Links en tips
CONTACT
GASTENBOEK
LINGEPAD, Leerdam – Duitse grens, 98 km
Hier het verslag van het Lingepad. Je kan hieronder het hele verhaal in één keer lezen. Je kan ook een bepaalde etappe lezen door op één van onderstaande links te klikken. Je komt dan gelijk bij het begin van het etappe-verhaal.
Overzicht etappes Lingepad:
23-04-2006 Leerdam – Beesd Motoren
10-03-2007 Wyler (D) _ Zetten-Andelst Heuvels
09-04-2007 Tiel – Beesd Waar is de route?!
12-04-2008 Zetten-Andelst – Tiel Tegenwind
22-04-2008 Beesd - Tiel Veel insecten, fazanten en groene spechten
LINGEPAD, Leerdam – Duitse grens, 98 km
Leerdam – Asperen – Acquoy – Rhenoy – Rumpt – Beesd – Tricht – Buurmalsen – Buren – Erichem – Zoelen – Tiel – IJzendoorn – Ochten – Dodewaard – Hien – Hemmen – Zetten-Andelst – Herveld-Noord – Herveld-Zuid – Loenen - Slijk-Ewijk – Oosterhout – Lent – Nijmegen – Ubbergen – Beek - Wyler
Zondag 23 april 2006 Motoren
Leerdam – Beesd ± 16 km
Droog, eerst heiig , later zonnig, 10 – 17 °C
We hebben bijna een maand niet gelopen; aan een dijk die verzwaard werd heb ik een ontsteking aan mijn voetboogspier opgelopen. Het is nog steeds niet over, maar ik wilde persé een stukje lopen. Het zou een mooie voorjaarsdag worden, dus vanmorgen trokken we er eindelijk weer op uit. Om 8.00 uur reden we weg en om iets over half negen stonden we bij station Beesd. Pas om 9.27 uur zou de trein komen, dus besloten we de auto een stukje terug langs de route te parkeren. Zo verdeden we onze tijd niet, en konden we mooi een stukje inlopen terwijl we al een deel van de route aflegden. We pakten de trein naar Leerdam, om daar na 6 minuten al uit te stappen.
Vanaf een het station liepen we via een winkelstraat Leerdam uit en kwamen al snel over de Oude Zuider Lingedijk bij Asperen. De temperatuur was lekker; we konden in een dunne trui lopen. De voorjaarsbloeiers deden het goed; krentjes, prunussen, magnolea’s , blauwe druifjes en tulpen stonden mooi in bloei. Jammer genoeg stonden de appelbomen, door het koude begin van het voorjaar, nog niet in bloei.
We staken de Linge over en gingen aan de andere kant verder langs Fort Asperen. Dit stukje van de route hadden we met het Waterliniepad ook gelopen. Net voorbij Acquoy werden we aangesproken door een mevrouw; ze wilde een stuk langs de Linge lopen en vroeg zich af of je dan ook een rondje kon maken. We hebben haar de kaartjes van ons wandelboekje laten zien en kletsten wat. Uit de tuin onderaan de dijk kwam een vrouwtje en vroeg of we er uit kwamen, of we hulp nodig hadden. We vertelden haar de situatie en complimenteerden haar met haar mooie tuin. Daarna gingen we allemaal onze eigen weg. Ook de wegen van het Waterliniepad en het Lingepad gingen weer uit elkaar. Langs de drukke weg liepen we richting Rhenoy. Na Renoy staken we wederom de Linge over, en liepen over de Lingedijk en de Molendijk, tussen de boomgaarden door. Ter hoogte van een klein wiel (watertje) vonden we een bankje. De mensen die er op zaten gingen net weg, dus we hadden mazzel. We zaten lekker in een vaag zonnetje. Tijdens deze pauze kwamen er heel veel grote motoren voorbij, heel gaaf om te zien, en een leuk vermaak, tijdsverdrijf tijdens onze rust.
Zaterdag 10 maart 2007 Heuvels
Wyler (D) – Zetten-Andelst ± 27,5 km
Droog, zonnig met wat wolken, veel wind, -1°C – 15°C
Bijna 11 maanden na de vorige etappe van het Lingepad pakten we vandaag de draad weer op. Gelukkig hebben we in de tussentijd nog wel het een en ander gelopen, maar het was nu ook alweer ruim een maand geleden dat we hadden gelopen. Het laatste wat we hebben gedaan was een etappe van het Zevenwoudenpad, op woensdag 31 januari jl. Omdat Corry met een grote verbouwing bezig is zit daar veel tijd van ons in. We proberen zoveel mogelijk te helpen met alle dingen die ze moet kopen, opruimen, bedenken etc. Dat gaat van onze wandeltijd af, helaas. Maar, voor vandaag werd er mooi weer voorspeld en bij Cor is op dit moment niet zo heel veel te doen, dus grepen we onze kans. Het eindpunt van het Lingepad ligt in Wyler, Duitsland. We zouden vandaag tegen de richting in gaan lopen, vanaf Duitsland dus. Nou ja, bijna, want we wilden de auto bij Herveld-Zuid neer zetten en vanaf daar naar Zetten-Andelst lopen. Daar zouden we dan het openbaar vervoer pakken.
Omdat Tommie, vanwege de verbouwing, bij ons logeert, moesten we vanmorgen wel eerst met hem lopen. Hij werkte gelukkig best goed mee, dus om 6.00 uur reden we weg. Het was nog donker, de maan scheen. Op het eind reden we iets verkeerd; We reden langs het kerkje van Herveld (dat zag ik vanaf de snelweg), maar er kwam geen afslag. Wel de brug over Waal… Ergens klopte er iets niet volgens mij. En mijn gevoel heeft meestal gelijk. De eerstvolgende afslag van de snelweg af, maar er was blijkbaar geen oprit de andere kant op.We kwamen dus op een provinciale weg. Gelukkig kwam ik er met een kaart vrij snel achter hoe we moesten rijden (ook al had ik niet echt zin om te kijken, ik was nog moe) en kwamen we rond 7.10 uur aan in Herveld-Zuid. Ik zag een zijstraat met een naam die in de tekst voor kwam dus we parkeerden op het eerste plekje dat we tegen kwamen, vrij snel. Het was intussen licht. Voor het eerst eigenlijk zo vroeg, de afgelopen dagen was het regenachtig dus dan duurt het toch net iets langer. Heerlijk dat de dagen weer langer worden!
Iets later begonnen we aan het eerste wandelingetje voor vandaag. We kwamen gelijk langs een oude T-boerderij uit 1734, met een waterzolder. Wat een waterzolder is blijkt aan het eind van de dag. Iets verderop liepen we langs de molen van Herveld. Deze molen komt uit 1722 en het gehele bovendeel kan draaien. En dat hele bovendeel, met wieken dus, rust op één paal! Ze waren vroeger echt niet gek. Achter ons kleurde de lucht wat door de opgaande zon. We liepen over de weg en kwamen al snel in Herveld-Noord. Het landschap met de fruitboomgaarden was heel wat anders dan wat we de laatste keren in Friesland hebben gezien. Dit is toch wel leuker. Bij de spoorbaan na het dorpje moesten we een pad volgen naar het station. Daar bleek de route echter niet meer te lopen. Als we de markering volgden, en op het kaartje keken moesten we volgens onze berekeningen toch wel iets omlopen. Geen idee hoelang, maar we moesten binnen een half uur wel een trein pakken, anders hadden we een uur vertraging. We zijn dus omgedraaid en hebben het fietspad langs de weg en de spoorbaan genomen. We kwamen mooi op tijd aan bij het station, kochten kaartjes voor naar Nijmegen en wachten tot de trein zou komen. Met de trein gingen we eerst naar Elst, waar we iets later over stapten op de trein naar Nijmegen. Vanaf hier namen we een Duiste bus naar Wyler. We zaten allebei voor het eerst in een Duitse bus. Het zat comfortabel en ik probeerde zo goed mogelijk te volgen waar we waren. Op het juiste moment drukte ik op het knopje om uit te stappen, zodat we om 9.20 uur onze eerste stappen op dit stukje route in Duitsland zetten. Langs de weg liepen we richting Nederland, Over een weggetje liepen we langs wat huisjes en weilanden. Iets verderop kwam er bos aan onze rechterhand. Over het holle paadje bereikten we de Nederlandse grens. Een paaltje… We liepen verder over het, nu Nederlandse, paadje en begonnen iets later aan een klim de Duivelsberg op. Vlak voor deze klim herkende ik, iets verderop het paadje waar we afsloegen, de heuvel waar we ooit met het Pieterpad hebben gelopen. Iets later kruisten we zowel het Pieterpad als het Streekpad Nijmegen. Er stond gelukkig goed aan gegeven op de markering welk pad het betrof. Het brede pad met grind welke we volgens de routebeschrijving over moesten steken had nog weinig grind liggen, maar de markering was goed. Het pad ging eerst vrij snel naar beneden, maar daarna moesten we behoorlijk rap klimmen. Het was wel een erg mooi bos waar we doorheen liepen (o ja, eindelijk weer bos) met watertjes en hoogteverschillen. In de tekst stond dat we tussen twee schuren een paadje in moesten, maar de schuren stonden er inmiddels niet meer. De markering was gelukkig zo goed dat we zonder moeite onze route vervolgden. Het pad ging weer vrij snel omhoog. Soms lag er een weilandje midden in het bos. Het bos aan onze linkerkant liep mooi omhoog. Boven aan de Wylersberg rustten we even uit op een bankje. Nu ging het pad naar beneden, en kwamen we langs wat huisjes. Bij een ‘oude’ grenspaal moesten we weer even klimmen en liepen langs de rand van Beek en Berg-en-Dal. Erg leuke weggetjes, met hoogteverschillen en mooie huizen. Bij een klein watertje zagen we groot Hoefblad in bloei staan! Wel erg vroeg dit jaar.
We liepen nog steeds door het bos, maar kwamen ook weer langs een strook met weilanden. Mooi glooiend, zowel bos als weilanden. Soms wat meer dan glooiend. Terwijl we weer een heuvel aan het beklimmen waren belde Cor. Bovenaan was er een bankje dus kon ik even uit rusten. Dit was vlak bij de Refter, een oud klooster of zo, waar we 1 of 2 jaar terug een excursie hebben gehad. We kwamen weer langs wat huizen en liepen langzaamaan naar Nijmegen toe. Over een smal paadje, achter de eerste huizen van Nijmegen langs, liepen we langs de rand van de stad richting de Waalbrug. In het parkje vlak voor de brug was een hutje met een terrasje en eten. We bestelden allebei twee tosti’s en gingen in het zonnetje zitten genieten. De temperatuur was erg aangenaam. Als de zon maar scheen, maar dat was op dat moment geen probleem. Het hutje werd bemand door twee homo’s. Erg vriendelijk en iedereen die langs kwam scheen ze te kennen. Het hapje smaakte erg goed, we konden er weer even tegen aan.
Even waren we de route kwijt, maar vonden hem gelukkig weer snel terug. We staken met de Waalbrug de Waal over. Het water stond redelijk hoog. De zon scheen gelukkig, want zo open en bloot boven het water stond er een behoorlijk straffe en koude wind. Aan de overkant van het water volgden we de Waaldijk. Het was drassig in het land onderaan de dijk, en veel stond onder water. Er waren wat ganzen en eenden lekker aan het badderen en van het zonnetje aan het genieten.
We begonnen moe te worden. En ik moest piesen. Gelukkig kwamen we nog door een klein bosje (al duurde het wel lang voordat we de koude dijk achter ons lieten) waar we allebei onze blaas hebben geleegd. Dat luchtte weer lekker op. De route leidde ons naar het dorpje Oosterhout. Vlak voor de huizen zijn we even op een bankje gaan zitten. Iets verderop kwamen we weer bovenaan de dijk, waar ook een bank stond. Even gezeten, maar de wind was te hard en te koud. We hadden wel behoefte aan een grote pauze, maar dit was niet aangenaam. Dus liepen we verder over de koude dijk. Omdat het uitzicht over het water zo mooi was werd de pijn iets verzacht, maar het werd steeds zwaarder. We hadden natuurlijk al een tijd niet gelopen, en dat merk je altijd gelijk. Daar kwam nog bij dat we eerder op de dag aardig wat heuveltjes hadden beklommen. Onze benen wilden niet erg meer. We konden ze ook geen ongelijk geven.
Bij het kerkje van Slijk-Ewijk hoopten we een plekje te vinden, in de beschutting van de dijk. Helaas was het hek dicht, dus liepen we verder, het dorpje door. Aan het eind van het dorpje sloegen we links af een volgend polderweggetje in. We kwamen steeds dichter bij de auto, maar moesten tussendoor toch echt even goed rusten. Bij de ‘oprit’ van een weiland, tegenover een fruitboomgaard, gooiden we het kleed neer waarna we daar op neer stortten. Het zonnetje verwarmde ons en onze benen konden even tot rust komen. Het biertje zorgde voor de geestelijke beloning. We moesten nu nog maar een kilometer of drie voor we bij de auto waren. Net na de pauze ging het wel, maar het laatste stukje was nog best ver. Gelukkig hadden we zowel onverharde stukken als asfalt. Het onverharde gedeelte werd een klein paadje, waar langs ze veel takken hadden gesnoeid. Deze takken lagen voornamelijk langs het paadje opgestapeld, maar regelmatig lagen er takken over het pad. Best lastig, zeker als je benen niet meer willen. Weer hadden we de mazzel dat het wel een leuk paadje was. We kwamen uit op een klinkerweggetje door de polder, vlak bij de snelweg. Het weggetje leidde ons uiteindelijk onder de snelweg door naar het kerkje welke ik ’s ochtend in het voorbij gaan had gezien. Bijna bij de auto… We zijn nog even 10 meter om gelopen langs de T-boerderij met waterzolder. Uit het bordje aan de weg bleek dat een waterzolder bedoeld was om met hoog water, overstromingen, het vee op zolder te zetten. We draaiden na deze uitleg snel om. Nog vijftig meter, en we kwamen bij de auto. Heerlijk. Het was 16.15 uur, nog een uurtje rijden en we waren thuis. Nog beter. Het was een heerlijke dag. We hebben bijna het idee dat we echt iets verkleurd zijn door deze voorjaarszon!
Maandag 9 april 2007, 2e paasdag Waar is de route?
Tiel – Beesd, ± 29 km
Zonnig met af een toe wind en een wolkje, 6 – 16 °C
Gisteren, 1e paasdag hebben we geluncht bij mijn moeder, in de “bouwval”, en zijn daarna voor het paasdiner naar Odijk gegaan. Daardoor hadden we vandaag de vrijheid om lekker te gaan lopen. De weersvoorspellingen waren zeker niet slecht en de appelbloesem staat in bloei. Weer tijd dus voor een etappe van het Lingepad.
Het koste om 5.00 uur wat moeite om wakker te worden, maar eenmaal in de auto, rond 6.40 uur, waren we er klaar voor. Buiten was het heiig en nog frisjes, maar een jas namen we deze keer niet mee. Ze hadden beloofd dat er in het zuiden van het land voornamelijk zon zou zijn, dus die gok durfden we wel te nemen. Toen we in de auto stapten was het al aardig licht buiten en toen we rond 7.10 uur bij station Beesd aankwamen was de zon net opgekomen. Tijdens het korte tijdje dat we op de trein moesten wachten konden we de rode bol aan de hemel zien stijgen. Een mooi begin van de dag, dacht ik zo.
Om 7.26 uur stapten we in de trein naar Geldermalsen, 1 perronnetje verderop. Daar moesten we 20 minuten wachten op de trein naar Tiel, ook weer 1 perronnetje verder. Tijdens het wachten sprak een man ons aan; hij had geen pinpas bij zich maar moest een treinkaartje kopen. Een kaartje naar Amsterdam voor € 18,20. Hij had alleen maar een briefje van twintig, en daar kan je niets mee bij die apparaten. Hij kwam betrouwbaar over dus Remco pinde het kaartje. De man was heel discreet 5 meter verderop gaan staan. Hij het kaartje, wij het geld. Iedereen blij!
Om iets over negen konden we van start. We moesten alleen wel eerst de route vinden, en door de aanleg van de Betuwelijn was er een boel veranderd. Met het kaartje kwamen we een heel eind, maar toen we een drukke weg moesten over steken ging er iets mis… Vanaf dat moment zei mijn gevoel dat het niet goed ging, maar we wisten ook niet hoe we dan anders zouden moeten lopen. Mijn gevoel heeft het eigenlijk altijd bij het rechte eind… Uiteindelijk kwamen we bij een benzinestation (eigenlijk helemaal aan de rand van Tiel), en daar stond een plattegrond. Dat was onze redding! We bleken ons heel ergens anders te bevinden dan waar we hadden moeten zijn… Maar we wisten nu in ieder geval waar we waren, en met het kaartje kon ik vrij snel een nieuwe route uitstippelen. Hoe we op dit punt waren gekomen was ons nog steeds een raadsel, maar we wisten nu wel hoe we, waarschijnlijk, bij de route konden komen. Het duurde een uur voor we, vanaf het station, de route vonden. We hadden mazzel dat we daarmee wel een stuk hadden afgesneden van het Lingepad, want anders hadden we zo’n 35 km moeten lopen i.p.v. 29 km. En dat is best een groot verschil. Wel jammer dat we een stukje van het pad gemist hebben, maar we konden onze wandeling tenminste wel voortzetten.
Op het punt waar we de route weer hervonden werden we nog aangesproken door een jonge meid, die al joggend met haar man (of vader?) thuis kwam. Of we de weg konden vinden. Heel attent, alleen iets te laat, ha, ha!
Het zonnetje scheen al lekker, ik kreeg er weer zin in. Ook de boomgaarden die in bloei stonden hielpen mee aan een goed gevoel. Al snel liepen we om een akker vlak langs Erichem heen. Een mooi plekje om even vijf minuutjes te rusten. Het mooie kerkje achter ons en overal om ons heen bloesem. Op sommige plaatsen rook het echt naar de bloesem, heerlijk! We hadden al een heel mooi kerkje zien liggen in de verte, met een molen erbij, en het bleek dat die zich in Buren moesten bevinden. Daar ging de route precies naar toe. Langs een paar leuke ezels (eentje met veulentje) en het water van de Korne kwamen we bij de stadsmuren van Buren. Hier schoten we allebei de laatste foto’s van ons rolletje. Het Koninklijk Weeshuis uit 1613 was mooi om te zien. Nadat we langs de ronde, stenen stellingmolen ‘De Prins van Oranje’ uit 1716 waren gekomen kwamen we bij de kerk, met een toren van mooie rode stenen, gele accenten en een blauwe klok. Daarbij stond een waterpomp op de markt, met daarbij een waag en een standbeeld van Willem de Zwijger en Anna van Buren. We maakten een aantal foto’s en liepen rustig verder. We liepen het stadje uit en kwamen door een bosachtig park. De route leidde ons door een natuurgebied met vennetjes. De route was bij een boerderij iets gewijzigd omdat ze er een hele survivalbaan hadden gemaakt, maar ze hadden de wijziging vrij goed aangegeven. We liepen door het weiland langs een sloot. Er kwam een dagpauwoog voorbij gefladderd. De koeien die in hetzelfde weiland liepen waren heel relaxed aan het grazen, we konden op een halve meter afstand passeren zonder dat ze weg liepen. We zagen veel lammetjes, bloeiende pinksterbloemen, een paar biologische scharrelvarkens en bloeiend fluitekruid. Via een asfaltweg liepen we 1200 meter en konden toen een grasdijk op. Nou ja, ooit grasdijk, nu meer opgedroogde modderdijk. Veel hobbels en kuilen, ongemakkelijk lopen. We waren best moe, dus waren blij toen het een stuk verderop wat meer echte grasdijk werd. Langs het water van de Assche Wetering volgden we de graskade richting Buurmalsen.
Nu kwam er weer een stuk met veel asfalt. Het was een uur of twaalf en we merkten dat er steeds meer mensen op de been waren. Gelukkig hadden we het de hele ochtend lekker rustig gehad. We liepen langs de boomgaarden en kwamen vermoeid aan bij Tricht. Hier wilden we wat rusten en eten. Patat, tosti, maakte niet uit. Iets eten gewoon. Er stond wel een bord, maar we zagen verderop ook nog iets. Eerst wachten voor een trein die langs kwam, en er verderop achter komen dat het een supermarktje is… Terug dan maar, zover was het nou ook weer niet, en het was twaalf uur geweest; tijd voor een hapje. We kwamen langs de zijkant van het restaurantje bij een terrasje in de achtertuin. We zochten een tafeltje uit in het zonnetje en lieten onze vermoeide lichamen op de dikke kussentjes in de stoelen zakken. Remco bestelde een biertje, een patatje en een broodje frikadel, ik een rosé, een patatje en een broodje kroket. De jongen die bediende oogde nogal sullig, maar bleek spontaan te zijn met leuke humor. Af en toe verdween het zonnetje achter een wolk en stak er een windje op waardoor je kippenvel kreeg. Er kwamen ongelofelijk veel treinen langs, maar het plekje op het terrasje in de tuin was verrukkelijk. Het drinken en eten werd snel bezorgd, wat we helemaal niet erg vonden.
Voldaan en iets uitgerust vervolgden we onze wandeling weer. We volgden nu de Lingedijk, aanmerkelijk drukker dan we de hele dag hadden gehad. Enorm druk eigenlijk. Met auto’s, motoren, fietsers en andere wandelaars. De helft van de wandelaars heeft blijkbaar nooit geleerd dat je tegen het verkeer in moet lopen, zodat je zicht hebt op wat je moet zien. Het was soms dus een paar rijen dik op het smalle dijkje; wandelaars en fietsers aan beide kanten, waar dan ook nog auto’s uit beide richtingen tussendoor wilden. Je moest goed blijven opletten, wat minder ontspannend lopen is. Maar ja, wij gaan er lopen omdat de bloesem bloeit, en zo denken er natuurlijk nog veel meer mensen over.
Het duurde niet heel lang voordat we een pauzeplekje namen. Aan de dijk, boomgaard achter ons, weiland voor ons. En achter ons natuurlijk enorm veel auto’s, motoren, fietsers en wandelaars. Wij zaten lekker te genieten van een biertje en het zonnetje. En de (lichamelijke) rust natuurlijk. We hadden nog een kilometer of 6 te gaan. Best wat als je moe bent. En de fruitbomen aan de Lingedijk bloeiden nog niet (een ander soort blijkbaar dan de rest), dus die konden het asfalt, de zere voeten en moeie benen en al die andere toeristen niet opvrolijken. Het was nog even afzien voor we bij de auto kwamen. We liepen over landgoed Mariënwaerdt de laatste kilometers. Met heel veel mensen die van hetzelfde smalle paadje gebruik maakten. Touristisch? Een paar dagen per jaar denk ik.
Rond 15.10 uur kwamen we bij de auto. Eindelijk, wat deden mijn voeten zeer (een paar uur later: nog steeds!).
Even kort bij komen en naar huis. Om 15.13 uur reden we weg van het parkeerplaatsje bij het station, en twee minuten later zaten we op de snelweg. Een half uurtje later waren we thuis. Behoorlijk moe, maar wel met een mooie wandeling achter de rug en ook wel wat verkleurd. Lekker hoor!
Zaterdag 12 april 2008 Tegenwind
Zetten-Andelst – Tiel, ± 33 km
Zon, wolken, koude en harde wind, droog, 3-12 °C
De bloesem komt, alleen is het nog wat koud voor april. Volgende week viert Remco zijn verjaardag en kunnen we dus niet lopen. Eigenlijk maar goed ook want dan wordt de bloesemtocht bij de Linge gehouden. Honderden en honderden mensen die een route lopen, net iets te massaal voor ons. De bloesem was nu nog niet op z’n mooist, maar vooral de perenbloesem doet het al aardig wat het toch mooi maakt. We hadden daarom dan ook besloten om vandaag een voorproefje te nemen (in de hoop dat we snel een mooiere bloesemwandeling zullen kunnen lopen). Aangezien het de laatste tijd veel heeft geregend en dit voor het weekeind ook weer werd voorspeld kozen we de gunstigste dag uit, de zaterdag. Het kon gaan regenen maar de kans op zon was ook groot. We wilden het risico wel nemen.
Op vrijdagavond hebben we boodschappen gedaan en de voorbereidingen getroffen voor de wandeling; tomaat, komkommer en augurkjes in plakjes gesneden en eitjes gekookt. De eerste eieren gingen mis, we waren ze vergeten… De tweede poging liep nog net goed af. We zorgden voor alles wat we nodig hadden en alvast konden klaarleggen. Vanmorgen vroeg de oven aan gezet en broodjes afgebakken. Die bijna aangebrand waren doordat we ze vergeten waren…
Verder ging alles goed en om 6.35 uur reden we weg. Een klein uurtje later parkeerden we de auto bij het station van Tiel, ruim op tijd voor de Syntex-trein naar Zetten-Andelst. Kaartjes gekocht en in de koude wind gewacht op de trein. Toen de trein arriveerde gingen de deuren niet open. Er brandde ook (nog) geen licht in de coupé’s, heel vreemd. Er stonden nog meer mensen te wachten. Een meisje vlak bij ons zei dat de trein zonder ons niet weg zou gaan, dat er misschien een treinstel afgekoppeld moest worden. Uiteindelijk kwam er een conducteur uit de trein (of de machinist?) en gingen de deuren daarna open. We stapten in en gingen zitten voor de 22 minuten durende treinreis. Daarna konden we gelijk gaan lopen, we hoefden niet eens over te stappen op een andere trein of bus.
Rond 8.15 uur stapten we uit op station Zetten-Andelst en zochten naar het begin van de route. Na een beetje zoeken begonnen we aan het pad. Via een fietspad kwamen we aan de rand van Zetten en even later liepen we door de Hoofdstraat, langs winkeltjes die meestal nog gesloten waren. Aan het eind van de winkelstraat moesten we een pad naar links in, het Zettensepad. We konden het pad niet vinden en liepen weer iets terug; het moest hier toch ergens zijn. Bij een klein straatje zagen we de markering, het heette alleen niet Zettensepad. Hmmm. We sloegen toch het pad maar in, welke na 100 meter wel de naam Zettensepad kreeg. Langs een paar boomgaarden, waar de bloesem zich al een beetje liet zien, lieten we Zetten achter ons.
Over een oud kerkepad liepen we richting Hemmen. Het pad eindigde bij een huis welke tegenwoordig een biologische winkel heeft. Het zag er leuk uit maar we hadden geen plek in onze rugzakken om iets mee te nemen. Dus liepen we verder, een bos in. Aan het begin van het pad, onder de wortels van een omgevallen bomen zagen we een kabouter zitten. Grappig gedaan.
Via een volgend kerkepad verlieten we het bos en kwamen in de polders. Hier snapten we de markering even niet. De markering ging naar rechts waar we volgens de tekst en het kaartje toch echt rechtdoor moesten. Het pad van het boekje ging over een smal asfaltweggetje, het andere pad ging langs het water, een heel andere kant op. Na even twijfelen besloten we toch de route van het boekje aan te houden. We kwamen langs een ezeltje, heel erg rustig en lief, en vlak daarna zag Remco een ijsvogeltje. Remco verloor tegelijkertijd zijn pet door de harde wind maar kon hem nog vangen. We bleven nog even kijken of we het ijsvogeltje nog zagen maar gingen na even wachten toch maar weer verder. Op dat moment zagen we een blauwe plek een stukje verderop op een tak aan de overkant van het water. Het ijsvogeltje vloog weer op en wij vervolgden onze route.
Vlak daarna werd de weg geblokkeerd door een tractor met een aanhanger waar fruitboompjes op stonden. We bleven even wachten tot de mannen klaar waren en weg reden. Ze hadden even moeite met wegkomen omdat de banden behoorlijk in de modder weg zakten. We werden gelukkig niet geraakt door de modder die door de banden de lucht in vloog. Over het nu met modderklodders bedekte weggetje liepen we verder en kwamen langs een groot trafostation en het treinstation Hemmen-Dodewaard. Over een viaduct staken we de A15 over en kwamen aan de rand van Dodewaard. We volgden de weg langs boomgaarden en kwamen bij het kerkje van Hien, uit de 15e eeuw. De weg kwam uit op de dijk langs de Waal. Het uitzicht op de uiterwaarden was prachtig. De route leidde langs het Dijkmagazijn van Dodewaard, halverwege de 19e eeuw gebouwd. Het diende als opslagplaats van materialen die nodig waren als de dijk dreigde door te breken. Tegenwoordig oefent de plaatselijke muziekvereniging in het gebouw. We werden door een bosachtig park geleid waar heel veel vogeltjes floten en zongen. Het pad kwam uit bij de kerk van Dodewaard, gebouwd in de 11e eeuw. Net zoals in de kerk van Hien konden de mensen hier vroeger hun toevlucht zoeken tijdens hoogwater. Hoog bovenaan de toren is een Romeinse grafsteen geplaatst. De herkomst van de steen is een raadsel. Onder de steen bevindt zich een marmeren zonnewijzer. We kwamen weer boven op de dijk waar de harde wind flink tegen ons aan blies. Tegen de harde en koude wind in liepen we langs de uiterwaarden. Na zo’n 1,5 km kwamen we bij een scheepswerf waar hard werd gewerkt en iets verder bij wat bankjes bovenop de dijk. Vol in de wind natuurlijk, maar onze benen waren wel even aan wat rust toe. Lang bleven we niet zitten omdat de wind ons in rap tempo afkoelde. We waren toe aan een behaaglijk plekje waar we konden rusten. Iets verderop zou een pannenkoekenrestaurant zitten. We hoopten dat ie open zou zijn en we er iets zouden kunnen eten en een bezoek aan de plee brengen. Maar helaas, er stond een bord ‘te koop’ in de tuin. Afgezien van de parkeerplaats zag je niet dat er ooit een restaurant had gezeten. Dat was jammer.
We sloegen de Oude Veerweg in, een pad door de uiterwaarden en naar het voetveer naar Druten. Dit veer vaart van mei t/m september dus nu was het er stil. We zagen een aantal paarden in een weiland verderop naar het hek toe draven. Ze gingen op een rijtje bij het hek staan, wachtend op de drie mensen, waarschijnlijk de eigenaars, die naar ze toe kwamen. Tussen alle grote paarden liep een klein, mollig dier. We dachten eerst een pony maar het bleek een schaap te zijn. Het schaap was echt een deel van de paardenkudde, heel grappig om te zien.
De route verliet het pad en ging verder door een weiland. De watertjes en wielen waar we langs kwamen maakten het landschap zeer aantrekkelijk om te zien. We kwamen weer op een half verhard pad terecht, sommige stukken met grote plassen. Een klein mannetje kreeg van zijn vader les hoe hij op zijn squad over het pad en door de plassen moest rijden. De harde wind werkte ons flink tegen, de vermoeidheid begon te komen. Gelukkig kwamen we bij de rand van Ochten waar zich hopelijk wel een restaurantje bevond. Het pad liep onderaan de buitenkant van de dijk, nog steeds vol in de wind. Bovenaan de dijk zagen we een stukje verderop een vlag wapperen. Zouden we daar iets kunnen eten? Iets later konden we de dijk op en liepen het stukje terug naar de vlag. Het leek erop of je er inderdaad zou kunnen eten, maar het was heel druk met allemaal mensen, keurig in pak. We keerden om en vervolgden de route met de wetenschap dat het nog 4 km zou duren voor we in IJzendoorn aan zouden komen, waar we de volgende kans op een restaurantje maakten. Er zat niets anders op dan verder gaan. Tot onze grote verrassing kwamen we na een paar honderd meter langs een groot cafetaria langs de Waal. Het was open dus opgelucht stapten we naar binnen. Ik ging snel naar de plee, wat nog meer opluchting gaf. Al snel stonden er twee patatjes met voor ons klaar en kwamen we weer een beetje bij. Het was een verademing om even uit de wind te zijn. In het cafetaria zat een meisje van een jaar of 15 (schat ik). Ze zag er normaal uit maar was autistisch. Ze vroeg van alles, aan niemand in het bijzonder. Ze vroeg bijvoorbeeld een paar keer “wat zit ik hier te doen?”. Ook tikte ze hard met haar ring op het raam als er een tractor of vrachtwagen aan kwam en maakte dan een toeterbeweging. Jammer genoeg hoorden de bestuurders in de tractor en vrachtwagen haar getik niet dus toeterden ze ook niet. Uiteindelijk kwam ze er achter dat ze haar niet hoorden, wat natuurlijk een grote teleurstelling was. Rond 12.15 stapten we weer op.
Ook hier raakten we de route even kwijt maar vonden deze al snel weer terug. Nog steeds volgden we het pad onderaan de dijk en iets later door de uiterwaarden. We kwamen bij een overnachtingshaven voor de beroepsvaart en liepen langs de grote schepen verder richting IJzendoorn. Na IJzendoorn sloegen we weer een smal asfaltweggetje op, de uiterwaarden door. We hadden de harde wind nog steeds vol tegen wat het lopen niet echt prettig maakte. In de verte zagen we de Prins Bernardsluis liggen, daar moesten we naar toe. We liepen zo’n 6 km tegen de wind in over het asfaltweggetje. De omgeving was gelukkig mooi, maar we hadden het behoorlijk zwaar. Aan het eind van het weggetje sloegen we af naar rechts, een weggetje naar de dijk toe. Nu hadden we de wind even in de rug. Bovenop de dijk stond een bankje. Midden in de wind… Het was erg verleidelijk om te gaan zitten, maar die koude wind maakte dat we verder liepen. Terwijl we bijna zeker wisten dat we verder geen bankje meer zouden tegen komen… Het eind kwam in zicht, nog een kilometer of 6 te gaan.
Er kwamen ons 5 vrouwen tegemoet die met hun dikke reten naast elkaar liepen en zo de hele weg in beslag namen. Wij liepen keuring aan de linkerkant van de weg, tegen het overige verkeer in. Zoals we vroeger op school hebben geleerd; je rijdt en fietst aan de rechterkant, alleen lopen doe je links zodat je het tegemoetkomende verkeer goed ziet en het achterop komende verkeer zo min mogelijk gevaar voor je oplevert. Dat was iets dat de vrouwen blijkbaar nooit hadden geleerd. Afgezien van dat ze niet aan de kant gingen maar stug met z’n vijven naast elkaar bleven lopen kregen we ook nog te horen dat we aan de verkeerde kant liepen. Ja, wat moet je ermee? We bleven in ieder geval lopen waar we liepen, al hadden we dwars door ze heen gemoeten. Als het aan hen had gelegen hadden we door de sloot gemoeten want op de weg was geen plek meer voor ons. Zielig toch als je zo egoïstisch in elkaar zit? We kwamen bij de A15 en de Betuwelijn waar we middels een viaduct over heen gingen. Langs een drukke weg staken we het Amsterdam-Rijnkanaal over en kwamen bij een industrieterrein. Jammer genoeg ging de route hier dwars doorheen. Intussen deed alles ons zeer, het vele asfalt, de harde wind en de tegenvallende omgeving op het laatste stuk maakten het ons niet makkelijk. In verband met de aanleg van de Betuwelijn was er veel veranderd, er waren drukke wegen bij gekomen. Langs een volgende drukke weg liepen we Tiel in. Hier verlieten we de route en liepen verder naar het station. De vorige keer waren we vanaf het station gekomen en konden toen de route niet vinden. Via een omweg kwamen we toen een stuk verder pas weer op de route. Nu kwamen we aan bij het punt waar het de vorige keer was mis gegaan. Ik herkende de weg die we toen vanaf het station waren gelopen en wist zo ook de weg weer terug te lopen. Doodmoe kwamen we om 15.00 uur aan bij de auto waar we ons met een zucht in de stoelen lieten ploffen.
Het was een wandeling door een voornamelijk mooi gebied. Het vele asfalt, de harde en koude wind en de lange afstand vielen tegen. Maar alle bloemetjes die weer bloeiden gaven kleur. En wat is er nou lekkerder dan je neus in een vers bloeiende viburnum te steken en de zalige geur op te snuiven? Alle voorbereidingen voor de picknick waren voor niets geweest maar ’s avonds hebben we dit alsnog lekker op gegeten.
Op zich hebben we nu het Lingepad voltooid, op een paar kilometer na. Die lopen we nog wel een keertje.
Donderdag 22-04-2010 Veel insecten, fazanten en groene spechten
Beesd – Tiel, ± 30 km
Half bewolkt, 3 – 13 °C
Hiep hiep hoera, Remco 36 jaar!
Een goede reden om op een doordeweekse donderdag te gaan wandelen. Omdat het nu bloesemtijd was besloten we lekker langs de Linge met alle boomgaarden te gaan lopen.
Om iets voor zessen stapten we in de auto om naar Zoelen te rijden. Daar wilden we de bus naar station Tiel nemen om vanaf daar met de trein naar Beesd te reizen. We waren precies op tijd in Zoelen maar zagen bij de bushalte dat we een uur van tevoren hadden moeten reserveren. De bushalte waar dat niet bij hoefde konden we niet vinden. Dus stapten we weer in de auto en reden naar station Tiel. Balen, dat zou ons zo’n 2,5 km extra lopen kosten.
De route naar het station werd in Tiel niet aangegeven, we reden voor ons gevoel rondjes.
Eindelijk zagen we een bordje ‘station’ en konden we de auto parkeren. We kochten de treinkaartjes en konden gelijk in de trein stappen. Onderweg kregen we controle door 2 vrolijke conducteurs. Daarna stapten we uit op station Geldermalsen waar we de trein naar Beesd namen. Ook hier werden we op kaartjes gecontroleerd. De conductrice was, net als wij, verbaasd dat dit al de 2e controle was.
Om 7:45 uur stapten we uit op station Beesd en begonnen aan onze wandeling.
De route liep direct Landgoed Mariënwaerdt in. Er was redelijk wat verkeer op de smalle asfaltweggetjes, maar veel last hadden we er niet van. De route leidde ons over de Notendijk, de Walnotenbomen waren nog kaal. In het drassige land rechts van de dijk waren de knotwilgen geknot. Er stonden ook enkele wilgen die nog niet geknot waren. Vooral langs de rand stonden prachtig oude knotwilgen, er groeiden varens en andere planten in. Overal om ons heen hoorden en zagen we fazanten. Telkens een mannetje met meerdere vrouwtjes. Ook een Groene specht liet zijn luide lach horen.
We verlieten het asfaltweggetje en gingen verder over een voetpad over het Groenendijkje. Overal hoorden we vogels zingen en kwetteren, heerlijk! Het Groenendijkje kwam uit op de Lingedijk. Hier loop je tussen de bloesembomen door; de bomen staan aan beide kanten onderaan de dijk waardoor je zelf ter hoogte van de boomkruinen loopt. De appelbomen bloeiden nog niet maar stonden wel met hun dikke bloesemknoppen te pronken. In een grote boom aan de andere kant van een watertje besprong een mannetjesvink een vrouwtje. Na de paring ging hij er gelijk weer vandoor. Een heel klein groen rupsje hing aan een ragfijn draadje aan een tak. Op een akker liepen 3 reetjes. Vogeltjes als koolmees, pimpelmees en vink lieten zich goed bekijken tussen de nog bladloze takken, ze waren niet erg schuw maar vooral druk op zoek naar voedsel. Uit een rietlandje vloog een grote roofvogel op. Een Bruine kiekendief? Geen foto of film kunnen maken helaas, hij was te snel in de verte verdwenen. Al met al was er dus genoeg te zien.
Na gemaal ‘De Neust’ volgden we de Lingedijk over een fietspad. Aan het eind van het fietspad kwamen we uit bij de eerste echt bloeiende boomgaard. Volgens een grote foto was het kersenbloesem. We volgden het asfaltweggetje en kwamen uit bij Tricht. Toen we deze etappe een paar jaar geleden liepen (maar dan de andere kant op, van Tiel naar Beesd) hadden we hier pauze gehouden bij een horecagelegenheid. Ook toen was het heerlijk lenteweer en konden we buiten in de tuin zitten. Die tuin zit pal aan een drukke spoorlijn, om de haverklap kwamen er treinen voorbij. Het was een heerlijk plekkie, maar die treinen… Niet echt rustig om daar te wonen. Vandaag waren we echter vroeg en dus was restaurantje nog niet open.
Even verderop sloegen we af naar links en lieten we de Lingedijk achter ons. We liepen Tricht uit en zagen langs de weg een dood vogeltje liggen. Een Tjiftjaf, vast een botsing met een auto gehad… We konden hem nu wel mooi bekijken! We sloegen een graspad langs de Assche wetering in. Hier stonden verschillende bomen en struiken langs het pad waar veel insecten op af kwamen. Dat ging ons tijd kosten! We zagen al vrij snel een insectje op z’n kop aan een grasspriet hangen. Een vreemd maar mooi beestje; klein, harig, twee vleugeltjes die zijwaarts stonden en een lange snuit. Een Wolzwever. De Wolzwever is een vlieg, maar niet een vlieg zoals je ze meestal ziet. Klik hier voor een foto.
Er was nog veel meer te zien aan insecten; we zagen verschillende zoemertjes, bijtjes en bladwespen. Ook zagen we blaadjes met spinsel waar heel kleine rupsjes (of larven) in zaten. Overal zagen we Elzenvliegen (ook wel Slijkvliegen genoemd) en tussen de bloeiende mei- en sleedoorn vielen de Geaderde witjes amper op, alleen als je goed keek zag je ze rustig zitten.
Vele insecten later kwamen we weer een beetje op tempo wat lopen betreft. Wel werden we soms nog opgehouden door een insect, een hol van een zoogdier, bloeiende planten, een dode muis en nog veel meer. We vorderden gestaag, zeg maar. Toen we het asfalt bereikten liepen we echt weer wat sneller.
Toen we bij een boerderij met allerlei klim- en klauterdingen kwamen herkenden we het gedeelte van de route. We passeerden de verschillende activiteitenstellages, het erf en de kampeerplaatsen. Na een weiland kwamen we in een vochtig gebied terecht. Vanaf de grond vlogen 2 vogels de bomen in. Het leken wel Groene spechten maar we konden het niet goed genoeg zien. Gelukkig lieten ze hun lach nog even horen; het waren inderdaad Groene spechten. Op het zandpad zagen we een klein zwart wespje met een witte snor, zag er grappig uit. Een ooievaar vloog over. Er kwam wat meer bewolking, maar de temperatuur was nog steeds aangenaam.
We bereikten het stadje Buren. Op de Markt namen we plaats op het terrasje van eetcafé (?) ’t Nut. Na ruim 10 minuten waren we nog steeds niet opgemerkt door het personeel en zijn we vertrokken. We hadden geen zin om om bediening te gaan vragen! We liepen verder over de stadsmuur, staken de Linge over en liepen richting Erichem. We hoorden het gelach van een Groene specht. Uiteindelijk zag Remco de specht zitten, het bleken er zelfs twee te zijn.
Vlak bij Erichem kwamen we langs prachtig bloeiende boomgaarden. Sommige boomgaarden waren of werden gerooid, daar zullen waarschijnlijk jonge fruitbomen worden geplant. We waren toe aan een pauze en wisten van de vorige keer dat er vlak bij Erichem een bankje was. Vanuit de verte zag ik dat deze plek bezet was. We hadden nog de hoop dat ze zouden vertrekken voordat we er zouden langs komen, maar nee, ze zaten lekker te lunchen. Teleurgesteld liepen we verder. Iets voorbij de begraafplaats zagen we een mooi plekje voor ons picknickkleed, in de grasberm, onder de fruitbomen. We zaten langs een zandpad, het was heerlijk rustig. De enige mensen die voorbij kwamen tijdens onze pauze waren de mensen die daarvoor op het bankje hadden gezeten en een vrouw met 3 honden.
De pauze brachten we door met wat toastjes en kaasjes, het zonnetje verwarmde ons, echt genieten! Maar uiteindelijk moesten we natuurlijk ook weer verder. De zandweg kwam uit op een asfaltweg. Via de Woerdsestraat en het Krukspad liepen we naar Landgoed Soelen. Door middel van een loopplank bereikten we de overkant van een sloot. Als snel konden we kiezen om de hoofdroute door het bos te volgen of een route door weilanden. We kozen voor banjeren door het weiland. Een echt pad was niet duidelijk aanwezig, maar we zagen wel een loopplank welke ons naar een volgend weiland bracht. Aan het eind van het weiland liepen we ‘dood’ op een prikkeldraadhek, maar één van de palen bleek je vrij makkelijk los te kunnen halen zodat er een doorgang kwam. Langs een paar koeien liepen we naar het hek in de hoek van het weiland. We hadden geen idee of we daar eigenlijk wel mochten lopen, maar ach, we waren weer bijna op een officieel pad. We klauterden over het hek en volgden het smalle bospaadje richting Zoelen. Als vanmorgen alles was verlopen zoals gepland, en we daar de bus naar station Tiel hadden kunnen nemen, waren we nu klaar geweest met de route… Nu moesten we nog een stuk naar Tiel lopen en dan door een paar woonwijken naar het station.
Het was te overzien, ongeveer een half uurtje lopen, maar toch, de afstand was al lang genoeg na een paar weken niet lopen, en het was ook niet het leukste gedeelte om te lopen. Niet erg, maar het voegde niets toe behalve dat het de route naar het station en onze auto was. Bij een boerderij stond een kraampje met appels en 2 doosjes aardbeien. De aardbeien roken heerlijk, we namen dan ook een doosje mee.
Verderop was het Zoelense pad afgesloten voor doorgaand verkeer, de hele weg was open gebroken. Meestal kunnen voetgangers wel gewoon doorlopen, maar als je toevallig op een opengebroken brug stuit… We namen de gok en liepen het zand van de open gebroken weg op. Een stukje verderop konden we op de stoep lopen, het leek er op dat we geen problemen zouden tegen komen. Er reden mensen op de fiets en in de auto, inderdaad geen wolkje aan de lucht. Nou ja, er waren wel mooi Hollandse wolken aan de lucht, maar onze doorgang werd niet belemmerd. Rond 16:30 uur kwamen we aan bij de auto.
Het was weer een super lekker wandeldagje, met goed wandelweer en veel leuke insecten en andere beesten. Leuke dorpjes, mooie boomgaarden, wat een fijne combi. Aan de grote hoeveelheid foto’s is te goed te zien wat we allemaal zijn tegen gekomen. Succes met kijken!