Links en tips | CONTACT | GASTENBOEK |
Pionierspad
Zaterdag 4 juli 2009 Wegversperring en onverwacht vervoer
Kraggenburg – Zuideinde (Giethoorn), 24 km
Eerst bewolkt en heiig, later zonnig, 17-25 °C
Vandaag de zoveelste warme en benauwde zomerdag op rij, gelukkig iets koeler dan de afgelopen dagen. Een dag met een aantal obstakels (zoals een voetveer dat pas vanaf 9.00 uur zou varen), muggen en OV-tijden (1e mogelijkheid pas vanaf 9.45 uur). Een dag met verrassingen. Een heerlijke dag!
Vanmorgen sleepten we ons met moeite uit bed en reden om iets over half zes weg richting Kraggenburg, terwijl we konden genieten van een zonsopkomst. Alles ging goed totdat we bij een wegversperring kwamen. De weg was afgesloten en een bord met een “Z” wees waar we naar toe moesten. Iets later stond er opeens een “K” op de borden. Ik vond het vreemd dat we kilometers naar rechts reden terwijl we eigenlijk naar links hadden gemoeten. We besloten uiteindelijk een weggetje naar links in te slaan en kwamen door Schokland (Cultureel Erfgoed) heen. Allemaal leuk en aardig, zo’n Cultureels Erfgoed, maar je hebt er weinig aan als je gewoon van A naar B wilt… Een paar kilometer rechte polderweg verderop gingen we weer naar links en op een provinciale weg aangekomen besloten we weer naar links te gaan. Een stukje verderop merkte Remco op dat we weer op de omleidingsroute reden, en we dus een rondje hadden gereden…
Ik pakte de wegenkaart erbij en zag dat de omleiding ons om het hele Ketelmeer zou laten rijden, niet echt normaal als de plek waar je moet wezen maar iets verderop ligt. Ik zocht met behulp van de kaart een route om bij Kraggenburg te komen, zwaar geïrriteerd omdat we al zo’n 20 minuten voor joker hadden rond gereden. We reden weer kilometers terug om uiteindelijk een weg te kunnen nemen die ons naar het beginpunt van onze wandeling zou brengen. We kwamen inderdaad bij Kraggenburg uit, waar het even duurde voordat we een parkeerplekje hadden. We hadden verwacht bij de jachthaven te kunnen parkeren maar dat bleek een stukje van de route af te liggen. We zochten een andere plek op en konden om 6.20 uur eindelijk van start in de hoop dat de rest van de dag beter zou verlopen dan het begin.
Bij de rand van Kraggenburg liepen naar de loswal waar een vrachtwagen op de weegbrug stond. We liepen langs de jachthaven en sloegen rechtsaf, een moerasbos in. Over een pad van planken staken we een nat gebiedje door. Er waren meerdere planken door midden gebroken en anderen voelden niet zo stevig aan, dus we moesten goed opletten. Aan de andere kant dook het pad het bos weer in. Overal hing spinrag, wat kleefde en kriebelde. Erger nog waren de honderden muggen die in ons een lekker hapje zagen! Snel pakten we de anti-muggenspray en bespoten ons daarmee. Het werkte wel maar er waren toch enkele muggen die ons bloed wilden hebben, dwars door de anti-muggenspray heen. Gelukkig vlogen er niet alleen maar muggen maar ook mooie donker gekleurde vlindertjes, koevinkjes genaamd. Het was benauwd en drukkend, de zon scheen niet maar we hadden het behoorlijk warm. En dat terwijl het nog zo vroeg in de ochtend was!
De route leidde ons naar een vaart die we door middel van een sluis zouden moeten over steken. Voor de trap omhoog de dijk op stonden ‘bouwhekken’ en het stonk er (naar riool of zo). We konden langs de hekken de trap op en kwamen uit op een brug die werd verbouwd. Hier moesten we het water door middel van de brug over steken Maar, de brug werd gerepareerd… Aan de andere kant van de hekken liep wel een voet/fietspad dat begaanbaar was, maar wij stonden ‘klem’ tussen de bouwhekken. Er was geen andere weg die we konden nemen, we moesten echt deze sluis over. Maar hoe kwamen we hier weg?! Uiteindelijk zijn we via de bovenkant van de stuwdeuren (met leuninkje) naar de overkant gelopen waar Remco een bouwhek vond dat verplaatst kon worden. Het was gelukt!
Via de inrit van een jachthaven bereikten we een hek dat naar een grasdijk leidde. Het hek waar we overheen moesten klimmen was gevuld met spinrag en de soort overstap was niet heel makkelijk; in het hek zaten 2 ‘treden’ aan beide kanten, en met heuptas en rugzak best een obstakel maar goed te nemen. We kwamen na het zoveelste hekje op de grasdijk waar schapen graasden. De schapen en hun lammetjes waren redelijk mak, ze lieten zich in ieder geval niet al te erg opjagen doordat wij over de dijk liepen.
Tijdens het lopen door het vrij hoge gras probeerden we de schapenstront te ontwijken. Ik moest terug denken aan de keer dat we ook over een grasdijk met schapenstront liepen en Remco zei dat ik moest stoppen omdat er iets op mijn been zat. Ik dacht toen aan een stekend insect en sloeg snel op de achterkant van mijn been. Het bleek geen insect te zijn maar een klodder schapenstront… M’n hele hand zat onder! Met water en veel reinigingsdoekjes, die we altijd bij ons hebben, kon ik mijn hand toen schoon krijgen. Sinds die tijd loop ik een stuk voorzichtiger als er schapen lopen en sla ik ook niet meer zomaar iets weg J.
Na nog een paar hekjes te zijn over geklauterd kwamen we aan bij Vollenhove, een ruim 650 jaar oud stadje. We volgden de route door het stadje heen en moesten soms goed opletten omdat hier meerdere LAW’s lopen en er dus ook markering aanwezig was die we níet moesten volgen. Zonder al te veel moeite kwamen we aan de rand van de bebouwde kom. Langs een bedrijventerrein liepen we naar een provinciale weg. Bij een rotonde haalde een man op fiets een bundel riet van de weg en legde deze in de berm. Je zal zo’n ding voor je auto krijgen!
We arriveerden bij het dorpje Moespot, een straatje met wat huizen. In de tuinen stonden prachtige hortensia’s en stokrozen, een kleurig geheel. Na Moespot liepen we langs een aantal boerderijen richting de polder. Een ezeltje stond helemaal alleen in een weilandje. De vorige keer dat we hier liepen had hij nog gezelschap, maar nu liep hij alleen heen en weer en was duidelijk niet gelukkig. Zielig… Toen het dier niet eens kwam voor een aai zijn we maar verder gegaan, de polders in. Daar zagen we in totaal 8 ooievaars lopen. Aan beide kanten van de weg lag een sloot, maar aan één kant was de sloot helemaal leeg en was de aarde gebarsten en zag je zelfs de gangen van mollen lopen. In de sloot aan de andere kant stond het water vrij hoog. Vreemd hoor.
We sloegen de weg in naar het voetveer naar Jonen. Er reden hier aardig wat auto’s, dat hadden we niet verwacht. Zeker niet toen we een zijweg waren gepasseerd en we op een weg liepen die alleen maar naar het voetveer en een paar boerderijen leidde. We maakten er ons verder niet druk om en namen een pauze op een bankje. Het zonnetje kwam door en scheen warm op onze rug. Gelukkig stond er wind waardoor het nog was uit te houden. Verderop werden we opgewacht door een luid blaffende en vrolijk kwispelende hond. De hond, met overigens behoorlijk vuile poten, hoefde geen aai maar ging door met blaffen en kwispelen naar de volgende wandelaars. Leuk spelletje.
Over een breed fietspad liepen we naar het voetveer toe. Ruim voor het veer stond een plaatsnaambord Jonen. Ik vroeg me af waarom dat aan deze kant van het water stond, terwijl alle woningen aan de andere kant van het water staan. Logischer zou zijn als de grens ‘op het water’ lag’. Al snel kwamen we achter de reden: aan het eind van het fietspad lag een parkeerplaats voor de bewoners van Jonen, elke plek was voor een specifieke bewoner. Ze kunnen hun dorpje alleen maar verlaten via het smalle fietspad aan hun kant, per boot of via het voetveer naar de parkeerplaats. Er staat trouwens aangegeven dat het voetveer alleen maar vaart van 1 april tot 1 november, maar ‘s winters ligt er een veer waarmee je jezelf naar de overkant kunt trekken (dat heb ik tenminste ergens gelezen). Wel lastig als het vriest en het ijs op het water te dun is om over te lopen maar te dik om door te varen…
Het overtochtje per voetveer kostte € 1,- per persoon. Terwijl de schipper het bootje op wilde stappen om met ons af te rekenen kwam hij met zijn voet onder de ‘laadklep’. En hij had alleen maar slippers aan, au! Hij gaf een ferme vloek en hinkelde even rond. Een mooie rode streep verscheen op zijn wreef. Samen met 2 fietsers en de 2 wandelaars die achter ons liepen werden we naar de overkant gebracht. Over een smal fietspad liepen we langs een paar huizen. Het zag er leuk uit. Niet meer dan een paar moeilijk bereikbare huisjes bij elkaar, een kleine gemeenschap (nog geen tien woningen waarvan er maar vier permanent bewoond zijn). Na een paar stappen waren we al voorbij de huisjes. Aan de rand van de polder stonden twee ooievaarsnesten, op de ene stonden twee ooievaars, op de ander eentje.
Over een smal fietspad liepen we richting het dorpje Dwarsgracht. Een grote groep Duitse fietsers kwam ons tegemoet. Bijna moesten we de kant in springen (wat niet kon omdat daar een hek stond) omdat ze te druk aan het praten waren en daardoor niet voor zich keken. De schipper zou vandaag in ieder geval heel wat eurootjes binnen halen. Nog meer fietsers kwamen ons tegemoet, het blijkt een prachtige fietsroute te zijn namelijk. Als we de bus van 11.45 uur wilden halen moesten we nu stevig gaan doorlopen, maar al snel besloten we dat we dan wel een bus later zouden nemen. Dan konden we tenminste genieten van alles wat we tegen kwamen en daarnaast was het gewoon ook wel erg warm, niet echt weer om extra stevig door te stappen, het moest natuurlijk wel leuk blijven! We hoopten daarom ook dat er verderop een terrasje zou zijn waar we wat konden drinken.
Vlak voor Dwarsgracht zagen we twee puttertjes op de grote leliebladeren in het water lopen. Vanaf de bladeren namen ze een badje in de vaart, een leuk gezicht. Dwarsgracht bleek net als Giethoorn een waterdorpje te zijn. Achter de huizen lag een asfaltweggetje maar de route liep over het smalle paadje tussen de huizen en het water door. Na vele bruggetjes kwamen we aan de andere kant van het lintdorpje, waar we op het terras van café-restaurant de Otterskooi plaats namen. Overal langs het terras stonden bakken met vrolijk gekleurde bloemen en op elke tafel stond een flesje met een paar bloemetjes en siergras. Het zag er al met al best gezellig uit. We bestelden een glas ijsthee en ik nam er nog een tosti bij. Even van de wc gebruik gemaakt en toen weer verder.
Een nog smaller schelpenfietspad bracht ons verder van Dwarsgracht en dichter bij Giethoorn. De zon scheen, het was warm. Er waren veel fietsers op het smalle pad waardoor we telkens het hobbelige gras in moesten. We liepen over een brug een grote vaart over en moesten nog zo’n 1,5 kilometer over een breed en onverhard pad voordat we bij de rand van Giethoorn zouden arriveren. De zon scheen onverbiddelijk en verdween slechts een enkele keer achter een wolk. Bij Giethoorn aan gekomen moesten we nog een kilometer over de Kanaaldijk lopen voordat we bij de bushalte zouden komen. Ook hier liepen we veelal in de zon. Om 12.15 uur bereikten we de bushalte waar de bus na een half uur zou komen. Vlak naast de halte was een café-restaurant waar we op het terras neer ploften, lekker in de schaduw. Een verkoelend windje waaide langs ons heen, en met een glas ijsthee daarbij kwamen we tot rust.
Om 12.45 uur stapten we op de bus richting Steenwijk. Een eind buiten de stad moesten we overstappen op de 2e bus. Het duurde helaas nog zo’n drie kwartier voordat deze zou komen… Zo zonde van de tijd, maar niets aan te doen. Er stopte een auto bij de bushalte en vroeg waar we naar toe moesten. Hij kon ons af zetten bij Blokzijl. We vonden het een heel attent aanbod maar we zouden er niet veel mee op schieten, dan stonden we in Blokzijl alsnog te wachten op de bus. Maar volgens de man moesten we dan gewoon verder liften, er waren hier namelijk genoeg mensen die lifters mee namen. We zouden het wel zien maar stapten in ieder geval bij hem in. Na een gezellig gesprekje en veel uitleg van hem over het omringende landschap zette hij ons af bij het busstation aan de rand van Blokzijl. Voor hij weg reed zei hij nogmaals dat we echt het beste verder konden proberen te liften.
Daar stonden we dan, voor het eerst in ons leven een lift gekregen, wat zouden we doen? Een uur wachten op de bus of die duim omhoog steken? We besloten om te proberen om een lift te krijgen. Lukte dat niet, dan konden we alsnog de bus nemen. We zochten een plekje op waar een auto makkelijk in de berm zou kunnen stoppen (en zo druk was het niet op de weg), en staken onze duim omhoog als er een auto aan kwam. Telkens reden ze ons voorbij, sommigen gaven zelfs extra gas. Zag ik er niet lief genoeg uit? Of zag Remco er juist te beangstigend uit? We bleven het proberen, alleen al om te zien of wat de man had gezegd klopte. En ja hoor, uiteindelijk minderde een auto vaart en stopte. Ze gingen naar Emmeloord maar konden ons eventueel wel in Marknesse af zetten. Daar konden we dan de bus naar Kraggenburg nemen. Blij verrast sprongen we in de auto. Het bleek dat de vrouw ook af en toe wandelt en dan ook nog wel eens liftend van A naar B gaat. En daarnaast is het OV hier zo slecht dat het lang kan duren voordat je ergens bent. Ze moesten nog wel even langs een beeldentuin om iets op te halen, of we dat erg vonden. Nee hoor, we waren al lang blij! Het was zelfs een leuk extra uitstapje. De beeldentuin lag een stukje buiten Blokzijl en had de naam Klein Afrika. In de tuin stonden dan ook allerlei Afrikaanse beelden. De man had hier zijn werkplaats, hij was beeldhouwer. Hij liet even zien aan welk beeld hij werkte: een rietwerker met zeis en een bos riet op zijn schouder. Het zag er al mooi uit en de bedoeling was dat er uiteindelijk een echte bos riet op de schouder zou komen te liggen. Hij liet een foto zien van een soortgelijk beeld dat hij eerder had gemaakt waarop inderdaad een beeld met een echte bos riet te zien was.
In de beeldentuin worden regelmatig workshops gegeven en in de zomermaanden is er altijd een kunstenaar uit Zimbabwe aanwezig om de workshops te geven. Ook is er een grote ruimte waar beelden en schilderijen worden geëxposeerd. We konden een kijkje nemen terwijl het echtpaar even bezig was. Er stonden mooie beelden, vooral de vogelbeelden vond ik erg mooi. De beelden waren van steen maar de snavels waren van hout, op een mooie manier met elkaar bevestigd. Bij de entree van de galerie stond een vogelbadje in de vorm van een voetafdruk, ook erg leuk. Toen we weer bij het echtpaar kwamen stonden ze te praten met een vrouw. Het bleek dat ze het er over hadden hoe ze bij Kraggenburg moesten komen want doordat de sluis was afgesloten konden ze er niet op de normale manier naar toe. Wat ontzettend lief dat ze ons helemaal wilden brengen! Na een gezellig gesprek werden we bij het Voorsterbos afgezet. Het Voorsterbos ligt op een voormalige zandplaat die in de Zuiderzee lag, toch wel bijzonder. We liepen door het bos naar de picknickplek en legden onze kleden in de schaduw neer. Het was een erg lekker plekje en we genoten van ons koele drankje en de lekkere hapjes. De avond ervoor had ik snel wat munt en citroen uit de tuin geplukt en daarmee garnalen in de olie gebakken. Vandaag waren ze gekoeld en smaakten ze erg lekker en fris. Daarnaast nog wat blokjes kaas, meloen en cherrytomaatjes, heerlijk! Er fladderden wat vlinders rond, het was er rustig en de zon werd gefilterd door de bomen. We waren blij dat de dag toch nog zo leuk was geworden, ondanks alle wegversperringen van die ochtend. We zaten echt te genieten op deze mooie plek met dit heerlijke zomerweer. Uiteindelijk pakten we onze spullen weer in en liepen terug naar de auto waar we om 16.15 uur aan kwamen.
Op de terugweg reden we weer even verkeerd door de wegversperring maar bereikten uiteindelijk toch de snelweg. Het was een verrassende dag, door leuke dorpjes en vriendelijke mensen. Voor het eerst gelift, spannend maar erg leuk! Ondanks de anti-muggenspray allebei lek gestoken, maar ach, dat hoort er soms bij.