Links en tips | CONTACT | GASTENBOEK |
Pionierspad
Woensdag 24 maart 2010 Lente!
Uitermeer – Almere Haven, 25 km
Zonnig, later sluierbewolking, warme wind 7 – 17 °C
Het beloofde vandaag de eerste echte lentedag te worden dus we grepen de kans om lekker te gaan lopen. De route die we uitzochten liep veel door open landschap, langs water en over onverharde paden. We zouden door Muiden komen en wisten van te voren al dat we daar een terrasje gingen nemen op de lente. Kortom, dat moest wel een lekkere dag worden.
Om 7.30 uur vertrokken we van huis. Het was druk op de snelweg maar de files die we tegen kwamen stonden allemaal aan de andere kant. In Almere-Haven moesten we even zoeken naar de bushalte en een plekje om de auto te parkeren. Omdat we nergens een bushalte zagen maar wel een busbaan, besloten we in een (gratis) parkeergarage langs de busbaan te parkeren. We stonden vlak bij het centrum en zagen al snel de bushalte. Er stonden aardig wat mensen te wachten op een bus. Een jongen vroeg aan ons waar we naar toe moesten en vertelde dat we ook lijn 1 konden nemen. Dat was mooi, want dan waren we iets eerder op het station zodat we meer tijd hadden om treinkaartjes te kopen. We kletsten wat met de jongen en kwamen zo de tijd gezellig door. De muren van de gebouwen om ons heen waren kleurig beschilderd met tekeningen van bv. mensen. Het zag er heel leuk uit.
Na de busreis stapten we uit op station Almere Centrum waar we de krantjes Spits, Metro en De Pers verzamelden. We namen de trein naar Weesp om vanaf daar met de bus naar Uitermeer te gaan. Om 9:10 uur stapten we uit de bus en konden eindelijk met de wandeling beginnen, het eerste stukje van het Floris V-pad.
We liepen langs een doorgaande weg naar Fort Uitermeer (linkje). Een graspad leidde ons om het terrein heen. Het pad bracht ons naar de Vecht waar het Fort stond. De ruďne was een rond gebouw omgeven door een gracht. De toegangsbrug was weg en brokstukken lagen tussen de muren. Op het terrein werd gewerkt aan de restauratie van een sluisje en struiken werden gesnoeid. We stapten over de takken die op het pad lagen en kwamen weer uit bij de Vecht. We liepen nu over een graspad langs riet. In het riet vlogen vogeltjes, op zoek naar voedsel. Er waren koolmeesjes maar ook rietgorzen. Ongelofelijk hoe moeilijk ze tussen het riet te zien zijn, ook al weet je waar ze zitten.
De route verliet al snel de Vecht en leidde ons naar het Naardermeer. Vlak voor het gebied van het Naardermeer stond een ezeltje dat even geknuffeld moest worden. We hadden de tijd want de spoorbomen waren dicht. De aankomende trein toeterde telkens en reed heel langzaam. Het bleek dat er een spoorboom was afgebroken, ze reden dus heel voorzichtig om ongelukken te voorkomen. Nadat de trein voorbij was staken we het spoor over en liepen het gebied van het Naardermeer in. Stil was het niet: er kwamen telkens toeterende treinen langs, het was een druk spoor! Het terrein en het weer waren echter wel mooi, we hadden het goed naar ons zin. In het land zagen we nog redelijk wat ganzen en zwanen. We namen een korte pauze op een picknickbankje en liepen daarna (nu in t-shirt) over een graskade richting molen ‘De Onrust’, een grondzeiler uit 1809. De molen bemaalt het Naardermeer. (linkje)
We liepen richting de snelweg A1, liepen onder het spoor door en kwamen tussen de snelweg en het spoor te lopen. In de weilanden tussen ons en de snelweg zagen we 6 reetjes staan. Uiteindelijk zagen ze ons ook, draaiden ze zich om en liepen een stukje verder van ons weg. Hun mooie witte kontjes waren goed te zien. We verlieten het asfalt en gingen verder over een graskade langs het water van de Ontwatering van het Naardermeer. Op de oever zagen we een heel grote vis liggen. De vis was aangevroten maar was nog wel goed herkenbaar. Het joekel was zo’n meter lang! De staart van een vis stak uit de muil van het monster. In de grote bek waren tientallen kleine, scherpe tandjes te zien. Toen Remco eens goed keek zag hij dat de prooi ook niet echt een kleine vis was. Door de kieuwen zagen we een groot vissenlijf zitten, de prooi deed niet echt onder voor de jager! Zou de jager in zijn prooi zijn gestikt? Zijn ze tijdens de worsteling op de oever terecht gekomen en konden ze het water niet meer in? Het was een bizar gezicht, zo’n grote vis met zo’n grote prooi!
Aan het eind van de graskade kwamen we uit aan de rand van Muiden, en in de buurt van de terrasjes. Bij Eethuis Graaf Floris V doken we het terras op. In het zonnetje zaten we langs de Vecht, vlak bij de zeesluizen. We namen een frisdrank en een kom soep. Het was heerlijk, op en top genieten! Na deze aangename pauze liepen we verder langs de vecht en kwamen uit bij het Muiderslot. Hier stapten we van het Floris V-pad over op het Pionierspad. We liepen langs het slot en over de dijk weer terug. Een Dagpauwoog fladderde voorbij toen we een graspad opliepen. Verderop vlogen nog meer vlinders: Gehakkelde aurelia’s en Kleine vossen.
Het pad bracht ons op de Zeedijk langs het IJmeer. Op zo’n 3 km uit de kust zagen we Fort Pampus liggen. Langs het graspad waar we liepen vlogen veel vlinders, vooral Kleine vos was goed vertegenwoordigd. De bloeiende madeliefjes waren zeer geliefd bij de vlinders. Op een bepaald punt liep de dijk door de achtertuin van een huis. Prachtige plek om te wonen, zo aan het water, maar als er telkens mensen door je tuin komen heb je toch wat weinig privacy. Bij Muiderberg namen we pauze op het ‘grasstrand’. Het zonnetje scheen heerlijk op onze rug en voor ons lag het water met aan de overkant Flevoland.
’s Avonds had ik een afscheidsetentje van een collega dus we konden helaas niet uren blijven zitten, maar het was wel even heerlijk genieten. We gingen dus weer op pad. De route liep verder langs het water en bracht ons bij de Hollandse brug en de A6. Onder het viaduct klommen we een trap op en staken tussen de snelweg en een spoorlijn het water over. Dit was niet het meest rustige gedeelte van de wandeling… Aan de overkant verlieten we de herrie gelukkig al snel en liepen we door het Kromslootpark. In de bomen zat een groepje Kramsvogels, verder was het rustig. Een wandelaar kwam ons tegemoet. Hij zei dat hij hoopte dat hij zo een fietspad tegen zou komen, zoals zijn routebeschrijving hem vertelde. We zeiden dat het klopte en lieten hem het kaartje zien. Hij vertelde dat zijn vrouw bij iemand op bezoek was en dat hij van haar lekker mocht gaan lopen. Hij had genoten van het gedeelte wat hij nu had gelopen en wenste ons veel plezier. Dat wensten wij hem natuurlijk ook toe en daarna gingen we verder met de wandeling. In het vochtige, bosachtige park kwamen we een groepje schapen tegen. Eentje was zo tam dat Remco hand aan neus kon staan. De zon was intussen verdwenen achter sluierbewolking, maar het was nog steeds warm. Dat kwam door een warme zuidenwind, je voelde de warmte echt langs je heen waaien.
We bereikten Almere-Haven en liepen over de oever en strandjes richting de haven. Hierachter lag het centrum en zou onze auto dus ook ergens moeten staan. Probleem was echter dat we niet wisten waar. We verlieten de route en doken het drukke centrum in. Na een klein rondje herkenden we waar we waren en vonden de auto terug. Het was intussen 16:30 uur. We reden naar huis waar ik snel een douche nam en me klaar maakte om weer weg te gaan.
Het was een super lekkere dag om te lopen, de eerste echte lentedag! Een wandeling door een prachtig gebied, we hebben reetjes gezien, genoten van fladderende vlinders, veel onverharde paden onder onze voeten gehad en veel zon op ons hoofd. Onze koppen zijn in ieder geval lekker verkleurd!