HOME

OVERZICHT

Links en tips CONTACT GASTENBOEK

Maarten van Rossumpad

FOTO'S

 

Zaterdag 15 augustus 2009 Appels, peren en pruimen

Buren - Kesteren, 34,5 km

Zonnig, onbewolkt, heet, 14-29 °C

 

Het was een lange en hete dag vandaag, met veel, heel veel asfalt en zon. Een recht-toe-recht-aan wandeling met leuke ontmoetingen met mens en dier.

 

Vanmorgen reden we om 5.30 uur de straat uit. Het was (tot onze verbazing) nog donker, het najaar komt er al aan, de dagen worden snel korter. Om 6.30 uur parkeerden we de auto aan de rand van Lienden. Het was een graad of 14, een lekkere temperatuur om de dag mee te beginnen. We liepen de Oude Rijndijk op. De smalle en hoge dijk was afgesloten voor verkeer, we hoopten dat dat ook voor rest van de dijken zou gelden die we vandaag nog onder onze voeten zouden krijgen (maar helaas). Vanaf de dijk keken we uit op boerderijen en boomgaarden aan de ene kant en de uiterwaaarden aan de andere kant. Een holenduif riep vanuit een appelboom naar zijn partner die in de appelboom er naast zat. Aan de kant van de uiterwaarden kwam de zon op; een rode bal kleurde enkele kleine wolkjes rood en gaf de bomen van de Utrechtse heuvelrug een roze teint. De kerk van Rhenen zag er prachtig uit naast de rode zon.

Blij met het mooie begin van deze dag liepen we verder over de dijk. Het fietspad maakte een bocht om een wiel heen; een waterplas ontstaan door een vroegere dijkdoorbraak. Er zwommen wat eenden rond en we hoorden een luid gepiep. Het geluid deed aan een ijsvogel denken maar het ging veel te snel achter elkaar. We bleven staan om te kijken en zagen toen toch een blauwe flits over het water gaan. Wel een ijsvogel dus. Tot onze grote verrassing kwam er een 2e ijsvogel (daarom dus het drukke gepiep) bij en samen scheerden ze vlak over het water achter elkaar aan. Soms tipten ze het water aan, het was een geweldig mooi gezicht. Onze dag kon al niet meer stuk!

We kwamen langs nog meer boomgaarden, met prachtig rode appels en groene peren. Na de provinciale weg te zijn over gestoken vervolgden we de dijk en kwamen bij de rand van Kesteren. Hier moesten we ergens een bushalte vinden die vlak langs de route zou liggen. Op het routekaartje stond ergens in een woonwijk een teken van een bushalte en op de uitdraai van OV9292 stond dat we bij de Schenkhofstraat op moesten stappen. Ik kwam er achter dat we alweer te ver waren gelopen, we hadden eerder van de dijk af gemoeten. Terug dus maar en zoeken naar de route. Ja hoor, er was ergens een markering weg gehaald waardoor we de afslag hadden gemist. We deden een poging om de bushalte te vinden maar zagen niets. Bij een poelier ging de deur open en we besloten daar om hulp te vragen. Hij stuurde ons richting een bejaardenhuis en daarna zou ergens een bushalte zijn. We liepen snel die kant op, we hadden nog maar weinig tijd. Het was een aardig stukje en bij de provinciale weg aangekomen zagen we nog steeds geen bushalte. Toen zagen we de bus aan komen die we moesten hebben. We begonnen te rennen en te zwaaien. De buschauffeur zwaaide vriendelijk terug, maar wel met zo’n gebaar van “jammer maar te laat”. We renden achter de bus aan in de hoop dat hij bij de halte op ons zou wachten, renden de hoek om en zagen geen bus… Wel hadden we de bushalte gevonden, maar die eikel was te beroerd geweest om even op ons te wachten. Op een rustige zaterdagochtend had hij de verloren paar seconden makkelijk in kunnen halen, wat ons uiteindelijk een uur had gescheeld. Maar ja, er was niets meer aan te doen. Over een half uur zou de volgende bus komen en dan konden we op station Tiel nog een half uur wachten voor de bus naar Buren zou komen.

De bus die we hadden gemist was een gewone (grote) bus geweest, maar degene die een half uur later kwam was een 8-persoons busje. We mochten instappen zonder strippen af te stempelen (volgens Remco had de chauffeur geen stempelding bij zich). Er zaten al twee andere passagiers in het busje. We namen plaats en kwamen in gesprek met de chauffeur. Hij vroeg naar wat we liepen en we vertelden daarbij dat we de vorige bus hadden gemist. Hij zei dat hij zometeen vanaf Tiel naar het taxibedrijf zou rijden (het was namelijk een taxibusje dat ’s ochtends vroeg een paar uur voor Arriva reed) en dan konden we tot daar mee. Vanaf daar was het nog zo’n 10 km lopen naar Buren. Dat aanbod sloegen we af want we hadden al zo’n 30 km voor de boeg, 10 erbij zou echt teveel van het goede worden. De chauffeur twijfelde of het busje naar Buren wel zou rijden en vertelde dat we anders ook op een knopje op de ‘blauwe paal’ konden drukken. We zouden dan contact krijgen met de treintaxicentrale in Tilburg. Na 20 minuten konden we dan instappen en voor zo’n € 3,- p.p. in Buren worden afgezet. Fijn om te weten dat die optie er was, maar gelukkig hadden we deze niet nodig want het busje zou gewoon komen. Het was in ieder geval leuk dat de chauffeur met ons mee probeerde te denken. Hij zei dat het best druk was in zijn busje en viel even later bijna van zijn stoel toen er nog iemand bij een halte stond te wachten. Dat was een record voor hem, 5 passagiers tegelijk! Hij wist helemaal niet meer hoe hij het had toen er zelfs nog een 6e passagier in stapte, dat had hij nog nooit mee gemaakt.

Na deze leuke rit stapten we uit op station Tiel en kochten bij de kiosk een paar tijdschriften om tijdens de pauze iets te lezen te hebben. Terwijl we op de bus wachtten doodden we de tijd op een bankje in het zonnetje, met een tijdschrift op schoot en een broodje erbij. Om 9.15 uur konden we in de bus naar Buren stappen waar we een kwartier later werden afgezet. We moesten even zoeken naar de route en gingen op pad. Het stadje Buren is een mooi stadje met oude huizen en panden. De kerktoren is steenrood gekleurd, heel bijzonder. We waren hier al eerder geweest en hoefden deze keer dus niet zoveel te bewonderen en te fotograferen. Dat scheelde weer tijd. Al snel liepen we het stadje uit over een jaagpad langs de Korne. Na een paar honderd meter draaide het paadje weg van het water en leidde ons naar een weg. Voordat we bij de weg kwamen liepen we tussen verschillende struiken door waar veel juffers rond vlogen. Het waren houtpantserjuffers, prachtig glimmend groen van kleur. Ook zaten er een viervleklieveheersbeestje, een kevertje en een wants. We hebben weer wat uit te zoeken!

Over de asfaltweg liepen we verder. Het was al behoorlijk warm en de zon scheen volop. Een hond liep tussen de koeien in een weiland door. Het was (waarschijnlijk) de hond van de boerderij die controleerde of alle koeien nog gezond en aanwezig waren. Vanuit een ander weiland werden we aangestaard door 3 geiten in een kar. Ze lagen er lui en tevreden bij. Na ruim 4 km over het weggetje kwamen we bij een provinciale weg uit. We staken de weg over en liepen het dorpje Zoelmond in. Vanaf hier werd het drukker met verkeer, maar het was gelukkig niet zo druk als we hadden verwacht. Over een lange asfaltweggetje liepen we naar Ravenswaaij. Langs de weg weer boomgaarden en soms een pruimenboom in een tuin. Onder die bomen lagen veel rijpe en rotte pruimen. Remco plukte een mooie pruim van de boom. Een paar fietsers die langs kwamen riepen lachend dat dat niet mocht. Verderop kwamen we langs een kraampje waar pruimen werden verkocht. We deden geld in het potje en namen een zak pruimen mee. Ze waren lekker en hielpen goed tegen de trek die we hadden.

Bij Ravenswaaij kwamen we op de dijk langs de Lek. Aan de overkant van het water zagen we de kerken en molen van Wijk bij Duurstede. In een weiland onder aan de dijk liepen koeien en paarden rond. Een veulen stond naar ons te kijken. Toen ik met mijn tong klakte en naar hem floot begon hij naar ons te hinniken, echt heel schattig. De dijk boog af langs het Amsterdam-Rijnkanaal welke we overstaken bij de Prinses Marijkesluizen. Het was heet en we hadden zin in een korte pauze in de schaduw. We hoopten dat er bij de sluizen bankjes zouden staan en de bomen die we zagen beloofden schaduw. Maar helaas, geen bankje te bekennen. We liepen door, Rijswijk in en over de Rijnbandijk er weer uit. Op de dijk langs de Nederrijn scheen de zon genadeloos op ons, gelukkig stond er af een toe wat wind. Onze hoop op een bankje in de schaduw bleef, maar de enige vrije zitplek die we zagen stond pal in de zon. En dat was echt geen optie! Er was nergens schaduw te bekennen en het vele asfalt begon zeer te doen aan onze voeten, we hadden het zwaar en de behoefte aan een pauze werd steeds groter. Na ruim 4 km in de brandende zon te hebben gelopen kwamen we bij camping de Loswal waar ze een terras hadden. Eindelijk konden we in de schaduw van een parasol zitten en onze voeten en benen de nodige rust geven. We bestelden ijsthee en tosti’s, lekker! Toen we de tosti’s kregen hadden we ons drinken al op, dus bestelden we nog wat te drinken. Het ging er allemaal makkelijk in en het smaakte goed. Nadat we gebruik hadden gemaakt van het toilet konden we er weer tegen aan. We hadden er bijna een uur gezeten en waren weer opgeknapt. Ook al deden onze voeten zeer, die 12 km die we nog naar de auto moesten overbruggen zouden we wel redden. We hadden ons weer goed ingesmeerd en met een pet op ons hoofd hoopten we een zonnesteek te voorkomen. Het was heet, enorm heet! Zelfs de wind bracht nauwelijks verkoeling.

Verder gingen we, over de dijk. We liepen langs het dorpje Maurik met aan de andere kant van de dijk recreatiegebied ‘Het Eiland van Maurik’ waar volop watersporten werden beoefend, vooral waterskiën. We zagen een fazant de berm in lopen. Toen we op de plek aan kwamen zagen we nergens een fazant, wat had hij zich goed verstopt! Even later kwam hij toch tevoorschijn. Vlak na de fazant maakte ik een foto van het uitzicht op Maurik toen een man aan de overkant van de dijk ons aansprak. We liepen naar hem toe en hij zei dat er beneden een veel leukere foto was. We keken en zagen een ezel lopen. Ik zei natuurlijk gelijk dat het mijn lievelingsbeesten zijn en zo raakten we in gesprek. Hij bleek 6 ezels te hebben, 4 dames en 2 heren. De 2 heren stonden apart, wat verderop in een landje. We kwamen te weten:

·       dat hij wel eens op de fair bij Landgoed Mariënwaerdt was geweest met zijn ezels maar dat hij er eigenlijk geld op toe moest leggen (o.a. voor de huur van een trailer)

·       dat ezels distels erg lekker vinden ondanks de stekels

·       dat mensen hun honden vaak langs de dijk los laten lopen en ook tussen de ezels en ander vee

·       dat mensen vragen waarom de ezels tijdens een ‘evenement’ geen water hebben en dat de reden is dat de ezels niet uit een emmer of ander ding drinken maar dat thuis, in vertrouwde omgeving, weer doen. Daarnaast kunnen ze blijkbaar zelfs een paar dagen zonder water.

·       dat ezels in veel andere landen niet ouder dan een jaar of 6 worden terwijl de ezels in Nederland wel boven de 30 jaar kunnen worden (hij sprak uit eigen ervaring). En dat alleen maar omdat de beesten in bepaalde landen worden afgebeuld als werkdier. Ze zijn sterk, ja, maar soms worden ze echt maximaal overbelast en afgebeuld. Te triest…

·       dat ezels een rangorde hanteren. Eén van de ezels is ‘de baas’ maar als de eigenaar kwam was híj de baas, boven alle andere ezels.

 

Al met al, we leerden weer heel wat bij over ezels, het was een leuk gesprek.

 

Na nog zo’n 1,5 km dijk leidde de route er ons eindelijk vanaf om ons via een landweg verder te brengen. Het voordeel was dat het hier rustiger was met verkeer, het nadeel was dat de wind hier was weg gevallen en de warmte extra heftig was. We kwamen langs een weiland met schapen. Eén schaap zette het opeens op een rennen, naar een ander schaap toe. Bij het andere schaap aangekomen wierp het beest zich op de knieën en begon te drinken. Het moederschaap werd blijkbaar nog steeds ‘lastig gevallen’ door haar beide kinderen want toen we goed keken zagen we dat er aan de andere kant ook een schaap aan het lurken was. Het zag er gezellig uit.

We kwamen bij het gehucht Ganzert en keken uit naar een volgende schaduwrijke pauzeplek want het was te warm om in één keer naar de auto door te lopen. Helaas was er zeer weinig schaduw, de zon stond nog te hoog. We gingen verder over een landweg met aan beide zijden populierenbomen. De wind liet de blaadjes ruisen, een heerlijk geluid. Er bewoog een rupsachtig beest voort over de weg. Nadat we hem op de foto hadden gezet wilden we het diertje van de weg af halen voordat deze plat gereden zou worden. Aangezien de  rupsachtige redelijk grote kaken had en er vies en monsterlijk uitzag deden we dat niet met de hand. Remco pakte een stokje en haalde daarmee het beest van de weg af. Met veel kracht begon het te kronkelen, we waren blij hem niet in onze hand te hebben. Onderzoek thuis heeft uitgewezen dat het de larve van een Grote Spinnende watertor is geweest, inderdaad met zeer krachtige kaken en hij zou zelfs geluid kunnen maken! Brrrrrrrrrr, wat een engerd!

In de berm zagen we een plekje dat groot genoeg was om onze kleden neer te leggen, lekker in de schaduw. Achter ons de rustige landweg, voor ons een maïsveld. Twee buizerds vlogen rond, cirkelend op de warme lucht. In de slootjes schreven tientallen schrijvertjes over het water. We koelden weer een beetje af maar hadden het nog te warm om iets te eten of ons standaard drankje te nemen. We moesten nog zo’n 1,5 uur lopen en durfden met deze hitte niet het risico van een klein beetje alcohol te nemen. Deze keer hielden we het gewoon bij water, water en nog eens water (en een beetje cola).

Iets voor vieren gingen we weer op pad en kwamen langs nog meer boomgaarden met boompjes, doorbogen onder het gewicht van de vele appels en peren. Voorbij het dorpje Ingen kwamen we langs een ander soort boomgaard; hier stonden de velden vol met wilgen. Bij een boerderij lagen grote stapels met wilgentakken en op het erf waren mensen druk bezig met het bewerken van de takken. Een grote vrachtwagen was volgeladen met de takken. Bij een volgende boerderij stond een opa met zijn kleinzoontje. Het kereltje was luidkeels aan het brullen, grote tranen biggelden over zijn wangetjes. De opa zei op verontschuldigende toon dat de moeder van het ventje even weg was en dat hij nu een beetje in de war was. We wensten hem succes en liepen door. Even later keken we om en zagen moeder op de fiets aankomen, het kereltje was gelijk stil. Gelukkig maar.

Verderop liepen we de dijk weer op voor de laatste kilometers in de brandende zon. We hadden al gemerkt dat we door een zeer gelovig gebied liepen maar dit werd helemaal duidelijk toen er een gezin op de fiets langs kwam, het geloof straalde er vanaf: te keurige (zwart-witte) kleding en haardracht (mooi knotje), kaarsrecht op de fiets. Niets op tegen, leven en laten leven, maar het blijft ons verbazen dat het bestaat. Het zou niks voor ons zijn in ieder geval… Hier over nadenkend zagen we een stuk voor ons op de dijk koeien oversteken. Gelijk waren onze gedachtes afgedwaald van de ‘keurige’ mensen; overstekende koeien zijn namelijk veel leuker J. De koeien liepen keurig van het weiland aan de ene kant van de dijk naar de stal aan de andere kant van de dijk, in een mooie, lange rij. Alles op het gemakkie, zeker met deze hoge temperaturen.

 

Om 17.30 uur kwamen we eindelijk, moe en warm, aan bij de auto. We waren blij dat we onze schoenen uit konden doen én dat de auto half in de schaduw stond. Het was helemaal heerlijk toen we reden en de wind om ons heen woei, onze t-shirts deed wapperen en het zweet deed opdrogen. Al snel bleek dat we niet terug reden zoals we heen waren gekomen, maar ach, het maakte niet uit. We genoten van de verfrissende wind en zouden wel zien hoe de verkeersborden ons zouden leiden. Ook al duurde het een tijd voordat we op de snelweg terecht kwamen, de terugweg duurde precies even lang als de heenweg. En we zagen ook nog eens meerdere ooievaars langs de provinciale wegen.

Het was 18.30 uur toen we thuis kwamen, het was weer een lange dag geweest. Een lange, lange en hete dag. In deze zinderende hitte met alleen maar asfalt onder onze voeten en de koperen ploert boven ons hoofd was het best zwaar. Maar we hebben het gered! Een wandeling om nooit te vergeten, niet zo zeer door de ‘ontmoetingen met mens en dier’ maar vooral door de ‘extreme’ omstandigheden. En toch, hoe zwaar het ook was… we hebben weer genoten! Om met zware omstandigheden zo’n lange etappe te voltooien geeft voldoening en maakt de vreugde dat je iets hebt volbracht des te groter.

 

Wil je op de hoogte blijven van onze wandelavonturen? Stuur even een berichtje via de button ‘Contact’ (bovenaan deze pagina) en we zenden je een mailtje als er een nieuw verslag is.