Links en tips | CONTACT | GASTENBOEK |
Pionierspad
Woensdag 15 juli 2009 Schokland
Kraggenburg – Swifterband ± 27 km
Zonnig, wolken en wind, 16-25°C
Een prachtige dag om te lopen; lekker zonnetje, windje erbij, ideaal! Een dag met veel insecten, Schokland en ruim 8 kilometer dijk langs het Ketelmeer.
Natuurlijk was het weer vroeg dag na een korte nacht, het viel niet mee om wakker te worden. Uiteindelijk reden we om 6.30 uur weg, in korte broek en t-shirt want de temperatuur was al lekker. Ruim een half uur later parkeerden we de auto bij een strandje aan het Ketelmeer, aan de overkant van de Ketelbrug. We hoefden ons niet te haasten om de bus te halen dus keken we eerst eens goed wat we aan vogels op het water zagen. Het felle tegenlicht maakte dat wat moeilijk, maar de futen en aalscholvers waren goed te onderscheiden.
Via de parallelweg langs de A6 staken we de Ketelbrug over. Ondanks de vakantie was het best druk op de weg, en niet alleen op de snelweg. We moesten goed aan de kant blijven lopen want ook de parallelweg leek wel een snelweg! Aan de overkant verlieten we snel de weg door het grastalud af te lopen. We liepen nu over een rustiger asfaltweggetje langs het Ketelmeer. De zon scheen soms half achter de wolken, wat in combinatie met het meer, een boot en elektriciteitspalen prachtige plaatjes maakte.
Na een hekje over te zijn geklommen en een weiland met schapen te hebben doorkruist (met in de berm tientallen soldaatjes – kevertjes – op de bloemen), kwamen we bij het Ketelbos waar een holenduif ons welkom riep. Het was een ruig en nat bos waar de muggen direct op ons aanvielen. Snel spoten we ons in en liepen verder. Een beetje sneller nu, door de muggen maar ook omdat we opeens nog maar weinig tijd over hadden voor de bus zou komen. In het bos kwamen we langs een paar kunstwerken waar we niet veel aandacht aan besteedden. Toen we op de asfaltweg kwamen die ons naar de bushalte zou brengen waren we al te laat voor de bus. We hadden nu bijna een half uur de tijd om ruim 500 meter te lopen, meer dan genoeg dus. En dat bleek helemaal niet erg te zijn: we kwamen langs een wand met allemaal oeverzwaluwen! Het was een prachtig gezicht, tientallen gaten in de zandwand en nog meer zwaluwen die af en aan vlogen. Aangezien we alle tijd hadden konden we er lekker van genieten. Toen we verder liepen zagen we weer veel soldaatjes op de bloemen zitten en vlogen er zweefvliegen rond. Om niet het risico te lopen nogmaals de bus te missen zorgden we er wel voor dat we ruim op tijd bij de halte waren. Daar stonden we dan, langs een lange en rechte weg die naar de snelweg toe leidde. Blijkbaar zagen we er zeer interessant uit want veel automobilisten bekeken ons langdurig als ze voorbij reden. Maar niemand die stopte om te vragen waar we naar toe moesten, helaas. Er hing geen overzicht met vertrektijden bij de bushalte, wat me onzeker maakte. Het was immers vakantietijd, zometeen zou de bus niet komen?! Gisteravond had ik wel een uitdraai gemaakt van hoe we moesten reizen, maar een enkele keer klopt die niet door bepaalde omstandigheden. Het blijft in ieder geval altijd spannend, reizen met het OV. Het moment dat de bus had moeten komen verstreek, de zenuwen namen toe. Maar gelukkig, al snel kwam dan toch de bus die ons hier vandaan zou halen.
Even later stapten we uit in Emmeloord waar we bus 71 naar Marknesse moesten nemen. We konden gelijk overstappen op die bus: de chauffeur zat een broodje te eten en was niet echt in ons geïnteresseerd. We zeiden dat we wilden overstappen naar Marknesse en daarna verder naar Kraggenburg. Hij knikte en we namen plaats. Het duurde even voordat de bus vertrok maar daarna waren we al snel in Marknesse. We stapten uit om daar (ook weer) lijn 71 te nemen, richting Kraggenburg. Remco vroeg hoe lang we op die bus moesten wachten waarop ik antwoordde dat het nog maar een minuut of 5 kon duren. Op het elektronische informatiebord stond echter dat lijn 71 naar Zwolle pas over 29 minuten zou komen. Vreemd… We keken op de gewone informatiebordjes en zagen dat er een uitdraai over heen was geplakt met een andere route dan normaal. Volgens die gegevens zouden we wel bij ons eindpunt komen, maar dan met een kleine omweg. Dat was niet zo heel erg, maar het vervelende was dat de bus waar we net uitgestapt waren, die bewuste buslijn was. Dan hadden we dus gewoon moeten blijven zitten! Tjonge jonge, lekker attent van die buschauffeur, we hadden toch gezegd dat we naar Kraggenburg moesten?! Nou ja, niets meer aan te doen. We probeerden ons te vermaken met wat we intussen zagen, al was dat bar weinig… Op het ‘marktplein’ stond een eenzame kaaskraam, meer was er niet. Een enkele winkel die open was, een paar dichte café-restaurants, dat was het. Gelukkig vlogen er wel gierzwaluwen rond, tenminste nog een beetje leven! We dachten aan een andere keer waarvan we vermoeden dat het ook hier was gebeurd: we moesten overstappen op een klein busstation, stapten de ene bus uit en stapten de bus in die aan kwam rijden, met het juiste lijnnummer. Onderweg kwamen we er achter dat we de verkeerde kant op reden. Later bleek dat alle bussen daar op zo’n beetje dezelfde tijd arriveren, dus lijn 71 naar Zwolle komt tegelijk met lijn 71 naar Emmeloord. Als je dan gehaast overstapt (en niet bekend bent in dat gebied) dan kan dat wel mis gaan natuurlijk. We hebben toen op advies van de chauffeur gewoon het hele rondje mee gereden en kwamen uiteindelijk toch nog aan op onze bestemming.
Maar goed, naarmate de tijd verstreek kwamen er opeens meerdere bussen. Geen van allen moesten we hebben, die kwam pas als laatste. We stapten in en zeiden dat we wilden overstappen naar de Mammouthweg. De bus reed weg, inderdaad niet volgens de route die op de uitdraai stond, maar dat hadden we al gezien. We dachten dat het met de afsluiting van die sluis/brug te maken had, waar we de vorige keer tijdens de wandeling zo goed als opgesloten zaten tussen de bouwhekken. Maar uiteindelijk begon ik toch echt te twijfelen of het wel goed ging, op die uitdraai hadden volgens mij niet zoveel bushaltes gestaan… Opeens viel mijn blik op een kleine poster waarop stond dat er een pendelbus reed tussen Marknesse en Kraggenburg. Wat???!!! Een pendelbus? Welke pendelbus?! Remco ging het vragen aan de chauffeur. We moesten inderdaad niet verder met deze bus, maar hij dacht dat we vanaf hier, Vollenhove, ook de pendelbus konden nemen. Op dat moment kwam lijn 71 richting Emmeloord (en Marknesse) aan gereden en vroeg ‘onze’ chauffeur aan de ander of we hier inderdaad konden overstappen op de pendelbus. Hat bleek dat we alleen vanuit Marknesse in Kraggenburg konden komen dus stapten we over op de bus 71 richting Emmeloord. We bedankten beide chauffeurs voor de hulp, maar we baalden wel behoorlijk. De busreis had in totaal maar een half uurtje hoeven duren maar we waren nu al ruim een uur bezig. Gelukkig vertelde deze chauffeur dat we dat donkergroene busje moesten hebben, welke net busstation Marknesse op reed. Als hij dat niet had gezegd weet ik niet of we het busje als pendelbusje hadden herkend… De afsluiting zou nog een kleine week duren maar was al drie maanden bezig. En na al die maanden was de informatie op het busstation nog niet duidelijk. Lekker hoor…
We stapten in het busje voor 7 passagiers en vertelden de man wat voor een reis we al achter de rug hadden. Hij bleek niet erg spraakzaam maar kwam langzaamaan toch een beetje los. Onderweg vertelde hij dat we nu langs brandnetelvelden reden. Ik vroeg of dat was van de mensen die Marktplaats hebben opgericht (dat was ons vorige week door de vriendelijke mensen verteld die ons een lift hadden gegeven), en dat bleek inderdaad te kloppen. Hij vertelde ook dat hij laatst iemand anders in het busje had gehad die ook het Pionierspad liep. Hij zette ons dan ook iets voor de bushalte af want dan waren we dichter bij de route, dat scheelde weer een paar meter voor ons. We bedankten de man en stapten uit.
Het was intussen 10.10 uur, ruim een uur later dan gepland en anderhalf uur nadat we bij Swifterband op de 1e bus waren gestapt, maar we waren er. Langs de weg staken we de Enservaart over en daalden via het grastalud af naar de akkers. Op een strook tussen de Enservaart en de akkers zouden we zo’n 5 kilometer lopen. De eerste akker was gevuld met worteltjes, daarna kwamen er uien en aardappels. Overal vlogen vlindertjes, het koste wat moeite om te zien welke allemaal maar we houden het voorlopig op gammauiltjes en distelvlinders. We kwamen bij een akker met graan, het pad was hier geminimaliseerd tot een heel smalle kant met hoog gras of een smal pad tussen het harde graan door. We wisselden het af en waren blij toen we de graanakker achter ons hadden. We kwamen langs een veld met knollen en hier waren ook weer vlindertjes. Verder volgden akkers met (iets van) andijvie, maïs, knollen, aardappels, graan en meer. En een enkele kale akker. De akkers met graan maakten geluid, we hoorden het graan gewoon rijpen! Halverwege stond er een uilen (of valken?) kast die helaas helemaal scheef was gezakt en zijn doel dus voorbij schoot. Jammer. De ene keer was het pad mooi breed, de andere keer zeer smal met soms natte gedeelten (en kleine kikkertjes die over het pad sprongen). Best vermoeiend soms. De zon brandde lekker op ons bolletje, we hadden het warm. De harde graanhalmen deden soms zeer aan onze blote benen, het pad was soms hobbelig en niet prettig om te lopen. Maar soms ook juist erg leuk, zeker doordat je langs zoveel verschillende gewassen kwam en omdat er zoveel libellen, vlinders, lieveheersbeestjes en andere insecten rond vlogen. Aan het eind van het lange en rechte pad schrok ik me te barsten toen er vrouwtjes fazant luid roepend uit het graan vlak naast me omhoog vloog. Dat had best wat rustiger gekund!
We kwamen uit bij een asfaltweg en staken een provinciale weg over d.m.v. een viaduct. Eindelijk kwam er wat meer verkoelende wind. Aan de andere kant van de weg lag een boerderij waar tevens kinderopvang was. Op de grasstroken voor het huis liepen een paar geiten, onmisbaar door de stank van de bokken! We liepen verder over de kaarsrechte asfaltweg en namen een korte pauze op het punt dat we bij het fietspad naar Schokland kwamen. Het bankje gaf ons de kans om even uit te rusten en onze schoenen en sokken te ontdoen van alle graanresten en andere troep. We waren verbaasd van de hoeveelheid spul, en de grootte daarvan, wat in onze schoenen terecht was gekomen en hoeveel tijd het kostte om alles te verwijderen.
Toen we er weer klaar voor waren hezen we onze rugzakken op onze rug en begonnen aan het fietspad naar Schokland. Het eerste stukje was heel leuk met aan beide kanten een lage heg. Daarna liepen we langs knotwilgen verder en kwamen uit bij de rand van voormalig eiland Schokland (werelderfgoed). Een eiland dat vroeger geen eiland was maar verbonden met het vaste land. Een stuk land wat moest vechten tegen de Zuiderzee en steeds meer land verloor. Een stuk land dat zo ergens in de Middeleeuwen na een stevige storm de enige verbinding met het vaste land kwijt raakte en een eiland in de Zuiderzee werd. En na de inpoldering weer een ‘eiland’ werd op het vaste land. Het ligt iets hoger dan het omliggende land en sinds kort hebben ze de rand van Schokland duidelijker gemaakt. Langs het pad zagen we veel vlinders, waaronder distelvlinders en kleine vos.
We kwamen aan bij de voormalige haven van Oud-Emmeloord. Wat van de haven rest is een plasje water (ideaal voor vogels) en moerasachtig gebied, een paar steigers, meerpalen, een gebouwtje waar een misthoorn in stond en later een compleet gezin heeft gewoond, een lichtwachterswoning, een vuurboei, een begraafplaatsje, loopplanken en ijsbrekers. Bijzonder. Op één van de informatieborden stond dat ze op de smalle loopplanken een speciale manier hadden om elkaar te passeren, de Schokkerdans: ze pakten elkaar om de middel en draaiden een halve slag rond. Met een leuk meisje werd vaak een keer extra gedraaid!
Een stukje verderop konden we kiezen voor het officiële pad door het Schokkerbos, langs de Gesteentetuin, of voor het onverharde pad langs akkers en bos. We kozen voor de laatste optie. Nadeel was dat we veel zon vingen en weinig schaduw troffen, maar we zagen daar en tegen wel heel veel vlinders en andere insecten. Wat natuurlijk weer veel tijd kostte… Rond 13.30 uur kwamen we eindelijk aan bij Middenbuurt waar het Schoklandmuseum zich bevindt. Op een terrasje achter het museum namen we plaats in de schaduw en bestelden wat te drinken en te eten. Het ging er allemaal goed in en we kwamen weer een beetje op een normale temperatuur. Dankbaar van de w.c. gebruik gemaakt (netjes en schoon) waarna we er weer tegen aan konden. Over een schelpenfietspad liepen we (met een verkorte route) bij Middenbuurt vandaan en kwamen langs Zuiderbuurt, de resten van. Er stond een waterput (gerestaureerd) en een schuilhut waar boerenzwaluwen in nestelden en ook een uilenkast was, meerdere jaren bebroed door een kerkuil. Een stuk verderop kwamen we bij de ruïne van het Enser kerkje waar we even een blik op wierpen. Mooie fundamenten, veel vlindertjes.
De route ging verder door een weiland waar we bijna de weg kwijt raakten. Precies op tijd zagen we dat we anders hadden moeten lopen en konden nog net met een kleine omweg bij de route komen. Voor ons lag het Ketelmeer. We klommen de dijk op en begonnen aan de laatste 8 kilometers naar de auto. 8 Kilometer over een geasfalteerde dijk, met veel zon en wind. Zware kilometers. Na een paar kilometer kwamen we bij de Schokkerhaven waar we langs de (naar onze mening niet zo mooie) huizen en haven liepen en iets verderop de dijk weer op zochten. Er was een klein strandje waar het druk was met schreeuwende kinderen en de daarbij behorende ouders. Leuke pauzeplek, maar niet op dat moment, veel te druk! Via het grote parkeerterrein liepen we de dijk weer op. In de verte zagen we de Ketelbrug liggen, het eindpunt voor vandaag. De zon scheen fel op het water en de wind waaide hard.
Een paar kilometer verder kwamen we op het punt waar op 13 december 1940 de dijk werd gesloten. Er stond een bankje waar we een pauze op namen. De wind waaide zo hard dat het aansteken van een sigaret bijna onmogelijk was, net zoals het lezen van een Metro of Spits! Voor stekende beesten waaide het blijkbaar niet te hard want Remco voelde een prik in zijn bovenbeen.
Het was tijd voor de laatste kilometers door wind, zon en wolken. Op en langs de dijk zagen we een oeverlopertje, kwikstaartjes en andere, ongeïdentificeerde, vogels. Op een bepaald gedeelte van de dijk liepen schapen, erg leuk om ze boven op de dijk te zien (met daarachter een mooie lucht). Wel moesten we opletten om niet teveel in de schapenstront te stappen want een bepaald gedeelte van het fietspad zag helemaal bruin van de stront. Ons eindpunt kwam steeds dichter bij, wat we niet echt erg vonden. Een mooi gezicht waren de windmolens langs de A6, het was net een grote kruidenmolen vanuit de verte! Alle molens stonden op een zelfde rij wat het geheel vervreemde.
Om 17.00 uur kwamen we bij de auto, moe, warm en voldaan. Snel reden we naar huis waar we een klein uurtje later aan kwamen. We waren flink verkleurd, op sommige plekken zelfs redelijk verbrand. We hebben nu ‘sokken aan’, wat inhoudt dat we ons voorlopig niet meer op slippers kunnen vertonen!