Links en tips | CONTACT | GASTENBOEK |
Vrijdag 2 januari 2009 Balans
Swifterband – Lelystad-Haven, ± 24 km
Deels zonnig, af en toe guur windje, droog, 0 – 1 °C
Een nieuw jaar, een nieuw LAW, we hadden besloten om vandaag een etappe van het Pionierspad te lopen. Het Pionierspad sluit aan op het Zevenwoudenpad waarvan we nog een aantal wandelingen voor de boeg hebben. Aangezien het OV in Flevoland nogal triest is in het weekeind wilden we van deze doordeweekse dag gebruik maken. Remco kon het aan met zijn blaar (het was immers ook maar 24 kilometer) dus we konden het nieuwe jaar al snel beginnen met kilometers vreten.
Toen de wekker ging konden we allebei niet geloven dat we al wakker moesten worden en het regende ook nog eens. De temperatuur lag rond het vriespunt en de grond was nog bevroren, met die regen beloofde het glad te worden. Erg veel aanleiding om ons weer om te draaien en gewoon te blijven liggen… Maar dat deden we niet! Om iets over half zeven reden we de straat uit. We waren nog maar net om de hoek toen Remco opeens bedacht dat we de container aan de weg moesten zetten. Na alle feestdagen zat ie flink vol dus dat moest echt gebeuren. Terug dus. Stond de container ook nog eens in de achtertuin i.v.m. het vuurwerk op oudejaarsavond, extra tijdverlies want onze poort gaat nou niet bepaald makkelijk open…
Uiteindelijk vertrokken we om kwart voor zeven in de wetenschap dat het erg glad kon zijn op de weg. Voorzichtig aan dus. Onderweg hoorden we op de radio al iemand die net zijn auto (eigenlijk die van zijn vriendin) total los had gereden. In een bocht op een snelweg, het kan inderdaad snel gebeuren. Zonder brokken kwamen we aan bij Lelystad-Haven waar de ANWB-routebeschrijving ons even in de steek liet. We vonden uiteindelijk de weg en snapten iets later weer niet hoe het nou zat. We parkeerden de auto in de buurt van waar we moesten zijn en gingen op zoek naar de bushalte. Voorzichtig liepen we over de gladde wegen en paden richting de provinciale weg waar we een bushalte zagen. We hoorden een raar geluid en zagen dat er iemand op een scooter in een bocht onderuit was gegaan. De persoon pakte de scooter weer op en reed voorzichtig verder. Weer een waarschuwing voor ons, het was echt glad! We hadden niet veel tijd over om de bushalte te vinden. Nog tien minuten, dat is op zich best veel maar als je verkeerd zoekt dan gaat tijd soms heel snel voorbij. Vlak voordat we de provinciale weg bereikten dacht ik ook een bushalte in het straatje rechts van ons te zien. We besloten daar eerst naar toe te lopen en dat bleek de juiste keuze. We hadden zelfs nog 7 minuten over voordat de bus zou komen. Het was kwart voor acht, er kwam een aantal mensen bij de bushaltes staan. Hoeveel strippen we moesten laten afstempelen wisten we niet want de 9292OV-informatie gaf een route op die niet handig was en via de site van Connexxion kregen we een net iets andere, maar wel betere, route. Hoeveel strippen we daarvoor zouden moeten betalen werd echter niet duidelijk. Op basis van de twee mogelijkheden berekenden we wat we aan strippen kwijt zouden zijn. Acht strippen per persoon, dat moest kloppen. Toen de bus kwam konden we de warmte in stappen. We stempelden af en namen plaats. Met een minuut of tien stapten we uit op station Lelystad en zochten de halte voor de volgende bus. We moesten een kwartier wachten op de volgende bus die ons naar Swifterband zou brengen. We vertelden aan de buschauffeur dat we naar een bepaalde halte wilden overstappen en hij bekeek de afgestempelde strippenkaart eens goed. Vriendelijk vroeg hij waar we vandaan kwamen waarop we antwoordden dat we uit Lelystad-Haven kwamen en na deze reis nog moesten overstappen op een andere bus. Dan was het goed, anders hadden we teveel strippen afgestempeld. Zeer attent weer, het is altijd fijn als een chauffeur met je mee denkt en indien mogelijk een goedkoper alternatief aandraagt.
Ergens in Swifterband stapten we uit om vanaf daar in de laatste bus voor vandaag te stappen. Het duurde weer even en er stak een guur windje op. Er kwamen steeds meer mensen bij de bushaltes langs de weg staan. Als eerste kwam de bus die we niet moesten hebben en gelijk daarachter aan de bus die we wel moesten hebben. Een paar minuten later, bij de eerstvolgende halte, stapten we uit bij de Visvijverweg. Vanaf hier zouden we gaan lopen. We merkten gelijk dat het wegdek spekglad was. Voorzichtig liepen we de Visvijverweg op en glibberden het polderland in. In de bomen- en struiken rij naast de weg zaten tientallen kramsvogels en koperwieken. Rechts van ons lag in de verte de A6 met daarnaast de vele windmolens. Na twee kilometer rechte asfaltweg sloegen we af en kwamen op een fietspad met daarnaast een brede grasstrook. Het fietspad was ook al spekglad, we kozen voor het bevroren graspad. Het ijs op de sloten en grachten zag er niet erg betrouwbaar uit; er waren veel wakken. Wat een verschil met twee dagen geleden! Af en toe probeerden we een stukje fietspad omdat het gras niet echt geweldig lekker liep (hobbelig bevroren pad) maar na een paar keer glijden kozen we telkens weer voor het gras. Tot nu toe hielden we ons staande, al kostte dat soms wat moeite en was het een aanslag op onze spieren en gewrichten.
De vele windmolens maakten een duidelijk aanwezig geluid en via kaarsrechte paden liepen we langs kaarsrechte sloten en grachten. Het zonnetje begon te schijnen en we hoopten dat de ijzel snel zou ontdooien. We kwamen langs twee windmolens die een naam hadden; Corrie en Piet. Grappig. Over gladde betonpaden kwamen we bij een provinciale weg. De route was hier iets verlegd door wegwerkzaamheden en aanpassingen aan het spoor. Via een kantoren- en industrieterrein liepen we Lelystad binnen. Over een modderige polderweg verlieten we het industrieterrein en sloegen een kilometer verder een pad op. Het modderige, door paarden vertrapte paadje, was gelukkig nog steeds bevroren waardoor we een stuk makkelijker vooruit kwamen dan wanneer we door de bagger hadden moeten ploeteren. Boven op het heuveltje waar het pad ons naar toe bracht stond een bankje. Eerst dacht ik dat het een picknicktafel was zonder bankjes maar het bleek een brede bank zonder leuning en tafel te zijn. We waren over de helft van de route, hadden zo’n 2,5 uur gelopen en hadden wel behoefte aan een korte pauze. Door de opgekomen wind en de wolken die voor de zon kwamen kregen we het na een tijdje best koud. We hadden uit de bus wel een krantje mee genomen maar het was eigenlijk nog steeds te koud om deze zonder bevriezende vingers te lezen. Warme chocomel en thee hadden ons wat warmte gegeven maar onze vingers werden toch steeds kouder. We hadden nog zo’n 11 kilometer te gaan, we voelden ons koud maar fit, dus dat ging lukken.
Vol energie gingen we na onze pauze verder met de laatste kilometers. Het zonnetje scheen niet meer en de opgekomen wind was koud. Over het volgende, kaarsrechte, fietspad liepen we verder. We waren even vergeten dat het glad was (het pad zag er ook niet glad uit) en Remco ging bijna onderuit. Aan de zijkant van het pad was het minder glad dus liepen we half door het gras en half over het fietspad. Een ouder mannetje kwam ons op de fiets tegemoet. Rode wangen van de kou en achterop een doos van een kerstpakket, gevuld met iets. We zeiden elkaar gedag en liepen door. Remco wilde pissen en draaide zich om om te kijken of er iemand aan kwam. Het mannetje op de fiets bleek te zijn gestopt en omgedraaid te zijn. Apart… We liepen verder en snapten even niet hoe de route ging en zagen geen markering. We moesten een voetspoor aan de linkerkant van een sloot volgen, maar dat zag er nou niet echt geweldig uit. Het was een heel smal paadje vlak langs een steile oever en een sloot. Veel struiken die tegen het pad aan stonden, niet echt een paadje wat je zomaar in zou slaan. Aan de andere kant van de sloot liep een kort pad naar een akker toe. Dit leek een betere keus maar we wisten het gewoon niet meer. Al heen en weer lopend zagen we dat de man die we op de fiets hadden gezien een fikkie aan het maken was. We wisten niet wat er in die doos achterop zijn fiets had gezeten, maar dat was wel hetgeen hij nu aan het verbranden was. Remco zei dat hij wel een asplek had gezien, waarschijnlijk komt het mannetje daar vaker om iets te verbranden. Heel vreemd, wat was die man aan het verbranden? En belangrijker, waar liep de route van ons pad? Terwijl we nog steeds niet snapten of we de linker oever (het smalle paadje) moesten volgen bekeken we de routebeschrijving en de kaart met extra aandacht. Na eerst het andere pad langs de sloot te hebben geprobeerd besloten we toch het zeer smalle voetpad te nemen. Struikjes met stekels lieten ons moeizaam passeren, verder stonden er ook kleine distels en bramen, het over het pad groeiende klimop liet ons soms struikelen. Met vlak naast ons die steile oever en half bevroren sloot, geen goed idee om nu te vallen. Voorzichtig ploeterden we voort over het paadje. Aan het eind van het voetspoor zag Remco dat er aan de overkant een winterwortelveld lag; de oranje wortels staken mooi af tegen de donkere klei.
Verderop kwamen we door een gedeelte waar er druk werd gewerkt aan een uitbreiding van de spoorbaan; we hadden mazzel dat we vandaag onze route konden volgen. Staatsbosbeheer was hier ook nog eens bezig met werkzaamheden t.b.v. recreatie. De route was door de aanpassingen erg onduidelijk maar we vonden toch onze weg. Op het bevroren water van de Zuigerplasbos werd geschaatst, iets dat wij nu niet meer zouden durven. De bevroren plas had een prachtig blauwe kleur door de blauwe lucht die er in weerspiegelde. Sommige bomen waren nog steeds berijpt wat weer mooi afstak tegen die blauwe kleur. Via het bos lieten we de plas achter ons en bereikten Bataviastad. Op de parkeerplaats stond het vol met auto’s van mensen die aan het winkelen waren. Bij een kraampje kochten we een hotdog, lekker! De route was hier iets aangepast; de kade langs de Batavia is tegenwoordig open gesteld dus loopt de route daar nu langs. Voordat we bij het grote schip kwamen, moesten we eerst nog over een klinkerweg glibberen. Aan de zijkant lag wat zand waar we zoveel mogelijk gebruik van maakten. Onze spieren begonnen te voelen dat we ons constant in balans en op de been moesten houden.
Aan het eind van de weg stond aan de overkant een glazen gebouw met daarin een oud scheepswrak. Voorzichtig gleed ik naar de overkant om een foto te maken. We zagen dat er in het gebouw een leiding was gesprongen, het water spoot er uit. Bij een meterkast… We keken of er een telefoonnummer voor noodgevallen stond vermeld maar helaas. Ik verwachtte dat ze bij de Bataviawerf wel een sleutel zouden hebben dus hoopte ik dat ze open zouden zijn. We lieten het waterballet achter ons en kwamen langs de Batavia. Wat een prachtig schip! Na een foto liep ik snel (maar voorzichtig) naar de Bataviawerf. Er liepen bezoekers binnen de hekken dus ze waren op. Ik liep naar de entree. Er stonden nog twee mensen voor me die een kaartje wilden kopen. Toen ik aan de beurt was vertelde ik het verhaal. Het wrak bleek niet bij de Bataviawerf te horen maar was van een ander bedrijf. Een andere medewerker ging proberen om iemand van het bedrijf te bellen. Met nog een heel weekeind voor de boeg zou het toch wel prettig zijn als de leiding gerepareerd zou worden… Geen idee hoe het is afgelopen.
Over de dijk liepen we langs het Markermeer. We kwamen bij een pleintje met daarachter een haven waar een mooie boot lag. Om daar een foto van te kunnen maken moest ik dat pleintje over. De klinkertjes zagen er spekglad uit dus heel voorzichtig stapte ik het plein op. Vanaf dat moment was ik kansloos en belandde met een harde bons op mijn kont. Au! Natuurlijk lag ik wel weer helemaal in een deuk ook al deed mijn kont behoorlijk zeer en had mijn rug een flinke klap gehad van de dreun. Het plein was zo glad dat ik me niet kon bewegen, nergens kon je grip krijgen. Remco pakte mijn handen en trok me van het plein af. Het was net een glijbaan! Al lachend liepen we verder, het moest er vandaag ook een keer van komen dat één van ons onderuit zou gaan! Nog een uurtje lopen en we zouden bij de auto zijn, we hoopten dat we geen valpartijen meer zouden krijgen.
De stoep was hier door de gladheid onbeloopbaar dus we hielden het bij de weg. Na ruim een kilometer kwam ik er achter dat ik mijn hoedje niet meer bij me had. M’n hoedje, mijn alles… Dat kon gewoon niet! Ik moest hem zijn verloren toen ik viel want bij de entree van de Bataviawerf had ik hem nog in mijn handen gehad. We draaiden ons om en liepen dat hele glibberige rotstuk weer terug. Intussen bedacht ik dat ik tijdens de val m’n hoedje niet in mijn hand had gehad, ik zou hem dus nog eerder verloren hebben… Op het pleintje lag inderdaad geen hoedje op me te wachten. We liepen nog verder terug, naar de Bataviawerf. Vlak bij de entree lag ie dan, zielig op de grond. Wat was ik blij dat ik m’n hoedje weer had! Wel jammer van de extra kilometers… Na 25 minuten waren we eindelijk weer op het punt waar ik er achter was gekomen dat ik mijn hoedje had verloren. Anders waren we al bij de auto geweest…
Gelukkig was het uitzicht op het deels bevroren meer prachtig en scheen het zonnetje lekker. We kwamen Lelystad-Haven binnen bij de Noordersluis, deze overbrugt maar liefst 6 meter naar het IJsselmeer. Het naastgelegen gemaal Wortman bemaalt met 4 pompen delen van de polders en kan in totaal 2000 m3 per minuut verwerken. Hier zijn in 1953 de eerste arbeiders ten behoeve van Oostelijk Flevoland gehuisvest. Deze bebouwing was aanvankelijk bedoeld om daar tijdelijk te wonen maar de wijk is dus toch blijven bestaan. De arbeiders die daar als eersten met hun gezin kwamen wonen waren de eerste jaren omringd door water. Dat besef laat je nadenken over hoe het toen geweest zal zijn, eenzaam en koud.
De route beschrijving liet ons in de steek. De klokkenstoel waar de tekst naar verwees stond er niet meer en nergens was markering te zien. We gokten wat en bleken goed gegokt te hebben. We volgden het fietspad en bleken opeens al bij de bushalte te zijn waar we vanmorgen hadden gestaan. Om 14.55 uur kwamen we bij de auto. Toen we weg wilden rijden bleek dat de accu het begeven had… Bij het starten gaf de motor nog een heel zacht en zielig kuchje maar daar bleef het bij. Shit! Daar stonden we dan, het was koud en we waren moe. We konden de ANWB bellen maar hoopten dat we bij het huis naast de auto hulp konden krijgen. Het leek een huis waar mensen woonden die wel startkabels zouden hebben. Remco belde aan en een vrouw deed open. Nadat ze het verhaal had gehoord keek ze naar mij en de auto. Haar man was daar wel handig mee, ze zou hem even vragen. Iets later ging de deur weer open en zei ze dat hij de startkabels zo zou pakken en ons zou komen helpen. Het duurde even voordat ze nogmaals naar buiten kwam met de mededeling dat hij ze niet kon vinden, ze zochten nog even verder. We begonnen ons schuldig te voelen dat we bij ze hadden aangebeld. Nadat de schuur was doorzocht kwamen ze de auto’s en een kar in de voortuin doorspitten. Nergens waren de startkabels te vinden. Ze wisten zeker dat ze ze hadden en wilden ze perse vinden. We zeiden al dat we de ANWB wel zouden bellen maar nee, ze gingen nog één keer alles doorzoeken. Uiteindelijk werden de kabels toch gevonden in de kar in de voortuin, wat waren wij blij! De accu werd een beetje opgeladen en ja hoor, de auto startte weer. We konden naar huis! We bedankten de mensen voor al hun tijd (bijna een half uur!) en hulp. We hadden nog mazzel gehad ook want de man had net een storingsoproep binnen gekregen; als we iets later waren geweest was hij niet meer thuis geweest. De vrouw waarschuwde nog dat we voorzichtig moesten zijn omdat de wegen glad waren. Ja, ik voelde het nog steeds in mijn kont en rug…
Ze gingen naar binnen en Remco reed achteruit de parkeerplaats af. En kwam er achter dat de stuurbekrachtiging het niet deed. Dat hield dus in dat hij de motor uit zou moeten zetten en de auto opnieuw starten. O, o, zo kregen we de motor weer niet aan en zouden we ze opnieuw om hulp moeten vragen! We hadden geen keus dus snel startte Remco de auto opnieuw. Tot onze grote opluchting snorde de motor tevreden, we konden nu echt op weg naar huis. Om 16.30 uur stapten we het huis binnen.
De accu is nog dezelfde avond vervangen. Dit verslag heb ik op een dik en zacht kussen getikt… Slecht geslapen van de pijn in mijn rug en kont. Maar ach, ondanks de saaie rechte wegen en paden was het toch een wandeling met wat avontuur geworden