Links en tips | CONTACT | GASTENBOEK |
Licht bewolkt tot zonnig, ± 20 °C
De wekker ging vanmorgen heel vroeg, in ons vakantiehuisje in Holten. We hadden een redelijk lange etappe gepland en wilden dus op tijd weg. Rond 6.30 uur liepen we naar de bushalte waar we nog even moesten wachten tot de bus kwam. Om 7.05 uur stapten we in de bus. De meeste mensen waren aan het hoesten en proesten, de buschauffeur rochelde het hardst van allemaal. Om 7.25 uur kwamen we aan bij Station Goor. Vanaf hier zouden we naar het huisje lopen.
Er zat regen in de lucht en het was nog een beetje frisjes. Volgens de routebeschrijving moesten we perron 2 helemaal af lopen en daar door een paar hekjes gaan. Het perron stond vol met mensen die naar hun werk gingen en veel schoolkinderen die voor de eerste dag weer naar school moesten. We wurmden ons tussen de mensen door en liepen het perron af. De route ging door een klein parkje waarna we in een luxe woonwijk terecht kwamen. We staken het Twentekanaal over en moesten hier direct een smal paadje naar beneden nemen. We konden het paadje niet ontdekken. We bekeken de kaart en besloten om iets verder door te lopen, dan zouden we de route weer op kunnen pakken. Voor we bij de route kwamen moesten we een drukke weg oversteken en de andere kant van een droge greppel bereiken. Toen dat was gelukt liepen we weer op de route.
We liepen nu over het landgoed van Havezate Weldam. Over een zandpad liepen we richting Diepenheim. Het begon al wat warmer te worden, op een bankje in het bos stopten we even om onze trui uit te doen. Wat verderop kwamen we op het terrein van Havezate Nijenhuis. Over de zichtlaan van de Havezate liepen we rechtstreeks naar het centrum van Diepenheim. Het leuke en oude centrumpje van Diepenheim waren we, na een paar foto’s van de leuke pandjes, al snel gepasseerd. Een klein stukje buiten het dorp namen we een korte pauze. Aan het eind van het paadje waar we aan een picknicktafel zaten zagen we kalebassen liggen. Ik verheugde me er al op om te kijken en eventueel wat te kopen. In onze wandelportemonnee zat in ieder geval genoeg kleingeld. We zochten twee mooie kalebassen uit terwijl de boerin een paar courgettes kwam neerleggen. We maakten een klein praatje, ze zei dat ze altijd een herfstschaal opmaakte met kalebassen. We rekenden af en gingen verder met de route. Aan de ene kant van het zandpad waar we over liepen lagen maïsvelden, aan de andere kant een drassig gebiedje. In de berm langs het volgende zandpad zagen we een aantal rupsen, wit met zwarte stipjes. Na een paar foto’s liepen we verder en struikelden bijna over een klein padje dat voor onze voeten overstak.
Verderop kwamen we langs een vroeger tolbord waarop stond hoeveel cent je moest betalen als weggeld, voor een kar, een koe,een schaap of een varken. Grappig. Al verder lopend bereikten we het Twentekanaal. We dachten van te voren dat we op het pad langs het kanaal een leuk uitzicht over het water zouden hebben maar helaas stonden er allemaal bomen en struiken tussen ons en het kanaal. Over het fietspad liepen we verder. Waar de route naar rechts afsloeg liepen wij iets door om een korte pauze te nemen bij twee picknickbankjes iets verderop. Hier liep een half vervallen trappetje naar beneden, naar een steigertje aan het kanaal. Er was weinig te zien. Op dit punt wordt de Schipbeek onder het Twentekanaal doorgeleid maar dat was eigenlijk niet echt te zien. Tijdens deze pauze zagen we een paar mooie vlinders en kwam er een grote boot voorbij op het kanaal. We pakten onze spullen weer en liepen terug naar de route. Vanaf hier kwamen we al snel op een pad langs de Schipbeek terecht. Het zonnetje scheen en we kregen het best warm. Het eerste gedeelte kozen we er voor om boven op de dijk langs de beek te lopen, zo hadden we een mooi uitzicht over het polderlandschap waar we langs liepen. Aan het eind van de dijk bleek dat we er beter voor hadden kunnen kiezen om onderlangs te lopen want ons pad werd versperd door grote hopen hooi. Toen we niet meer verder konden moesten we ons van het steile dijkje naar beneden werpen. Zonder blessures konden we verder. Aan de overkant van de asfaltweg kozen we er nu voor om het pad onderlangs de dijk te volgen, dicht langs de beek. De wind ruisde door het blad van de populieren, een erg prettig geluid. We kwamen bij iets van een vistrap en zagen daar een ijsvogeltje vliegen. Eerst vloog het vogeltje van ons af om daarna om te draaien en weer langs ons te komen. Even ging het ijsvogeltje op een ketting tussen twee paaltjes zitten maar vloog voor ons te snel weer weg, uit ons zicht. Na even wachten gingen we verder. Een boomvalk vloog al ‘roepend’ over. Een klein stukje verder zagen we nog een ijsvogeltje. Deze liet zich telkens weer zien, we konden hem mooi bewonderen.
Na dit prachtige vogeltje verlieten we de Schipbeek en liepen door een bosje verder richting Markelo. Over een zandpad liepen we de Markelose berg op. Richting het dorp kwamen we langs een kleine wijngaard. De rode druiven waren goed van kleur en ook de witte druiventrossen zagen er erg goed uit. Het uitzicht op het dorpje onder ons was mooi.
De route leidde ons snel langs de rand van Markelo terwijl we uitkeken naar een lekker pauzeplekje. We waren aan het begin van de wandeling langs erg veel bankjes gekomen, we waren er bang voor dat de bankjes ook deze keer weer ‘op’ zouden zijn als we er eentje nodig hadden. En ja hoor, we liepen kilometers zonder ook maar een bankje, of geschikt plekje voor ons kleed, tegen te komen. Gelukkig wisselde de route af, we liepen over zandpaden en verharde paden. Vlak voor we bij de heide van natuurreservaat ‘De Borkeld’ zouden komen, waar we een plekje voor onze pauze hoopten te vinden, kwamen we langs een houten hutje, half open, met daarin een tafel en plastic tuinstoeltjes. Je kon hier als voorbijganger even pauzeren. Het was een ideale plek voor als het regende of als er een koude wind stond, maar met dit weer hadden we ons er erg opgesloten gevoeld. Ook het uitzicht was niet geweldig dus namen we de gok om door te lopen tot de heide. Het was zwaar om met onze loden benen verder te gaan maar kozen er toch voor. Ook zaten er allemaal kleine steentjes en dingen in mijn schoenen die zeer deden aan mijn voetzolen. Remco kreeg intussen last van een blaar. We hadden het flesje water al even geleden leeg gedronken en waren van plan een nieuwe te pakken als we pauze zouden nemen. Dit duurde helaas wat langer dan we hadden verwacht. Toen we eindelijk het paadje langs de hei bereikten zag ik al heel snel een klein plekje waar we best ons kleed konden neer leggen. De kleine heideplantjes die daar stonden zouden ons niet te veel hinderen. Het kleed paste precies op het kleine stukje en vermoeid zakten we door onze knieën om op het kleed te gaan zitten. Het was heerlijk. Het zonnetje scheen soms wel en soms niet. We hadden een lekker drankje en bolletjes die we belegden met makreel in tomatensaus. Nadat we voldoende waren uitgerust begonnen we aan het laatste stuk naar het huisje. We bleken voldoende opgeknapt om dit nog te overbruggen. Om 15.15 uur kwamen we aan bij het huisje.