HOME

OVERZICHT

Links en tips CONTACT GASTENBOEK

Havezatenpad

FOTO'S

 

 

Woensdag 31 december 2008 Terug in de tijd

Zwartsluis – Muggenbeet, ± 28,6 km

Eerst zonnig, later heiig, -10 - -5 °C

 

Ondanks de bloedblaar van Remco gingen we vandaag toch de etappe Zwartsluis – Muggenbeet lopen, bijna 30 km. Onze laatste etappe van het Havenzatenpad op de laatste dag van het jaar. Het zou een koude maar mooie dag worden.

We zijn blij dat we op deze laatste dag van het jaar zijn gaan lopen. We hebben hiermee het Havezatenpad čn 2008 afgerond, op een prachtige en koude dag in een oer Hollands landschap, de Weerribben, Giethoorn en omgeving. Niet de eerste koude dag dus er lag een mooi pak ijs op het water waar veel mensen dankbaar gebruik van maakten door de schaatsen aan te trekken. De route bracht ons vandaag door veengebied, o.a. door Giethoorn. Goed schaatsgebied.

 

Om 5.20 uur reden we weg van huis. Het had flink gevroren, de thermometer stond op min tien! Onderweg hadden we af en toe wat mist maar het viel best mee. Ze hadden wel mist voorspeld voor vandaag, en vorst; een leuke combi. In het pikkedonker reden we richting Muggenbeet, bij café/restaurant Geertien parkeerden we de auto en maakten ons klaar voor de dag. Door het donker liepen we door het buurtschap richting de provinciale weg. Nog steeds in het donker kwamen we aan bij de bushalte waar we nog een klein half uur moesten wachten. KOUD!!! Omdat het nog steeds donker was toen de bus kwam seinden we met zaklamp en mobiele telefoon. De buschauffeur merkte ons gelukkig op en stopte om ons in te laten. Op station Markenesse mochten we in de heerlijk warme bus blijven wachten tot lijn 71 aan kwam. Het duurde niet lang of lijn 71 arriveerde. We stapten in en lazen verder in ons Spits-krantje van de vorige bus. Al snel zag ik, door de digitale informatie in de bus, dat we langs haltes kwamen die niet op mijn overzichtje voor kwamen… We gingen de verkeerde kant op?! Ik stond op en liep naar de chauffeur; “Volgens mij zijn we in de verkeerde bus gestapt… We moeten naar Zwartsluis.”  “Eh, ja, dan zit je verkeerd… Maar weet je, er komt verder geen bus langs dan deze dus blijf rustig zitten en rijd weer met mij terug. We konden nu pas een half uur later beginnen met de wandeling maar hadden daardoor ook wat meer tijd om warme tenen te krijgen. Een half uur later dan gepland kwamen we dus bij Zwartsluis en drukten op het STOP-knopje voor de juiste halte. Na een paar keer drukken wisten we nog steeds niet of het ‘seintje’ om te stoppen wel door was gekomen. Nee dus, de bus reed strak langs de halte heen. Remco ging naar de chauffeur om te zeggen dat ons knopje niet werkte. Bij de volgende halte stapten we uit. We zaten nu niet op de route maar ik dacht hem wel te kunnen vinden aan de hand van het kaartje. Dit lukte gelukkig en al snel zaten we op de route. Wel liepen we al snel verkeerd, in een nieuwbouwwijk raakten we de kluts kwijt. Op de vijvers in de wijk was al druk geschaatst, dat beloofde nog wat voor vandaag. Maar waar liep de route? Volgens het kaartje en de beschrijving moesten we rechtdoor maar dat kon niet. Toen we terug liepen bleek dat we al vrij snel een zijweggetje in hadden gemoeten. Dit stond echter niet in de routebeschrijving dus hadden we daar ook niet op gelet. Vanaf nu kon er nog weinig mis gaan, we zaten weer op de route en zouden via vrij rechte paden naar het eindpunt van vandaag lopen.

We verlieten Zwartsluis en liepen het open land in. Achter ons kwam de zon op, een prachtig rode bal piepte achter een boerderij en bomen tevoorschijn. Ganzen kwamen over gevlogen. Het riet was wit bevroren. We genoten. Op het smalle weggetje kwamen meer auto’s voorbij dan we verwacht hadden maar dat kon de pret niet drukken; het was gewoon een te mooie ochtend in een te mooi landschap. We kwamen bij de Aremberger gracht waar mensen zich klaar maakten om te schaatsen. De opkomende zon verlichtte het tafereel. Aan de andere kant van het water (ijs) lagen rietbundels (iemand een ander woord?) en een paar mannen met hondje liepen er over het ijs naar toe. Vijf nijlganzen bewogen zich over het ijs voort. Het zag er ongemakkelijk uit, hun lichamen leken niet echt geschikt om over ijs te lopen… Alles bij elkaar, het riet, het ijs, de ganzen, een molentje, de schaatsers en de opkomende zon, dit kon Holland vijftig jaar geleden wel zijn. Pure nostalgie.

We liepen verder en keken naar de schaatsers die langs kwamen. Het ijs maakte een ‘zoevend’ geluid als er een schaatser aan kwam en daarna hoorden we de schaatsen door het ijs snijden. Een prachtig gezicht en geluid dat schaatsen, maar niet iets wat wij graag zouden willen doen. Laat ons maar lekker lopen! Langs het water stonden overal schoenen (en klompen), tassen en stoelen. Twee met rijp bedekte schaatsbeschermers lagen vergeten in de berm. Er werd nog steeds gewaarschuwd door de media dat het natuurijs nog niet overal betrouwbaar was maar hier leek het prima te gaan. Wel zagen we een enkele plek waar het leek of er de dag ervoor iemand doorheen was gezakt…

De weg bracht ons naar Belt-Schutsloot waar we over een smal paadje langs water en huizen liepen. Pas in 1957 werd dit dorpje (of eigenlijk twee dorpjes; Belt en Schutsloot) per auto bereikbaar. Voor die tijd gebeurde al het vervoer in punters over het water. Hier waren bijna geen schaatsers, de reden daarvoor was waarschijnlijk een stelletje jochies dat met knalvuurwerk bezig was. We realiseerden ons weer dat het 31 december was. Over het smalle paadje passeerden we de jongens en liepen verder door het dorp, over vele bruggetjes.

Na Belt-Schutsloot liepen we over een weg langs het water van de Schutsloterwijde, een grote plas. Door de laagstaande zon erachter konden we bijna niets zien van het vast mooie gebied. Aan onze andere kant lag een gebied met riet. Er waren velden ‘gekapt’ en het riet lag en stond in bundels bij elkaar. Er werd riet verbrand; boven het nog staande riet zagen we rookpluimen, een vreemd gezicht, alsof de brand midden in het rietveld was. Iets verderop zagen we een man aan de rand van een gekapt rietveld die het riet aan het verbranden was. Er werd hard gewerkt. De man aan het werk in een rietveld, ook weer zoiets dat je mee terug in de tijd neemt. Een oud hollandsch beeld, anno 2008 niet alledaags in het grootste deel van het land.

Hierna moesten we 2 kilometer langs een drukke weg lopen. De weg had gelukkig een apart fietspad en lag tussen twee grote waters in, de Belter Wijde. De plassen waren bevroren maar we zagen geen schaatsers. We wisten ook niet of dat ijs al betrouwbaar was. Mijn haar was intussen in ieder geval wel aan het bevriezen, het haar waar mijn uitgeblazen adem langs kwam was wit uitgeslagen. Aan het eind van de weg kwamen we bij het dorpje Blauwe Hand. We zagen een dood valkje hangen in een haag. Verderop kwamen we in Wanneperveen wat naadloos overging in Westeinde. Helaas was geen van de restaurantjes waar we langs kwamen (en dat waren er best wat!) open. Geen warm plekje dus om een pauze te houden en buiten was het te koud om een korte pauze te nemen. Doorlopen dan maar.

We verlieten Westeinde over een fietspad door wederom een rietgebied. Ook hier werd gewerkt, een man en een vrouw waren druk bezig. In het land voor ons liepen in de verte 3 reetjes. Ze staken voorzichtig een brede sloot over en renden weg. Verderop liepen we weer langs een brede sloot waarop werd geschaatst. Ook hier zagen we plekken waar eerder een wak was geweest. Het witte landschap om ons heen was ongemerkt over gegaan van riet naar weiland. Aan het eind van een slootje zagen we een paar dode vissen onder het ijs liggen. In het kleine wak erbij zwom een kleine snoek. We liepen voorzichtig een verhoogd bruggetje omhoog; het was glad en de leuningen zaten onder een dikke laag rijp. Nadat we aan de andere kant van het bruggetje weer voorzichtig naar beneden waren gelopen zagen we weer een wak met dode vissen. Op de kant lag een vis die half was opgegeten, op het ijs lag een ander aangepikte vis en verderop lag er een klein visje, prachtig bevroren. Een visstick volgens Remco. In het wak zwommen meerdere visjes rond en er dreven allemaal belletjes op het water. Onder het ijs zagen we een vis die niet lang meer zou leven, er zat nog wel beweging in maar draaide op zijn rug. De vorst maakt slachtoffers.

Het pad bracht ons naar Zuideinde, een deel van Giethoorn, en ook hier liepen we over smalle paadjes en veel bruggetjes door het dorpje. Op de gracht werd natuurlijk weer geschaatst. De restaurantjes en snackbar waren gesloten maar we hoopten verderop wel ergens terecht te kunnen. Overal langs de kant stonden weer schoenen, tassen en andere zaken. Om iets over twaalf uur kwamen we bij Café Fanfare, deze was open en ze hadden o.a. snert en gluhwein op de kaart staan. Dat leek ons wel wat op deze koude dag. We stapten de gezellige kroeg binnen en waren blij met de warmte. In dit café zijn delen van de film Fanfare van Bert Haanstra opgenomen, een oer Hollandse film. Op een dag als deze waan je je in de buurt van Giethoorn makkelijk in die tijd, vijftig jaar geleden. De hele dag hebben we dat soort momenten gehad, heel bijzonder. Nu zaten we dus in dat café met een kom echte snert met roggebrood en spek plus een glas gluhwein. Buiten zagen we de mensen schaatsen. In het café werden druk plannen gemaakt voor de avond, er werd gekeken of er meer snert gemaakt moest worden wat het zou straks wel een druk kunnen worden. Er kwamen inderdaad al meer mensen binnen, allemaal toe aan iets warms na een gezellige schaatstocht. Schaatsen gingen uit om de voeten te warmen, koffie, chocomel of gluhwein verwamden de handen.

Na deze heerlijke pauze liepen we de kou weer in en kronkelden verder door Giethoorn. Bij een winkel met edelstenen en fossielen zijn we even naar binnen gestapt. Wat een mooie dingen hadden ze liggen, vooral het versteende hout vond ik erg mooi. We gingen na deze korte onderbreking weer verder, de vele mensen op schaatsen, de eenzame schoenen en tassen bleven we tegen komen. Het was wel mistig geworden buiten en daarmee ook een stuk killer. Deze plotselinge omslag zorgde voor nieuwe rijp aan de bomen en struiken. Buiten het dorp was de ijsbaan van Giethoorn. Aan het hek hing een papier met de tekst dat het ijs onbetrouwbaar en zeer gevaarlijk was. Gelukkig kon iedereen gewoon op de grachten schaatsen!

Over een asfaltweg verlieten Giethoorn en doken een mistig landschap in, langs het bevroren water van de Thijssen gracht. Verderop verdween het asfalt en liepen we over een breed zandpad. De rechte paden leidden ons naar het Giethoornse meer. De meeste schaatsers hielden het bij de brede grachten maar een enkeling waagde zich wel op het grote meer. Veel schaatsers zagen dat we het leuk vonden om iedereen te zien schaatsen en groetten ons vrolijk. Iedereen was blij, op de weinige mensen na die het een kwelling vonden om in de kou op schaatsen te staan. We liepen nu over een graspad langs de rand van het meer. Van het meer zelf zagen we niet veel; de brede rietrand konden we nog net zien maar het was al te mistig om veel verder te kunnen kijken. Het inmiddels met veel rijp bedekte riet zorgde voor veel mooie plaatjes.

Bij een stuw en gemaal was beweging, het apparaat wat er normaal voor zorgt dat er vuil uit het water bij de stuw wordt opgeschept zorgde er nu voor dat het water open bleef. De grijparm brak het ijs voor de stuw. We zagen niemand in het gemaal en vroegen ons af of het automatisch zou gaan. Het laatste stukje naar Muggenbeet toe ging over een hobbelig bevroren pad. Niet zo prettig voor de blaar van Remco en mijn haren vroren telkens vast aan mijn jas en rugzak maar we waren er bijna. Voor we echter in Muggenbeet zouden komen moesten we via een stenen trap naar het viaduct klimmen om daar aan de andere kant van het water weer naar beneden te gaan. We konden het trapgedeelte over slaan door het ijs over te steken maar dat durfden we toch niet aan. We namen liever die trappen dan dat we onverhoopt een nat en ijskoud pak zouden halen.

Om vijf voor drie kwamen we aan bij de auto. Dat was het dan, het Havezatenpad. Het zat er op. Op de radio begrepen we dat er een noodreparatie was op de A6 richting Amersfoort dus we besloten met een omweg via Zwolle over de A28 naar huis te gaan. We zagen nu iets meer van het landschap waar we door heen kwamen dan vanmorgen in het donker maar nu gaf de dichte mist weinig prijs waardoor we toch niet zo heel veel zagen. Om half vijf waren we thuis en begonnen moe aan onze oudjaarsavond. Moe maar blij met deze prachtige dag. Een dag met ganzen, veel nostalgiek, met het geluid van schaatsen over het ijs, oud Hollandse taferelen, rijp en mist, snert en gluhwein.

 

Het Havezatenpad heeft ons voor het grootste gedeelte zeer kunnen bekoren, veel onverharde paden door een prachtig landschap. Een enkel stukje was wat saai, er zaten soms wat slecht begaanbare paden tussen maar al met al was het een erg leuk pad om te lopen. We gaan vast wel weer eens bepaalde etappes lopen.