Links en tips | CONTACT | GASTENBOEK |
Vollehoven – Vollehoven, ± 31 km
Sluierbewolking, benauwd, 15 – 23 °C
Gisteravond hebben we de 60ste verjaardag van Corry gevierd. Het was redelijk laat voordat we gingen slapen. Het was gisteren zo´n lekker weer dat we tot ´s avonds laat buiten konden zitten. Het was al laat toen we de ov-route voor de geplande etappe (van het Pelgrimspad) wilden uitdraaien. Een lange etappe met een lange reistijd. We besloten dat we deze etappe nu niet gingen lopen en zochten snel wat makkelijkers op. We kwamen uit op de rondwandeling die bij het Havezatenpad hoort. Geen ov dus geen stress. Wel eerst een korte nachtrust te gaan.
Dus, na een kleine 5 uur ging de wekker. We zagen het niet helemaal zitten om al wakker te worden. Het duurde dan ook even voordat onze ogen open waren en we het bed uit stapten. Om 8.00 uur reden we de straat uit. Het was de hele tijd onzeker geweest wat voor weer het vandaag zou worden. Gaande de week werden de voorspellingen steeds beter. De lucht voorspelde vanmorgen een mooie dag. We hadden er zin in. Vijf kwartier later, rond 9.15 uur parkeerden we de auto langs de route, in Vollenhove.
In Vollenhove moesten we even zoeken naar een parkeerplek langs de route. Om 9.15 uur stapten we uit en begonnen aan de wandeling. We konden de route gelijk al niet meer volgen; volgens het boekje heette de straat waar we in moesten “Achter de Hare” maar op het straatnaambordje stond “Engelse Bos”. Toch heel wat anders. De markering leidde ons echter wel dit straatje in. Verderop kwamen we de juiste straatnaam tegen. Helaas kwamen we het volgende punt van de routebeschrijving niet tegen en zagen we ook geen markering meer. Terug dus maar. We hoopten de markering terug te vinden. Op het punt waar de straat van naam wijzigde zagen we een rood-wit teken. Het straatnaambord waar de tekst naar verwees was echter niet aanwezig. Tsja, dan is een route moeilijk te volgen… Gelukkig hadden we de route weer gevonden.
Een man kwam uit zijn huisje met een bord met brood. De eenden kwamen snel naar de man toe. Hij strooide het brood voor ze neer en sprak ons aan. Hij gaf de eenden elke dag brood. Wel op het gras bij het water, niet in zijn eigen voortuin i.v.m. alle stront. Als hij na het voeren weer naar binnen ging liepen de eenden vaak in een rijtje achter hem aan. We wensten elkaar een fijne dag toe en gingen verder.
We lieten het keurige buurtje achter ons en liepen richting het oude centrum van het dorp Vollenhove. Al vrij snel moest Remco even stoppen om zijn sokken goed te doen. We kwamen bij een bankje aan een oude slotgracht. Hier was een klein watervalletje gemaakt. Eenden kwamen aangezwommen in de hoop wat brood te krijgen. We hadden geen brood over dus hadden ze pech. Door een parkachtig bos kwamen we bij de ruïnes van Havezate Toutenburg, aan de andere kant van de gracht. Remco zag een ijsvogeltje langs vliegen. Vlak nadat ik het vogeltje had gespot verdween deze om de hoek. De vele eenden bij de steiger van de ruïne bleven gewoon zitten. We gingen even op een bankje zitten in de hoop het ijsvogeltje nog te zien, maar helaas.
Ook hier liet de routebeschrijving een steekje vallen, we misten een paar aanwijzingen maar vonden toch het juiste pad. Nu kwamen we bij het oude gedeelte van Vollenhove. Heel leuke oude huisjes, een mooi oud raadhuis ofzo en meerdere mooie kerken. Bij de laatste kerk waar we voorbij kwamen hoorden we het gezang van de psalmen. Bij de haven was de beschrijving wederom niet duidelijk. Probleem daarbij was dat er hier meerdere LAW’s liepen waardoor we dus overal de rood-witte markeringen zagen. Na even zoeken liepen we de juiste kant weer op. De route ging langs het water van het Vollenhover meer. Naast het prachtig gekleurde riet dat meedeinde op de wind zagen we een grote vlucht aalscholvers. Honderden aalscholvers kwamen aan en over gevlogen, een prachtig gezicht.
We kwamen langs maïsvelden, het maïs stond hoog en was nog net niet rijp. Het zonnetje probeerde door de sluierbewolking heen te komen. We kwamen bij het buurtschap Moespot, met natuurlijk een kroeg, genaamd “De Moespot”. We volgden een weggetje langs boerderijen. Het waren heel mooie woonhuizen die bij de boerderijen hoorden. Jammer genoeg werden we geteisterd door veel auto’s. Ook veel fietsers maar daar heb je eigenlijk geen last van. Ergens langs deze weg schijnt Evert van Bentum te hebben gewoond (2x Elfstedentocht gewonnen), we hebben niet ontdekt welke boerderij dat was. Ook niet belangrijk verder.
In een weiland stonden en lagen meerdere geiten, twee heel ondeugend boven op een kar. Het viel ook op dat er regelmatig boomgaarden waren. Aan één boom hingen prachtig rode appels, bijna paars. Vlak na deze mooie appels kwamen we bij een landje waar mijn favoriete beesten liepen; ezels! Er zat een sloot tussen ons en de ezels maar iets verderop konden we bij het hek komen. We riepen de ezels en ze liepen gelijk achter ons aan. Twee van de drie ezels waren wat opdringerig maar het oude ezeltje was echt heel erg lief en wilde graag een paar aaien.
Vlak voor het dorp Sint Jansklooster namen we een korte pauze op een bankje om even een broodje te eten. Toen we iets later door het dorpje heen liepen werden we verrast door ‘versierde’ straten; overal lagen, stonden en hingen spinnen, spoken, vleermuizen etc. Het bleek dat hier gisteren een bloemencorso was geweest en dat er dus blijkbaar ook een wedstrijd was geweest voor de leukste straat. Ik wil er wel bij opmerken dat je in een dorp met zo weinig straten een grote kans maakt om een prijs te winnen! Na deze ‘halloween’straat kwamen we langs de eerste kar voor vandaag die met het bloemencorso had mee gedaan. De kar was al aardig gesloopt en van bloemen ontdaan maar we denken dat het iets van een wereldbol was met nog iets… Nu snapten we in ieder geval waarom al die bloemenhoofdjes op de weg lagen.
In de volgende straat hadden ze als thema “vroeger’ genomen. Er stond een houten kruiwagen met turf en huizen waren omgedoopt tot slager, gevangenis, kroeg etc. We kwamen weer langs een praalwagen maar snapten ook bij deze net niet wat het voorstelde. Het zag er wel prachtig uit. Verderop kwamen we langs het gehucht ‘Poepershoek’. Ja, echt waar! Het woord ‘poepers’ zou afgeleid zijn van het Duitse woord ‘bube’, wat ‘jongens’ betekent. Hiermee werden de seizoensarbeiders uit Westfalen bedoeld, die vroeger veel werkten in Oost Nederland als veenarbeiders. Ons maakte het niet uit, wij dachten alleen maar “Hoe vaak kom je in Poepershoek???”.
We kwamen langs nog meer praalwagens. Het was indrukwekkend om te zien hoe ze met bloemen zoiets moois kunnen maken.
Het drukke asfaltweggetje kwam uit bij de provinciale weg bij De Krieger. Hmmm, hier klopte iets niet… Het bleek dat de routebeschrijving wederom niet duidelijk genoeg was geweest. Nu hadden we ongeveer 1,3 km gelopen, daarmee een stuk van bijna 10 km overgeslagen, en waren al weer vlak bij de auto. Dat was even balen… We hadden er geen zin in om nu al naar de auto te gaan. Moesten we dan terug lopen? Het bleek dat we wel weer op de route stonden; als we linksaf de dijk op zouden gaan konden we de missende kilometers lopen. We moesten daarna wel weer hetzelfde weggetje lopen als we net per ongeluk hadden gedaan. Remco rekende snel uit hoe lang we over dat stukje hadden gelopen. Vijftien minuten. OK, maximaal 1,5 km, dat was te overzien. Het betekende dan echter wel dat we dus zo’n 3 km extra zouden lopen in totaal. We kozen er desondanks toch voor om het hele rondje te lopen, het was immers lekker weer en anders zouden we wel een heel korte wandeling hebben.
We liepen de grasdijk op die al snel overging in een fietspad onderaan de dijk. We keken uit op het water van het Zwolsche Diep en het daarin gelegen ‘vogeleiland’, een voor mensen ontoegankelijk gebied, tevens een belangrijk broed- en foerageergebied voor roofvogels, karekiet en steltlopers. Volgens het boekje. Wat zagen wij allemaal? Een ijsvogel (2e deze dag), twee puttertjes, zwanen, aalscholvers en meerkoeten. Zoiets. Denk dat we ook wel meerdere kiekendieven hebben gezien maar dat weet ik niet helemaal zeker. Op de hoek van het gebied waar we doorheen liepen zijn we lekker gaan zitten. Het was zo’n mooi plekje, stil en met een prachtig uitzicht, we moesten hier gewoon een pauze houden. Het stomme was dat dit precies de plek was waar we onze grote pauze hadden willen houden als we de juiste route hadden gevolgd. Doordat we verkeerd waren gelopen kwam dit plekje nu veel te vroeg. Het zonnetje kwam een beetje door en we genoten van het uitzicht en de stilte. Het was heerlijk, we konden allebei wel in slaap vallen. Helaas, we moesten weer verder. Een aantal van de schapen die verderop op de dijk liepen hadden zich door een hek gewurmd en kwamen onze kant op. Ik moest best wel nodig piesen en hier moest het wel kunnen. Ik voelde me iets onrustig door de boten die links achter het riet voorbij kwamen en de verhoogde weg verderop aan de rechterkant maar het moest echt. Vanaf die afstand en met al dat riet zou waarschijnlijk niemand me zien. Ik was nog niet klaar of er kwam een stel met een hond aangelopen. Ik was echt net op tijd geweest!
Het pad ging verder tussen de schapen door. Een stukje verderop lag een dood schaap, midden op het pad op de dijk. Bah, bah, bah. Wel zielig voor het schaap. Het zag er niet vies uit, hij lag er vrij relaxed bij, maar we liepen wel naar de onderkant van de dijk om het schaap te passeren. We kwamen ter hoogte van Genemuiden. Het pontje vaarde heen en weer. Wij liepen langs de veerhaven, verder naar Zwartsluis. Hier liepen er koeien op de dijk. Het paadje was hier wel wat breder als bij de schapen, maar de koeien waren ook wel wat groter… En nieuwsgierig… Als er een hek tussen zit vind ik het leuk als ze naar me toe komen, zonder hek voelde ik me best kwetsbaar. We hielden zo veel mogelijk afstand maar verderop werd het pad over de dijk volledig geblokkeerd door twee koeien. De dames gingen niet aan de kant toen we dichterbij kwamen dus kozen we ervoor om de dijk af te gaan en een stukje verder er weer op te klimmen. Weer terug boven op de dijk draaiden de dames zich om. Ze bleven ons nakijken.
We bereikten de rand van Zwartsluis en liepen verder over een, nog steeds zeer druk, asfaltweggetje. Het vele asfalt begonnen we te voelen aan onze voeten. We waren moe en toe aan een pauze. Eerst moesten we nog de anderhalve kilometer lopen die we vanmorgen ook al hadden gedaan. We zagen een ooievaar rustig in het land lopen, op zoek naar prooi. De laatste praalwagen die we vanmorgen hadden gezien stond er nu ook nog. Deze keer stond er een grote beker bij.
Eindelijk, eindelijk, kwamen we bij het punt waar we er vanmorgen achter waren gekomen dat we fout waren gelopen. Nog even en we konden onze moeie benen en gevoelige voeten rust geven. We liepen over het betonnen fietspad en vonden een stukje verderop een mooi plekje op de graskant van de dijk met uitzicht op het water van wederom het Zwarte meer en het vogeleiland. Nu aan de andere kant van het water en eiland. We zagen om ons heen de lucht wat donkerder worden maar we hielden het droog. Er vielen wel een paar spatjes, maar als er meer dan zes ons hebben geraakt is het veel.
Na ruim een half uurtje waren we er klaar voor om aan de laatste kilometers te beginnen. We kwamen langs de Kadoelersluis, de keersluis tussen het Zwarte water en het Vollenhoverkanaal. Hier werd in 1937 begonnen met de aanleg van de dijk om de Noordoostpolder. Een klein stukje verder liep de route tussen een weiland en een maïsveld door. Aan het eind stonden er koeien en een boer. We zeiden elkaar gedag en liepen het pad af richting de boerderij. De boer liep naar zijn koeien. Over het erf kwamen we op de toegangsweg. Aan het eind hiervan kwamen we bij de drukke weg die we al een paar keer waren overgestoken. Nog een paar kilometer en we zouden bij de auto komen.
De route ging over het landgoed van havezate Den Oldenhof. Het pand stond jammer genoeg in de steigers, wat het mooie plaatje volledig af deed. Er stonden aardig wat paddestoelen in de bermen langs het smalle zandpaadje maar we hadden geen energie meer om er bewust naar te kijken. We wilden alleen maar door lopen en bij de auto komen. Vlak voor de bebouwde kom van Vollenhove kwamen we langs de laatste praalwagen van vandaag, twee draken. Erg mooi.
Om 18.00 uur kwamen we eindelijk aan bij de auto. We hadden deze lange etappe in een rustig tempo gelopen, hadden genoten van het lekkere weer en de mooie omgeving. Het was wel een wandeling met erg veel asfalt, dat was een beetje jammer.
We zijn naar een snackbar in Vollehoven gereden en hebben een patatje gehaald. Om iets voor half zeven begonnen we aan de reis naar huis. Al snel kwamen we op de snelweg in een flinke regenbui terecht, die iets later een wolkbreuk werd. Toch waren we een uurtje later al weer thuis.
Het was een lange en best vermoeiende dag maar het was het wel waard.