Links en tips | CONTACT | GASTENBOEK |
Zondag 21 september 2008 Kat op bezoek
Ommen – Nijverdal, 30,8 km
Bewolkt, soms wat zon, 8 – 16 °C
Na een zeer korte nacht hadden we vandaag een lange, lange dag voor de boeg. Gisteravond waren we naar het theater geweest, om 11.15 uur gingen we naar bed. Het duurde even voordat ik in slaap omdat er bij één van de achterburen een feestje was. Ze zaten gezellig buiten en hadden het goed naar hun zin.
Om iets voor vijven echter zaten wij al in de auto, niet helemaal fris en fruitig, maar wel met veel zin in de komende wandeling.
Het was nog pikkedonker toen we van huis weg reden en toen we om 6.30 uur aankwamen in het buurtschap Schuilenburg (nabij Hellendoorn) was daar nog niet veel aan veranderd. In het donker zochten we een parkeerplaats. We vonden deze bij restaurant Schuilenburg, een vage parkeerplaats tussen bossages, een lugubere plek zo in het duister. We deden rustig aan, in de hoop dat het snel lichter zou worden. Na een minuut of tien konden we vaag de omgeving zien en gingen we op pad. We kozen direct een verkeerd pad. Hier kwamen we gelukkig snel achter omdat het pad dood liep op een uitzichtpunt. We keerden om en vonden de juiste route. Het was mistig. Op de heenweg hier naar toe hadden we een paar flinke mistbanken gehad, niet echt heel prettig. De mist tijdens het lopen was veel beter te doen, het gaf het ons omringende landschap een mysterieuze uitstraling.
Vandaag zouden we beginnen met het lopen van 8 kilometer, van Schuilenburg naar Nijverdal, om daarna met de trein naar Ommen te gaan. Vanaf daar zouden we dan weer naar de auto lopen. De trein konden we één keer per uur nemen dus we moesten eigenlijk wel op tijd zijn om de eerste trein van 8.30 uur te halen. We hadden ruim een uur en drie kwartier om de acht kilometer te lopen en kaartjes voor de trein te kopen. Het begin ging wat moeizaam door de schemering. Gelukkig hadden we een zaklamp bij ons. De route ging over een graskade langs de Midden Regge. Er zaten best wat molsgangen en kuiltjes in het pad dus we moesten opletten waar we onze voeten neer zetten. Gelukkig werd het snel lichter en konden we het pad beter zien. De route liep langs het water van de Midden Regge. Door de mist was het een bijzonder mooi begin van de dag en waren de spinnenwebben aan het prikkeldraad erg mooi om te zien.
Bij een stuw met vistrappen staken we over naar de andere kant van het riviertje. In 2002 is hier een overtoom gemaakt met een sleepmechaniek zodat de Enterse Zomp over de dam getrokken kan worden. Op deze manier blijft het toch mogelijk voor de schuit om de stuw te passeren. Ongeveer een kilometer verderop was de route gewijzigd. Deze keer hadden we de wijzigingen wel op internet opgezocht en waren dus op de hoogte. Helaas bleek deze wijziging al niet meer van toepassing was; de situatie was intussen al weer veranderd. Door een nieuwe rotonde en een nieuwe brug over de Midden Regge heen moesten we even zoeken. We klauterden de rotonde op en bekeken de situatie. Markering was op dit punt niet meer aanwezig. De brug was afgesloten. We hadden echter geen andere keus dan over de brug te gaan. Zondagochtend voor acht uur, geen kip op straat, geen werkzaamheden. Een verlaten brug. Nog niet helemaal af, zonder relingen, maar wel geasfalteerd. Beloopbaar dus. We liepen tussen de hekken door de brug op en konden aan de overkant door een smal stukje tussen een hek en een tuin door. Op het punt waar we nu stonden hadden we vanmorgen in alle vroegte met de auto gestaan. Heel leuk, zo’n route van de ANWB, maar niet als je weg opeens versperd blijkt te zijn. We reageerden dan ook nogal verbaasd toen we niet verder konden naar onze gekozen parkeerplek. Met behulp van een paar kaarten vonden we toen gelukkig snel een andere route naar onze bestemming. Nu bleek dezelfde versperring dus wederom voor oponthoud te zorgen. We hadden dit obstakel gelukkig zonder veel moeite kunnen passeren, we konden weer verder met lopen.
We hoefden niet ver meer te lopen voordat we bij het station zouden komen maar het duurde ook niet lang meer voordat de trein die wij nodig hadden zou vertrekken. Ook al hadden we een licht gehaast gevoel, we bleven de tijd nemen om te genieten van alles waar we langs kwamen. Dan zouden we eventueel maar een uurtje later de trein nemen. Misschien zonde van de tijd maar we willen toch altijd zoveel mogelijk proberen te genieten tijdens een etappe.
De route leidde ons door het natuurgebied van het Gagelmansveentje, een drassig en moerassig gebiedje. Hier werd ons genieten voor een deel belemmerd door het hoge en bedauwde gras dat over het smalle paadje hing. We hielden er allebei een behoorlijk natte broek aan over. Ik iets meer nat omdat ik voorop liep en de meeste dauwdruppels al had opgenomen voordat Remco langs kwam. Ook hier was de omgeving zeer mysterieus door de mist. Het was een prachtig gezicht, een mooi decor voor een spannend verhaal. We worstelden ons door het natte gras en kwamen wat later op drogere grond. Via een parkachtig bos bereikten we de rand van Nijverdal. De routebeschrijving, markering en omgeving deden ons bij een parkeerterrein meerdere malen twijfelen over en zoeken naar de route. Niet echt prettig als je nog maar weinig tijd hebt om je trein te halen…
Het zat ons vandaag mee; we waren precies op tijd bij het station om onze kaartjes te kopen en op het juiste perron te gaan staan. We verbaasden ons er over hoe druk het was op het station, op zondagochtend 8.30 uur. In Nijverdal nota bene! Vooral druk met oudere mensen. Achteraf denken we dat dit misschien te maken had met de 50+ beurs en/of herdenkingen in Arnhem en omgeving.
In ieder geval, we waren dus op mooi op tijd voor de trein. Om iets voor negen uur kwamen we aan op station Zwolle. Hier kochten we een broodje (erg lekker) bij een broodjeszaak op het station en zochten een zitplekje op het perron waar onze volgende trein zou komen. Eigenlijk stond de trein er al maar we hadden geen zin om al binnen te gaan zitten, het zou immers nog zo’n 20 minuten duren voordat de trein zou vertrekken. Een paar minuten voor vertrek zochten we een zitplaats op in de trein die ons naar Ommen zou brengen. Het was lekker rustig in de coupé. Totdat er opeens een paar gezinnen met koters het treinstel in stapten. In één klap was het gedaan met de rust. We konden niet wachten tot we weer uit konden stappen. Een klein half uurtje later was het zover. Om 9.45 uur stapten we uit op station Ommen.
Via het landgoed van Havezate Het Laer namen we steeds meer afstand van Ommen. We kwamen langs leuke (vakantie?)huisjes midden in de bossen. Verderop raakten we de route even kwijt. In de omschrijving moesten we langs De Blokhut lopen. De markering snapte ik niet helemaal bij de tekst. Op dit stukje van de route kruisten we twee andere LAW-paden. Verwarring alom. Maar het werd nog verwarrender; bij De Blokhut aangekomen bleek dit te zijn afgehuurd door één of andere vage groep. Er werd met ‘zwaarden’ gevochten, er liepen geschminkte en verkleedde mensen rond, heel vaag allemaal. Heksen, tovenaars en ridders??? Het kwam er op neer dat we de route kwijt waren terwijl we in één of andere bijeenkomst terecht waren gekomen. Ik wilde in ieder geval zo snel mogelijk bij deze bijeenkomst vandaan. Het gekke is eigenlijk dat ik me bekeken voelde, als simpele wandelaar met rugzak die de weg kwijt is. Ik voelde me bekeken, terwijl zij eigenlijk de moeite van het bekijken waard waren, en niet wij. Ze keken ook vast niet naar ons, maar toch. Ik keek ook niet naar hen. Ik wilde alleen maar dit vreemde tafereel verlaten en de juiste route terug vinden. We hadden natuurlijk ook een praatje kunnen maken maar daar had ik niet echt de behoefte aan. Gelukkig vonden we de route al vrij snel terug. We kwamen langs nog een aantal vakantiehuisjes en lieten toen alle drukte achter ons.
Ons volgende ‘obstakel’ was een paadje langs de Beneden Regge. Het smalle voetspoor stond vol met brandnetels, niet echt lekker om doorheen te lopen, zelfs niet met lange pijpen. Onze wandelbroeken zijn maar dun, we wilden het er niet op wagen. We besloten het ernaast gelegen bospaadje te nemen en kwamen iets verderop uit bij een splitsing naar het ‘brandnetelpad’ toe. Vanaf hier was het weer een goed beloopbaar voetspoor dus we volgden het pad langs de Regge. Wat verderop verlieten we het water en liepen we het bos weer in. Op twee boomstronken zagen een aantal mooie biefstukzwammen. We kwamen langs het kasteel van Havezate Eerde. Een mooie gracht lag om het kasteel heen, met aan de voorzijde een muur. Op het pad langs de gracht aan de zijkant van het kasteel stonden heel veel vliegezwammen en eekhoorntjesbrood.
Vele foto’s later en een stukje verderop kwamen we langs een stelletje (jonge) koeien. Ze waren, zoals de meeste koeien, erg nieuwsgierig, maar dit stel was niet echt bang voor ons. We konden ze voorzichtig aaien. De route bracht ons weer naar de Beneden Regge. We kwamen op de dijk door ons tussen een smalle opening tussen twee afrasteringen door te wurmen. Er zouden meerdere van deze onhandig smalle passages volgen. Op de dijk aangekomen merkte ik op dat dit echt een gebied was voor ijsvogeltjes. Nog geen twee minuten later hoorde, en zag, Remco een ijsvogeltje. We zagen de blauwe flits over het water langs de oever scheren. Daarna was ie verdwenen.
Intussen was de mist verdwenen en begon het zonnetje voorzichtig door de wolken heen te breken. We kregen het warm en trokken een paar laagjes met lange mouwen uit. De route volgend kwamen we op een gedeelte waar twee paarden liepen. Eén van de twee paarden, de grootste, kwam op ons af. Na een kleine aai over de neus begon hij gelijk te flamen. Het paard was erg gezellig, tot het moment dat we verder wilden. Het paard was opeens vol aandacht voor onze rugzakken en liep al happend achter Remco aan. Remco, niet erg dol op paarden, wist niet hoe snel hij weg moest komen. Toen het paard dat door had, en zag dat ik een foto aan het maken was, kwam hij snel naar mij toe, z’n tanden al klaar om te happen. Hij was groot en ik was klein… maar ik was de baas! Om dat duidelijk te maken stak ik mijn handen in de lucht en maakte een geluid. Het paard steigerde een beetje en bleef daarna beduusd staan. Vlug gingen we verder, het briesende beest achter ons latend. Paard nummer twee was een stuk kleiner en ouder, deze keurde ons niet eens een blik waardig. Een aantal smalle passages later kwamen we nog twee paarden tegen maar deze bleven ruim op afstand.
Vlak daarna, en vlak voordat we door middel van een stuw de Regge zouden oversteken, belde Corry. In het noord-oosten van Nederland werd regen voorspeld. We zagen soms wel wat donkere luchten maar hadden nog geen regen gehad. Tijdens dit telefoongesprek moest ik me door twee smalle passages wurmen. Het lukte zonder me aan het prikkeldraad te verwonden. Niet veel later stopten we op een plekje waar de Linderbeek, de Beneden Regge en de vistrap daarvan bij elkaar komen. Een lekker stekje.
Een zwart poesje kwam aangelopen. We riepen en zachtjes miauwend kwam het beestje op ons af. Het bleek een enorme knuffelkont te zijn. Ze bleef maar tegen ons aan draaien en kwam zelfs bij ons op het kleed liggen. We besloten om maar niet aan de toastjes met kaas te beginnen. Terwijl we met de kat knuffelden zagen we in ieder geval drie ijsvogeltjes. Meerdere malen zagen we een ijsvogeltje voorbij vliegen, waarvan op één moment drie tegelijk.
Een mannetje (met flinke bochel) kwam aangelopen en bleef een tijd staan knuffelen met de kat. Toen hij bij ons langs liep maakten we een praatje. Hij vertelde dat het katje ongeveer twee maanden geleden was gedumpt. Als hij geen allergie had gehad dan had hij het beestje al lang in huis genomen. Wel kwam hij elke dag wat voer brengen. Ons hart brak. Arme kat. Het mannetje ging verder met zijn, waarschijnlijk dagelijkse, rondje. Aan de overkant van het water zag hij dat de kat met ons aan het knuffelen was en stak zijn duim omhoog. Na deze heerlijke pauze was het moeilijk om het poesje achter te laten in de wetenschap dat het geen huis had om naar toe te gaan. We moesten echter nog twaalf kilometer lopen voordat we bij de auto zouden komen, iets te ver om het katje mee te nemen.
De route ging verder langs de Beneden Regge. We zagen weer een ijsvogeltje. Het wordt wel erg gewoontjes zo… Het zicht op de Archemerberg bracht hier wat afwisseling in. Een volgende routewijziging koste ons minder moeite dan de eerste; de markering was duidelijk. Bij het buurtschap Egede namen we wederom een korte pauze. Op dit punt konden we de routebeschrijving even niet volgen. Er stond een mooie picknickbank, een mooie plek voor een korte rust en om uit te zoeken hoe we verder moesten lopen. Er was wel een routewijziging ergens op dit punt, maar die waren we nog niet tegen gekomen. Opeens zagen we iets verderop een markeringsteken staan. Zo liep de route dus. We liepen het graspad langs het Overijssels Kanaal op. Remco verdraaide zijn knie toen hij in een kuil (verstopt onder het hoge gras) stapte. Het viel gelukkig mee met de schade. We volgden het graspad en de markering. Intussen zocht ik op het kaartje op waar we ons precies bevonden. Ik dacht te weten hoe we liepen, totdat de markering ons de andere richting op bracht dan ik had bedacht. Na een paar kritische blikken op het kaartje en de omgeving liet ik Remco zien dat het niet klopte. Hij was het met me eens en we draaiden om. We wisten nu alleen nog steeds niet hoe we dan wel moesten lopen. Gelukkig zagen we uiteindelijk een andere markering staan die wel de juiste route leek te volgen. Achteraf denken we dat de oude markering niet was verwijderd. De nieuwe markering was blijkbaar zo onduidelijk dat we die volledig hebben gemist. Prettig dat je dan alsnog op de route uitkomt. Op het punt waar de oude en de nieuwe route samen kwamen werd het water van de Regge via een duiker onder het Overijssels Kanaal doorgeleid. Een mooie vistrap sierde het geheel.
We begonnen nu aan onze laatste 6 kilometers. Voor ons lag de hoogte van de Rhaanderesch. We kwamen langs een paar oude meanders van de Regge. Het waterschap Regge – en Dinkel is hard bezig om de oude natuur te herstellen, een goede zaak. De laatste kilometers gingen redelijk soepel, we hadden weinig last van pijntjes. Om 17.00 uur kwamen we aan bij de auto. Het begon zachtjes te spetteren. Vermoeid deden we onze schoenen uit en gingen in de auto zitten. De weg naar huis was vervelend; we hadden veel last van stilstaand en langzaam rijdend verkeer. Pas om 19.00 uur waren we thuis.
De wandeling, op de laatste zomerdag van dit jaar, was een hele mooie. Mooi landschap, mooie mist, etc. etc. Het was een hele lange dag maar enorm de moeite waard.