HOME

OVERZICHT

Links en tips CONTACT GASTENBOEK

Maarten van Rossumpad

FOTO'S

 

 

Zaterdag 21 maart 2009 Lichtspel en reflectie

Dalfsen – Hattem, 32,5 km

Zonnig met wind, -2 – 10°C

 

Wat hadden we vandaag een heerlijke dag om te lopen! De lentezon heeft ons volop beschenen terwijl we door een prachtig landschap liepen met de mooiste boerderijtjes en boerderijen, vaak in kleine groepjes bij elkaar. Ook een paar havezaten en landhuizen lagen langs onze route. Het laatste stuk ging langs de IJssel, met veel vogels, prachtig op het water schitterend licht en een flinke omweg.

 

Vanmorgen reden we om iets over zessen weg. Het had licht gevroren maar de vogels zongen veelbelovend hun lied. Onderweg konden we al genieten van het ochtendgloren en de laaghangende mist boven de weilanden langs de snelweg. Het was zo mooi dat het bijna jammer was dat we niet op dat moment op die plek liepen…

Maar wie wist wat onze geplande etappe zou brengen?! Dit was ook vanaf de snelweg een goed begin van deze wandeldag, we hadden niets te klagen. Terwijl we genoten van de zonsopkomst en het soms mistige landschap kwamen we dichter bij Hattem in de buurt. Via Zwolle kwamen we al snel aan bij het dorpje. We hadden nog wel wat tijd over en aangezien het buiten koud was wilden we de auto een stukje voor de bushalte, langs de route, parkeren. Dan konden we warm blijven door naar de bushalte te lopen. Zo gezegd, zo gedaan. Nadat we eerst niet precies wisten waar we moesten parkeren en daardoor een paar minuten tijd verloren, moesten we ons nog aardig haasten om de bushalte op tijd te bereiken. We gingen dus behoorlijk snel van start waardoor ik last kreeg van mijn scheenbenen. M’n spieren trokken het echt niet, maar als we de bus niet zouden halen moesten we nog een uur wachten (in de kou), niet echt een aantrekkelijke optie… Doorlopen dus en de pijn doorstaan. Ondanks de haast en het soms felle tegenlicht moesten er natuurlijk toch wat foto’s worden gemaakt. Het was een prachtig klein en oud stadje, zonde dat we er zo snel doorheen moesten. We besloten de volgende keer dat we hier zouden komen wat meer tijd te nemen.

Met ongeveer 3 minuten speling arriveerden we bij de bushalte. Opgelucht omdat we het hadden gered konden we gelijk al het moois om ons heen bewonderen. De deken van mist die over het polderland lag was prachtig, zeker in het licht van de opkomende zon. Twee futen, in hetzelfde mistige licht, waren aan het baltsen. Mijn spieren kwamen een beetje bij van de snelle start. Op het moment dat ik me begon af te vragen of de bus naar Zwolle niet te vroeg zou zijn langs gekomen kwam hij net aangereden. Bij het station stapten we uit en kochten een treinkaartje naar Dalfsen. We moesten even wachten maar de trein stond al klaar. We konden onze tijd behaaglijk uitzitten in de trein in plaats van op het koude perron. Om iets over achten stapten we uit op station Dalfsen en begonnen we aan de wandeling naar de auto.

Het vroor nog een beetje maar doordat er weinig wind stond en het zonnetje al scheen kregen we het niet al te koud. Het gras dat in de schaduw lag was nog wit bevroren. De zon stond laag en scheen prachtig op het landschap om ons heen. Boerderijen en bomen kregen een zacht rose gloed en in het water waren de mooiste weerspiegelingen te zien. Een zilverreiger schrok op van ons en vloog weg. We kwamen op het landgoed van landhuis Den Berg, een landgoed uit ongeveer 1700. De route bracht ons langs het landhuis en liep verder over het landgoed door een bos dat begon met een door zware wagens verreden bospad. We konden gelukkig een smal spoor langs het diepe modderpad volgen.

Na het bos kwamen we in open boerenland en volgden een pad dat naar een klein buurtschap liep. Er stond geen plaatsnaambordje bij het weggetje langs de paar boerderijen, wel een mooie wegwijzer naar het buurtschap Hoonhorst. Daar gingen we niet naar toe, we volgden een asfaltweg richting landgoed Den Aalshorst, gebouwd rond 1720. Over de oprijlaan met aan beide zijden grote eikenbomen liepen we het landgoed op. We hoorden en zagen veel vogeltjes in de bomen; vinken, boomklevers, boomkruipers, roodborst, koolmeesjes, pimpelmeesjes en vast nog veel meer. Het gepruttel en gefluit om ons heen was zalig om te horen. Na een aantal prachtige boerderijtjes (je zou je in een openluchtmuseum kunnen wanen) kwamen we bij het landhuis. De zicht-as er tegenover, een ‘grand canal’, had een onregelmatig gevormde oever, niet zo recht als de andere ‘grand canals’ die we hebben gezien. Dit kwam omdat aan het eind van de 18e eeuw de invloed van de Engelse landschapsstijl hun invloed kreeg en er daardoor meer vloeiende vormen in trek kwamen. Het landhuis staat bekend om zijn oude fruitrassen, het verbaasde ons dan ook niet dat we een mooie en oude hoogstamboomgaard achter het huis zagen liggen.

Na nog een enkele boerderij kwamen we door een bos met zowel vakantiehuisjes als gewone woningen. Je zal er maar wonen, niet verkeerd hoor. We lieten het bos achter ons en bereikten weer boerenland. In een weiland liepen een paar zwart/witte schapen met hun lammetjes. Eén van de lammetjes was, in tegenstelling tot zijn broertjes en zusjes, wit van kleur.

Een stukje verderop bereikten we het Overijsselsch Kanaal. Over het fietspad liepen we langs het water. In één van de weilanden zat een vogel, vrij fors. Toch leek het geen gans te zijn. Met de verrekijker konden we het net niet duidelijk genoeg zien maar Remco hield het op een wulp. Niet veel later werd dit bevestigd door het geluid van de wulp: een prachtig geluid. Het geluid nam me mee terug naar mijn vroege jeugd, toen ik echt nog een ukkie was. Het doet me altijd denken aan Terschelling. Ik weet niets meer van de paar dagen die we daar toen met het gezin hebben door gebracht maar blijkbaar hebben we toen veel wulpen gehoord. Het is een schitterend, bijna jodelend geluid, zeer anders dan van andere weidevogels.

Bij de eerstvolgende brug over het kanaal staken we over en liepen Landgoed Den Alerdinck op. We bereikten het landhuis over een halfverharde weg. Aan de rand van de kronkelige gracht zaten twee zwarte zwanen. De één zat parmantig op het nest, de ander stond zich een beetje te poetsen. Het pad langs de kronkelende gracht bracht ons door het bos. De weerspiegeling in het water van de bomen en de lucht was schitterend. We vroegen ons af of die grote heuvel in het park een ijskelder zou zijn. We zagen nergens een ingang maar die zou natuurlijk afgedicht kunnen zijn.  Aan de ander kant van het landhuis kwamen we bij een asfaltweg, wat volgens de routebeschrijving klopte. Alleen waren we niet op de juiste plek uitgekomen. Aan de andere kant van het weggetje stond een bankje, precies goed om even te pauzeren en te bekijken waar we ons nu ten opzichte van de route bevonden. Als tussendoortje hadden we blokjes kaas, tomaatjes en radijsjes. Remco moest bij de radijsjes terug denken aan vroeger: hij had radijs gezaaid in het groentetuintje en kon niet wachten tot hij eindelijk zijn zelf gezaaide radijsjes kon oogsten en opeten. Toen het na lang wachten dan zover was en hij vol verwachting een radijsje in zijn mond stak was de teleurstelling groot: hij vond ze niet lekker! Smaken veranderen, nu vond hij ze wel lekker. Lekker ontspannen op het bankje zittend bedacht ik me dat er iets niet klopte. Volgens de planning zou de etappe 25,5 km zijn, maar als dat zo was waren we nu al over de helft. Maar het stuk dat we nog moesten lopen was wel wat langer dan 12 km… Ergens was er een gedeelte van 7 km niet mee genomen… Oei, foutje… Nou ja, we hadden dus wat meer kilometers te lopen, dat wisten we nu ook weer. Nadat we genoeg gegeten hadden en wisten waar we ons bevonden gingen we weer op pad. We volgden het bospaadje langs de weg en zouden dan iets verderop weer bij de route moeten komen. Hoopten we, want op een gegeven moment week het paadje toch wel erg van de weg af… Maar, ik dacht op het kaartje te zien dat het waarschijnlijk goed ging komen. We bleven het paadje maar volgen en zouden vanzelf wel merken waar we uit zouden komen. Vlak voor een wetering kwamen we weer markering tegen, joehoe! Het was gelukt.

Voor ons liep een oud mannetje met een stok, even een lekker ommetje in de zon. Aan het eind van het fietspad ging hij lekker op een bankje zitten. Toen we passeerden hief hij als groet zijn stok. Over een lang en recht fietspad liepen we verder langs een drassig gebiedje. Kieviten waren bezig met hun nesten. De aan het uitkomende wilgenkatjes staken mooi wit af tegen de blauwe lucht. De sigaren van het riet waren aan het pluizen en kregen hierdoor de vreemdste vormen. Mooi om te zien hoeveel wit pluis er uit zo’n smalle, bruine sigaar geplopt komt. Halverwege het fietspad konden we onze blaas even legen, ik achter een struikgewasje, Remco tegen een paaltje. Lekker hoor!

Een groot gedeelte van de berm van een weiland was afgebrand. Onkruidbestrijding? Het zag er in ieder geval wel een beetje raar uit… In de verte zagen we de 2 witte fabriekspijpen van de energiecentrale bij Harculo, een klein stukje onder Zwolle. Onvoorstelbaar dat we daar over een paar uur langs zouden lopen, het leek nog zo ver weg… We liepen verder en kwamen uit op een asfaltweg langs een paar boerderijen en iets verderop sloegen we een fietspad in met aan één kant een prachtige rij knotwilgen. Aan het eind kwamen we bij het water van de Soestwetering, een oud kanaal dat vroeger druk bevaren werd èn diende voor de afwatering van het omliggende land. Vanaf de dijk zagen we de molen en kerk van het dorpje Windesheim; daar moesten we naar toe. Bij de eerstvolgende brug staken we het water over. De brug was op een slimme manier beveiligd tegen de doorgang van schapen: de eerste planken waren smal en hadden dezelfde tussenruimtes als bij een wildrooster. Nooit eerder gezien, wel effectief.

We naderden Windesheim over een paadje langs een nattig bos. Aan de rand langs een sloot stond een bordje van de ANWB met de tekst “Historisch punt tewaterlating van de Modderzelte (schele beier jr.) 19-08-2001” Heel leuk, maar wat betekende dat? Was er een boot te water gelaten? Was er een vis opnieuw uitgezet? Het smalle en ondiepe slootje deed vermoeden dat een boot hier niet zou passen… Een vis dus? Op internet levert het zoeken op “modderzelte” maar 1 suggestie op en dat was een link naar iemand die het bordje ook had gezien en zich, net als wij, af vroeg wat en hoe. Op internet had hij gezocht maar niets kunnen vinden. “Was dit een grap of zo?” Mocht er een lezer zijn die hier meer van weet: wij horen het graag! 20-04-2009, naschrift: Van twee wandelaars die ook langs het bordje waren gelopen, en zich net als wij afvroegen hoe dat zat, kregen we een mailtje. Ze hebben verder gezocht dan wij want ze konden ons vertellen dat de afdeling bewegwijzering van de ANWB al 6 jaar worstelt met vragen hierover, het bordje is namelijk niet van de ANWB! Deze twee wandelaars hebben zowel bij de gemeente Zwolle als Hervormd Windesheim om een antwoord gevraagd. We zijn erg benieuwd of dit raadsel opgelost gaat worden!

Vlak voor Windesheim zagen we in een weiland bij een boerderij twee koeien met 5 kalfjes liggen, zo schattig. We passeerden nog een paar mooie en oude boerderijen en bereikten de dorpsgrens van Windesheim. Het soort kerk dat hier stond hadden we nog niet eerder gezien. Het had iets weg van een klooster of hotel, met veel ramen. Aan de achterkant van de kerk zat een boerderijachtig woonhuis vast gebouwd. Al met al zag het er mooi uit maar leek het niet op een doorsnee kerk.

 

Eén van de bedrijven in het dorpje heette ‘Van Nee’. Wij vonden van wel, maar ach… Of de volgende woordspeling die ik in iemand anders verslag las: “Spreek ik met Van Nee?” “Ja.” Wie bedenkt er nog een paar?!

 

Er stonden heel wat mooie huisjes in het dorpje maar er zaten ook wel een paar zeer fantasieloze tuintjes bij zeg! Dat doet dan toch weer een beetje af aan het prachtige geheel van het dorpje. We verlieten al snel de bebouwde kom en liepen daarna het landgoed van Windesheim op. Overal stonden uitgebloeide sneeuwklokjes en het speenkruid begon hier en daar al mooi geel te kleuren. In de tekst stond al vermeld dat we een sloot via een boomstam moesten oversteken. Als je dat niet wilde kon je met een omweg over asfalt aan de andere kant komen. Dat betekende dan ook dat je niet door het landgoed zou komen. We hadden er voor gekozen om de gok te nemen en anders alsnog terug te gaan om de omweg te nemen. Bij het bewuste punt aangekomen zagen we 3 opties: een door midden gebroken boomstam, een hele boomstam maar wel smal of een gammel bruggetje waarvan meerdere planken gebroken waren. De laatste was de beste optie. De planken waren op twee boomstammen getimmerd en zag er het meest betrouwbaar uit… Remco ging eerst, de held! Ik hoorde de planken kraken en zag ze doorbuigen maar Remco bereikte veilig en droog de overkant. Zelfs onder mijn gewicht kraakten de planken, over een jaar is het vast niet meer begaanbaar… Zijn wij even blij dat we er nu hebben gelopen!

Na een iets steviger plank over een volgend slootje kwamen we op een smal pad met aan de ene kant een weiland en aan de andere kant een brede sloot. Aan het eind van het pad stond een boerderij waar een hond ons vrolijk kwispelend stond op te wachten. Blijkbaar duurde het hem te lang want hij kwam ons al snel tegemoet gerend. Na een korte aai was hij tevreden en draaide weer om naar zijn huis. Hierna kwamen we op de dijk langs de IJssel. Gelukkig was het niet druk met auto’s op de dijk dus we konden redelijk relaxed lopen. Bij een huisje zaten een man en vrouw heerlijk in het zonnetje op het bankje voor hun huis. Tegen elkaar aangeleund waren hun ogen dicht gevallen en dommelden ze lekker in het aangename zonnetje. Niet veel later hoorden we aan het gerinkel van bordjes dat ze wakker waren geworden. Waarschijnlijk hadden ze iets omgestoten…

We zagen meerdere ooievaars vliegen, majestueus zwevend op hun grote vleugels. Aan de andere kant van de dijk bleek een klein natuurgebiedje te liggen, één van de tichelgaten bij een oude steenfabriek in de buurt. De oude kleiputten vormen nu een bijzonder vogelgebied waar ook buidelmezen, roerdomp en ijsvogel voor komen. Geen van deze vogels hebben we hier mogen waarnemen, maar de vele ooievaars en ganzen maakten dat meer dan goed. Hier zouden we graag een pauze nemen maar we waren bang de vogels te verstoren. Het broedseizoen was immers begonnen en wij zijn de laatste die dit met opzet wilden verstoren. Een kilometer later vonden we een ander mooi plekje, onderaan de dijk, aan de oever van een tichelgat. We legden onze picknickkleden neer, kwamen eerst een beetje bij en koesterden ons in de voorjaarszon. Nadat we even zo hadden gelegen voelden we de kracht van de zon; de linkerkant van ons gezicht werd steeds warmer terwijl onze rechterkant afkoelde. Na een tijdje pakten we de toastjes, de kaasjes en de drankjes er bij. Toen we hadden gelegen woei de wind mooi over ons heen maar zo zittend vingen we toch wat meer wind en waren we extra blij met de zon. Regelmatig vloog er een ooievaar over en ook honderden ganzen kwamen langs. Wat later kwam er vanaf de andere kant een grote groep ganzen die een stukje voor ons een rustplaats zocht. Zo mooi als de andere groepen in v-vorm hadden gevlogen, zo chaotisch was deze groepsformatie. Ze vlogen door elkaar heen, zoals Remco zei; “sommige ganzen waren echt aan het stuntvliegen”. Prachtig om te zien hoe zo’n grote groep uiteindelijk neer strijkt. Aan de overkant van de IJssel zagen we het kerkje van Hattem, eindbestemming voor vandaag. Voordat we daar zouden komen moesten we eerst nog een hele omweg maken naar de brug bij Zwolle en dan aan de andere kant van de rivier terug lopen naar Hattem. Vanaf half april vaart er een pontje wat dan 7 kilometer lopen scheelt, toch zo’n anderhalf uur!

Rond 14.40 uur hingen we onze rugzakken weer op onze rug en klommen de dijk op. We hadden een kleine anderhalf uur pauze gehad en we hadden nog zo’n 2 uur lopen voor de boeg. Over de dijk liepen we richting Zwolle en kwamen langs een weilandje waar 4 pony’s achter elkaar aan het rennen waren. Met hun kittige draf zagen ze er grappig uit. Toen we dichter bij kwamen was het over met het rennen, ze kwamen even een kijkje bij ons nemen. Verderop bereikten we de energiecentrale die we al zo veel eerder hadden gezien. Achter het terrein lag een oud spoorlijntje welke was afgekapt. Een klein stukje verder lagen meerdere sporen van het rangeerterrein van Zwolle. Waarschijnlijk liep hier vroeger een belangrijk spoortje voor de aan- en afvoer van goederen en/of grondstoffen. Aan de zijkant was een inham van de IJssel. Het zonlicht schitterde prachtig op het water, het plompe fabriekspand aan de oever paste niet in het fraaie beeld. De rand van Zwolle lag niet ver weg en we zagen dan ook veel mensen die even een ommetje maakten en van het weer genoten. Langs de uiterwaarden liepen we over de hoge dijk. De wind raakte ons vol, we waren blij met onze extra laagjes kleding. In de beschutting en zon was het heerlijk warm maar in de wind was het toch al snel een paar graden kouder.

Volgens de routebeschrijving moesten we ergens tussen huisnummer 2 en 4 doorlopen richting de dijk. Nummer 2 en 4 zagen we maar het leek net alsof we een erf op liepen. Ook zagen we geen markering wat ons nog onzekerder maakte. Toch liepen we het erf op en stopten voor een hek. Achter het hek stonden wat auto’s en een kar. Was dit echt de bedoeling? Het hek kon open dus we probeerden het. Na de kar en auto’s kwamen we op het erf van de daar achter gelegen woningen. Het was blijkbaar wel echt de route maar we voelden ons enorme indringers. We hebben ook wel het idee dat de bewoners er wat aan doen om wandelaars tegen te gaan, door de situatie ben je al snel geneigd om toch maar anders te lopen. Maar ja, recht van overpad geldt voor iedereen gelukkig! Een stukje verderop zagen we weer een ooievaar vliegen. Nadat we eens goed keken zagen we dat er 2 ooievaars een nest hadden gemaakt in een boom langs een weggetje. De ooievaar die we hadden zien vliegen was nummer 3, een concurrent van het mannetje die al bezig was met het nest. Onder de boom stonden meerdere mensen omhoog te kijken. Het mannetje van het nest besloot dat het maar eens afgelopen moest zijn met de concurrent bij zijn nest en vloog op de ander af. Het vrouwtje volgde trouw. Met z’n drietjes zaten ze in het weiland, eerst iets afwachtend, later voegde het mannetje daad bij woord en vloog op de concurrent af. Deze nam de wieken en vloog weg, zijn belager volgde. Het vrouwtje bleef eenzaam achter in het land, wachtend op de terugkeer van haar partner.

Ook wij lieten het vrouwtje achter en vervolgden onze weg over de dijk. Nog steeds liepen we tussen de IJssel en de rand van Zwolle, in de verte zagen we de brug die we over moesten steken. Terwijl de zon nog steeds heerlijk scheen bereikten we uiteindelijk de brug. Vanaf de brug keken we terug naar waar we eerder hadden gelopen en zagen verderop de schoorstenen van de energiecentrale weer. Aan de andere kant van het water liepen we over de ventweg onderaan de dijk richting Hattem en de auto. Bij het spoor wierpen we een blik naar de overkant van de IJssel, daar hadden we een kleine drie kwartier eerder gelopen. Wat een omweg!

Uiteindelijk kwamen we om 16.45 uur aan bij de auto. Een vrouwtje sprak ons vanuit haar tuin aan. Of we van ver kwamen? Ja, we kwamen vanuit Dalfsen en hadden hier vanmorgen vroeg de auto geparkeerd. Ja, ze had al gedacht waarom die auto niet iets naar achteren had gestaan, dan had er nog een auto bij gekund. Het was niet erg hoor, ze had het zich alleen af gevraagd!! Dat is nou net iets waar we ’s ochtends vroeg, in de haast, nou niet echt mee bezig zijn, met een paar centimeter meer of minder voor- of achteruit… Gelukkig maar dat het niet erg was! We wensten elkaar nog een fijne dag en deden snel onze wandelschoenen uit. Om iets voor zessen kwamen we weer thuis, ondanks de vroege voorjaarszon toch redelijk verkleurd! En rozig, goh, we konden wel slapen… Vol moed ben ik nog aan het verslag begonnen maar heel ver kwam ik niet. Nog wel de hele berg foto’s op internet gezet zodat we daar de volgende dag de teksten bij konden zetten en een deel konden verwijderen (het waren wel heel veel foto’s…). ’s Nachts hebben we als een roosje geslapen en de volgende ochtend werden we wakker met een stralende zon. Ook een mooie dag om te lopen maar de dag ervoor was het toch beter. Zo mogen alle dagen wel zijn (misschien iets minder wind, maar ach, een kniesoor die daar over zeurt), ’s ochtends lekker fris en

 

Wil je op de hoogte blijven van onze wandelavonturen? Stuur even een berichtje via de button ‘Contact’ (bovenaan deze pagina) en we zenden een mailtje als er een nieuw verslag is.