HOME

OVERZICHT

Links en tips CONTACT GASTENBOEK

Zevenwoudenpad

FOTO'S

 

ZEVENWOUDENPAD, Lauwersoog – Steenwijk, 155 km

 

Welkom op onze webpagina van het Zevenwoudenpad. Wij, Remco en Violet, zijn halverwege 2004 begonnen met het lopen van langere afstanden. Het Pieterpad was bijna vanzelfsprekend het begin van onze nieuwe hobby. Een verslavende hobby, bleek al snel. Intussen hebben we meerdere paden bewandeld waaronder het Zevenwoudenpad. We hebben in Friesland kunnen genieten van veel zandpaden en mooie natuur, meer dan we hadden verwacht!

 

Klik voor meer wandelverslagen op de button 'HOME'.

Hier het verslag van het Zevenwoudenpad. Je kan hieronder het hele verhaal in één keer lezen. Je kan ook een bepaalde etappe lezen door op één van onderstaande links te klikken. Je komt dan gelijk bij het begin van het verhaal.

Overzicht etappes Zevenwoudenpad:

26-08-2006 Lauwersoog – Dokkum Het hoge noorden

15-12-2006 Dokkum – Jistrum Natuurgebied De Houtwiel

25-01-2007 Jistrum – Rottevalle Bus in de fik?

31-07-2007 Rottevalle – Beetsterzwaag Openbaar vervoer

04-04-2009 Wilhelminaoord - Hoornsterzwaag Veen en vennen

22-04-2009 Giethoorn (Zuideinde) - Wilhelminaoord Gek van vogeltjes

01-05-2009 Beetsterzwaag - Ureterp Vlinders, rupsen, libelles en andere insecten

 

 

ZEVENWOUDENPAD, Lauwersoog – Steenwijk, 155 km

 

Lauwersoog – Oostmahorn – Ezumazijl – Dokkumer Nieuwe Zijlen – Engwierum – Dokkum – Damwâld – Broeksterwâld – Kuikhorne – Jistrum – Skûlenboarch – Eastermar – Rottevalle – Houtigehage – Drachstercompagnie – Ureterp – Heidehuizen – Olterterp – Beetsterzwaag – Menrikerverlaat – Petersburg – Hoornsterzwaag – Nijeberkoop – Boekelte – Boijl – Wilhelminaoord – Eese - Steenwijk

 

 

Zaterdag 26 augustus 2006 Het hoge noorden

Lauwersoog – Dokkum ± 28 km

Bewolkt, later zonnig, droog, windje, 18-23 °C

 

Zo heet als het in juli was, zo nat is het in augustus. Na de langdurige hittegolf is de temperatuur gezakt en is er enorm veel regen gevallen! Omdat het echt noodbuien waren zijn we er de laatste weken niet op uit gegaan. Voor vandaag was de voorspelling wat beter dus besloten we het risico op 1 of 2 plensbuien te nemen.

We hadden een lange autorit voor de boeg en heel wat kilometers te lopen dus het zou een lange dag gaan worden. Om 6.45 uur reden we weg, door het mistige Flevoland. In Friesland begon het wat te regenen en we zagen donkere luchten, o jee… We reden iets verkeerd maar kwamen gelukkig toch nog op tijd in Dokkum om het busstation te zoeken. We hadden echter geen idee waar dit ergens zou zijn en we konden het ook niet echt vinden. De tijd tikte intussen door en als we deze bus zouden missen moesten we twee uur wachten voor de volgende kwam!! Een stuk terug hadden we wel een halte gezien waar onze bus langs zou komen, maar alle haltes langs de route, en in het dorp, waren voor allerlei andere bussen. Dan toch maar terug naar die ene halte, een beetje ver van de route af, maar we hadden geen keus.

We parkeerden de auto op een parkeerplaats van het ziekenhuis, vlakbij de bushalte. Het regende zachtjes maar toch konden we in ons t-shirt naar de halte lopen. Na een paar minuten konden we in de bus stappen. De chauffeur begon over een euro, maar ik snapte er niets van. Volgens het internet was het 7 strippen per persoon, en ik had genoeg strippen. Het bleek dat we voor 1 euro p.p. naar Lauwersoog konden, de zomervakantie-actie. Dat scheelde lekker wat geld! De chauffeur bleek zelf ook regelmatig te lopen; hij had het Domelapad gelopen en was nu bezig met het Pieterpad. Ze lopen met z’n vieren en gaan met twee auto’s. Geen openbaar vervoer dus. Ze lopen telkens twee dagen achter elkaar, tot zo’n 20 kilometer per dag. Een gezellig gesprekje en een klein half uurtje later stapten we om 9.20 uur uit bij de haven van Lauwersoog.

Het was droog en er stond een lekker straf windje. Het Zevenwoudenpad begint in de provincie Groningen, maar met vijf minuten loop je over de sluizen Friesland in. We liepen over de dijk langs de Waddenzee, met Schiermonnikoog aan de andere kant. Er groeide zeekraal langs de basaltstenen. Iets verderop zag ik dat de route op het gras bovenop de dijk liep in plaats van eronder, over het basalt. We klommen over een hekje de dijk weer op en genoten van het uitzicht; aan onze rechterkant de Waddenzee en aan de linkerkant het Lauwersmeer. Door het gras liepen we verder, soms moesten we over een hekje, waar gelukkig goede opstapjes bij waren.

We lieten na een paar kilometer de Waddenzee achter ons, en liepen verder over een grasdijk waar allemaal schapen lagen. Ik bood eerst mijn verontschuldigingen aan ze aan, voordat we over het hek stapten en hun rust verstoorden. Nadat we alle schapen van hun rustplekje op de (voormalige zee-) dijk hadden verjaagd heb ik ze ook nog maar bedankt.

Het zonnetje kwam af en toe tussen de wolken door en we kregen het warm. Na de eerste 6 kilometer, bijna alleen maar grasdijk, namen we een korte pauze aan de rand van het Lauwersmeer. Hierna vervolgden we onze route over de grasdijk en kwamen al snel aan bij het haventje van Oostmahorn. We liepen nu over een fietspad, onderaan de binnenkant van de dijk, met aan onze rechterkant weilanden. We kwamen bij Ezumazijl waar we de grasdijk verlieten en over een lager grasdijkje verder gingen. We kwamen zo’n 500 meter verder uit bij een doodlopend weggetje en liepen door langs ruige landen, water, riet en eendenkooien. De zon scheen regelmatig en het windje zorgde voor enige verkoeling. Een deel van het ingepolderde land stond al lange tijd weer onder water. In het boekje (2001) staan weilanden ingetekend, maar wij liepen toch echt langs een grote plas. We liepen weer langs een dijk en kwamen langs een gedeelte waar nog gaten in zaten, van vroeger, coupures. Met een normale waterstand waren die gaten open, maar bij hoog water (vroeger was het de Lauwerszee, sinds de komst van de dijken is het een meer) werden deze gaten gedicht met dikke balken. Heel gek om nu door zo’n coupure te kijken en akkers te zien liggen, terwijl je je beseft dat daar vroeger de zee was!

Na zo’n 15 kilometer wilden we bij een picknickbank pauze houden, maar het bankje bleek vlak langs een drukke weg te liggen. We liepen nog maar even verder. Wat later kwamen we bij het dorpje Dokkumer Nieuwe Zijlen waar we aan het begin van het vroegere jaagpad een bankje tegen kwamen. Dankbaar maakten we gebruik van deze rustplek. Er lagen wat bootjes van de dorpelingen aangemeerd, en de brug, iets verderop, ging regelmatig open om scheepjes te laten passeren.

Nadat we voldoende waren uitgerust gingen we weer op pad, langs het water van het Grootdiep. Na 4 kilometer was het fietspad gestremd voor fietsers. Over wandelaars stond er niets, dus liepen we verder. Het zag er onheilspellend uit; ze waren blijkbaar met de oevers bezig en overal lagen bergen aarde (blubber!) op het fietspad. Het leek er op dat het een lange-termijn project betrof, want naast de bergen aarde had zich al een smal paadje gevormd. Gelukkig maar, want op een eerdere wandeling heb ik met zo’n baggerpad een voetboogblessure opgelopen, dus ik was al bang voor weer zo’n blessure. Na zo’n 2½ kilometer kwamen we bij een bankje welke we niet voorbij konden laten gaan om daar een grote pauze te nemen, Het deel van het pad dat we al hadden gedaan was op zich goed te doen geweest: waar een lange, grote berg aarde over het fietspad lag was erlangs een smal paadje ontstaan. Er waren ook gedeeltes waar losse bergen aarde op het fietspad lagen, met nog een klein beetje asfalt aan de zijkant. Heel af en toe konden we een klein stukje naast elkaar lopen omdat er een leeg stukje fietspad was. Na het pauzebankje leek het echter helemaal vol met aarde te liggen. Een pauze vooraf zagen we wel zitten.

Toastjes met kaasjes en een biertje. Het zonnetje scheen. Opeens kwam er iemand op een fiets langs, vanaf de kant waar wij naar toe moesten. Het leek er op dat wij dan ook wel het pad moesten kunnen volgen, want als er een fietser vandaan kan komen, dan moeten we het lopend zeker kunnen. De kaasjes vielen bij mij blijkbaar niet helemaal, want ik werd kotsmisselijk. Nadat dat probleem was opgelost, in de struikjes, pakten we onze rugzakken weer in en liepen het laatste stukje naar de auto. Het pad viel reuze mee, het was in ieder geval niet erger dan daarvoor.

Het was een lekkere wandeling!

 

 

Vrijdag 15 december 2006 Natuurgebied De Houtwiel

Dokkum – Jistrum ± 24 km

Bewolkt, koude wind, droog, ± 8°C

 

Het is al drie maanden geleden dat we een gedeelte van een LAW hebben gelopen! We hebben in de tussentijd wel een keertje vanaf Fort Vechten naar huis gelopen, en vorig weekeind hebben we het poldergedeelte van het Soester klompenpad gelopen. Wel iets dus, maar niet erg veel.

We hadden erg veel zin om de route in Friesland weer op pakken, maar de busverbinding in het weekeind is daar niet geweldig. Een doordeweekse dag zou sneller zijn, en vandaag was het dan zover. Om 7.12 uur reden we weg. Het was al redelijk druk op de weg maar we konden tot aan Jistrum lekker door rijden. Het werd steeds minder donker, maar een dik wolkendek hield elk zonnestraaltje tegen.

Zonder veel moeite kwamen we aan in Jistrum, om 8.50 uur, waar we de auto langs de route parkeerden. We deden onze rugzakken op en liepen naar de dichtstbijzijnde bushalte. Deze was zo’n 1½ km verderop, en we kwamen er mooi op tijd aan. Rond 9.20 uur kwam de bus en stapten er samen met ons nog zo’n 6 of 7 mensen in. In de bus was het ook al druk, maar we vonden een zitplekje. Wat later zette de buschauffeur ons af bij de juiste halte, Quatrebras, waar we op de volgende bus moesten overstappen. Op onze internetuitdraai stond dat we bij halte Oost  moesten overstappen, maar dit bleek halte zuid te zijn. In een grote zijstraat iets verderop zagen we ook een bushokje dus liepen we daar maar naar toe. Eerst moesten we een grote, drukke weg over steken, en de stoplichten bleven we een eeuwigheid op rood staan. Toen we eindelijk aan de overkant kwamen, maar nog niet bij de halte waren, kwam ‘onze’ bus er aan. Hij moest wachten voor een rood stoplicht en terwijl deze op groen sprong konden wij nog net zijn aandacht trekken en mochten we instappen. Dat was wel erg fijn!

Om 10.00 uur stonden we in Dokkum en na even oriënteren begonnen we aan onze wandeling. We werden het stadje uitgeleid via een woonwijk, een parkje en een fietspad tussen huizen en sloten door. Een Beaglehond kwam vrolijk op ons af gerend en begroette ons, heftig kwispelend. Het baasje kwam er achter aan; de hond was weer eens ontsnapt. Het nog jonge beestje luisterde nog niet goed, maar was gelukkig altijd blij om mensen of honden te zien, zodat zij hem weer in kon halen en aan kon lijnen.

Iets verderop lieten we dan echt Dokkum achter ons. We liepen over een asfaltweggetje ( 1e stuk fietspad) met aan weerszijden van ons sloten en elzenbomen. Remco ontdekte twee puttertjes vlak voor ons in de bomen en struiken. Leuk om te zien! Een paar kilometer verderop kwamen we bij het dorpje Damwald (Damwouude), waar we het dorpje al voor het eigenlijke dorp alweer verlieten. Wel liepen we even naar het kerkje, uit zestiennogwat, met begraafplaats. Langs een klein, moerassig elzenbosje gingen we over een schelpenpaadje richting Broeksterwoude. Er stond een ijzig koude polderwind, af en toe vrij onaangenaam. Gelukkig had ik een lekkere capuchon op mijn fleecejas, maar Remco moest met bloot hoofd en blote oren de koude wind trotseren.

Het gehucht Broeksterwald hebben we amper gezien, we werden langs de rand geleid.

We hadden intussen wel zin in een bankje. We zagen genoeg bankjes, maar allemaal in tuinen, privé dus. Een stuk verderop kwamen we bij het water van de Valomstervaart, waar twee picknicktafels stonden. Het was heerlijk om even te kunnen zitten, maar door de harde en koude wind koelden we heel snel af. Na een klein kwartiertje gingen we verder en kwamen al snel bij het natuurreservaat De Houtwiel. Het gebied valt tegenwoordig onder het beheer van Staatsbosbeheer. Je schijnt er nu ook rondleidingen per boot te kunnen doen, wat volgens mij hartstikke leuk kan zijn.

Op het internet stond bij de routewijzigingen over dit gedeelte dat je beter rechtdoor langs het fietspad kon blijven lopen i.p.v. door het natuurgebied te gaan, maar ze vertelden er niet bij waarom. Waarschijnlijk omdat het een stuk om is, denk je dan. Wij wilden natuurlijk wel door het gebied lopen en volgden de officiële route van het Zevenwoudenpad. Over een graspad liepen we tussen riet, water en veen door. Het was er heerlijk rustig dus we schrokken ons rot toen er naast ons opeens twee fazanten met veel lawaai uit het riet opvlogen. Een derde fazant vloog vlak daarna op, maar daar schrokken we gelukkig niet meer van.

We liepen weer verder. Het pad was goed te belopen. Ik had verwacht dat het een drassig pad zou zijn, maar dat viel meer dan mee. (Een eventueel drassige pad kon natuurlijk ook een reden zijn om dit niet te lopen) Toch klopte er ergens iets niet… Volgens het kaartje in het wandelboekje was het een kort stukje door het gebied en zouden we vlak bij de electriciteitskabels blijven lopen. Wel jammer dat ze precies in dit natuurgebied staan… We kwamen echter steeds verder van de kabels, en ook de rode-paaltjes route die we volgens het boekje moesten volgen was nergens te zien. Wel was er een gele- paaltjes route, welke eigenlijk overbodig was volgens mij, want er was gewoon maar 1 pad. Nergens was een ander paadje, dus liepen we maar door, er van uitgaande dat het toch een soort rondje zou blijken te zijn.

Dat bleek uiteindelijk ook wel te kloppen, maar het was echt een veeeeel groter rondje dan het volgens het boekje had moeten zijn. Gelukkig was het echt een heel erg mooi gebied en zijn we blij dat we het hebben gedaan.

We volgden de route weer verder en kwamen bij Kuikhorne, een paar huisjes bij elkaar. Na het laatste huisje ging de asfaltweg over in een steenslagpad. Halverwege het pad ontdekte Remco een ree, iets verderop in een weiland. Aan het eind van het pad kwamen we bij een drukke weg, die we helaas een kilometer lang via de parallelweg moesten volgen. Halverwege deze weg hebben we een korte pauze genomen op een picknickbank aan het water van de Kuikhornstervaart.

Vanaf hier moesten we nog zo’n 5 kilometer lopen voor we bij de auto zouden komen. We hadden eigenlijk willen picknicken, maar de koude wind deed ons besluiten dit in de auto te doen. De port die we bij ons hadden maakten we wel snel open, lekker warm!

Een halve kilometer later sloegen we een klinkerweg in. Er werd druk gegraven en gedaan langs dit weggetje en er lagen allemaal metalen platen om het weggetje tegen de zware wagens te beschermen. We liepen er snel langs en kwamen verderop bij een zandpad. We kwamen langs een boerderij en een vrolijke hond kwam naar ons toe, begroette ons enthousiast en na een paar keer aaien draaide hij zich weer om en ging terug.

We volgden het pad dat achterlangs de boerderij liep. We liepen de landweg helemaal af en na een paar meter asfalt sloegen we de volgende landweg in. Over een asfaltweg bereikten we uiteindelijk Jistrum, waar we al snel bij de auto kwamen, om iets voor drie uur.

We gingen op zoek naar een plekje om, in de auto, te gaan picknicken, en reden naar It Heechsan, waar een klein kerkje staat waarvan de toren volledig met klimop is begroeid. Mooi om even naar te kijken, maar voor ons hapje reden we nog even door naar Eastermar. Bij de jachthaven parkeerden we de auto en vielen aan op de toastjes met kaas en salade. Smullen maar! Daar waren we aan toe.

Om 16.00 uur reden we, moe maar voldaan, weer richting huis, waar we rond 17.50 uur aan kwamen. We waren moe, hadden een pijnlijk lijf en hoofdpijn van de koude wind, maar waren erg blij dat we weer eens hadden gelopen.

De mensen in Friesland zijn erg aardig; iedereen zegt gedag, van jong tot oud. Het landschap waar we door heen kwamen bestaat voornamelijk uit natte polders, sloten en elzen.

 

 

Donderdag 25 januari 2007 Bus in de fik?

Jistrum – Rottevalle ±18 km

-4 °C tot 2 °C , weinig wind, wolken en zon

 

Bijna 1½ maand geleden is het alweer dat we hebben gelopen…  We zijn druk geweest met de feestdagen en met de voorbereidingen van de verbouwing bij Cor.

Maar, vandaag was het dan eindelijk zover. Remco heeft een week vrij; afgelopen maandag heeft hij zijn laatste werkdag gehad bij de Brilmij en volgende week donderdag begint hij bij zijn nieuwe werkgever, WPM in Utrecht.

Sinds mijn nieuwe baan ben ik op donderdag vrij, en omdat het mooi weer zou worden ging vanmorgen om 4.30 uur de wekker. Om 6.00 uur reden we in het donker weg, en kwamen rond 7.30 uur bij Drachtstercompagnie. Vanaf daar konden we met het openbaar vervoer wel naar Jistrum komen, maar dan moesten we een uur van te voren een taxibusje bestellen. En met de volgende wandeling ook weer. Daar had ik dus geen zin in… We gingen kijken of we een dorpje eerder wel gelijk de juiste bus konden pakken. Het nummer van de bewuste buslijn stond wel op de bordjes van de bushaltes in Houtigehage, maar er stonden geen tijden bij, wat wel verdacht was. De tijden van het, van te voren te reserveren, taxibusje stonden er wel. Ik had sterk het idee dat de buslijn die wij moesten hebben hier vroeger wel heeft gereden, maar intussen een andere route heeft gekregen.

We gingen verder terug, naar Rottevalle. Rond zonsopgang, ± 7.55 uur, kwamen we bij een bushalte aan de rand van het dorp. De bus was net langs geweest, maar ging ’s ochtends vroeg gelukkig 2x per uur. We parkeerden de auto in het dorp, iets terug op de route en liepen vanaf daar naar de bushalte. Na tien minuten koukleumen bij de halte kwam de bus. Het rook een beetje naar verbrand rubber toen we instapten. Later hoorden we de chauffeur over de mobilofoon zeggen dat ie hoopte dat de bus over twee uur niet in de fik stond. Misschien een probleempje me de remschijven? Wij zijn in ieder geval veilig aangekomen in Klootstertille, na een toeristische rondrit. We herkenden de plaats en konden op tijd op het stopknopje drukken. Vanaf de halte moesten we ongeveer een kwartiertje lopen om bij Jistrum te komen, waar we half december onze laatste zevenwoudenwandeling hadden beëindigd.

Het vroor nog licht, maar door te lopen krijg je het lekker warm. We hadden ook wel mazzel met het weer; vorige week donderdag was er een heftige storm, windkracht 9 tot 11, met windstoten van ± 100 tot 130 km per uur. Maar wel 13°C!! De hele winter is het herfst geweest, of lente, maar sinds afgelopen maandag vriest het ’s nachts. Heerlijk weer om te lopen, frisjes maar lekker, en zonder wind. En met wat ijs en een heel dun laagje sneeuw/hagel is de wereld altijd wel heel mooi!

 

Vanaf Jistrum pakten we de route weer op, en liepen naar Skulenboarch waar we voor de brug moesten wachten. Vlak voordat we de brug op zouden lopen gingen de lampjes op rood en de ‘brugbomen’ omlaag. Het duurde even, maar toen begon de brug te draaien om in het midden van het kanaal, in de lengte, te blijven liggen. Een boot passeerde en na nog vijf minuten konden we verder.

Ondanks dat de temperatuur rond het vriespunt lag hadden we nog lekker warme handen en voeten. We kwamen langs een groot terrein met allemaal verschillende soorten bakstenen en sloegen iets verderop een zandpad in. Aan de linkerkant van ons was een hek met daarachter veel begroeiing, een heuvel en water. Een vuilstort? Een slibreservoir? Geen idee.

De route leidde ons over redelijk veel onverharde paden, afgewisseld met asfalt. We kwamen aan bij het haventje van Eastermar, waar we de vorige keer de auto hadden geparkeerd om een toastje met kaasjes te eten, na de wandeling. Het kaartje en de routebeschrijving klopten niet helemaal met de werkelijkheid, maar we vonden onze weg. De route leidde ons door het dorpje Eastermar en via een landweggetje weer vanaf het dorp. Via zowel zandwegen als asfaltweggetjes liepen we tussen de weilanden door richting Harkema. Het eind van onze wandeling naderde, dus werd het tijd voor pauze. We kwamen langs een bankje, langs een asfaltweggetje, dat wel, maar het was zo’n rustig weggetje dat er amper een auto voorbij kwam. O.K., een politiebusje kwam langs. De flacon met whisky hebben ze niet gezien. Het was wel een beetje frisjes, maar omdat er geen wind stond viel het reuze mee met de kou. We hadden alleen last van koude duimen toen we weer gingen lopen.

Vlak voor Harkema boog de route af en hoefden we alleen nog maar een lang pad te volgen om weer bij de auto in Rottevalle te komen. Op een van de weilanden waar we langs kwamen zaten 6 hazen. Er stonden ook twee bankjes aan de kop zijn kant van het land. Daar hadden we dus ook pauze kunnen houden, maar we waren al zoveel bankjes tegen gekomen onderweg dat we bang waren dat ‘ons’ pauzebankje de laatste zou zijn. Meestal als we zoveel bankjes tegen komen zien we er op de rest van de route bijna geen meer…

Na klinkers, asfalt en zand kwamen we bij het punt waar we ’s ochtend de auto hadden gekeerd omdat daar geen parkeerplekje was. We waren bijna bij de auto!

We besloten om naar Drachten te rijden om het dorpje even te bekijken en een kop soep of iets dergelijks te nuttigen. Het dorp was veel moderner als ik had gedacht, maar misschien is er ergens nog wel een oud gedeelte. We hadden in ieder geval geen zin meer om dat op te gaan zoeken. We stapten binnen bij een klein eetcafé en bestelden wat te drinken, een soepje en een tosti. Remco had erwtensoep gekozen, waar hij twee sneetjes stokbrood bij kreeg en een plak roggebrood met gebakken spek. Ik had lekker tomatensoep. Na de soep kregen we onze tosti, waarna we aardig vol zaten. We waren er dan ook wel aan toe!

Het was een heerlijke dag om te lopen, en omdat het zo lang was geleden, genoten we ook extra van het lopen.

Met een beetje mazzel volgende week weer.

 

 

Woensdag 31 januari 2007 Openbaar vervoer

(Drachten - ) Rottevalle – Beetsterzwaag, ± 26 km ( + 7,5 km)

Bewolkt, straffe wind, op het laatst een regenbuitje, ± 4 – 7 °C

 

Remco zijn laatste vrije dag, morgen begint hij met zijn nieuwe baan! Ik kon gelukkig mijn vrije donderdag omruilen voor deze woensdag, zodat we er samen nog op uit konden trekken voor de volgende etappe van het Zevenwoudenpad.

Vannacht werd ik wakker en dronk wat water. Ik keek op de wekker en zag dat het iets na vieren was. Een heerlijk gevoel, ik kon nog twee uur slapen. Dacht ik… Iets later realiseerde ik me dat we er al bijna uit moesten omdat we gingen wandelen. Viel dat even tegen. Maar daar stond dan weer wel tegenover dat ik niet hoefde te werken.

Om 6.00 uur reden we, weer in het donker, weg van huis. De reis verliep voorspoedig en rond 7.20 uur reden we Beetsterzwaag binnen. We hadden nog bijna een half uur om een plekje voor de auto te vinden en naar de bushalte te lopen. Het was iets kouder dan we hadden verwacht, dus trokken we snel de trui aan die we voor de zekerheid hadden mee genomen. Ze hadden tot 12 °C voorspeld voor vandaag, maar over die koude wind hadden ze het niet gehad. Wel dat het in de loop van de middag in het noorden van het land wat lichte regen kon vallen. Maar het was dus redelijk frisjes. We liepen naar de bushalte en hadden nog een kwartiertje over. Keurig gepland, zeg je dan. We wachtten en wachtten in de kou, maar die bus kwam maar niet. Kan gebeuren, vervelend genoeg, maar nu konden we onze aansluiting op de volgende bus niet halen en zouden we een uur (!) moeten wachten voor we de volgende konden pakken. Twintig minuten te laat kwam de bus alsnog ( ik had verwacht dat die bus niet meer zou komen, maar die van een half uur later). De bus zat en stond propvol, maar we konden er nog bij. De bus die had moeten komen had pech gekregen in een paar dorpjes terug. We moesten ons staande houden tussen allemaal andere mensen. We hadden niet erg goede houvast, en de buschauffeuse trapte het gaspedaal aardig in, waardoor ze af en toe ook flink in de remmen moest. Het was vermoeiend, en ik vond het eigenlijk onverantwoord hoe hard ze reed (en remde) met al die mensen in de bus. Maar we kwamen heelhuids aan in Drachten. Onze bus was er inderdaad al vandoor, dus keken we of we echt nog bijna een uur moesten wachten op de volgende bus. We hadden binnen tien minuten vervoer naar Rottevalle, ons beginpunt voor vandaag, kunnen hebben, maar dat hadden we dan een uur van te voren moeten bestellen… Dikke, vette pech dus. Ook was het onduidelijk of we nou op het goede busstation waren, Ze hebben er blijkbaar meer in Drachten, en op onze internet uitdraai stond alleen maar “busstation”. Op het bordje stond nog wel onze buslijn vermeld, maar er stonden geen tijden van… Net zoals vorige week bij Houtigehage, waar de bus sinds kort niet meer rijdt. Ik vond het helemaal niets; sta je straks 3 kwartier te wachten in de kou, komt de bus niet eens daar langs! Je weet het gewoon niet. Ik was het zat en stelde voor (besloot) dat we vanaf Drachten naar Rottevalle gingen lopen. Het ligt niet heel veel bij elkaar vandaan, dus proberen maar. Behoorlijk op de gok kozen we een richting en liepen het stadje uit. We zagen een richtingsbord naar Drachtstercompagnie, en besloten niet een stuk van de route af te snijden maar nog even door te lopen in de verwachting dan een bord naar Rottevalle te zien. We liepen in ieder geval in de juiste richting. Dat had natuurlijk ook niet zo kunnen zijn. En dan baal je pas echt.

Vol goede moed liepen we verder en kwamen bij het dorpje Opeinde een bordje richting Rottevalle tegen. Nog drie kilometer te gaan, en al aardig wat gehad. Een uur na het begin kwamen we aan de rand van Rottevalle, iets later op het stukje wat we vorige week ook al hadden gelopen en na uiteindelijk 1.15 uur kwamen we bij de bushalte waar we vorige week in de bus waren gestapt. Die bus was toen trouwens ook al aan onderhoud toe, die brandlucht die we toen roken…

Als we op het busstation in Drachten waren blijven wachten op de bus, als de bus daar al was langs gekomen, dan waren we iets eerder uit de bus gestapt, maar waren dan wel koud geweest van het wachten. Dit voelde beter, maar we hadden nog wel heel veel kilometers te gaan, want de geplande etappe was zo’n 26 kilometer… We zouden dus boven de dertig gaan komen, en na 1½ maand niet lopen, met alleen vorige week 18 kilometer, is dat best veel. In de bus had ik tijdens een van de rem-acties waarschijnlijk een spier in mijn kuit verrekt, en dat voelde ik wel met lopen. Het zou nog een zware dag worden… We liepen via wat asfaltweggetjes door de polder naar Houtigehage. We wilden even pauze nemen op een bankje, maar natuurlijk kwamen we juist nu geen bankje tegen. We kwamen bij de paar huizen en kerk van het gehucht Luchtenveld. Het kerkje was leuk om te zien, maar een bankje was nergens. In een poep en een scheet waren we het plaatsje door gelopen en sloegen iets verderop een asfaltweg in, richting Drachtstercompagnie. Net toen we de hoop op een bankje hadden opgegeven kwamen we er eentje tegen. Door de koude wind was het niet erg aangenaam, maar we hoopten in Drachtstercompagnie, over 1½ kilometer, in een café-restaurant of zo wat op te kunnen warmen. We namen dus een korte pauze op het koude bankje, en liepen verder. Over een schelpenpad bereikten we de doorgaande weg van Drachtstercompagnie. Nergens langs de route zagen we iets waar we wat konden eten en op konden warmen. Dan maar verder… Na het dorp liepen we via asfaltweggetjes, met toch nog aardig wat auto’s, en mochten uiteindelijk weer een half verhard pad op. Hierna werd het weer asfalt en staken we wat later de A7 over. We liepen nu richting Ureterp, waar we toch zeker een maaltijd een warmte gingen scoren. Hoopten we althans. Over een onverhard en bobbelig pad liepen we stug door, We waren best aan pauze toe, en eten kon er ook wel in. We kwamen bij de doorgaande weg van Ureterp, waar een mooi kerkje stond, met daarachter een klokkenstoel. Remco schoot hier zijn fotorolletje vol, en ik iets verderop, bij het plaatsnaambordje ‘Ureterp / Oerterp’. We kwamen langs een cafetaria en vonden het niet de moeite waard om te kijken of er verder ook nog iets in het dorp te vinden was. We waren moe en hadden behoefte aan pauze.

Na een patatje, een broodje kroket en wat cola konden we na een tijdje wel weer verder. De pijn in onze benen en voeten viel mee, dus dat was een meevallertje. We liepen het dorp uit en via een schelpenpaadje kwamen we bij het eindpunt van dit kaartje en daarmee ook bij de splitsing van de oost- en de westroute. Wij gingen deze keer voor de westroute, richting Beetsterzwaag. Het was veel asfalt, we kregen al meer pijntjes en waren moe. De harde wind maakte het er allemaal niet makkelijker op. Vermoeid liepen we door. We zouden eindelijk door bos gaan lopen, en door de wind verlangden we naar de beschutting van de bomen. We kwamen iets eerder een picknickbankje tegen, langs het water in vol in de wind. Die sloegen we over, hoe hard we ook aan een bankje toe waren. Wel spannend, want je zal net zien dat je er dan verder geen meer tegen komt. Met onze laatste krachten liepen we verder, over een asfaltfietspad door het bos. De wind was hier weg gevallen, iets aangenamer gelukkig. Het duurde even voor we weer een bankje tegen kwamen, maar we vonden er eentje aan de rand van het bos, naast het kanaaltje. Beschut en simpel; een klein bankje tussen twee bomen. Sinds het plaatsen van het bankje zijn beide bomen wat gegroeid, waardoor de bomen al voor een deel om het bankje waren gegroeid. Aan het eind van onze pauze (een rustplekje en een portje) begon het zachtjes te spetteren. We moesten nog iets van 4 kilometer lopen, en hoopten dus dat het niet heel hard zou gaan regenen. Het ging wel iets harder, maar we konden het zonder regencape af. We werden door het bos geleid en liepen opeens het oude gehuchtje Olterterp in. Een schattig kerkje en wat huizen en boerderijen, meer niet. Maar we waren wel weer wat dichter bij de auto. We hadden best moeite om het laatste stukje af te leggen, we waren echt moe. Niet zo gek ook, we hadden er zeker 30 kilometer op zitten! Na nog wat polderweggetjes kwamen we dan toch bij Beetsterzwaag en liepen op onze laatste krachten naar de auto, waar we iets voor half vier aan kwamen. Heeeeeeeeeel erg moe.

Remco wilde snel naar huis, ik vond dat geen gek idee. Om iets voor vijven waren we thuis, waar ik vrij snel deze tekst ben gaan schrijven. Maar goed dat mijn vingers nog uitgerust waren.

Ook al zat er vandaag veel tegen (het openbaar vervoer, de wind, de afstand en op het laatst de regen), we hebben weer heerlijk gelopen. Nu ga ik snel op de bank hangen, ik ben echt kapot!

 

 

Zaterdag 4 april 2009 Veen en vennen

Wilhelminaoord – Hoornsterzwaag, ± 28 km

Mistig en bewolkt, fris windje, 6-10 °C

 

De afgelopen twee dagen leek het wel zomer; de zon scheen volop en de temperatuur kwam rond of zelfs boven de 20°C. Voor vandaag zag het er in eerste instantie bijna net zo goed uit, maar met het uur werden de verwachtingen slechter. Omdat we al hadden besloten dat we zouden gaan lopen hielden de voorspellingen ons niet tegen, we zouden vandaag hoe dan ook gaan. Op het vroege tijdstip waarop we wakker werden konden we genieten van de Vrijdag Freaknacht op 3FM. Gerard Ekdom is altijd leuk om naar te lijken en luisteren, een lekker begin van de dag. Deze keer kwam Dimitri langs met een clipje van HipHopKloon, een band waar een neef van me als basgitarist in speelt. Het was heel leuk om mijn neef midden in de nacht op tv te zien! Gaaf hoor!

Rond 6.10 uur stapten we het huis uit en werden begroet met een prachtig vogelconcert. Het was nog donker en mistig toen we richting Friesland reden. Ruim op tijd kwamen we aan in Hoornsterzwaag, een lintdorpje. Langs de doorgaande weg parkeerden we de auto, vlak bij de route en de bushalte. Het duurde nog wel even voordat de bus zou komen en buiten was het behoorlijk frisjes. We bleven nog even behaaglijk in de auto zitten maar zorgden er wel voor dat we op tijd bij de bushalte stonden. Op het moment dat we echt begonnen af te koelen door de mist en wind kwam de bus er aan. Hij had waarschijnlijk nogal haast want hij kwam met een noodgang aan gereden. We stapten in en betaalden de 8 strippen (!) om in Heerenveen te komen. De chauffeur jakkerde met een aardige snelheid over de smalle polderweggetjes, tegenliggers of niet. Gelukkig kwamen we een half uur later veilig aan bij station Heerenveen. We moesten nog even wachten voor we op de trein naar Steenwijk konden stappen. Er stond een venijnig koude wind, ik had het echt koud. Hier hadden we niet op gerekend…

Op het station was het enorm druk, geen idee waar iedereen naar toe ging, maar het hele perron stond vol. Terwijl we ons verbaasden over de grote hoeveelheid treinreizigers vroeg ik me opeens af waar perron 1 was gebleven. Wij stonden op perron 3 en daarnaast lag perron 2. Een ander perron zagen we niet. Voor ons een vraag…

Toen de trein was gearriveerd klonk al vrij snel het fluitje van de conducteur, de trein ging vertrekken. Nou, nog even niet dus, want we waren nog niet binnen! Als laatste stapten we de trein in en namen plaats op het balkon. Eén station verder, in Steenwijk, konden we al weer uit stappen. Hier hadden we nog een krap half uur de tijd voordat we de bus naar het beginpunt van onze wandeling konden nemen. Ik had het intussen zo koud dat ik heel graag een trui of jasje zou willen kopen… We zagen niet echt winkels maar besloten van de tijd gebruik te maken en op zoek te gaan naar een eventuele kledingwinkel. We kwamen in een winkelstraat terecht en vonden zowaar ook nog eens een zaakje waar ik een leuk vest zag hangen. Binnen 5 minuten had ik een extra laagje aan en voelde het weer iets behaaglijker. Deze aankoop maakte het vooruitzicht van de voor ons liggende wandeling een stuk prettiger. Toen we terug kwamen bij het station stond ‘onze’ bus al klaar. We namen plaats in de heerlijk warme bus en wachtten totdat de bus vertrok. Om iets voor tienen, na bijna 2 uur met het OV onderweg te zijn geweest (incl. wachttijd), stapten we uit bij Wilhelminaoord. Volgens de beschrijving van OV9292 moesten we uit stappen bij halte Oranjelaan. Bij de halte er voor zag ik echter markering van een LAW, moesten we er hier al uit? Ik wist het niet en durfde het niet te gokken. Ook geen tijd om het even uit te zoeken. Toen we bij halte Oranjelaan uit stapten bleek echter al snel dat we inderdaad een halte eerder hadden moeten nemen… Leuk hoor, die OV9292 site, ze sturen je alleen regelmatig naar de eerstvolgende halte in plaats van de halte die je had gevraagd… Zo ook waar we vanmorgen op de bus stapten; bij de straat ‘Freulewei’ was een bushalte, de OV9292 info gaf echter een bushalte een kilometer verderop. Dit had ik al wel van te voren opgemerkt maar de eindhalte was me ontgaan.

Na even twijfelen over waar de juiste route liep (de welke kant op) vonden we het juiste pad. Aan de huizen die we zagen kregen we sterk het idee dat Wilheminaoord verbonden was/is met het koninklijk huis. We kwamen langs mooie huizen, waaronder één of ander Haags instituut voor Natuur of zo. Iets Haags in Friesland??? We liepen richting de juiste halte waar de route ons rechts om de dorpskerk heen leidde, een bos in.

Al snel kwamen we twee andere wandelaars tegen. Een man en een vrouw, beide met een artistiek uiterlijk. We kwamen in gesprek en het bleek dat zij een Bed & Breakfast hebben, langs het Zevenwoudenpad, in Ureterp. Zie eventueel http://www.jetjepijpekrul.nl. Het was een vrolijk en spontaan stel, zeer gastvrij denken we. Na een praatje wensten we elkaar een goede wandeling en gingen verder.

Een stukje verderop kwamen we langs het eerste ven van vandaag. Door het drassige bos liepen we verder en kwamen uit bij een paar akkers. Een smal voetspoor bracht ons tussen de akkers door naar een volgend drassig bos. We kwamen bij een ander ven en werden afgeleid door een eend die we nog niet eerder hadden gezien. We probeerden (zo goed en zo kwaad als het ging door het struikgewas) de eend op foto en video te zetten zodat we het thuis misschien zouden kunnen uit zoeken. Na het zandpaadje langs het ven kregen we een volgend zandpad. Aan de rand van weer een ander ven kwamen we uit op een asfaltweggetje. Na een klein stukje over dit asfalt te hebben gelopen sloegen we wederom een zandpaadje in. In het boekje stond al dat het een modderig pad met hoog gras kon zijn… Het hoge gras ontbrak (nog niet het seizoen) maar het pad was zeker modderig. Terwijl we werden afgeleid door alle water- en bos vogels om ons heen (kuifeenden, slobeenden, wilde eenden, grote bonte specht en veel klein spul) liepen we langs het ven.

Langs het pad ontdekte Remco een konijnenkeutel aan een takje, op ongeveer 50 cm hoog. Vreemd… Iets later zag ik net zo’n ‘konijnenkeutel’, maar dan aan een grasspriet. De ‘keutel’ zat vast met een wittig soort schuim en deze ‘keutel’ was, in tegenstelling tot de vorige, nattig. Geen idee wat het was, maar konijnenkeutels waren het zeker niet! Het waren een soort van coconnen denken we. Nog steeds liepen we door vochtige bossen (met heel donker water) en door akkerland. De omgeving wisselde lekker af, de paden waren voornamelijk onverhard. Op zich heel erg lekker, maar vandaag, vandaag waren m’n benen moe… En al die onverharde paden maakten het daardoor best zwaar. We genoten ondertussen van de weinige vogels in het land om ons heen. Een enkele kievit liet zich zien en horen, wat klein grut vloog al tsjilpend van boom tot boom. Een paar roodborsttapuiten kwam al fluitend langs gevlogen om iets verderop neer te strijken op prikkeldraad. Typisch gedrag van roodborsttapuiten; op een paaltje of draadje gaan zitten, iets hoger dan het omliggende land. Een boer die mest over zijn land strooide bleven we net voor maar de luchten haalden ons in… Leve het voorjaar!

We kwamen op de grens van Drenthe en Friesland. Bij een grenspaaltje lieten we de bossen van Drenthe achter ons en liepen we het akkerland van Friesland in. We waren aan een pauze toe en hoopten dat er in Boijl, iets verderop, een leuk café zou zijn. In het boekje stond iets over café De Tille, het dorpscafé waar wandelaars hartelijk ontvangen zouden worden. Toen we bij Boijl aankwamen zagen we het torenloze kerkje met daarnaast een mooie klokkestoel. Deze klokkestoel komt oorspronkelijk uit 1600 en is één van de oudste van Nederland. Het café dat we iets verderop zagen heette ’t Zwaantje (en dus niet De Tille), was tevens een snackbar en oogde nou niet echt gezellig. In een schuilhut bij de bushalte namen we een korte pauze en besloten daarna het dorpje even in te lopen om te kijken of er nog iets anders was. Er stonden leuke huisjes maar het supermarktje bestond al niet meer en een ander café kwamen we niet tegen. Wel kwamen we aan het eind van de straat bij vakantieboerderij Te hooi en te gras, een camping met een paar plaggenhutten, appartementen en een slechtweeraccommodatie. Het zag er leuk uit, vooral door de twee oude wandelschoenen onder het bord: in de schoenen stonden viooltjes en de schoenen zelf waren groen bemost. Een prachtig stilleven.

Nadat we terug waren bij de kerk pakten we de route weer op. Een zandpad leidde ons het dorpje uit. Een veulentje huppelde vrolijk rond in een weilandje waar ook een pony stond te grazen. Toen het veulentje iets te lang en te dicht bij de pony had gestaan haalde de pony even flink uit naar het veulen. We lieten ze maar met rust en gingen verder. Over een klinkerpad kwamen we bij een paar boerderijen. In de bocht van het weggetje stond een soort overkapping met daarin een houten beeld. Het bleek een beeld van Nelson Mandela te zijn. Naast het beeld stond een schrift waarin je als voorbijganger iets kon opschrijven. Op de kaft zat een tekst van Mandela geplakt. Je kon een kopie van deze tekst tegen een vrijwillige bijdrage meenemen. Heel bijzonder om zoiets tegen te komen, dat mensen zoiets doen.

Iets verderop hoorden we tientallen spreeuwtjes en toen we onder de bomen waar ze zaten door liepen was het geluid enorm! Ze kwetterden en floten er op los, oorverdovend gewoon. We lieten deze kakofonie achter ons en kwamen niet lang daarna bij het gekanaliseerde riviertje de Linde. Op een picknickbankje onder de bomen namen we pauze. Voor ons stroomde de Linde en achter ons waren de contouren van de Bekhofschans zichtbaar. Zichtbaar door boomstammen die in de vorm van de voormalige schans waren gelegd. De Bekhofschans is een 17e eeuwse schans, onderdeel van de Tjonger-Linde verdedigingslinie die tijdens de 80-jarige oorlog het Friese land moest beschermen. Het was maar heel klein, een vierkant van 22,5 x 22,5 meter met stervormige punten. Ondanks de geringe grootte schijnt de schans zeer sterk te zijn geweest.

Het was nog steeds fris en grauw maar de toastjes en het drankje smaakten goed. Vanaf een tak iets verderop werden we gadegeslagen door een buizerd.

De zon kwam een klein beetje door op het moment dat we verder gingen, maar na een paar minuten had het wolkendek alle zonnestralen al weer verdreven. Het pad liep zo’n 2 kilometer langs de Linde, door een heiig landschap. Aan onze linkerkant liep een slootje, er sprongen wat kikkers weg. Er bleek kikkerdril in de sloot te liggen en er schreven een paar schrijvertjes over het water. Schrijvertjes komen eigenlijk alleen maar voor op zuiver water, deze sloot zag er nou niet echt heel gezond uit. Toch zagen we overal schrijvertjes op het water, de waterkwaliteit zal dus wel goed zijn geweest. Na een paar kilometer kwamen we aan bij het dorpje Nijeberkoop. Van het dorp zagen we niet meer dan een paar boerderijen. Over een zeer ongelijke en bolle klinkerweg liepen we verder richting het Diaconieveen. Langs deze oude weg stond een informatiebord, behorende bij een kleine route in het naastgelegen bos. Er bleek een kleine begraafplaats met klokkestoel te zijn. Ooit lag deze begraafplaats in het hart van het dorp Nijeberkoop, tegenwoordig midden in een bos. Ook zou er bovenop de heuvel een kerk hebben gestaan. De foto op het informatiebord zag er mooi uit en het leek niet ver van de route af te liggen. We besloten om het even te proberen en al snel zagen we door de bomen de klokkestoel staan. Om er te komen moesten we via een plank een klein slootje over steken. Toen we het hekje naar de begraafplaats open deden kwamen we terecht op een prachtige plek! De stilte, alleen verstoord door vogelgefluit en ons, was zalig. De mossige heuvel met de oude grafzerken lag prachtig aan de voet van de klokketoren. Naast alle oude graven lagen er een paar nieuwe. Ik bedacht dat ik hier ook wel begraven zou willen worden, wat een serene plek, zo mooi, zo rustig, een klein paradijsje.

Nadat we het begraafplaatsje over waren gelopen staken we via de plank de sloot weer over en pakten iets daarna de route op. We kwamen bij het Diaconieveen, een grote plas in een moerasbos. Op het water zagen we een aantal eenden, waarschijnlijk ook een stelletje slobeenden en iets van een dodaars-achtige eend. De route liep onderlangs het veen en leidde ons uiteindelijk van de plas af, het bos weer in. Hier werd ik afgeleid door witte veren in het bos. Ik liep er naar toe en zag dat er een vleugel met uitstekend bot aan een tak hing en vlak daarnaast lag een andere vleugel op de grond. In de buurt van de plaats delict lagen meerdere witte veren maar geen andere lichaamsdelen of bloed. Het is ons een raadsel wat daar is gebeurd…

Bij een volgend ven moesten we langs een paar grote runderen, een soort Schotse Hooglanders ofzo. Ze waren in ieder geval zeer indrukwekkend. Toen we de eerste drie koeien waren gepasseerd zagen we dat er ook een jong kalf in de struiken lag. Gelukkig waren de koeien niet agressief! Nu moesten we nog twee koeien passeren, waarvan eentje waarschijnlijk de stier was; de massieve rechthoekige koe loerde vervaarlijk naar ons. En Remco had een knalrood shirt aan!!! Behoedzaam liepen we tussen de twee koeien langs, onze aandacht voornamelijk gericht op de stier. Zonder problemen kwamen we ook hier veilig langs en bereikten daarmee ook aan het eind van het gebied van het Diaconieveen.

Over een betonpad we liepen we richting Sluiszicht en het riviertje de Tjonger. Langs de weg stonden borden met een omleiding voor auto’s en fietsers. Voor wandelaars stond er niets. Er stond wel een bord dat de weg voor bestemmingsverkeer nog wel toegankelijk was. Hmmm, zou de route voor ons gestremd zijn? We wisten het echt niet dus probeerden we het uit. Als we er niet door zouden kunnen hadden we een aardige omweg voor de boeg. Bij de brug over de Tjonger aan gekomen zagen we allemaal hekken staan. O, o, zou er geen brug meer zijn??? We zagen een gapend gat tussen ons en de overkant, de brug was inderdaad weg. We bekeken de situatie iets beter in de hoop op een oplossing. Het bleek dat we over 2 smalle sluisdeurtjes met railing de overkant konden bereiken om ons daar nog tussen een hek en het water door te moeten wurmen. Voorzichtig staken we over en om daarna net zo voorzichtig langs de smalle opening tussen het hek en het water te passeren. Dat hadden we mooi opgelost.

We volgden het fietspad langs de gekanaliseerde Tjonger en kregen zicht op Hoornsterzwaag. In de verte stond onze auto op ons te wachten. Voordat we daar kwamen moesten we eerst nog een breed graspad volgen en een weiland door steken. In het weiland zagen we een boerenzwaluw en in de verte huppelden drie reetjes over een akker. Aan het eind van het weiland kwamen we uit op een asfaltweg richting Hoornsterzwaag, onze auto stond aan het eind van deze weg waar we om 17.15 uur aan kwamen. We waren moe en blij dat we eindelijk naar huis konden. Het was een grauwe, mistige dag geweest met af en toe heel lichte motregen. Gelukkig wel door een prachtig landschap. Een paar vogels gezien die we (nog) niet op naam kunnen brengen, langs interessante plekjes gekomen, een leuke ontmoeting gehad, veel zandpaden; het was een leuke wandeling.

Om 18.45 uur kwamen we eindelijk thuis na deze vermoeiende maar leuke dag.

 

 

Woensdag 22 april 2009 Gek van vogeltjes

Giethoorn (Zuideinde) – Wilhelminaoord, 30,5 km

Zonnig met stapelwolken, 9-19 °C

 

Hiep hiep hoera, Remco is 35 jaar! We hadden daarom allebei een vrije dag zodat we een lekkere wandeling konden gaan maken. We kozen voor het eerste stukje van het Pionierspad en het laatste stukje van het Zevenwoudenpad (in Steenwijk sluiten beide paden namelijk op elkaar aan).

Toen de wekker ging verklaarden we onszelf weer eens voor gek… Het eerste uur had ik mijn ogen open maar de rest sliep nog, met veel moeite maakte ik m’n broodjes en pakte ik m’n tas in. Remco had er minder moeite mee. Om 5.30 uur reden we weg en kwamen anderhalf uur later probleemloos aan in Wilhelminaoord waar we de auto bij het dorpshuis parkeerden. We hadden nog zo’n 25 minuten voor de bus zou komen, beter te vroeg dan te laat. Een bus met een vriendelijke chauffeur en veel schoolkinderen zette ons om 7.40 uur af bij station Steenwijk waar we bijna direct in de bus naar Wilhelminaoord konden stappen. Ook deze chauffeur was erg vriendelijk. Omdat er in de bus niet zo’n mooi digitaal scherm is waar de haltes op worden vermeld moest ik zelf opletten waar we waren. Je kan aan de chauffeur vragen of hij je er bij de juiste halte uit wil zetten maar dat is al eens mis gegaan: de chauffeur was ons toen vergeten… Deze man had echter gevraagd waar we naar toe moesten en had dat onthouden. Ik had toen al op het knopje om te stoppen gedrukt dus de bus stopte keurig bij ‘onze’ halte. Er stapte nog iemand anders uit en de chauffeur zei tegen ons dat dit de juiste halte was, heel attent!

Om iets over achten konden beginnen met lopen. We stonden aan de rand van Giethoorn (Zuideinde) en moesten even de route zoeken. Eenmaal gevonden konden we op pad, langs huizen en een brede sloot. Ik kon me herinneren dat we hier vroeger, toen ik een jaar of 15 was, waren geweest. De Spar waar we toen boodschappen hadden gehaald stond leeg, de supermarkt was verhuisd. We kwamen uit bij de kerk en het beeld van Albert Mol (?). De laatste keer dat we hier liepen, op 31 december 2008, liepen we een etappe van het Havezatenpad. Het had toen al een tijdje gevroren, het ijs was dik genoeg om op te schaatsen, wat dan ook volop gebeurde. We hebben daar nog snert gegeten terwijl we keken naar mensen die aan het schaatsen waren. Vandaag was het echter volop lente en liepen we door een heel andere wereld; er werd nu gevaren. We volgden zo’n 3 kilometer dezelfde route als het Havezatenpad. Een hond stond boven op een brug met zijn poten op het hek naar ons te kijken. Toen we voorbij waren was de hond aan de andere kant van het bruggetje gaan staan om ons ‘uit te zwaaien’. Een stukje verderop zat een puttertje hoog in een boom vrolijk te zingen. Hier kwamen we op het punt waar de routes uit elkaar gingen. Vanaf hier lieten we Giethoorn achter ons en lagen voor ons rietvelden. Deze rietvelden hebben ons veel tijd gekost! Niet omdat we erin verdwaalden of zo, we werden opgehouden door alle vogeltjes die we zagen en hoorden. Het was een redelijk druk weggetje waar we langs liepen, en de auto’s scheurden ook aardig hard voorbij. We wilden eigenlijk zo snel mogelijk verder, maar de vogeltjes waren te verleidelijk. Terwijl er regelmatig auto’s voorbij raasden probeerden we te ontdekken welke vogeltjes we hoorden en zagen. Het vervelende is dat die vogeltjes zich in het riet zo goed als onzichtbaar kunnen maken. En als je ze ziet vliegen gaan ze te snel om ze goed te kunnen bekijken. De verschillende riedeltjes die ze fluiten vind ik erg moeilijk om te plaatsen, alleen de zang van de karekiet herken ik. Met de paar foto’s die we van de vogeltjes hebben kunnen maken weten we dat we in ieder geval rietgorzen en rietzangers hebben gehoord en gezien. Een zwerm van honderd zo’n 100 aalscholvers vloog weg, we hoorden het diepe “whoemp” van een roerdomp en zagen een ooievaar, wulpen, grutto’s en andere weidevogels. We schoten voor geen meter op, telkens weer was er iets te zien of te horen, waren het geen vogels, dan waren het wel weer schapen met lammetjes of parende gewone geelrandkevers. Voor ons scheen de zon achter de wolken, met prachtige zonnestralen door de wolken als resultaat. Achter ons, aan de rand van Giethoorn, werd er riet verbrandt, een grote rookwolk hulde het achter ons liggende land in de mist. Na 40 minuten hadden we eindelijk de 2 kilometer naar buurtschap De Klosse gelopen, normaal doen we daar half zo lang over! Hier sloegen we een ander weggetje in waar ook wel redelijk wat auto’s langs kwamen, maar niet zo hard als op die andere weg. In een weilandje stonden schapen met lammetjes die vrolijk aan het huppelen en rennen waren. Een stukje verder werden we opgewacht door een stel koeien: mooi op rij stonden ze ons aan te kijken en toen we langs liepen kwamen ze allemaal naar het hek. Ze waren erg nieuwsgierig maar die vieze, natte en slijmerige tong mogen ze in hun bek houden! Terwijl ik net uit hun bereik stond maakte ik een paar foto’s en vond het welletjes. Ook Remco had wat foto’s genomen, we konden door, op naar Steenwijk.

Weer kwamen we langs riet en drassig land, weer vogeltjes die om onze aandacht vroegen. We schoten maar niet op, en we waren nog maar net begonnen. Heerlijk!!! Gewoon zien hoe het loopt, we hoefden nergens op tijd te zijn, alle tijd dus om te observeren en genieten. Na een half uur te hebben gedaan over zo’n 1,5 kilometer (weer 2 keer zo lang als normaal) verlieten we eindelijk het asfalt en belandden op een zandweg. Het was mul zand, best vermoeiend om over te lopen, maar we hadden geen last meer van langs komende auto’s of fluitende vogeltjes. Grote rijen stapelwolken dreven langs, het zonnetje bescheen ons dan weer wel en dan weer niet. Een soms fris windje verkoelde onze opgewarmde lichamen, het was lekker wandelweer. Een oer Hollands plaatje: weiland, koeien, blauwe lucht met stapelwolken. Het was zo lekker om op dat moment daar te lopen, hiervoor waren we zo vroeg opgestaan! Uit één van de boompjes langs de graskade vloog een torenvalkje weg. In de boom hing een nestkast, zou het valkje daar broeden? Iets later zagen we een stuk of 25 zwanen ‘opstijgen’. In hun vlucht maakten ze een bocht waarna ze vlak over ons heen vlogen, echt prachtig! Het geluid van hun vleugels was indrukwekkend, zeker met zoveel bij elkaar. Daar wil je echt geen ruzie mee krijgen!!!

Vlak voor het dorp Onna hielden we een korte pauze op een bankje om even iets te eten. Het zonnetje scheen regelmatig, maar zonder zon en met windje was het soms best frisjes. Langs de rand van Onna liepen we verder om daarna weer door boerenland te komen. Voor ons lag Steenwijk, waar we kans hoopten te maken op een terrasje. Nadat we de stadswallen hadden gepasseerd kwamen we op de Markt van Steenwijk, en ja hoor, terrasjes. We kozen voor het terras van café De Rechter waar we vlot werden geholpen. Al snel genoten we van een biertje/wijntje. Het was iets voor twaalven maar het was tenslotte feest vandaag! En daarnaast waren we al een tijdje wakker… Het voelde al als eind van de middag. We schreven een kaartje aan de moeder van Remco; ze was aan haar stembanden geopereerd en mocht 3 dagen niet praten. De zon verwarmde ons aangenaam. Ik leerde de laatste regels van de routebeschrijving naar het station uit m’n hoofd en stopte het boekje van het Pionierspad in mijn rugzak. Het boekje van het Zevenwoudenpad kwam er voor in de plaats. We waren nu ook op de helft van de etappe voor vandaag, we hadden 4 uur gedaan over 15 kilometer, dat had zeker een uur korter kunnen zijn, maar ach, we genoten enorm van de dag, en dat is heel wat waard.

Na een half uurtje terras hezen we onze rugzakken weer op en liepen naar het station waar we het Pionierspad verlieten en op het Zevenwoudenpad overstapten. Het duurde niet lang voordat we de rand van Steenwijk bereikten en vlak daarna liepen we een bos in. De zandpaden brachten ons naar de top van de 25 meter hoge Woldberg, het hoogste punt van het Zevenwoudenpad. We kwamen aan de voet van de ‘berg’ bij een venachtig heidegebied. Het waterdrieblad bloeide uitbundig en een groene kikker lag in het water te zonnen. Op de rietstengels zaten waterjuffers. Toen ik een foto van de waterjuffers wilde nemen kwam er eentje op mijn hand zitten. Remco maakte een paar foto’s zodat we thuis konden nakijken welke soort het was (een vuurjuffer). Ook ik maakte nog wat foto’s van het beestje en wilde hem weer verder laten vliegen. De juffer had geen zin om te vliegen, en dat terwijl ik telkens mijn hand de lucht in wierp, roepend “vlieg, vlieg je vrijheid tegemoet, vlieg!” De juffer vloog maar niet weg en ging dus mee op reis met ons. Rustig zat de juffer op mijn hand, blijkbaar blij dat het even niet hoefde te vliegen.

De paden, met langs de randen beukenbomen, waren hol uitgesleten door regenwater dat een weg naar beneden had gezocht. De holle paden lagen vol met beukenbladeren van vorig jaar, het was net herfst. Het kind in mij kwam naar boven en vrolijk trapte ik de bladeren de lucht in terwijl ik liep, zalig! Nadat we de ‘berg’ moeiteloos hadden gerond kwamen we langs een terrein met meerdere vakantiehuizen, grenzend aan een groot gezamenlijk grasveld met daaromheen bos. Een leuke plek om een vakantie door te brengen!

Het pad bracht ons langs ‘De Koepel’, een klein rond huisje met akkers en weiland rondom. De route liep over een smal pad tussen de weilanden en het bos en bracht ons naar het Eeserveld. Op het heideveld waren een aantal grafheuvels zichtbaar en een ‘bundel’ middeleeuwse karrensporen. Op het moment dat een karrenspoor te diep was uitgesleten om nog over te rijden ging men naast het oorspronkelijke pad verder. Bij het Eeserveld zijn zeker 11 van dat soort karrensporen aangetroffen, met een totale breedte van zo’n 100 meter. In het heideveld zag je nog vaag het reliëf van de sporen. De grafheuvels waren een stuk beter te zien! In het verlengde van de karrensporen, naast het informatiepaneel, legden we onze picknickkleden neer voor een pauze. Het was kwart over twee, een goede tijd om even te stoppen en vooral een mooie plek. We moesten een enkele rode mier van ons kleed weren en voorbij komende honden bedreigden onze kaasjes, desondanks was het heerlijk. De vogeltjes floten hun liedjes en verder was er rust. De waterjuffer, die sinds het vennetje met me was mee gereisd, had ik eindelijk van m’n mouw af kunnen krijgen. Hij was een uur wandelen verwijderd van het ven waar hij was opgestapt!

De lucht was prachtig: kleine stapelwolkjes dreven langs, de lucht erachter was strak blauw.

Toen we uiteindelijk weer vertrokken schrokken we een beetje van het feit dat het al half vier was. We hadden nog zo’n anderhalf tot twee uur lopen voor de boeg en moesten dan ook nog terug naar Soest rijden, zo’n anderhalf uur. Dat zou een latertje worden. We kwamen bij Landhuis Eese, gebouwd bovenop een terp. In de omgeving rondom het landhuis stonden donkerrood gekleurde boerderijen, erg mooi. Langs een enorm grote en oude boerderij liepen we het buurtschapje weer uit, langs akkers en later door bos, om uit te komen bij een klein ven. We liepen half om het ven heen om vlak daarna op een heideveld uit te komen. Zand- en graspaden brachten ons door akkerland naar het volgende heideveld. Op één van de zandpaden liep een kever, prachtig metallic van kleur. We wilden hem op de foto zetten maar hij was erg snel. Uiteindelijk konden we een paar foto’s maken om thuis op te zoeken wat het was. Dat heeft wat moeite gekost maar wel de moeite waard: het was de zeldzame kever Carabus Cancellatus.

Bij een boerderij hadden ze een houten bord van een manspersoon met schep over de schouder aangekleed met een rugzak op de buik en wandelschoenen over de schouders. Er stond een tafeltje bij met een theepot- en kopjes met daarnaast een bordje met de tekst “Wandelpauze? Thee, koffie, cake”. Erg leuk en gastvrij! Voor ons was het niet het juiste moment, we waren bijna bij de auto en hadden genoeg pauzes gehad.

Via een mooie, dubbele beukenlaan liepen we richting Wilhelminaoord. We kwamen eerst langs een begraafplaatsje, liepen daarna door een bos en kwamen langs één of ander vakantiedorp/openluchtmuseum/kindergebeuren (???). Het duurde niet lang meer of we zagen de auto in de verte staan. Het kerkje, waar we nog geen 3 weken geleden ook hadden gelopen, stond nu temidden van bomen die in blad stonden. Dat was 3 weken geleden heel anders, de bomen waren toen nog kaal! Zo snel breekt het voorjaar dus door!

Het was bijna 17.30 uur toen we bij de auto aankwamen. Snel deden we onze schoenen uit en reden naar huis. Het was de bedoeling geweest om uit eten te gaan maar omdat we pas rond 19.00 uur thuis zouden komen besloten we dat een andere keer te doen. We waren moe en Remco had hoofdpijn. Zonde om uit eten te gaan als je er geen puf voor hebt.

Thuis hebben we een pizza in elkaar geflanst en gingen later naar bed dan de bedoeling was, het was al bijna middernacht. We hadden een lange (verjaar)dag achter de rug maar konden ook terug kijken op een lekkere wandeling met prachtig weer.

 

 

Vrijdag 1 mei 2009 Vlinders, rupsen, libelles en andere insecten

Beetsterzwaag – Ureterp (via ‘oostroute’), ± 35 km

‘s Ochtends mistig en bewolkt, ’s middags zonnig, 9 – 23 °C

 

Vandaag zouden we onze laatste etappe van het Zevenwoudenpad gaan lopen. Na Ureterp loopt de route via twee takken, die later weer samen komen. Omdat we het liefst alle kilometers van een LAW lopen hadden we niet gekozen voor de Oost- of de West route, maar zouden we ze allebei lopen. Van Beetsterzwaag naar Ureterp is het een kilometer of 10, maar wij namen een omweg via de oostroute, zo’n 25 kilometer meer. Naast deze behoorlijke afstand moesten we ook nog eens anderhalf uur heen (en terug) rijden en zou het OV ons ongeveer een half uur kosten. De beste optie qua OV was via Drachten, maar dan moesten we wel om 6.39 bij de bushalte staan! Redelijk vroeg als je bedenkt dat we daarvoor ook nog eens anderhalf uur moesten rijden voordat we bij de bushalte zouden komen! We besloten gisteren om vroeg naar bed te gaan en zowaar, het lukte eens een keer. Voor tienen lagen we op bed. Op het moment dat we net in doezelden werden we wakker van het geknal van vuurwerk. Het was Koninginnedag, dus op zich was er ook wel vuurwerk gepland, maar aan het eind van de ochtend had er iemand in een auto een aanslag op de bus van de Koninklijke familie willen plegen. De man was dwars door het publiek heen gereden en ramde daarna in plaats van de bus van de Koninklijke familie het monument ‘De Naald’. Tot nu toe zeven doden, waaronder de dader, een paar zwaar gewonden en meerdere lichtgewonden. Verbijsterend! Wat een nachtmerrie. Meerdere festiviteiten in het land werden afgelast maar er ging ook een heleboel door. Het vuurwerk in Soest ging dus blijkbaar ook door (of was het niet van de gemeente maar van een particulier feest?).

Al snel was het vuurwerk voorbij en konden we in slaap vallen. Om 4.00 uur stonden we weer naast ons bed en om 4.45 uur reden we weg. Het was lekker rustig op de weg en in de schemering zagen we de bollenvelden langs de A6. Op de radio werd nagesproken over het drama van de dag ervoor. Het blijft een onwerkelijk beeld…

Maar goed, een nieuwe dag was aangebroken en we hadden een mooie en lange etappe voor de boeg. Het zou een zonnige dag worden dus we hoopten eindelijk in onze korte broek te kunnen lopen. Op de radio hoorden we dat er in het noorden mistbanken waren en ja hoor, niet veel later betrok de glorende ochtendlucht en reden we onder een dik wolkendek. Het had hier niet lang geleden geregend, de weg was nat. Hmmmm, dat was niet de bedoeling…

Aangekomen in Ureterp keken we of we ook een stuk verderop konden parkeren, bij een bushalte die misschien redelijk in de buurt lag van de route. Dan konden we wel zo’n 7 km afsnijden, waarvan we er eerder al zo’n 3 hadden gelopen. Helaas was parkeren hier niet echt mogelijk dus besloten we om toch maar in het centrum van Ureterp de bus te pakken. We reden terug en parkeerden de auto vlak bij de bushalte. Tenminste… aan de overkant zagen we het bordje van een bushalte, maar niet aan de kant waar wij zouden moeten opstappen. Vreemd. Even doorlopen dan maar. Verderop kwam een meisje aangefietst, zette haar fiets tegen een muur en keek naar iets. Het bleek het bordje van de bushalte te zijn, voor ons verstopt achter boompjes. We waren blij dat we de halte op tijd hadden gevonden maar het meisje vroeg zich af of de bus vandaag wel reed; op het bordje stond iets van “rijdt niet op 30 april en de vrijdag na hemelvaartsdag”. Ze dacht dat er de vrijdag na Koninginnedag, vandaag dus, misschien geen bus zou komen. Ik had echter een route via het internet uitgedraaid en daar stond dat op 1 mei de bus om 6.39 uur langs zou komen. En ja hoor, de bus kwam, zelfs een beetje te vroeg. Dat was niet erg want buiten was het nog een beetje frisjes. Zo’n 10 minuten later kwamen we aan op busstation Knobbelsdorfplein (ofzo) in Drachten, waar we een kwartiertje later de bus naar Beetsterzwaag konden nemen. Tijdens het wachten zag ik verschillende mensen met een krantje staan. Waar zouden we er eentje kunnen halen? Ik ging op onderzoek uit en Remco ontdekte verderop een man met krantjes. We kregen allebei een Spits! en hadden zo wat leesvoer. Veel over het Koninginnedagdrama natuurlijk, en daarnaast de varkensgriep die op het punt staat een ‘pandemie’ te worden, een wereldwijde uitbraak van het dodelijke varkensgriepvirus.

Om 7.15 uur stapten we uit de bus en stonden we in Beetsterzwaag, waar we ruim twee jaar geleden ook hadden moeten uitstappen. Toen waren we echter gestrand in Drachten (waar we vanmorgen ook hadden gestaan) omdat de eerste bus veel te laat was gekomen en we dus onze aansluiting misten. Toen hebben we heel wat extra kilometers gelopen, deze keer konden we gelukkig gewoon op de volgende bus stappen. Om 7.10 uur stapten we uit de bus en pakten de route op.

Al snel liepen we een park in om Beetsterzwaag verderop achter ons te laten. De dag begon goed met allemaal zandpaden- en paadjes. We liepen door een bos met een golfbaan. Er reden een paar karretjes voor het onderhoud van het gras en er kwam een wagentje langs waar een hond voor rende. Het leek net of de hond het karretje voort trok, een grappig gezicht. Na drie kwartier lopen kwamen we bij het riviertje Koningsdiep. Hier namen we een korte pauze bij een picknickbank om een broodje klaar te maken. We zagen kwikstaartjes, vinkjes, pimpel- en koolmezen en we hoorden in de verte een koekoek, de eerste die we dit jaar hoorden. Het was nog steeds mistig en bewolkt, de zon kreeg er nog geen stralen doorheen. We kwamen langs de Lippenhuisterheide, een redelijk groot heideveld. Aan het begin zagen we dat er een klein deel van het moerassige gebied was afgebrand. Het rook nog naar verbrand hout. Nieuw groen gras kwam tussen de verbrande stoppels omhoog. Het heidegebied was voornamelijk begroeid met grassen, de heide stond er in plukjes tussendoor. Omdat er langs het pad veel struikjes en kleine boompjes stonden was het zicht op het heideveld niet geweldig. Een paar doorkijkjes gaven ons een beter beeld. Langs het pad zagen we achtereenvolgens een soort van cocon aan een grasspriet, het leek wel op een konijnenkeutel, en een mooi vlindertje. Een zelfde soort cocon hebben we dit jaar al eerder gezien, ook bij een nat veengebied. Het vlindertje was een blauwtje, een boomblauwtje.

Over smalle paadjes langs bosrand en akkers c.q. weilanden liepen we verder om uit te komen bij de Compagnonsvaart. Langs het water liepen we een kilometer naar Hemrikerverlaat om daar de brug over te steken. De brug was lange tijd door de mist aan ons zicht onttrokken. Nadat we de brug over waren moesten we weer 500 meter terug lopen langs de andere kant van het water. Gelukkig was het redelijk rustig op de weggetjes en konden we lekker door lopen. Over een smal schelpenpad liepen we langs een sloot en weilanden. In de berm bloeiden allerlei bloemen zoals fluitenkruid, pinksterbloemen, paardenbloemen, boterbloemen etc. etc. Over meer van dit soort paadjes bereikten we een paar huizen, waarschijnlijk een deel van Jubbega. Na een klein stukje asfalt draaiden we weer een zandpad op. Het was nog steeds bewolkt en mistig, zelfs vanaf de akkerlanden kwam mist omhoog. Het was een uur of tien, en terwijl heel Nederland waarschijnlijk al lag te baden in de zon bleef Friesland verstopt onder een wolkendek.

We kwamen op het punt waar de oost/ en de westroute bij elkaar komen en door loopt naar Hoornsterzwaag. Wij namen niet de route naar Hoornsterzwaag maar liepen via de oostroute naar Beetsterzwaag. Op het eerstvolgende brede zandpad zagen we meerdere sporen van reetjes. Ze zagen er vers uit en liepen ‘voor ons uit’ over het pad. Ergens in de bosje leegde ik mijn blaas en wilden we weer verder lopen. Remco zag verderop in het land een reetje staan, welk van de sporen zou van deze ree zijn geweest? Een klein stukje verder stond aan de andere kant van het pad een tweede ree. We liepen door over het brede pad en kwamen een stuk verderop langs een bankje. Hier namen we een korte pauze.

Na de pauze liepen we door een buurtschapje dat bij Hoornsterzwaag hoorde. In een weiland lag een schaap op zijn rug te rollen; hij kon niet meer overeind komen. Meestal betekent dat uiteindelijk de dood van een schaap. We belden aan bij het huis voor het weiland maar er werd niet open gedaan. Ook bij de boerderij ernaast zagen we niemand. We liepen terug om te kijken of het schaap nog steeds op zijn rug lag maar tot onze grote verbazing was het gelukt om weer op de poten te komen. Met een gerust hart konden we weer lopen, op naar de Duurswouderheide en een lange pauze.

Het zou nog wel zo´n 1,5 uur duren voordat we daar aan zouden komen dus we hoopten dat het de zon tegen die tijd was gelukt om door de wolken heen te breken. Als het schaap weer op zijn poten had kunnen komen moest de zon toch wel kunnen afrekenen met die grauwe massa?! We kwamen op een volgend onverhard pad, De Moskoureed. In het gebied waar we liepen zijn enkele Russische namen te vinden, Petersburg bijvoorbeeld, maar Russen zijn hier nooit geweest. Deze Moskoureed zag er niet zo best uit: het brede pad liep helemaal bol en was zeer ongelijk. Geen idee wat er mee was gedaan, maar het zag er niet uit als een normaal pad. We hadden vandaag al meerdere zandpaden gehad die waren bewerkt en heel mul waren, en dat voelden we in onze benen. Gelukkig was het zand niet zo zacht en vielen de sporen van tractoren mee. Verderop werd het zandpad een smal onverhard weggetje langs wat huizen. De bermen met de vele bloemetjes werden druk bezocht door vlinders en andere insecten. We liepen verder en kwamen langs de huizen van Petersburg. Nog steeds weinig asfalt, veel zand en geen zon. In een klein bos zagen we drie grote bonte spechten achter elkaar aanvliegen. Het was een mooi schouwspel om te zien. We waren nu bijna bij de Duurswouderheide en kwamen langs een eerste heideveldje. Overal op het zandpad zagen we bijtjes heen en weer lopen. Het bleek dat ze met holletjes in de grond bezig waren; heel veel hoopjes zand lagen her en der verspreid op het pad. De bijtjes kwamen er uit of gingen er in, terwijl andere bijtjes druk aan het graven waren. Het was een mooi gezicht maar we moesten uitkijken waar we liepen om niet bovenop ze te gaan staan. Op de momenten dat we stil stonden werden we aangevallen door muggen, niet zo prettig. Het duurde dan ook niet lang voordat we verder gingen. De bijtjes bleken alleen te zitten op het zandpad naast het heideveldje want toen het pad het bos inliep waren ook de bijtjes verdwenen. Uit het gras in de bosrand sprongen kikkertjes weg, we vermoeden heikikkertjes maar weten het niet zeker. Ze waren helaas ook niet op de foto te zetten omdat ze maar weg bleven springen. Precies op het moment dat we aan de rand van het grote heideveld kwamen brak de zon door! En goed ook, de temperatuur steeg gelijk en binnen een paar minuten was er veel blauwe lucht. Nu nog een pauzeplekje vinden in dit prachtige gebied. De Duurswouderheide is het grootste heidegebied van Friesland en wordt begraasd door schapen. Er zijn enkele archeologische vindplaatsen uit de steentijd en er zijn bijzondere planten te vinden. Het is een nat heide gebied met veel vennetjes. Het veenpluis stond mooi in bloei en de zon scheen prachtig op het water van de vennen. Aan de rand van het brede zandpad, dat dwars de heide overstak, vonden we een mooi plekje om onze picknickkleden neer te leggen. Met achter ons het pad en een aantal schapen, en voor ons een mooi ven en veel heide genoten we van de rust en de zon. Natuurlijk met toastjes en een drankje erbij. Onze truitjes konden uit en onze pijpen konden er af. We voelden de zon branden en smeerden ons snel in. Na 5 kwartier pauze die bestond uit rust, zon en stilte (onderbroken door het gekwaak van kikkers en gefluit van vogeltjes), pakten we onze spullen weer bij elkaar en gingen verder.

In de berm naast het zandpad zagen we een groene kever (een groene zandloperkever), het beestje was razendsnel, het kostte wat moeite om hem op de foto te krijgen. We hadden last van muggen en spoten ons in met een middel van Off!, gekocht in Noorwegen, werkt als een speer; de muggen bleven gelijk op afstand. Hierna volgden we een fietspad met daarnaast een breed zandpad. Het zandpad was helaas te mul om prettig over te lopen dus kozen we voor het asfaltfietspad. Het uitzicht over de heide was schitterend en werd nog extra veraangenaamd toen er leeuwerikjes begonnen te zingen. We lieten de heide achter ons en kwamen door bos en langs akkers en weilanden. In de berm stond brem te bloeien, en op de bloemetjes zaten verschillende insecten. Er zat een mooi klein vlindertje en meerdere libellen. Eén van de libellensoorten is waarschijnlijk de smaragdlibel. Zoals de naam al zegt had de libel een prachtige glans over zich. Een andere libel, een venwitsnuitlibel, was zwart met geel; de gele strepen van de libel werden versterkt door het geel van de brem, echt prachtig! Overal fladderden vlindertjes, de citroentjes en de oranjetipjes waren talrijk aanwezig. Boven het pad hingen honderden kleine rupsjes aan ragfijne draadjes aan de bomen. Ze hingen echter zo laag dat we regelmatig een draad raakten en deze met rupsje en al mee namen. De draadjes kriebelden en de rupsjes ook. We probeerden de laaghangende rupsjes zoveel mogelijk te ontwijken maar zagen ze niet altijd hangen. Het was een heel aparte ervaring om zoveel kleine rupsjes te zien hangen.

De zon scheen nog steeds, het was uitstekend wandelweer geworden. We kwamen langs de Freulevijver, een klein ven in het bos. Er stond een prieeltje bij waar je even kon zitten. In het veld vlak bij de vijver stonden twee picknickbanken, een heerlijke plek. Aangezien we net pauze hadden gehad lieten we de bankjes links liggen maar we namen wel even een kijkje bij het watertje. Een geasfalteerd fietspad bracht ons naar en langs het water van het riviertje Koningsdiep. Ook hier weer veel oranjetipjes en andere vlindertjes. Een koekoek riep luid zijn eigen naam, telkens weer. We volgden het fietspad en kwamen uit bij de asfaltweg De Mersken. Vanaf nu zouden we aan de laatste loodjes beginnen, een paar kilometer asfalt, lange en rechte wegen. Gelukkig was er ook daar nog genoeg te zien, schapen met lammetjes bijvoorbeeld. We zagen in een weiland een schaap met daarachter aan hobbelend 5 lammetjes. Een beetje veel voor één schaap! Dat bleek ook te kloppen want toen een ander schaap blaatte renden 2 van de 5 lammetjes snel naar hun echte moeder toe.

Bij een boerderij lag een distelvlinder op de grond, nog wel in leven maar hij had het moeilijk. Na 4 kilometer over De Mersken kwamen we bij het punt waar we afsloegen richting Ureterp, waar onze auto stond. We hadden nog een half uur lopen voor de boeg maar kregen gelukkig wel weer even een zandpad onder onze (intussen pijnlijke) voeten. Een dagpauwoog vloog een stukje voor ons uit, streek af en toe even neer op de grond en fladderde daarna weer verder. Het zandpad hield op, we moesten weer over een fietspad verder. Op het fietspad kroop een rups, een paar kleine miertjes probeerden hem aan te vallen. Het was de rups van de bleke grasworteluil, een niet veel voorkomende vlinder.

In de verte hoorden we het gekwaak van groene kikkers en toen we daar aankwamen zagen we ze ook zitten in de sloot. Dikke, grote, groene kikkers. We bereikten de rand van Ureterp en liepen langs een parkje. Vlakbij het eindpunt was de route versperd door hekken; er werd gebouwd. Het betekende een kleine omweg maar die kwam wel langs een snackbar, precies waar we aan toe waren: een vette hap! Terwijl ik sigaretten haalde bij de Primera vlak voor de snackbar bestelde Remco patatjes. Toen ik binnen kwam stond de patatboer me wazig aan te kijken toen ik zei dat ik bij Remco hoorde (hoe kon het ook anders, we waren duidelijk een stel met die wandelkleren en rugzakken). Later bleek dat hij maar 1 patat met had gemaakt in plaats van 2. Terwijl Remco het 1e patatje opat werd voor mij ook een portie gemaakt. We liepen de laatste paar honderd meter naar de auto, waar ik mijn patatje opat. Het was 16.45 uur, we waren moe maar hadden wel een heerlijke dag gehad. Anderhalf uur later waren we eindelijk weer thuis.

Het was een lange dag maar wel in een prachtige omgeving. De vele vlindertjes en andere beestjes hebben ons veel tijd gekost, wat zijn ze toch mooi als je ze beter bekijkt! En ondanks de mistige start van de dag konden we gelukkig toch in de volle zon eindigen. Het Zevenwoudenpad zit er op voor ons, het boekje kan de kast in.