HOME

OVERZICHT

Links en tips CONTACT GASTENBOEK

Havezatenpad

FOTO'S

 

Zondag 19 oktober 2008 Vroege ontmoeting

Steenwijk – Muggenbeet, ± 31,5 km

Zonnig, half bewolkt, 7 – 14 °C

 

Eerder deze week waren de weersverwachtingen voor vandaag niet al te best. Afgelopen vrijdag bleek het echter alleszins mee te gaan vallen, het beloofde een droge, zonnige dag te worden. We hadden nog niet echt plannen gemaakt voor vandaag dus we besloten om van het weer te gaan genieten tijdens een wandeling. De keuze viel op een etappe van het Overijssels Havezatenpad, van Steenwijk naar Muggenbeet. Eén van de langere etappes die we gepland hebben, de kortere bewaren we voor de donkere winterperiode.

Om 6.00 uur reden we de straat uit. Het was nog donker. Een uur later stond er een bord bij afslag Wolvega, de afrit die wij moesten hebben, dat de weg naar Wolvega was afgesloten. Het omleidingsnummer leidde ons echter wel die afrit af maar al snel kwamen we voor allemaal hekken te staan. Het was nog steeds hartstikke donker en we hadden geen idee welke kant we nu op moesten. We besloten terug te gaan naar de snelweg en de volgende afrit te proberen. Ook hier kwamen we uiteindelijk bij dezelfde weg. Hier was het eind van de afsluiting, we konden hier naar links richting Wolvega. Ik had echter geen idee op welk punt van de routebeschrijving we nu waren dus stopten we bij een bushalte. Gelukkig lagen er wegenkaarten in de auto en na even zoeken zagen we waar we ons moesten bevinden. Ook vonden we de plek waar we de auto wilden parkeren, nu was het een kwestie van de juiste route volgen.

In de schemering parkeerden we rond 7.30 uur de auto langs Steenwijk-Ossenzijl kanaal en begonnen aan de wandeling. In het schemerduister liepen we over een fietspad langs het verlaten kanaal. Er lagen twee bootjes aangemeerd maar meer tekens van leven waren er niet. Behalve dan het gegak van honderden ganzen in de landen van de Weerribben. Kleine groepjes ganzen kwamen over gevlogen.

De route verliet het kanaal en leidde langs een visvijver. Hier zaten twee vissers naast elkaar. Het was intussen wat lichter geworden, we konden nu goed zien waar we liepen. Verderop volgden we een graspad langs de rietvelden van de Weerribben en kwamen uit bij de Vlodderbrug bij het plaatsje Wetering. We staken een klein parkeerplaatsje over en kwamen uit op een grasveldje. Op het weggetje daarnaast liep een man. Het was iets over achten, in ‘The Middle of Nowhere’. We liepen naar een informatiebordje aan de rand van het grasveld. De man zei gedag en kwam naar ons toe. Net als wij had hij zich op dit vroege tijdstip in dit natuurgebied alleen op de wereld gewaand, en was dus ook blij verrast dat wij langs kwamen lopen. Hij bleek zelf ook een wandelaar te zijn; samen met een paar wandelgenoten had hij de nacht doorgebracht bij een bed and breakfast vlakbij. Hij was als eerste wakker geworden vanmorgen en liep nu een beetje buiten te genieten zodat ‘de vrouwen’ de tijd hadden om wakker te worden. Daarna zouden ze ontbijten en naar Steenwijk lopen, officieel eindpunt van het Havezatenpad. Hij had nu al lol om het idee dat de rest van het gezelschap waarschijnlijk zou denken dat de route over het asfaltweggetje zou lopen maar dat hij dan wist dat het langs het riet ging.

Na dit vroege en leuke gesprek wensten we elkaar een fijne dag en een goede wandeling.

De route kwam nu langs een paaltjaskermolen, één van de twee nog bestaande tjaskermolens in de kop van Overijssel. Het is een windwatermolentje dat werd gebruikt om kleine hoogteverschillen te overbruggen; bij het turf steken werd de tjasker gebruikt om het land droog te malen waardoor het turfsteken makkelijker werd. Een paar honderd meter verder liepen we langs de Spinnekopmolen De Wicher, in oude staat herbouwd in 1981 door Staatsbosbeheer. Deze typische Friese watermolen met draaibaar bovenhuis helpt het waterpeil in de Weerribben op peil te houden.

We kwamen langs een paar leuke, kleine boerderijtjes, gelegen aan water, dus met een bruggetje en een bootje. Vanaf hier liepen we over een fietspad door het vochtige gebied om na krap 2 kilometer uit te komen in het dorpje Kalenberg. Het pad liep door het dorp, kwam uit op een fietspad langs een breed water en voerde ons over bruggetjes en langs leuke huisjes verder. De zon maakte soms mooie weerspiegelingen in het water maar we hadden ook last van tegenlicht. Als je in één van de huisjes woont waar we langs kwamen kon je volgens mij alleen maar over het fietspad of over het water je huisje verlaten, want ook achter de huisjes zagen we geen weg lopen.

Vanaf het eind van dit huizenlaantje liepen we over een fietspad verder om uit te komen in het plaatsje Nederland. Er stond al in het boekje dat dit plaatsnaambord één van de meest gestolen borden van Nederland is, maar toch had ik de stille hoop dat het me gegund was dit bord op de foto te zetten. Helaas, het bord was niet meer, foetsie, weg, verdwenen.

We lieten het ‘naamloze’ dorp achter ons en kwamen langs een landje met drie pony’s of kleine paardjes. Eéntje kwam vrolijk op ons afgerend maar was wel een beetje bang. De tweede kwam ook aan gerend en was bijna opdringerig. Uiteindelijk lukte het ook om het eerste paardje te aaien. Toen we weer verder liepen, liepen de twee met ons mee, het leuke, kittige paardje voorop. De derde bleef stil op z’n plekje staan en had geen aandacht voor ons.

Het pad ging verder over een graspad langs het water van De Roomsloot, de kanten begroeid met riet. Ook het omliggende landschap bestond voornamelijk uit rietlanden. Ondanks al het water en riet zagen we weinig vogels. Wel kwamen er een paar zwanen over gevlogen, het geluid van hun klappende vleugels was duidelijk te horen. We volgden het graspad verder en kwamen uit bij de weg tussen Blokzijl en Muggenbeet. De route ging naar rechts maar wij sloegen hier af richting Blokzijl om een bus te nemen zodat we, na een overstap, in Steenwijk uit zouden komen. Na zo’n 3 uur lopen waren we best aan een beetje rust toe. Jammer genoeg stond er bij de geplande bushalte geen bankje. Erger nog, het nummer van de bus die wij moesten hebben stond niet eens vermeld op het informatiebordje. Dat betekende dat we door moesten lopen naar Blokzijl, waar waarschijnlijk wel de bus die we moesten hebben langs zou komen. Van te voren had ik met deze optie al rekening gehouden, had ik al het gevoel dat er ergens iets niet klopte. Gelukkig hadden we mede daardoor nog voldoende tijd om door te lopen naar hopelijk de juiste bushalte, ongeveer een kilometer verder dan gepland. Ach, op al die kilometers maakt dat ook niet meer uit. Ook al viel het even tegen dat we verder moesten lopen, we bereikten toch nog ruim op tijd de bushalte, waar we inderdaad op de juiste bus konden stappen. Tijdens het wachten zagen we een mannetje op een scootmobiel voorbij komen. Op zich niet noemenswaardig ware het niet dat hij een reflecterend oranje vlaggetje voerde en er aan de achterkant van zijn karretje een reflecterend geel hesje hing. Je kon hem gewoon niet over het hoofd zien!

Na ongeveer een kwartiertje kwam er een kleine bus aan. Geen buurtbus maar ook geen grote bus. Er tussen in. Er zat een goedlachse man achter het stuur en een man en vrouw die een al even vriendelijke lach op hun gezicht hadden. De twee passagiers stapten uit en zeiden dat we een leuke buschauffeur troffen. We waren er direct achter dat dit helemaal klopte; de man was alleraardigst en behulpzaam. We konden beter een Bizz kaartje (ofzo) kopen want dan waren we al met al goedkoper uit. We konden hetzelfde kaartje gebruiken op het tweede gedeelte van onze busreis. De ‘hoofdstraat’ door Blokzijl heen was blijkbaar zo smal dat er tussen de buschauffeurs onderling was afgesproken welke lijn zou wachten op de andere, want elkaar passeren was vrijwel onmogelijk. Voordat dat zover was moesten we eerst wachten omdat de brug open was. De chauffeur vertelde dat de route 8 bruggen bevatte waardoor de reistijd per rit zeer ruim was genomen. Hij vertelde iets over de vesting Blokzijl en over hoe smal de straatjes waren. Laatst was hij in zo’n straatje een legertruck tegen gekomen. Achter het busje stonden nog wat personenauto’s dus moest de legertruck achteruit.

Door de verhalen van de chauffeur ging de tijd snel voorbij en was de brug opeens weer dicht. Nadat het tegemoetkomende verkeer door het straatje was gereden gingen we verder. Een stuk verderop stond een ander busje inderdaad te wachten tot we voorbij waren. Onze chauffeur stopte even om te vragen hoeveel passagiers zijn collega al had gehad. Trots vertelde hij daarna dat hij vandaag al vier passagiers had gehad; twee losse stelletjes. Aan ons vertelde hij ook dat hij bijvoorbeeld gisteren de hele dag had gereden zonder ook maar een passagier gehad te hebben. Onderweg vertelde hij dat we over de voormalige Zuiderzeedijk reden en over de grote loodsen bij Steenwijk; daar werden de beste boten gemaakt. Van over de hele wereld komt men om daar boten te komen. De ‘Royal Jachtkoning’ ofzo. Ook vertelde hij dat deze buslijn, de Natuurexpress, een seizoenslijn was; volgend weekeind was het de laatste keer dit jaar dat de lijn zou rijden. Ook de andere buslijn, die naar Steenwijk, zou na volgend weekeind stoppen. De busjes konden rijden door geld uit de recreatiepot. We waren blij dat we nu nog mee konden, maar voor de volgende etappe (Muggenbeet – Zwartsluis) zou dat wel eens kunnen betekenen dat we niet van het OV gebruik kunnen maken… Dat moeten we dus even snel uitzoeken, anders moeten we volgend weekeind maar snel deze etappe lopen.

Bij de halte Blauwe Hand, Wanneperveen, konden we overstappen op het busje naar Steenwijk. De chauffeur van ons eerste busje nam even de tijd om een peukje te roken en met ons verder te kletsen. Hier vertelde hij dat het vorig weekeind de regen met bakken naar beneden was gekomen (in Brabant hadden wij alleen maar zon gehad) en een paar Japanners (ofzo) had gevraagd of Giethoorn open was. ‘Ja,’ had de buschauffeur toen in het Engels gezegd, ‘de hemel is open nu’. Het was een gezellige reis. Toen ons busje naar Steenwijk aankwam was onze eerste chauffeur eigenlijk al te laat maar hij vond het gewoon gezellig. Onze tweede chauffeur hield van door rijden maar was veel minder, zeg maar gewoon niet, van een praatje. Ruim op tijd zette hij ons af bij Station Steenwijk. We hadden zin in iets te eten maar op het stationnetje was niets (open) dus volgden we de route richting het centrum. Om precies 12.00 uur kwamen we langs de kerk waarna we op ‘De Markt’ een korte pauze op een (koud) bankje hebben genomen. Hier konden we een broodje klaar maken en daarmee wat energie opdoen voor de komende kilometers.

De route ging verder over landgoed Rams Woerthe, waar aardig wat mensen (met kind of hond) hun zondagmiddag door brachten. Via dit park kwamen we aan de rand van Steenwijk. Bij een paar woonboten aan een zijtak van de haven vloog een ijsvogeltje weg nadat een auto had getoeterd. Ons 19e ijsvogeltje sinds onze registratie (vanaf 21-07-2007) We staken wederom het Steenwijk-Ossenzijl kanaal over d.m.v. een brug. Langs de rand van Steenwijk liepen we een rustiger gebied in, over een fietspad welke uitkwam bij alweer het Steenwijk – Ossenzijl kanaal. We liepen verder langs de oever en zagen aan onze rechterhand donkere regenwolken en een soort van heuvelrug of stuwdam. Deze stuwwal moesten we blijkbaar oplopen. Onze kuiten voelden wel dat we omhoog gingen maar hadden nog voldoende kracht. We kwamen uit bij de rand van het buurtschap Thij. Het pad liep naar het zuiden en daarna weer omhoog richting Steenwijkerwold. We zagen meerdere bruine, behaarde ruspen het weggetje over steken. Langs de rand van Steenwijkerwold vervolgden we onze route over een zandpad. We kwamen langs een begraafplaats met een begraafhuisje uit 1904 en een klokkenstoel. We lieten het dorp achter ons en volgden een graspaadje langs een half uitgedroogde beek. Op één van de heuveltjes waar boompjes op stonden zagen we veel vliegezwammen. Door het beekje stroomde amper water.

We liepen nu langs een sloot, ongeveer anderhalve meter lager dan waar wij liepen. De bomen langs de rand van het pad hadden prachtige herfstkleuren. Een stukje verderop kwamen we een wat grotere groep wandelaars tegen, een stuk of acht in totaal. Als laatste van dit stel liep de man waar we vanmorgen vroeg een gesprekje mee hadden gehad. We herkenden elkaar en raakten nog even kort met elkaar aan de praat. De rest van zijn groepje liep door. Hij ging ze nog even vertellen dat wij de mensen waren waar hij vanmorgen vroeg zo’n leuk gesprekje mee had gehad. Zij gingen nu voor de laatste kleine tien kilometer van het Havezatenpad, wij hadden er nog minder te gaan tot de auto. Daarmee hadden we nog niet het hele Havezatenpad gelopen, maar wel weer een etappe. Tsja, wij lopen op dit moment een beetje kriskras de routes. En dat bevalt tot nu toe wel.

Voor de enige keer tijdens het Overijssels Havezatenpad liepen we een paar kilometer door de provincie Friesland. Het pad volgde een route langs een boerderij waar een leuke hond ons vrolijk begroette. We waren best aan een pauze toe maar de vele bankjes aan het begin van onze etappe hadden ons al doen vermoeden dat we er later een stuk minder tegen zouden komen. Onze voorspelling bleek te kloppen: van de weinige bankjes die we tegen kwamen troffen we er ééntje die op instorten stond. Wel deden we hier een truitje uit maar gingen verder naar een stevige bank of een mooi plekje voor ons kleed. Het duurde even maar uiteindelijk kwamen we langs een bankje waar we, in het zonnetje, lekker een pauze namen. Een Grote Hoornaar (wespensoort) kwam langs gekropen, aan het eind van zijn leven. Z’n vleugeltjes waren al zo beschadigd dat hij niet meer kon vliegen. Het leven van een insect duurt niet lang…

Na ongeveer drie kwartier pauze gingen we verder met de laatste (kleine) vier kilometer van vandaag. We kwamen langs wat jonge koeien, pinken of zo, en liepen door het dorp Paasloo. Het zou niet lang meer duren voordat we onze auto zouden zien. Ondanks onze intussen vermoeide benen liepen we door en kwamen langs het kerkje van Paasloo, een schuurkerk uit omstreeks het jaar 1300. Rond 15.30 uur kwamen we aan bij de auto, vermoeid maar voldaan.

We waren blij dat we vrijdag alsnog hadden besloten om vandaag te gaan lopen. Het weer was heerlijk om te wandelen, en ook al zagen we regelmatig donkere luchten voorbij komen, we hielden het droog. Verharde en onverharde paden wisselden elkaar lekker af en het gebied waar we doorheen liepen was zeer mooi.