadden voor het kapelletje geparkeerd) zagen we een redelijk grote parkeerplaats. Nooit gezien vanmorgen in het donker!
Om 14.15 uur zaten we in de auto, niet echt moe maar wel blij om in de beschutting van de auto te zijn. Om 15.30 uur kwamen we opgewarmd weer aan bij huis.
Een koude maar mooie dag, spiritueel door het begin (en eind, ook al was het druk) en zeer zonnig verlicht! Op weg naar huis, tussen de snelweg en Bilthoven, zagen we een buizerd die net een prooi had gegrepen, waarschijnlijk een meeuw, en op de grond landde om zijn prooi te nuttigen. Een kraai zat er al naast voor het geval dat. Een spectaculair gezicht!!!