HOME

OVERZICHT

Links en tips CONTACT GASTENBOEK

Zevenwoudenpad

Zaterdag 26 augustus 2006 Het hoge noorden

Lauwersoog – Dokkum ± 28 km

Bewolkt, later zonnig, droog, windje, 18-23 °C

 

Zo heet als het in juli was, zo nat is het in augustus. Na de langdurige hittegolf is de temperatuur gezakt en is er enorm veel regen gevallen! Omdat het echt noodbuien waren zijn we er de laatste weken niet op uit gegaan. Voor vandaag was de voorspelling wat beter dus besloten we het risico op 1 of 2 plensbuien te nemen.

We hadden een lange autorit voor de boeg en heel wat kilometers te lopen dus het zou een lange dag gaan worden. Om 6.45 uur reden we weg, door het mistige Flevoland. In Friesland begon het wat te regenen en we zagen donkere luchten, o jee… We reden iets verkeerd maar kwamen gelukkig toch nog op tijd in Dokkum om het busstation te zoeken. We hadden echter geen idee waar dit ergens zou zijn en we konden het ook niet echt vinden. De tijd tikte intussen door en als we deze bus zouden missen moesten we twee uur wachten voor de volgende kwam!! Een stuk terug hadden we wel een halte gezien waar onze bus langs zou komen, maar alle haltes langs de route, en in het dorp, waren voor allerlei andere bussen. Dan toch maar terug naar die ene halte, een beetje ver van de route af, maar we hadden geen keus.

We parkeerden de auto op een parkeerplaats van het ziekenhuis, vlakbij de bushalte. Het regende zachtjes maar toch konden we in ons t-shirt naar de halte lopen. Na een paar minuten konden we in de bus stappen. De chauffeur begon over een euro, maar ik snapte er niets van. Volgens het internet was het 7 strippen per persoon, en ik had genoeg strippen. Het bleek dat we voor 1 euro p.p. naar Lauwersoog konden, de zomervakantie-actie. Dat scheelde lekker wat geld! De chauffeur bleek zelf ook regelmatig te lopen; hij had het Domelapad gelopen en was nu bezig met het Pieterpad. Ze lopen met z’n vieren en gaan met twee auto’s. Geen openbaar vervoer dus. Ze lopen telkens twee dagen achter elkaar, tot zo’n 20 kilometer per dag. Een gezellig gesprekje en een klein half uurtje later stapten we om 9.20 uur uit bij de haven van Lauwersoog.

Het was droog en er stond een lekker straf windje. Het Zevenwoudenpad begint in de provincie Groningen, maar met vijf minuten loop je over de sluizen Friesland in. We liepen over de dijk langs de Waddenzee, met Schiermonnikoog aan de andere kant. Er groeide zeekraal langs de basaltstenen. Iets verderop zag ik dat de route op het gras bovenop de dijk liep in plaats van eronder, over het basalt. We klommen over een hekje de dijk weer op en genoten van het uitzicht; aan onze rechterkant de Waddenzee en aan de linkerkant het Lauwersmeer. Door het gras liepen we verder, soms moesten we over een hekje, waar gelukkig goede opstapjes bij waren.

We lieten na een paar kilometer de Waddenzee achter ons, en liepen verder over een grasdijk waar allemaal schapen lagen. Ik bood eerst mijn verontschuldigingen aan ze aan, voordat we over het hek stapten en hun rust verstoorden. Nadat we alle schapen van hun rustplekje op de (voormalige zee-) dijk hadden verjaagd heb ik ze ook nog maar bedankt.

Het zonnetje kwam af en toe tussen de wolken door en we kregen het warm. Na de eerste 6 kilometer, bijna alleen maar grasdijk, namen we een korte pauze aan de rand van het Lauwersmeer. Hierna vervolgden we onze route over de grasdijk en kwamen al snel aan bij het haventje van Oostmahorn. We liepen nu over een fietspad, onderaan de binnenkant van de dijk, met aan onze rechterkant weilanden. We kwamen bij Ezumazijl waar we de grasdijk verlieten en over een lager grasdijkje verder gingen. We kwamen zo’n 500 meter verder uit bij een doodlopend weggetje en liepen door langs ruige landen, water, riet en eendenkooien. De zon scheen regelmatig en het windje zorgde voor enige verkoeling. Een deel van het ingepolderde land stond al lange tijd weer onder water. In het boekje (2001) staan weilanden ingetekend, maar wij liepen toch echt langs een grote plas. We liepen weer langs een dijk en kwamen langs een gedeelte waar nog gaten in zaten, van vroeger, coupures. Met een normale waterstand waren die gaten open, maar bij hoog water (vroeger was het de Lauwerszee, sinds de komst van de dijken is het een meer) werden deze gaten gedicht met dikke balken. Heel gek om nu door zo’n coupure te kijken en akkers te zien liggen, terwijl je je beseft dat daar vroeger de zee was!

Na zo’n 15 kilometer wilden we bij een picknickbank pauze houden, maar het bankje bleek vlak langs een drukke weg te liggen. We liepen nog maar even verder. Wat later kwamen we bij het dorpje Dokkumer Nieuwe Zijlen waar we aan het begin van het vroegere jaagpad een bankje tegen kwamen. Dankbaar maakten we gebruik van deze rustplek. Er lagen wat bootjes van de dorpelingen aangemeerd, en de brug, iets verderop, ging regelmatig open om scheepjes te laten passeren.

Nadat we voldoende waren uitgerust gingen we weer op pad, langs het water van het Grootdiep. Na 4 kilometer was het fietspad gestremd voor fietsers. Over wandelaars stond er niets, dus liepen we verder. Het zag er onheilspellend uit; ze waren blijkbaar met de oevers bezig en overal lagen bergen aarde (blubber!) op het fietspad. Het leek er op dat het een lange-termijn project betrof, want naast de bergen aarde had zich al een smal paadje gevormd. Gelukkig maar, want op een eerdere wandeling heb ik met zo’n baggerpad een voetboogblessure opgelopen, dus ik was al bang voor weer zo’n blessure. Na zo’n 2½ kilometer kwamen we bij een bankje welke we niet voorbij konden laten gaan om daar een grote pauze te nemen, Het deel van het pad dat we al hadden gedaan was op zich goed te doen geweest: waar een lange, grote berg aarde over het fietspad lag was erlangs een smal paadje ontstaan. Er waren ook gedeeltes waar losse bergen aarde op het fietspad lagen, met nog een klein beetje asfalt aan de zijkant. Heel af en toe konden we een klein stukje naast elkaar lopen omdat er een leeg stukje fietspad was. Na het pauzebankje leek het echter helemaal vol met aarde te liggen. Een pauze vooraf zagen we wel zitten.

Toastjes met kaasjes en een biertje. Het zonnetje scheen. Opeens kwam er iemand op een fiets langs, vanaf de kant waar wij naar toe moesten. Het leek er op dat wij dan ook wel het pad moesten kunnen volgen, want als er een fietser vandaan kan komen, dan moeten we het lopend zeker kunnen. De kaasjes vielen bij mij blijkbaar niet helemaal, want ik werd kotsmisselijk. Nadat dat probleem was opgelost, in de struikjes, pakten we onze rugzakken weer in en liepen het laatste stukje naar de auto. Het pad viel reuze mee, het was in ieder geval niet erger dan daarvoor.

Het was een lekkere wandeling!