Links en tips | CONTACT | GASTENBOEK |
Zaterdag 29 november 2008 De Stenendijk
Zwartsluis – Zwolle, ± 28,5 km
Bewolkt, motregen, 3-5 °C
Vandaag een etappe die ons door de motregen voor een groot deel over dijken bracht. De dijken waren leuk, de regen wat minder. Het was ook helemaal niet de voorspelling geweest eigenlijk; het zou een voornamelijk droge dag worden. Toen we ’s ochtends vroeg wakker werden spetterde het al. We hoopten echter dat het bij Zwolle droog zou zijn. In het donker reden we om 6.15 uur weg van huis. Onderweg bleef het spetteren. Zo’n drie kwartier later kwamen we aan bij het station van Zwolle waar we de auto in een parkeergarage parkeerden. We moesten hier de bus naar Zwartsluis nemen, deze zou om 7.25 uur vertrekken. Remco bedacht opeens dat hij de videocamera niet had mee genomen en ik kwam er achter dat er alleen een volle strippenkaart in mijn portemonnee zat, waar de halfvolle was mocht Joost weten… In de bus kochten we de kaartjes en zaten daarna een half uur in de bus die door de nog donkere wereld reed. Langzaam werd het licht en toen we in Zwartsluis uitstapten was het licht genoeg om het pad goed te kunnen volgen. Wel miezerde het nog steeds en waren we na ongeveer 100 meter de route al kwijt; een routewijziging. De markering gaf niet goed aan hoe we dan wel moesten lopen (we zágen geen markering) maar gelukkig had ik gisteravond nog wel de routewijzigingen uitgedraaid. Het graspad waar de route oorspronkelijk liep was nu ‘verboden toegang’ dus draaiden we om. We besloten dat we dan het smalle asfaltweggetje, met veel gaten er in, onderaan de dijk zouden nemen. Toen we ons omdraaiden zagen we dat we de juiste keuze hadden gemaakt: er was wel markering maar er was een verkeersbord (slecht wegdek) over heen geplaatst. Wel jammer dat de grasdijk langs het Zwarte Water niet meer toegankelijk is, dat is toch weer twee kilometer minder onverhard pad.
We kwamen uit bij de pont naar Genemuiden, hier kwam ik erachter dat mijn geheugenkaart van mijn fototoestel nog thuis in de computer zat, ik baalde stevig. Geen videocamera en geen digitale foto’s… We moesten maar snel op zoek naar een geheugenkaart! De paar foto’s die op het interne geheugen stonden verwijderde ik snel en kon zo toch een paar foto’s nemen. Met de veerpont staken we het Zwarte Water over. De veerman vroeg of we vrijwillig aan het lopen waren, haha. Aan de overkant kwamen we bij Genemuiden, weken een klein stukje van de route af en kwamen bij een Bruna c.q. Postkantoor die open was. Gelukkig verkochten ze hier de juiste geheugenkaarten. Ze hadden alleen nog maar één pakje van twee stuks, meer hadden ze niet. Mazzel dat ze toch iets hadden, nu kon ik tenminste weer onbeperkt foto’s nemen.
We liepen weer iets terug en pakten de route weer op. Aan de andere kant van de haven liepen we de dijk op en kwamen langs een industrie gebied. Links van ons lag het Zwarte Water met knotwilgen en een moerassige strook langs de dijk. We kwamen langs een terrein waar een bootje op twee heftruckjes werd geheven. Iets verderop rook het heel sterk naar iets, veevoer. Het rook absoluut niet lekker! Over de dijk liepen we langs de uiterwaarden, met veel wielen. Op de ronde watertjes waren veel smienten en andere eenden aanwezig. In de lucht, waar nog steeds motregen uit viel, vlogen ganzen over. Ook 7 zwanen vlogen vlak voor ons voorbij. Op een klein stukje grasdijk na liepen we over alleen maar over geasfalteerde dijk. Wat beter was weet ik niet want het stukje grasdijk was erg drassig.
Terwijl we in de verte, aan de overkant van het water, Hasselt zagen liggen, kwamen we uit bij een drassige uiterwaard waar tientallen (of honderden) ganzen aan het foerageren en rusten waren. Het was af en toe een behoorlijk gegak, mooi om te horen en mooi om te zien. Een groepje zwanen liep ook door het natte land, er lag een omgevallen knotwilg en uit de grauwe lucht viel nog steeds motregen; lekker Hollands! Een eind verderop zagen we de brug waar we straks overheen zouden lopen. De kerk van Hasselt had een afwijkende toren, de vorm was niet heel spits ofzo. Mooi in ieder geval. We kwamen langs een boerderijtje met een hooischuur. Het luik boven stond open en eronder lagen een paar balen hooi en stond er een kruiwagen. Een plaatje om te zien. Binnen liep een boer rond, al druk aan het werk.
We bereikten de brug sneller dan verwacht en kwamen aan bij Hasselt, een verassend leuk stadje. Rond 1350 is dit stadje als vierde stad van Overijssel opgenomen in het Hanzeverband. Mooie oude pandjes en bovenal, voor ons zeer welkom, het café De Zon. Het was 9.50 uur, we hadden bijna twee uur in de motregen gelopen en waren toe aan rust en een beetje warmte. Remco zag het café en het leek open te zijn. We liepen er op af en bleken inderdaad de droge warmte in te kunnen stappen. De eigenaresse/medewerkster (?) sprak ons vriendelijk aan dat wij de eerste van de wandelclub waren en vroeg hoe het was. Nou, nat… Er stonden twee tafels die gedekt waren met o.a. soepkommen, er stond een tafel waar vier mannen aan het kaarten waren en er stonden drie tafeltjes met een paar stoelen. We konden plaats nemen aan één van de drie tafeltjes wat we natuurlijk graag deden. Al snel kwamen we erachter dat er sprake was geweest van een kleine miscommunicatie; er zou tussen 10.00 en 10.30 uur een wandelclub komen lunchen. We vertelden dat onze wandelclub uit twee personen bestond en bestelden allebei een warme chocomel met slagroom. De vrouw ging intussen kroketten voor de echte wandelclub halen bij de snackbar van het stadje (lees dorp). Wij kwamen lekker bij in de warmte, we konden een beetje drogen en genoten van de hete chocomel. De mannen waren nog aan het kaarten, er kwam een vrouw van de kraam van Bakkerij Het Stoepje binnen samen met een oudere man, welke zij aankondigde als de “eregast”. Van de wandelclub was nog geen spoor te bekennen. De man kreeg zijn, waarschijnlijk dagelijkse, bakje koffie met appelgebak en de meid van het Stoepje schoof bij hem aan. Ze zaten gezellig te kletsen terwijl de vier mannen hun kaartspel voort zetten. Onze chocomel was op, de kaartende mannen stopten hun spel en de helft vertrok. Wij gingen om beurten nog even piesen om daarna café De Zon te verlaten en de regen weer op te zoeken.
We liepen naar de rand van Hasselt en kwamen daar een groep wandelaars tegen. Vast de Wandelclub die bij café De Zon had afgesproken… Het waren allemaal mannen, we hoorden nog zeggen dat ik de eerste vrouw was die ze vandaag waren tegen gekomen. Qua wandelen natuurlijk.
We kwamen langs een kerk zonder torenspits. Nou ja, zonder… de spits stond naast de kerk. Heel apart, dat verhaal gaan we nog proberen uit te zoeken. Iets verder kwamen we langs een molen, de Zwaluwmolen. Er was iemand bezig om de wieken aan het draaien te krijgen. In de molen bleek een vogelvrienden vereniging te zitten. Toen we door een raampje keken zagen we allemaal vogeltjes in kooitjes, sommige met een prijs, een opgeplakt lintje. Binnen waren twee mensen druk bezig om alles schoon te maken terwijl de vogeltjes intussen vrolijk hun liedje zongen.
De route leidde ons nu over de Stenendijk, “de laatste muur in Nederland die in stand is gebleven tegen dijkdoorbraken”. Er is helaas weinig bekend over deze stenen dijk maar het is, gezien de verschillen in helling, hoogte en aard van het metselwerk van de muur, waarschijnlijk dat er meerdere mensen onderhoud aan de dijk pleegden. Wij hadden nog nooit zo’n dijk gezien en vonden het dan ook bijzonder om er over heen te lopen. De bovenkant van de stenen dijk was prachtig geel gekleurd door korstmos. Aan het eind van de dijk zijn we onderlangs nog een stukje terug gelopen om de muur te bekijken. Het leek alsof er recent een restauratie aan de dijk had plaats gevonden maar we zagen toch op meerdere plaatsen de verschillen in baksteen. Bijzonder om te zien.
Bij het volgende dijkhuis waar we langs kwamen was de hele tuin overspannen met netten. Overal stonden grote kooien met daarin vogels, het leek wel een dierentuin! We kwamen over de dijk uit bij het buurtschap Holten, bestaande uit twee boerderijen en een stuk of drie huisjes (met aan de overkant van het weggetje allemaal een hooischuur, bijna allemaal met een andere bestemming dan hooischuur; schuur, garage etc.) Het deed idyllisch aan. We kwamen langs nog meer wielen, walen en kolken en bereikten het buurtschap Genne. Dit buurtschap stelde nog minder voor dan Holten, we liepen echt door nergensland. Heerlijk! De route leidde ons langs en om een grote kolk, hier konden we de route weer even niet volgen, waar was nu precies het eindpunt van het kaartje? Geduld en doorlopen gaven het antwoord.
Een klein stukje verderop konden we het weer even niet volgen: bij de boerderij moesten we linksaf. We hadden de keus uit een asfaltweggetje naar links, richting nummer 37 en 39 ofzo, of we konden bijna 360° naar links draaien en daar via de toegangsweg naar de weg lopen. Dit leek zowel qua gevoel als kaartje het meest te kloppen. We liepen helemaal goed maar toch jammer dat er geen markering te zien was. We kwamen uit bij een behoorlijk drukke polderweg die we ruim een kilometer moesten volgen. Hier zat een splitsing tussen de zomer- en de winter route, welke ook weer even verwarring bracht. Vanaf 1 december mochten we een graspad volgen, weg van de drukke weg, maar het was nog net geen 1 december… Ook hadden we voor 30 september nog met het pontje naar Brinkhoek kunnen varen maar in dit jaargetijde moesten we anders lopen. Niet dat dit geen leuke route was hoor! Misschien wel leuker dan de zomerroute. Misschien lopen we die ook nog eens. De route leidde ons nu over een drassig graspad dat aan de rand van een weiland met schapen liep. De schapen waren nieuwsgierig maar ook bang, ze renden hard voor ons weg. De meerwaarde van dit drassige pad snappen we niet helemaal maar ach… het was leuk om een blik op de Overijsselse Vecht te werpen, zullen we maar zeggen.
Nu werden we het bos in gestuurd, letterlijk. Remco zag, ondanks de muur van bladeren, dat dit wel eens het pad kon zijn welke wij moesten hebben. Wederom liet de markering ons aardig in de steek maar vonden we toch onze weg. Het was tijd voor pauze maar er kwam maar geen bankje. Het eerste bankje dat we uiteindelijk in Berkum tegen kwamen bleek niet geschikt omdat er een grote hoop hondenstront naast lag. We besloten daarom het bankje iets verder op te bezoeken maar ook hier bleek het niet fris; op het bankje lag troep, vogelschijt e.d.
Geen geschikt bankje betekende doorlopen. We konden het kleed wel op de grond neer leggen maar dan trekt de kou echt heel snel je lichaam in, en dat was niet de bedoeling… Stug door lopen dus. Zoals zo vaak kwam er geen geschikt bankje, we kregen het zwaar. Aan het begin van de laatste vijf kilometer vonden we dan toch een bankje. Het miezerde nog steeds (of alweer) maar dat waren we intussen al gewend… We zaten aan de rand van Zwolle, zagen een roodborstje in een knotwilg, er vlogen wat ganzen over, er kwam een enkele fietser of wandelaar met hond langs, wij zaten heerlijk. Rust voor onze benen en voeten. Eindelijk!
Na deze welverdiende rust begonnen we aan de laatste 3 á 4 kilometer. Van de vorige keer konden we ons herinneren dat er wegwerkzaamheden aan een kruispunt waren en dat het voor voetgangers een gevaarlijk stukje was. We besloten dit eerste stukje deze keer iets anders te lopen in de hoop daarmee de ellende te vermijden. In plaats van dat we vanaf het bankje terug liepen naar de route volgden we het pad dat de juiste kant op leek te gaan en kwamen inderdaad uit bij de bewuste kruising. Vanaf hier konden we makkelijk bij het stoplicht over steken en volgden we weer dezelfde route als de vorige keer, alleen dan de andere kant op. Nog even en we zouden bij station Zwolle aankomen. Toen we daar aan kwamen was het ongeveer 14.45 uur. We gingen naar binnen bij een heerlijk droge en warme Brasserie voor wat te drinken, een erwtensoep en een tosti. We konden nu even bijkomen voordat we aan de reis naar huis zouden beginnen… Het smaakte heerlijk en een half uurtje later stonden we weer buiten. We liepen naar de parkeergarage en ploften in de auto neer. Om ongeveer 16.20 uur waren we thuis, heerlijk!
Het was een lekkere wandeling maar wel nat en frisjes.