Links en tips | CONTACT | GASTENBOEK |
Zaterdag 8 augustus 2009 Het edelhert
Someren – Weert, 29,5 km
Grotendeels bewolkt en benauwd, 18-23 °C
Vandaag een lange wandeling door veel bos, heel veel bos. Met veel lange, rechte bospaden maar we hebben ook wel weer het één en ander beleefd. Het was een goede wandeldag door een mooie omgeving en met leuke ontmoetinkjes.
Het was niet makkelijk om wakker te worden maar de ‘drive’ om te lopen zorgde ervoor dat we toch het bed uit kwamen. We bakten de broodjes af en verzamelden de andere hapjes die we mee zouden nemen. Broodjes voor onderweg gemaakt, beesten eten gegeven, we konden op pad. Om 6.00 uur reden we de straat uit. Het was nog rustig op de snelweg en na anderhalf uur kwamen we aan bij een parkeerplaats een stukje buiten Someren (Br). Vanaf hier liepen we naar Someren om daar de bus te nemen. Eerst een stuk langs de provinciale weg, gelukkig nog niet zo druk, en daarna over een rustiger asfaltweggetje om na ruim een half uur bij de bushalte te komen. Na een klein kwartiertje wachten kwam de bus en gingen we op weg naar Eindhoven, waar we na ruim een half uur aan kwamen. Hier stapten we op de trein naar Weert waar we het busje naar de IJzeren Man namen. De chauffeur van het busje was heel vriendelijk en in voor een praatje. Hij vroeg welk pad we liepen en reageerde zeer enthousiast toen we het Pelgrimspad noemden. Gisteren had hij twee oudere dames in zijn busje gehad die dat pad ook liepen en ook bij de IJzeren Man uitgezet wilden worden. Even later zei hij dat hij even moest kijken of zijn vrouw al wakker was; Hij keek uit het raam naar een flat en zei “Ja hoor, ze is wakker. Het krantje ligt al klaar.” De volgende keer als ie langs kwam konden ze misschien wel naar elkaar zwaaien.
We waren zijn eerste klanten van vandaag, een beetje saaie ochtend dus, maar nu was het even gezellig. Bij de IJzeren Man minderde hij geen vaart om te stoppen. Ik wilde net vragen of we er hier niet uit moesten toen hij zei dat hij ons even om zou rijden zodat we aan de juiste kant van de weg uit stapten. Heel erg lief, maar het maakte niet uit. En daarnaast, we moesten juist aan de kant van de 1e halte beginnen. Maar ja, we wilden die man zijn lol wel gunnen dat hij ons een gunst had bewezen. Dat had hij in zekere zin ook gedaan, niet door ons aan de andere kant van de weg af te zetten, maar wel door het gezellige praatje.
Toen we uit stapten vielen er een paar hele kleine regenspatjes waarna het droog werd. De route begon gelijk met een wijziging i.v.m. bodemsanering, en door wat de buschauffeur had verteld snapten we ook waarom: hier kwam een grote opslag van de Lidl. Een gigantisch stuk grond werd bouwrijp gemaakt. De route liep nu door het industrieterrein waar we gelukkig al snel weer uit waren. Ook al was het lekker weer en stonden er bloemetjes in de bermen, kevers, vlinders en andere insecten zagen we niet. Waarschijnlijk wilden ze toch de zon zien voordat ze tevoorschijn zouden komen… Over een asfaltfietspad liepen we een bos in. Al snel kwamen we langs een kleine zandverstuiving waar we even een kijkje namen. Een deltavlieger (met motor) kwam overgevlogen, verder was het rustig.
Sommige van de plukjes hei langs het pad zagen bruin dus gingen we op zoek naar het heidehaantje en hiërogliefenlieveheersbeestjes. De heidehaantjes hebben we wel gezien maar de lieveheersbeestjes helaas niet. Een klein stukje verderop kwamen we langs urnenveld Boshoverheide, een grafheuvelveld van 1000-600 v Christus. De overledene werd boven een kuil op een brandstapel gecremeerd waarna de resten werden begraven. De kuil was meestal omringd door een greppeltje en het graf werd met heideplaggen tot een heuveltje gemaakt. Het greppeltje bleef in stand.
Ook hier zochten we naar hiërogliefenlieveheersbeestjes maar kwamen alleen maar andere lieveheersbeestjes tegen. Waarschijnlijk de veelkleurige aziatische lieveheersbeestjes, deze hebben zoveel verschillende kleuren en stippen dat je vaak denkt een speciale gevonden te hebben maar dan is het weer aziatische. We verlieten het urnenveld en kruisten de IJzeren Rijn, een oude spoorbaan. We liepen nu militair terrein op over een breed en mul zandpad. Het was redelijk warm, benauwd, en het zachte zand maakte het er niet prettiger op. We hobbelden voort en vonden verderop een klein paadje langs de bosrand, welke een stuk prettiger liep dan het brede zandpad. Een vlinder vloog voor ons op en ging iets verder tegen de stam van een dennenboom zitten. Waarschijnlijk was dit een heidevlinder. Een eekhoorntje schoot tussen de bomen weg. Soms verdween het paadje en moesten we weer door het zachte zand. Gelukkig scheen de zon niet want dan was het pas echt zwaar geweest! Steeds zochten we zoveel mogelijk de hardere randen van het pad op. Ik werd even afgeleid door een insect en stapte bijna in een volle luier, gatverdamme! Zo asociaal dat iemand dat zomaar achter laat in het bos…
Op een bankje langs een bospad, vlak voor een provinciale weg, namen we een korte pauze om even wat te eten. In de eikenbomen achter ons zagen we de resten van een rupsennest zitten. We vermoeden dat het het spinsel van de eikenprocessierups is maar weten niet of er een andere soort is die dit soort nesten maakt. Ik kreeg in ieder geval al jeuk als ik er naar keek! Onderweg hebben we nog meer van deze restanten gezien, allemaal op eikenbomen.
Na de pauze staken we de weg over en liepen verder door een bos. Het was een lang en recht bospad, veelal met zacht zand en er was weinig te beleven. Eigenlijk was het gewoon een beetje saai. Een stukje naast ons hoorden we de auto’s over de weg rijden, dat hielp ook niet mee om het gevoel van een leuk en rustig bos te geven. We waren blij toen we de A2 over staken en het lange, rechte pad achter ons lieten. In de tekst stond dat we het talud met een trap af moesten maar dit bleek tegenwoordig een smal paadje te zijn. De trap was deels overwoekerd. Beneden moesten we dan volgens de tekst naar links en vervolgens met de bocht naar rechts mee over de asfaltweg. We sloegen dus linksaf het weggetje op en liepen tot de bocht naar recht, welke echter niet kwam en ook nog niet te zien was. Ook liepen we nog steeds vlak langs de snelweg waardoor ik het gevoel kreeg dat er iets niet klopte. Nadat ik het kaartje goed had bestudeerd wist ik het zeker, we liepen de verkeerde kant op! We draaiden om en liepen terug. Onderaan de trap vonden we een markeringsteken, verstopt achter begroeiing. Remco heeft wat takjes omgebogen zodat het weer zichtbaar was. In de routebeschrijving had gestaan “linksaf en bocht naar rechts volgen” maar dat had “rechtsaf en bocht naar links volgen” moeten zijn. Klein verschil…
Vanaf hier volgden we een half verharde weg langs akkers. We vonden een dode loopkever en levende lieveheersbeestjes. Waarschijnlijk allemaal weer de veelkleurige aziatische. De weg bracht ons verder richting bos. In de berm zaten wat insecten op de bloemen, waaronder een mooie rode kever, de Rode Smalbok (Corymbia rubra). Een geaderd witje vloog langs. Verderop kwam een boer uit een weiland waar 3 koeien liepen. We zeiden elkaar gedag. Terwijl we verder liepen zag ik opeens dat de koeien een rode band om hun enkel hadden dus vroeg ik de boer waarom dat was. Hij legde uit dat het koeien zijn die ‘droog zijn gelegd’, ze worden niet meer gemolken omdat ze binnenkort een kalf krijgen. Dan krijgen ze ook antibiotica en als ze dan per ongeluk wel worden gemolken dan wordt zo’n hele partij melk afgekeurd. Hij herkende zelf zijn koeien wel, maar zijn vrouw of iemand die hij inhuurde niet, dus hij nam het zekere voor het onzekere. Het was een leuke, vrolijke en grappige boer die er de tijd voor nam om uitleg te geven. Altijd leuk zo’n ontmoeting.
We liepen verder en kwamen bij het Oude Graaf kanaal(tje), een heel smal kanaaltje waar grijzig water door stroomde. Nou ja, echt stromen deed het niet. De route leidde ons een stukje langs dit watertje waarna we langs een klein ven kwamen. Hier zagen we een paar waterjuffers en wat rupsen. Verderop stond er op het bospad dat we volgens de routebeschrijving moesten nemen een bord met de tekst ‘rustgebied’. Aan het hek hing een bordje met de tekst dat er edelherten waren uitgezet en dat een deel van het bos daarom was afgezet. Leuk project hoor, maar wel een beetje vreemd. De beesten kunnen er niet uit en de mensen mogen er niet in. Wat is het nut? Wat is de meerwaarde? Terwijl we verder liepen via de omleidingsroute hadden we het er over dat we het maar vreemd vonden, en alles behalve natuurlijk. Misschien dat de beesten over een aantal jaar los kunnen, maar dat is nu nog niet bekend. Het riekt als een prestigeproject, onder het mom van ‘alles voor de natuur’. We vonden er weinig natuurlijks aan, vooral door de hekken.
Langs de route stond de uitkijktoren ‘de Grashut’, waar tot een paar jaar terug nog een boerderij stond. We keken even over het gebied, wat tot een nat natuurgebied was gemaakt, maar zagen en hoorde niets. We liepen verder en kwamen al snel langs de ‘Grenskerk’ waarvan de fundamenten in 1953 zijn ontdekt. Het kerkje is waarschijnlijk eind 17e eeuw in gebruik geweest door Brabantse kerkgangers want in Brabant mocht toen het Katholieke geloof niet worden beoefent. Het kerkje lag precies over de grens. De fundamenten zijn hersteld, er is een altaar gemaakt en er zijn een houten kruis en bankjes geplaatst. Verder was het weinig indrukwekkend dus liepen we al snel weer verder over het smalle (kerken)pad. Er stonden in de verte een paar mensen met fietsen te kijken naar iets. Een klein wit hondje liep in de buurt. Toen we dichter bij kwamen zei de vrouw dat we tussen de bomen door in het weiland moesten kijken. Er stond een edelhert. Het beest stond er rustig te grazen en leek wat nare plekken op zijn flank te hebben. De mensen (vader, moeder, zoontje en dochtertje) hadden er al een kwartier staan kijken. Ze kwamen er wel vaker en hadden dan ook al vaker een edelhert gezien, maar zo groot als deze nog niet eerder. Ook zij vonden de situatie van ‘het edelhert’ een beetje vreemd en onnatuurlijk. Zelf probeerden ze hun kinderen zoveel mogelijk met de natuur op te voeden, en ze hadden ook een wedstrijdje wie als eerste goed riep welke vogel hij hoorde. Dat zouden meer mensen moeten doen!
Het was leuk om het edelhert gezien te hebben, maar het deed niets af aan ons dubbele gevoel over dit project. We bleven dan ook niet al te lang staan kijken maar liepen verder over de Maarheezerdijk, de grens tussen Brabant en Limburg, een smal pad door het bos. Over nog meer lange, rechte en mulle zandpaden liepen we verder richting Someren. We hoopten een leuke pauzeplek te vinden maar dat lukte niet zo erg. Terwijl we moe werden kwamen er steeds meer muggen en steekvliegen die ons lastig vielen. Eindelijk kwamen we bij een heideveld waar we een klein plekje vonden dat precies groot genoeg was voor onze picknickkleden. In de verte liep een kudde schapen maar verder was het er vrijwel uitgestorven. In totaal zijn er een stuk of 6 mensen voorbij gekomen in de 5 kwartier dat we er zaten, heerlijk rustig dus! We hadden een mooi uitzicht over de paarse heide en de lekkere hapjes die uit de rugzak kwamen maakten het weer tot een heerlijke pauze. We hadden heerlijk zoete tomaatjes en aardbeien, afbakbroodjes, paté, brie, tonijn, gerookte kip, eieren en augurk. Genoeg keus dus.
Om 15.30 uur hezen we ons weer op de benen voor de laatste kilometers naar de auto. Het was maar goed dat we net pauze hadden gehad want we moesten een behoorlijk eind over een zandpad dat door fietsers en motorcrossers werd gebruikt omdat er veel hobbels en bobbels in zaten. Gelukkig werd er nu niet gecrost en konden we rustig lopen, maar het zachte zand was zwaar, zeker toen de zon ook nog eens door het wolkendek heen kwam. We verlieten het bos eventjes en liepen over een landweg naar het volgende bos. Ook de landweg bestond uit zacht zand, onze benen moesten hard werken vandaag.
Langs een volgend lang en recht zandpad zagen we weer heide staan die bruin verkleurd was. Ook hier heidehaantjes gezien maar geen hiërogliefenlieveheersbeestjes. Wel heel veel grote mieren die over het pad krioelden. Remco zag de bijbehorende mierenhoop. Een stukje verderop zagen we een enorme mierenhoop maar hier liepen veel minder mieren rond. Remco ging even naast de mierenhoop staan om te laten zien hoe hoog de berg was. We kwamen langs een ven en liepen daarna door een dood ogend bos met allemaal naaldbomen die alleen boven in de kruin nog wat groene naalden hadden. Het was een beetje een triest gezicht. We hoorden wat getik, en eerst dachten we dat we het geluid hoorden van dennenappels die open sprongen. Maar het klonk anders, wat was het dan? We kwamen er snel achter: vlak voor een bocht in het bospad zagen we op 10 meter afstand een zwarte specht tegen een boomstam aan zitten, druk bezig met het weghakken van de boomschors. Het was prachtig om hem van zo dicht bij te kunnen bekijken. Alleen dan pas zie je hoe groot een zwarte specht is. Ook konden we goed zien hoe hij zijn staart gebruikte als steun. Hij was vakkundig bezig! Het was echt geweldig, zoveel leuker dan een edelhert met een halsband die rustig blijft staan terwijl er mensen vlak in de buurt zijn. We bleven dan ook een tijdje staan kijken en genieten van deze prachtige vogel. Helaas moesten we toch echt naar de auto toe, wilden we ooit nog een keer thuis komen. Voorzichtig liep ik verder waarna de specht uiteindelijk weg vloog.
Zie voor 3 filmpjes:
http://www.youtube.com/watch?v=O2nReBD4MmQ
http://www.youtube.com/watch?v=xvUss1Sj80I
http://www.youtube.com/watch?v=LcXZe58hq_Y
Op een smal zandpad zagen we een citroenlieveheersbeestje, zoals de naam al zegt een citroenkleurig kevertje met zwarte stipjes. Voordat we bij de auto zouden komen moesten we eerst een heidegebied met vennen langs. In het gebied stond op ons kaartje alleen maar het Keelven aangegeven, maar het lijkt erop alsof er de afgelopen jaren een aantal vennen bij zijn gemaakt. Gemaakte natuur, maar wel een stuk natuurlijker dan het uitzetten van edelherten achter hekken. Het was gewoon een mooi gebied met prachtige vergezichten.
Ergens werd ik afgeleid door beweging op de grond. Ik keek eens goed en zag iets pluizigs bewegen. Natuurlijk wilde ik weten of ik er achter kon komen wat ik had gezien dus liep ik naar de plek toe. Hier zagen we een hol met twee mooie ‘toegangsweggetjes’ er naar toe. Een heel mooi konijnenhol.
Het laatste stuk naar de auto toe was zwaar en warm, onze voeten deden zeer en onze benen waren moe. Maar we hadden wel een leuke dag achter de rug met leuke ontmoetingen met mens en dier. Weer veel beestjes gezien waarvan we nog moeten uitzoeken wat het precies is, ook altijd leuk. Het was in ieder geval de moeite van het vroege opstaan waard!
Pas om 17.30 uur kwamen we aan bij de auto, en pas om 19.00 uur kwamen we thuis. Een lange, lange dag, maar weer zo lekker!
De kwestie van de edelherten blijft knagen, het klopt gewoon niet. Maar misschien, heel misschien, denken we daar over 15 jaar wel anders over, als de beesten zich zonder halsband vrij door de natuur kunnen verplaatsen, en eventueel soms zomaar het pad kruisen van een wandelaar. En dan wegrennen in plaats van rustig te blijven staan. De tijd zal het leren…