Links en tips | CONTACT | GASTENBOEK |
Zondag 7 september 2008 Rectum
Nijverdal - De Borkeld (Rijssen), ± 28 km
Licht bewolkt, soms zon, op het laatst wat miezerregen, ± 20 °C
Na een korte en onrustige nacht (zus werd 30 en vierde dat met 3 vriendinnen en een avondje uit, terwijl wij op bed lagen gingen de dames zich vrolijk optutten, er kwam pas rust toen ze weg waren) stapte ik rond 5.30 uur de tuin in. Corry bracht ons naar station Nijverdal. Om 7.10 uur stapten we uit en liet Corry ons achter. We moesten even goed kijken welke kant we nu op moesten. Het bleek dat we aan de andere kant van het spoor de route zouden vinden. We liepen via een parkachtig gedeelte weg van het dorp Nijverdal, gaven een aai aan een paar paarden die speciaal naar ons toe kwamen en staken iets verderop middels een bruggetje de Regge over. Op de weg zagen we, vlak na elkaar, twee dode hoornaars liggen. Gelukkig zijn we geen levende tegen gekomen.
Over een zandpad langs het spoor liepen we naar het Notterveen. Het begin van het pad door het Notterveen leidde ons eerst tussen een maïsveld en een berkenbosje door. De opkomende zon zorgde voor een mooie, zilver gekleurde lucht boven het maïs. Het gebied werd geleidelijk wat natter, langs het pad groeide veel zonnedauw en veenpluis. We zagen een paar (waarschijnlijk) paapjes en kwamen langs een aantal vogelaars. Er stonden veel paddestoelen langs het pad. Iets verderop namen we een korte pauze op een bankje bij de schaapskooi. Het was een beetje frisjes dus duurde het niet al te lang voordat we weer verder gingen. We liepen nu over een ander pad door het Notterveld, bijna parallel aan het pad wat we daarvoor hadden gelopen, weer terug naar het pad waar we toen het Notterveen waren ingeslagen. We zagen nu een vlucht vogels, kleine eenden ofzo, die in het hoge gras neer streken, waarschijnlijk in een plas. Op de heide zagen we ook een paar vogels zitten waarvan we vermoeden dat het Roodborsttapuiten waren. De route leidde ons onder het spoor door waarna we een drukke weg moesten oversteken. Gelukkig was het nog redelijk vroeg en viel het met de drukte enigszins mee. We liepen een stuk langs bos en akkers. Het waren veel onverharde paden, niet verkeerd. Voordat we via het erf van een boerderij de route vervolgden stopten we even bij een hek waarachter twee varkentjes, wat geiten en wat vogels zaten. De varkens en geiten kwamen kijken of er iets te bietsen viel bij ons. De zanderige varkens kregen geen aai en de ondeugende geiten waren te beweeglijk om te aaien.
Aan de rand van het buurtschap Notter namen we een korte pauze aan een picknickbank bij het ’t Diepvrieshuuske, een klein hutje waar een onbemand informatiecentrumpje was; er hing wat info aan de muren en er stond een ‘molen’ met folders. Een spinnenweb met daarin een grote kruisspin probeerde de toegang te versperren. We liepen verder, Notter uit, en staken een wederom drukke weg over. Aan de overkant liepen we het buurtschap Rectum in. Rectum, nou vraag ik je…???!!! Het eerste huis waar we langs kwamen was echt een kast van een huis met een megagrote tuin en drie dikke auto’s voor de deur. Als je zoveel geld hebt ga je toch niet in Rectum wonen? Op de landweg waar we overheen kwamen zagen we meerdere coloradokevers lopen, mooie beestjes om te zien maar wel een plaag voor gewassen. Op een onverhard pad het dorp uit zag Remco een dode grote groene sabelsprinkhaan liggen, echt groot! Vast ook een plaag voor gewassen.
Nadat we het laatste huis van het wereldse Rectum achter ons hadden gelaten kwamen we bij de oever van de Regge. Het uitzicht op het water werd belemmerd door struiken en bomen. Tussendoor zagen we soms een plukje water maar het viel ons een beetje tegen. Nadat we weer een drukke weg waren overgestoken volgden we een pad aan de andere kant van de Regge. Hier hadden we een beter zicht over het water, op de plekken na die met riet waren begroeid. We volgden de Regge tot een olie- en pelmolen uit 1752, Pelmolen Ter Horst. Het was een mooie molen om te zien, bovenop een boerderij met een schattig huisje ernaast. In het watertje voor de molen lag een Enterse Zomp, een boot waarmee vroeger veel over de Regge werd gevaren. Van alle zompen was er geen één meer over dus hebben ze deze, de Regt door Zee, in 1987 nieuw gebouwd. De route leidde ons nu door een bosachtig park langs de rand van Rijssen, We waren moe en zagen uit naar een pauzeplekje. Het pad ging door het ‘Hollands Schwardzwald’, genaamd naar de vele heuveltjes in het bos. Nou, die heuveltjes voelden we wel in onze benen en aan onze voeten. Net onder Rijssen stond er een bankje voor ons klaar, lekker op een zandpad in het bos. Het was heerlijk om even bij te kunnen komen. Na een half uurtje begon het zachtjes te spetteren. De bladeren van de bomen lieten niet veel door dus we bleven redelijk droog. We pakten onze spullen en gingen voor de laatste kilometers.
Het pad bracht ons langs de spoorloods “Rijssens Leemspoor”, een smalspoormuseum. We keken door het hek naar de oude locomotieven en wagons en gingen toen toch maar verder. Het regende nog steeds maar nog niet zo hard dat de bomen ons niet droog konden houden. Over meerdere heuveltjes liepen we op onze vermoeide benen verder. In een ‘kuil’ kwamen we langs een boom, bestaande uit twee hoofdstammen, bijna doormidden gespleten door een dennenboom die om was gevallen. Over een viaduct staken we, net naast het ecoduct ‘De Borkeld’, de A1 over. Aan de andere kant van de snelweg kwamen we door een gebiedje met o.a. jeneverbessen. Er stond een steen met een gedenkplaatje voor de ecoloog Jan Barkman welke de ingenieurs die met de aanleg van de A1 belast waren ervan heeft overtuigd dat de snelweg niet door dit gebied mocht gaan maar er met een bocht om heen gelegd moest worden. Gelukkig is dit bijzondere stukje natuur nog steeds bewaard gebleven.
We liepen verder, richting het eindpunt van onze etappe. We kwamen bij het punt waar we de vorige wandeling waren gestopt en namen de route naar huis. Het geluid van de snelweg vergezelde ons. Nogmaals staken we de A1 over en kwamen om 14.15 terug bij het huisje.