HOME

OVERZICHT

Links en tips CONTACT GASTENBOEK

Oeverloperpad

 

OEVERLOPERPAD, Rotterdam – Leerdam, 232 km

 

 

Welkom op onze webpagina van het Oeverloperpad. Wij, Remco en Violet, zijn halverwege 2004 begonnen met het lopen van langere afstanden. Het Pieterpad was bijna vanzelfsprekend het begin van onze nieuwe hobby. Een verslavende hobby, bleek al snel. Intussen hebben we onder andere het Oeverloperpad bewandeld.

 

Klik voor meer wandelverslagen op de button 'HOME'.

Hier het verslag van het Oeverloperpad. Je kan hieronder het hele verhaal in één keer lezen. Je kan ook een bepaalde etappe lezen door op één van onderstaande links te klikken. Je komt dan gelijk bij het begin van het verhaal.

Overzicht etappes Oeverloperpad:

12-03-2006 Kruiningengors – Maassluis NS Natuur en industrie

26-03-2006 Maassluis NS – Rotterdam Kleiweg Het bruggetje…

29-03-2006 Rotterdam Kleiweg – Moordrecht Dijkverzwaring

17-06-2006 Zwartewaal – Rhoon Langs de Oude Maas

01-07-2006 Alblasserdam – Rhoon Door de grienden

13-07-2006 Moordrecht – Alblasserdam Spannend pontje / Kinderdijk

30-07-2006 Schoonhoven – De Loet De brug die niet open ging

 

 

OEVERLOPERPAD, Rotterdam – Leerdam, 232 km

 

Kruiningengors – Brielle – Rozenbrug – Maassluis – Maasland – Schipluiden – Kerkbuurt – Overschie – Rotterdam – Terbregge – Zevenhuizen – Nieuwerkerk a/d IJssel – Moordrecht – Gouderak – De Loet – Krimpen a/d Lek – Alblasserdam – Kinderdijk – Hendril-Ido-Ambacht – Rijsoord – Heerjansdam – Rhoon – Poortugaal – Hoogvliet – Spijkenisse – Geervliet- Heenvliet – Zwartewaal – Zuidbroek – Benedenberg – Kadijk – Bergambacht – Ammerstol – Schonnhoven – Nieuwpoort – Langerak – Ameide – Lexmond – Schoonderwoerd – Diefdijk – Leerdam

 

 

Zondag 12 maart 2006 Natuur en industrie

Kruinigengors (Oostvoorne) – Maassluis NS, ± 20 km ( + 6 km aanloop)

Droog, zonnig, -2 tot 2 °C

 

Vanmorgen om 5.30 uur ging de wekker en om iets voor half acht reden we weg naar Maassluis. Om 8.30 uur parkeerden we de auto bij het station in Maassluis. In 10 minuten liepen we naar het veer naar Rozenburg. Met de grote pont staken we de Nieuwe Waterweg over en liepen Rozenburg in, op zoek naar de bushalte. De halte vonden we vrij snel en moesten nog zo’n 20 minuten in de kou wachten. De bus bracht ons via Botlek naar Spijkenisse waar we bij de halte van Halfweg 2 uit stapten. Aan de overkant van de weg was de bushalte waar we nog een kwartiertje moesten wachten op de bus naar Oostvoorne. Om 10.15 uur stapten we uit in Oostvoorne.

We moesten even zoeken naar ons beginpunt. Vandaag zouden we aan de eerste etappe van het Oeverloperpad beginnen. Het beginpunt van de route, de Terminal van Rotterdam Europoort, is echter niet met het openbaar vervoer te bereiken. Lekker handig… Ik had het nu zo gepland dat we iets verderop de route, bij Kruiningergors zouden beginnen maar ook daar stopte geen bus. Wel in Oostvoorne, zo’n 1,5 kilometer verderop. Dat is op zich te overzien maar hoe we van de bushalte bij Kruiningergors konden komen wisten we niet. We liepen het dorp in en zagen bij de VVV een klein kaartje hangen, met in de rechter bovenhoek precies het plekje waar we naar toe moesten. We liepen iets terug en toen kwam ik er achter dat ik mijn pet kwijt was. Ik was bang dat ik hem in de bus had laten liggen. We waren vlak bij de bushalte en zijn daar dus weer naar toe gelopen. Gelukkig vond Remco mijn pet! Nu konden we echt gaan beginnen. We liepen naar de rand van Oostvoorne, naar Kruiningergors.

Rond 10.35 begonnen we officieel aan het Oeverloperpad. We liepen over het terrein van een bungalowpark en gingen een grasdijk op, tussen een bosje en het park door. We kwamen bij een strandje bij het Brielse meer, staken het strand over en liepen via een duinachtig bos verder. Langs het pad zagen we veel aardsterren staan. Al snel kwamen we bij de Steenen Baak, een vierkante, stenen toren uit de 17e eeuw, aan het water. Vroeger diende deze toren als vuurtoren. Er staat ook een kogelgloei-oven bij waar vroeger o.a. kogels in werden verhit om er vijandelijke schepen mee te beschieten.

Het pad ging verder over het ‘Cooperpad’, een ruim 2 kilometer lang fietspad waarop je de coopertest kan trainen. Langs bosjes en grote grasvelden liepen we langs het water van het Oosterlandse Rak richting Brielle. Bij Brielle leidde de route ons een stuk over de stadswal en daarna het stadje in. De kerk van Brielle is mooi en groot. Het is een kruisbasiliek en heeft het breedste schip van alle kerken in Nederland. Door het rustige stadje liepen we naar het water toe. Over een breed fietspad gingen we richting pauzeplek, terwijl we de chemische luchten van Maassluis en omstreken roken. Aan de rand van het water van het Brielse meer, op een grasveld, hebben we even lekker gepauzeerd. Zolang het zonnetje maar scheen was het aangenaam. Na deze prettige rust begonnen we aan de laatste 6 of 7 kilometer.

Over de Brielse- en de Harmsenbrug liepen we de industrie tegemoet. Via de Callandbrug staken we het Callandkanaal over en liepen buiten Rozenburg om naar het veer. Om 13.40 uur vertrok het veer; we konden bijna gelijk opstappen toen we er aan kwamen. Het was ons vanmorgen al opgevallen dat er maar liefst 5 plaatsen waren voor het veer om aan te meren, op verschillende hoogtes i.v.m. de waterstand. Vanmorgen gebruikte de pont de laagste aanlegplaats, vanmiddag was het de één na hoogste. De grote pont kon heel wat auto’s, fietsen en passagiers hebben. Tussen de grote schepen door manoeuvreerde het veer zich een weg naar de overkant.

Via dezelfde weg als we vanmorgen hadden gelopen liepen we naar het station en de auto toe. Iets voor 15.00 uur kwamen we aan bij de auto. We vonden een Mac-Drive en rond 15.45 uur waren we weer thuis. Het was een hele leuke wandeling. We hadden allebei niet verwacht om zo weinig te zien van alle industrie om ons heen. We liepen het grootste deel door mooie natuur en zagen pas op het laatst de lelijke silo’s en gebouwen verschijnen. Het weer zat ook nog eens mee, het was een heerlijk dagje.

 

 

Zondag 26 maart 2006 Het bruggetje…

Maassluis – Rotterdam Kleiweg, ± 26 km

Bewolkt tot zonnig, stevige wind, ± 16°C

 

Vannacht is de zomertijd ingegaan, een uur minder slaap dus… Na maar liefst 4 uurtjes slaap ging om 5.30 uur de wekker. Het was nog donker en het regende. Voor gisteren hadden ze ook regen voorspeld maar overdag was het droog. Dat was ook de voorspelling voor vandaag. Om 7.05 uur reden we in het donker en in de regen weg maar des te dichter we bij onze bestemming kwamen, des te droger werd het. Na een uurtje zetten we de auto neer tussen Kethel en Overschie, precies op de route. We zouden eerst naar Rotterdam Kleiweg lopen, zo’n 6,5 kilometer, om vanaf daar met tram en trein naar Maassluis te gaan.

De tocht begon langs het water van de Schie. We hoorden veel vogels en de parkieten vlogen ons om de oren. Het waren er nu veel meer dan toen bij Amsterdam. Langs het water bereikten we Overschie waar we via de Dorpsstraat door heen liepen. We kwamen bij Rotterdam maar het was leuk lopen, we hadden niet het gevoel bij zo’n grote stad te zijn. Nadat we onder de A13 door waren gelopen kwamen we bij het water van de Rotterdamse Schie. De route ging verder door een wat ruiger park en met een kleine omweg i.v.m. de hoge snelheidslijn kwamen we bij station Rotterdam Kleiweg. We konden kiezen uit 2 verschillende routes met het openbaar vervoer. We kozen voor de goedkoopste: trein – lopen – trein. We kochten de kaartjes en liepen het perron op. Bij het hokje kwamen we er door een affiche achter dat er uitgerekend vandaag geen treinen reden van en naar dit station. Balen, maar de alternatieve route ging met de tram, die iets verderop stond te wachten. Gelukkig waren we er nog op tijd achter gekomen. Met de tram gingen we naar Rotterdam CS om vanaf daar met de trein naar Maassluis te gaan. We hadden mazzel dat we de treinkaartjes nog niet hadden weg gegooid want ze hadden op het station een nieuw poortjessysteem in gebruik waardoor je alleen met een geldig kaartje het perron op èn af kon.

Om 10.30 uur konden we weer verder met lopen. Na een minuut of 5 zaten we weer op de route en kwamen Maassluis bij de haven binnen. Hier stond een oude brievenbus en er hing een speciale klok, een soort gedenkteken met diverse wapens van waarschijnlijk ooit belangrijke mensen en een grote schroef van een stoomsleepboot. Een zwikkie foto’s later konden we weer verder. Langs het water van de Zuidvliet liepen we verder langs Maasland en via een smal schelpenpaadje volgden we boven op de dijk het water van de Noordvliet. Het werd steeds lekkerder weer maar tijdens onze korte pauze, op een bankje op de splitsing van de Noordvliet en de Vlaardingervaart, kregen we het al snel koud door de harde wind en de wolken die voor de zon schoven. Het gebied langs de Noordvliet is echt een mooi natuurgebied; veel water, riet en drassige landjes met veel watervogels.

Het schelpenpad van de Noordvliet veranderde langs de Vlaardingervaart in een grasdijk. Aan de andere kant van het water lag een verlaagde, smalle asfaltweg waar enorm veel troepjes hardlopers en wielrenners over heen gingen. Wij zagen net hun hoofden boven de dijk uit komen, wat een leuk gezicht was. Aan onze kant was het heerlijk rustig. We bereikten na zo’n 3 kilometer grasdijk het dorpje Schipluiden, dat we door liepen om daarna uit te komen op een pad langs een golfbaan, die volgens mij vrij nieuw was. Via fietspaden, die gelukkig vrij rustig waren, liepen we door de polders verder. We kwamen over een strook waar al sinds 1976 een snelweg gepland is, de A4-noord. Deze is er tot nu toe nog steeds niet gekomen. Ondanks dat het boekje (uitgegeven in 2001) vermeld dat het er met particuliere gelden nu waarschijnlijk toch gaat komen, was er geen spoor te zien van enige aanstalten tot het aanleggen van een weg.

Het pad kwam dicht bij de bebouwing van Delft maar al snel verlieten we dat beeld en doken een graskade op, de polders in. Via een aantal klaphekken en langs een aantal dode zwanen (vogelgriep?) liepen we de polder in. Bij een mooi houten hek heb ik even mijn blaas geleegd. Heerlijk! Een stuk verderop kwamen we bij onze pauzeplek, een mooi hoekje gras aan het water, met voor ons een grote rietpluim. De wind was nog steeds stevig maar het zonnetje scheen. Het was lekker! Op ons kleed, onder het genot van een portje, zoute pinda’s, radijsjes, worteltjes en cherrytomaatjes koesterden we ons in de zon. Tussen het riet, in het water, zagen we een muskusrat die snel weer verdween.

Rond 14.15 uur gingen we weer verder, het laatste stukje. We twijfelden even toen de tekst en de kaart van de markering afweken. De markering was een beetje vaag. We kozen voor de tekst en de kaart en vervolgden ons pad over de graskade. Weer snapten we het niet; we moesten de asfaltweg over steken en aan de overkant het fietspad naar rechts op gaan.We zagen echter geen fietspad en de markering ging naar links… We besloten nu toch de markering te volgen en werden na zo’n 100 meter naar rechts gestuurd, waar een fietspad bleek te zijn. Na bijna 1,5 kilometer moesten we over een groen bruggetje met een klaphekje een weiland in. Precies voorbij een boerderij gaf de markering aan dat we af zouden moeten slaan, maar het groene bruggetje iets verderop was niet in al te beste staat. Het bruggetje hing scheef, de eerste twee planken ontbraken en de twee bielzen daar waren half verrot. De laatste plank, net voor het klaphekje ontbrak ook. Het zag er al met al behoorlijk onbetrouwbaar uit, mede door het rood-witte lint dat over het gapende gat, zonder leuningen en dus zonder houvast, was gespannen. We liepen weer iets terug naar de boerderij omdat Remco dacht dat de route via het erf omgeleid zou zijn, maar bij een sloot zagen we al dat we vanaf de boerderij niet aan de andere kant van het bruggetje konden komen. We draaiden dus weer om maar ik was niet van plan om over dat bruggetje te gaan. Drie meter voorbij het bruggetje draaide ik om om nog eens goed te kijken. In het land achter het bruggetje zag je toch duidelijk een pad dat dagelijks werd bewandeld. Remco was een held en stapte als eerste over de twee missende planken het scheve bruggetje op. Veilig bereikte hij de overkant. Voor mij daar en tegen was de stap veel groter. Met mijn toch iets kortere beentjes ging het net. Snel liep ik over de schuine planken naar Remco en naar het hekje toe. De laatste ontbrekende plank overbrugde ik een stuk makkelijker. Opgelucht dat we nog droog en warm waren volgden we het pad door het weiland. Weer moesten we over een bruggetje, scheef en zonder leuningen maar gelukkig wel met alle planken. Eerst ging ik en daarna kwam Remco.

We liepen weer verder door het land en kwamen uit op een smal asfaltweggetje met aan beide kanten een sloot. De route leidde ons door Kerkbuurt, een buurtschap van het Middeleeuwse dorp Kethel. Via een pad langs de Poldervaart kwamen we bij de spoorlijn waar we vanmorgen al 2 x onderdoor waren gereden. Vlak daarna zagen we de auto staan.

Om 15.25 uur gooiden we onze rugzakken in de auto en reden iets later lekker naar huis waar we een uurtje later aan kwamen. Het was echt een heerlijke lentedag, met alle weidevogels die zich lieten zien en horen, de vele kilometers over onverharde paden en de verrukkelijke zon. We zijn lekker verkleurd.

 

 

Woensdag 29 maart 2006 Dijkverzwaring

Rotterdam Kleiweg – Moordrecht, ± 29 km

Droog, bewolkt tot zonnig, ± 12°C

 

Op een doordeweekse dag richting Rotterdam is door de files geen pretje in spits dus gingen we extra vroeg op pad. Om 6.17 uur reden we weg en zonder oponthoud kwamen we om 7.05 aan bij de rand van Zevenhuizen waar we de auto langs de route parkeerden. We begonnen aan ons eerste wandelgedeelte van vandaag, van Zevenhuizen naar Moordrecht.

Het begin bestond uit een ruim 2 kilometer lange, smalle en heel drukke asfaltweg, zonder voet- of fietspad. Het was gelukkig niet het leukste gedeelte van de dag. Over een minder drukke weg kwamen we bij Nieuwerkerk aan de IJssel. Over de ‘waterbrug’, een aquaduct, liepen we onder het NS-station door. De routebeschrijving was nu een beetje vaag maar dankzij de markering liepen we goed. We zouden over een graskade en langs woonboten moeten komen, maar we liepen over een geasfalteerd fietspad langs een nieuwbouwwijk… Uiteindelijk kwamen we bij iets wat ooit een graskade was geweest maar nu een dijk van aarde was, waar je bij elke stap in weg zakte. Het was echt vreselijk zwaar en halverwege kwamen we bij de boosdoener. Een man in een groot rupsbandvoertuig, een shovel, die de dijk met aarde aan het bewerken was. Vrolijk groette hij ons en zei dat we een lekker pad hadden uitgekozen. We hadden de pech dat ze net de dijk aan het verzwaren waren. Gelukkig konden we wel ‘gewoon’ door lopen want anders had ik echt niet geweten hoe we verder hadden gemoeten. En stel je voor dat we hier onze grote pauze hadden willen houden: je bent moe, je wilt pauze aan het water en komt dan op de beloofde ‘grasdijk’. Dat zou balen zijn. We ploeterden stug verder en kwamen na 3 lange, zware kwartiertjes bij een hek met daarachter dan eindelijk een echte graskade. Van maar liefst 10 meter. Na over het hek te zijn geklauterd, met grote klompen bagger onder onze zolen, kort te hebben genoten van het gras en over een ander hekwerkje te zijn gestapt, kwamen we op een rustige asfaltweg uit. Asfalt of niet, we hadden weer vaste grond onder onze voeten.

We liepen Moordrecht in, langs woonboten die we daarvoor nog steeds niet hadden gezien. Ze liggen nu zeker ergens in Spanje of zo… We liepen het dorpje binnen en kwamen langs een klein kapsalonnetje ‘herenkapsalon Rien Sluyter’ (vanuit de verte dacht ik dat er ‘rijensluiter’ stond). In de etalage stonden allemaal houten kandelaars, schaaltjes en potjes. Erg mooi, maar we hadden niet echt veel geld bij ons dus zouden we ’s middags met de auto misschien nog even langs gaan. Bij de kerk zijn we even op een bankje gaan zitten om in het stratenboek te kijken waar de bushalte zou moeten zijn. Een vrouwtje sprak ons aan dus vroegen we haar gelijk maar naar de bushalte. We hadden nog even de tijd voordat de bus zou komen en Remco had ergens een bank gezien. Bij de bank hebben we geld gepind en zijn daarna bij de kapper een cadeautje voor Corry gaan halen, een houten schaal. De man was heel vriendelijk en vond het ook wel even gezellig, er waren toch geen klanten op dat moment. Hij maakte alles zelf, als ie zin had. Het was moeilijk om aan hout te komen en laatst bleek hij houtworm in de schuur te hebben waardoor zijn houtvoorraad was aangetast. Hij was nu bezig om de schade er af te halen en te kijken of er iets bruikbaars van over bleef. Hij vertelde ook dat de mannen nooit iets kopen maar vrouwen wel. Die zien gelijk wat ze met een bepaald object willen. Zo heeft hij tenminste niet alleen mannelijke klanten. We namen afscheid en zochten de bushalte op.

Met de bus reden we naar station Rotterdam NS noord. Het was een ritje van maar 10 minuten maar het duurde behoorlijk lang. We zaten in het gedeelte bij de deuren, op klapstoeltjes. Ik naast een scholiere, Remco naast het laatste vrije plekje, schuin tegenover me. Op het eerste perron nadat wij waren ingestapt kwam er een oude, sjofele man binnen die al rochelend naast Remco ging zitten. En met die klapstoeltjes zit je toch al bijna bij elkaar op schoot… De man rochelde nog wat en begon toen vrij luid, doch onverstaanbaar, dingen uit te kramen. Ik kon niet naar Remco kijken want een ongelofelijke schaterlach lag op mijn lippen. Terwijl ik hardnekkig uit het raampje bleef kijken beet ik hard op mijn lip om maar niet in lachen uit te barsten. Gelukkig konden we 2 haltes verder uit stappen om het laatste stukje per bus en te voet af te leggen.

De batterij van mijn APS-fototoestel was leeg en op de plek waar we uit de bus stapten (later bleken we een halte te vroeg te zijn uitgestapt) zag Remco een sigarenwinkel en dacht heel alert aan een batterij. In deze winkel werden ze niet verkocht maar de man verwees ons door naar het winkeltje aan de overkant. Dit was een klein van-alles-en-nog-wat winkeltje en ja, daar hadden ze wel de gezochte batterij. Nooit gedacht dat ik daar zou slagen. Even later kwamen we bij het tramstation Kleiweg waar we de route weer op pakten.

We kwamen langs het water van de Bergsche Achter- en Voorplas. Het zonnetje liet zich steeds vaker zien waardoor we het steeds warmer kregen. Een kleine pauze in een parkje en een laagje minder scheelde een heel stuk, we konden weer verder. Langs de Rotte werden we van de bebouwde kom van Rotterdam weg geleid. De beschrijving in het boekje liet ons weer in de steek en ook de markering hielp ons niet echt, waardoor we toch zo’n 20 minuten zijn bezig geweest met verkeerd lopen en de route weer vervolgen. Verderop de route zagen we dat we daarvoor wel helemaal verkeerd waren gelopen maar dat we vlak bij de route weer waren omgedraaid. Onze alternatieve route was blijkbaar een stuk korter.

We kwamen bij de entree van een golfbaan waar de route overheen liep. Over de asfaltweg liepen we langs heel wat reclamebordjes de heuvel op en tussen de golfvelden door. Verderop kwamen we langs een kanoverhuur, een hoge klimwand en een outdoor gebeuren. Weer liepen we even verkeerd maar deze keer kwamen we er snel achter. We moesten nu omhoog, een skihelling op. Via een smal, kronkelig en door water uitgesleten pad liepen we naar de top. Het voelde toch wel een beetje als Frankrijk of zo, zeker met het zonnetje erbij.

Over een grasdijk liepen we langs het water van de Rotte door het gehucht Rotte, staken het water over en kwamen bij onze pauzeplek. Een bankje aan de met riet begroeide over van de Rottemeren. Het fietspad waar we over waren gekomen lag bovenaan de dijk. Het was rustig, niemand te zien en er waren onderaan de dijk wat bosjes, net beschut genoeg om mijn blaas te legen. Ik had niet langer moeten wachten want daarna kwamen er steeds voetgangers en fietsers voorbij. Ik had dan vast niet meer gedurfd want zo beschut was het nou ook weer niet. We hadden een mooi uitzicht, het zonnetje scheen, maar met een koude en harde wind. De port verwarmde ons een beetje, ook al kregen we het steeds kouder. Uit een boom achter ons vloog een fazant op en probeerde de overkant van het toch wel brede water te halen. Het lukte hem net.

Na de pauze besloten we maar niet meer in t-shirt verder te gaan maar onze jas lekker aan te houden. Op het pad langs de Hennipsloot werd het drukker; we kwamen bij de bebouwde kom van Zevenhuizen. We liepen al een tijdje niet meer in de wind en kregen het weer zo warm dat de jassen toch uit gingen. Om 15.05 uur waren we bij de auto aan de andere kant van het dorp.

 

Zaterdag 17 juni 2006 Langs de Oude Maas

Zwartewaal – Rhoon ± 20 km

Zonnig, onbewolkt, warm, 12 – 26 °C

 

De eerste keer sinds Schotland dat we weer op pad gingen, en we hadden er veel zin in. De ontsteking in mijn rechter voet is nog steeds niet helemaal over (opgelopen bij een dijkverzwaring) dus zouden we vandaag niet veel kilometers maken. Zo’n 23 kilometer, met de aanlooproute erbij.

Omdat het een warme dag beloofde te worden gingen we vroeg op pad; om 5.50 uur reden we weg. De temperatuur was aangenaam, we hadden onze pijpen nog wel aan onze broek, maar met een dun truitje konden we naar buiten. De lucht was nog bewolkt, maar des te dichter we bij Rhoon kwamen, des te meer blauwe lucht zagen we.

Bij Rhoon aangekomen moesten we nog even zoeken naar de plek waar we de auto wilden parkeren, en om 6.00 uur parkeerden we de auto bij de jachthaven, in de schaduw van wat bomen. We zochten onze weg naar de andere kant van het dorp om daar de sneltram te pakken. We waren op tijd bij het station maar konden de ingang niet vinden. De tijd begon te dringen… We bleken weer terug te moeten, de grote weg over, om daar via een trap en een brug over dezelfde weg te gaan. Zo konden we bij de ingang komen. We hadden erg weinig tijd… Bij de ingang gekomen moesten we eerst onze strippenkaart in een automaat steken, waarna het poortje open ging en je het station in kon. Snel tikte ik 6 strippen af, gaf de strippenkaart aan Remco en glipte door het poortje. Ik hoorde de tram al aankomen… Remco had de pech dat hij aan de voor- en achterkant van de strippenkaart moest stempelen, maar daarna renden we snel de trap af. De deuren van de tram waren dicht… Remco duwde op het ‘open’ knopje… De deuren gingen op een kier… En toen weer dicht… Dat was balen!! Maar, we werden blijkbaar opgemerkt want de deuren gingen weer open. Dat was echt mazzel. Dat noem je “op de valreep”!

We hadden het behoorlijk warm gekregen van de laatste vijf minuten, dus toen we even later in Spijkenisse uit stapten hadden we ons dunne truitje niet meer aan. Binnen een paar minuten kwam de bus richting Rockanje, en om 7.50 uur stapten we, met zonder pijpen, uit in Zwartewaal. Vlakbij stond een plattegrond, waarop we snel konden zien hoe we bij de route konden komen. We liepen achter de jachthaven langs, over een asfaltweggetje, langs een plas water (een zandafgraving). Volgens het boekje konden we hier ergens de grasdijk op, maar dat punt hebben we gemist. Erg was het niet, want we liepen door een leuk gebied, en de weg en de dijk bleven naast elkaar lopen.

We kwamen bij de rand van Heenvliet, en weer konden we de route niet volgen. Met de asfaltweg mee liepen we om het dorp heen (Omheenvliet, zoals Remco opmerkte), wat volgens het kaartje wel aardig leek te kloppen. Toen we het dorp achter ons lieten begon ik wel heel erg te twijfelen; niets kwam overeen met de routebeschrijving. We liepen weer iets terug, het dorpje in. We bleken ons al aan het eind van het kaartje en de beschrijving te bevinden! We zaten dus wel op de goede route, al hadden we een stukje gemist.

Door de zonnige polders liepen we over een fietspad naar Geervliet. We liepen het dorpje in en werden via een heel leuk, smal paadje langs de kerk geleid. Wat verderop liepen we Geervliet weer uit, om met behulp van een overstapje een draadhek over te klimmen en de grasdijk op te gaan. Over de grasdijk, langs het water van het voedingskanaal van het Brielse meer, liepen we richting Spijkenisse. Bij een trafostation moesten we even over de weg, om aan de andere kant van het trafostation tussen de schapen door de grasdijk weer op te gaan. We liepen verder richting Halfweg en Spijkenisse en kwamen door een leuk, ruig park met een watertje. Er stond een bankje in de schaduw van een boom, met uitzicht op het vennetje. We koelden wat af en gingen na een kwartiertje weer op pad. We hadden intussen zo’n 12 kilometer gehad, nog zo’n 11 te gaan. We moesten via een grasdijk onder de Hartelbrug door, maar het gras was zo hoog dat we besloten de asfaltweg te blijven volgen. Zo’n 200 meter later bleek dat een verstandige keus te zijn geweest want daar moesten we het bos in. Dat noem je nou een stukje nutteloos onverhard pad…

We liepen nu door een bosachtig park, en weer was de route af en toe vaag. We bleven echter op het juiste pad. Via de Spijkenisserbrug lieten we Spijkenisse achter ons. We staken het water van de Oude Maas over en liepen langs het water  naar de rand van Hoogvliet. We moesten bij het volgende bosje weer goed op de markering letten, en kwamen uit op een smal paadje langs de Oude Maas. Het was een paadje met veel kuilen en brandnetels, maar we kwamen ongeschonden door het prachtige gebied.

Na een klein stukje asfalt-fietspad liepen we weer over een grasdijk met schapen. Een stukje verderop zagen we een mooi pauzeplekje: een klein ‘dijkje’ naast een stroompje dat de Oude Maas instroomt, met zicht op riet, een moerasachtig stuk met veel groot hoefblad, en het water + bootjes van de Oude Maas. We pikten het mooie schaduwplekje af van wat eenden, waarna we genoten van onze rust en wat af koelden. We keken naar de boten die langs kwamen, en na zo’n drie kwartier gingen we weer verder met de laatste paar kilometer van deze etappe.

Weer was de route op sommige plaatsen wat onduidelijk, maar alles ging goed. We liepen nog steeds langs het water van de Oude Maas en passeerden Poortugaal. Het was dan wel warm, maar we liepen door zo’n mooi gebied, en we waren sowieso al blij om weer eens te lopen. Vlak voor Rhoon werden de brede grasoevers benut door allerlei mensen die genoten van het zomerse weer. We werden aangesproken door een rasechte Amsterdammer, met scooter, tattoes en alles. Hij was geinterresseerd in  wat we hadden gelopen, als hij het vragen mocht, en vertelde daarna graag over zichzelf. Na een paar minuten gingen we weer verder, om binnen een minuut weer aangesproken te worden, deze keer door een man die wilde weten of we eventueel zwemmende kinderen hadden gezien. Helaas voor hem hadden we niets gezien.

Om een uur of één kwamen we weer bij de auto, die nog steeds heerlijk koel in de schaduw van de bomen stond! We hadden de koelbox mee genomen, met daarin een biertje, rosé, verschillende kaasjes en een bakje met witte druiven. We hadden ook toastjes bij ons dus we gingen op zoek naar een leuk plekje om te picknicken. We volgden het weggetje welke zo dicht mogelijk langs de Oude Maas liep. We bekeken hier en daar een parkeerplaats. De een was niets, de ander, langs het water, was weer hartstikke druk. Bij de 5e of 6e parkeerplaats vonden we een leuk stekje langs het water. Er waren nog meer mensen, maar we konden genoeg afstand behouden om toch een beetje privé te zitten. We genoten van de toastjes met kaas, een druifje tussendoor, en een lekker koel drankje. Intussen keken we naar de plezierjachten en vrachtboten die voorbij kwamen, en kleurden ook nog eens flink bij door de brandende zon. Na een heerlijk, warm uurtje begaven we ons weer naar de auto, terug naar huis. Rond 15.45 uur waren we thuis, waar we snel de tuin in zijn gedoken.

Het was lekker weer om te lopen!

 

 

Zaterdag 1 juli 2006 Door de grienden

Alblasserdam – Rhoon ± 24 km

15 – 30 °C , zonnig, onbewolkt

 

Het zou vandaag weer een warme dag worden, en aangezien we wilden lopen besloten we vroeg te vertrekken; om 5.05 uur reden we weg. Een stuk voor Rhoon, vlak voor het natuurgebiedje “Klein Profijt”, parkeerden we de auto op een parkeerplaatsje voorbij de golfbaan, vlak bij de oevers van de Oude Maas. Om kwart over zes begonnen we aan onze wandeling. Via een kort, smal paadje kwamen we bij een asfaltweg waar de markering gelijk afweek van de beschrijving in het boekje. Het Pelgrimspad liep wèl over het paadje dat we volgens het boekje moesten nemen, dus deden we dat gewoon maar. We liepen nu over een paadje aan de zijkant van een golfbaan, met aan de andere kant De Grienden. Er stonden veel brandnetels naast het pad, en omdat we al heerlijk in onze korte kleren rond liepen moesten we goed op letten. Aan het eind van het pad bleek er inderdaad een routewijziging te zijn, over een asfaltweggetje. We waren blij dat we dat niet hadden gedaan.

Via een fietspad kwamen we bij de Rhoonse grienden, waar we over een schelpenpaadje tussen de lage knotwilgen door liepen. We kwamen over meerdere ophaalbruggetjes en genoten van de nog redelijk frisse warmte op dit vroege moment van de dag. Overal waren vogeltjes aan het fluiten, verder hoorden we niets.

We kwamen na een klein uurtje lopen weer uit bij het jachthaventje van Rhoon, waar we de vorige keer waren gestopt. We liepen naar het metrostation (deze keer liepen we in één keer goed, intussen wisten we beter) en konden vrij snel op de metro naar station Rotterdam Zuidplein. Daar stapten we na 20 minuten in de bus naar Alblasserdam.

Om iets over half acht konden we weer verder met onze wandeling. Na even oriënteren vonden we de route en gingen op pad. We staken het water van De Noord over via een brug, die open ging toen we er net vanaf waren. Dat was mazzel. We liepen naar de rand van Hendrik–Ido–Ambacht en stopten bij een bankje bij de voormalige haven om onze schoenen goed te doen en ons in te smeren met zonnebrand. De zon was inmiddels al hoger aan de hemel. Het was al behoorlijk warm. We volgden de Dorpsstraat, die door het dorpje kronkelde, en liepen vervolgens over een polderweg, tussen boerderijen door, richting de A16 en het dorpje Rijsoord.

In een klein parkje namen we een korte pauze om iets af te koelen en een broodje te eten. Weer voerde de route ons over asfalt, deze keer niet over een fietspad maar over een polderweggetje, waar regelmatig auto’s overheen kwamen. De omgeving was gelukkig mooi; we liepen langs het water van de Oude Waal. Het was bloedheet, we zweetten, onze voetzolen deden pijn. Toen we na al dat asfalt aankwamen bij Heerjansdam keken we uit naar een bankje in de schaduw. In een parkje tussen de Oude Waal en de begraafplaats vonden we er eentje. Dat was lekker!

Toen we wat waren bij gekomen, en ons weer hadden ingesmeerd met zonnebrand, gingen we verder. Nog meer verharde wegen, maar het duurde niet lang of we kwamen bij de recreatiegebieden langs de Oude Maas. Hier kregen we eindelijk weer een schelpenpaadje en gras onder onze voeten kregen. Helaas waren ze al zo pijnlijk dat alles zeer deed, verhard of onverhard.

We kwamen nu dicht bij onze pauzeplek, hetzelfde stukje als waar we de vorige keer ná de wandeling hadden gepicknickt, met toastjes en kaasjes. We waren blij dat we de hadden besloten om de route tegen de klok in te lopen, i.v.m. pauzeplek. Nu hadden we tenminste nog een stukje onverhard te gaan, terwijl we anders al moe en warm waren geweest en ook nog eens alleen maar asfalt voor de boeg hadden gehad. We liepen voorbij alle mensen die genoten van het zomerweer. Wat verderop, waar het rustiger was, vonden we een heerlijk plekje, in de schaduw. We legden onze kleden neer, koelden wat af en pakten een koel drankje en meloen. Een chipje erbij, wat een genot! Onze boeken hadden we ook mee genomen, dus we verveelden ons niet. Door de schaduw en een zacht briesje was het aangenaam vertoeven. Achter ons kwam een turks gezin zitten, waarvan de man en de kinderen accentloos ABN spraken. En dat vlak bij Rotterdam!

Na ongeveer een uurtje gingen we weer op stap, en kwamen snel weer op asfalt terecht. We staken de Heinoordtunnel over en kwamen na 1½ km bij de Carnisse Grienden. We liepen over een pad van planken, zo’n 1½ meter boven de bodem. In natte tijden zal het er vast heel anders uit zien. Over de oever van de Oude Maas liepen we het laatste stukje naar de auto, waar we verhit en moe aan kwamen. We hadden wel mazzel dat de auto heerlijk in de schaduw stond!

Het gebied waar we vandaag door gelopen waren was erg mooi, maar het had wat minder asfalt mogen zijn…

 

 

Donderdag 13 juli 2006 Spannend pontje / Kinderdijk

Moordrecht – Alblasserdam, ± 24,5 km

Warm en zonnig

 

Tja, wat ga je doen op de dag dat je 30 (!) wordt? In mijn geval: lopen! Dit jaar hebben we, vooralsnog, een warme zomer. Het is al weken boven de 20 °C, en meestal zelfs boven de 25 °C! Zo ook vandaag. Om de files te vermijden, het is vandaag immers een doordeweekse dag, en om vroeg op de ochtend met de wandeling te kunnen beginnen, zaten we al om 5.45 uur in de auto.

Toen had ik natuurlijk al wel mijn cadeautjes uitgepakt. Om 6.45 uur parkeerden we de auto, langs de route, in Alblasserdam, en liepen vanaf daar in 10 minuten naar de bushalte waar we de vorige keer waren uit gestapt. Na zo’n 10 minuten kwam de bus, en zette ons na een half  uur af bij station Kralingen, Rotterdam. Daar pakten we iets later de metro (die trouwens bovengronds reed) naar station Rotterdam Alexanderplein, waar we na weer tien minuten in de bus stapten naar Moordrecht. Daar kwamen we na een half uur aan. Het was inmiddels al 8.40 uur en de warmte was al toe genomen. Het beloofde een wolkenloze en hete dag te worden.

We kwamen langs de kapper “Rien Sluyter” waar we de vorige keer, begin dit jaar, een houten schaal voor Corry hebben gekocht. Weer stonden er mooie spullen in zijn etalage, maar deze keer kon ik me beheersen. We liepen naar het pontje om de Hollandse IJssel naar Gouderak over te steken. Er waren twee pontjes die constant over vaarden. Ze draaiden snel achter uit en opzij, tussen de grote, langskomende boten door, en scheurden naar de andere kant. Terwijl ze al draaiend kruisten gingen ze rakelings langs elkaar heen. Dit was een leuk overtochtje!

We liepen door Gouderak en kwamen in de polder terecht. De route ging over een oude ‘tiendweg’, waar knotwilgen af en toe voor de nodige schaduw zorgden. Maar, veel schaduw was er niet. Wel veel asfalt. De boeren die op tractoren over het smalle asfaltweggetje kwamen waren nors en bedankten niet dat we voor ze de berm in gingen. De omgeving maakte dit alles echter goed. We zagen veel jonge watervogels, vooral jonge meerkoetjes, futen en zwanen. Na 5½ kilometer kregen we eindelijk een schamele 500 meter graskade, waar we desondanks blij mee waren.

Hierna kwamen we bij de restanten van een watermolen, waar we in de wat koelere schaduw op een muurtje gingen zitten. Op de picknickbank in het midden van het ronde muurtje zat een man, ook even te pauzeren tijdens zijn fietstocht. We maakten een praatje waarna hij weer verder ging en wij nog even lekker in de schaduw bleven rusten voor we ons weer in de zon en op het asfalt zouden wagen.

Na zo’n vier kilometer mochten we eindelijk een onverhard paadje in, door het bosje bij het riviertje De Loet. Hier bevindt zich de splitsing van de gewone- en de rivierenvariant van het Oeverloperpad. Helaas stond de in het boekje vermeldde handwijzer er niet meer, dus liepen we in eerste instantie verkeerd. We merkten snel dat het niet klopte en draaiden om om de juiste route te vinden. Vlak hiervoor hadden we een pauze gehouden op een bankje in de schaduw, dus konden we deze kleine omweg wel hebben.

Het bosje bood maar weinig schaduw. We liepen over een graspad door een klein natuurgebiedje, en werden gestoord door een busje van het terreinonderhoud die ons passeerde. Iets verderop haalden we ze weer in; ze liepen in een veld met verrekijkers, pen en papier. We kwamen weer op asfalt terecht, en liepen al zwetend door. Een stuk verderop moesten we volgens de beschrijving een weg over steken, maar door werkzaamheden was alles daar veranderd. Er was geen markering en we hadden geen idee welke kant we op moesten. We liepen naar rechts maar zagen niets wat op het vervolg van de route leek, dus keerden we om om de andere kant te proberen. Een man op de fiets kwam van achter ons en vertelde dat we toch weer terug moesten om over te steken. Hij had ons zien zoeken en was zo lief om ons te helpen.

Aan het eind van de asfaltweg stonden wat bankjes, lekker in de schaduw! Die hadden we hard nodig. Dankbaar deden we onze rugzak af en ploften neer op een van de bankjes. Langzaam koelden we wat af. We aten een stuk komkommer en dronken samen een klein flesje rosé op mijn verjaardag. We namen goed de tijd om te rusten en af te koelen, maar gingen uiteindelijk toch weer verder.

Door een ‘nieuw natuurgebiedje’ naderden we de dorpsrand van Krimpen aan de Lek. Met een pont staken we de Lek over naar Kinderdijk, en naar onze laatste pauze. Bij Kinderdijk liepen we tussen de Lek en huizen door. De bewoners hadden veel opblaasbadjes staan. Het idee om gewoon in een van die badjes te springen drong zich op, maar we wisten ons in te houden. We kwamen bij de dijk, met aan beide kanten veel molens, en veel toeristen. De molens zijn geplaatst in de 18e eeuw, door twee verschillende waterschappen, allebei aan de andere kant van het water. Aan de ene kant staan houten molens en aan de andere kant stenen molens.

We liepen in de volle zon, we waren moe en hadden het warm. We verlangden naar een pauzeplekje in de schaduw. Iets verderop zagen we aan de rand van de geasfalteerde dijk een stukje beschaduwd gras. We kozen ervoor om hier ons kleed uit te spreiden. Terwijl we aan het bijkomen waren kwam er een oudere man voorbij die aan ons vroeg of er verderop een restaurantje was. We zeiden dat het nog wel een stukje lopen was, waarop hij vertelde dat de buschauffeur had gezegd dat het vanaf de bushalte zo’n twee kilometer lopen was naar het restaurantje. Intussen was de vrouw van de oude man ook aan komen lopen. Ze zagen er moe en warm uit, dus vroeg ik of ze een flesje drinken wilden. Dat namen ze heel graag aan, hoewel de vrouw er voor wilde betalen. Met veel moeite konden we dat afslaan. Zij waren blij en wij waren een halve liter lichter.

Na een lekker lange, beschaduwde pauze waagden we ons weer op het asfalt in de hete zon, en liepen de laatste kilometers naar onze bloedhete auto.

 

 

 

Zondag 30 juli 2006 De brug die niet open ging

Schoonhoven – De Loet, Ameide – Schoonhoven, ± 32 km

Overwegend bewolkt, soms wat wind, ± 25 °C

 

Vandaag beloofde het de laatste tropische dag te worden van een langdurige hittegolf. Vorige week zijn we niet gaan lopen vanwege de belachelijke warmte, zo’n 35°C. De Nijmeegse vierdaagse is twee weken terug afgelast i.v.m. de warmte, waar op de 1e dag twee doden zijn gevallen en veel mensen onwel zijn geworden en in het ziekenhuis zijn beland. Zoals het al weken warm is, is het nog langer droog. Er is geen spatje regen gevallen! Nou ja, heel soms dan, maar dat verdampte als je er naar keek.

Vandaag zou het voor het laatst boven de 25°C komen, maar wel beneden de 30°C, dus vonden we het lekker genoeg om te gaan lopen. Het een-na-laatste stuk van het Oeverloperpad, van De Loet naar Ameide, zo’n 32 km. Een behoorlijk eind, zeker met deze warmte, dus we hadden veel drinken en fruit bij ons. En toastjes en kaasjes voor tijdens de pauze. En ook onze regencapes, want er werden hevige buien voorspeld. Door heel vroeg weg te gaan hoopten we zoveel mogelijk de warmte en de regen te vermijden. We wilden eerst een stuk van 18 km lopen, dan met het openbaar vervoer, en daarna de laatste 14 km afleggen (letterlijk en figuurlijk).

 

De wekker ging om 3.15 uur en dapper werden we wakker. Na zo’n vijf uur slaap valt dat niet mee. Om half  vijf stapten we in de auto, op weg naar Schoonhoven. Het was een aangename temperatuur, zo’n 18°C!!! We vonden een parkeerplek bij de pont over de Lek, precies op de route. We verdeelden het grootste deel van de inhoud van de koelbox over onze rugzakken. Er gaat veel in onze rugzakken, maar nu waren ze echt vol. Er kon niets meer bij. Gelukkig zat alles er in wat we nodig zouden kunnen hebben.

Om 5.30 uur gingen we op pad, rond zonsopkomst. We liepen over een paadje waar de markering stond en we kwamen bij een bruggetje. Er stond een stoplicht voor het bruggetje. Deze stond op rood. Het bruggetje stond open, maar onder het stoplicht zat een knopje. We drukten op het knopje, maar het bruggetje ging niet dicht, en het stoplicht ging niet op groen. We draaiden weer om, richting het café waar we iets eerder langs waren gekomen, en waar het nog heel gezellig klonk.

Met een kleine omweg kwamen we aan de andere kant van het bruggetje. We liepen over een geasfalteerde dijk langs de Lek, met kleine zandstrandjes en moerasachtige rietvelden. We kwamen langs de dijkhuisjes van Ammerstol. Iets voor het officiële dorpje sloegen we af, een oude tiendweg op.

Na een uurtje lopen kwamen we langs een mooie picknickbank waar we wat uit rustten en af koelden. Door de veenachtige polders liepen we achter Bergambacht langs, weer over een oude tiendweg. Na bijna tien kilometer kregen we eindelijk een stukje onverhard pad. Ondanks dat het nog vroeg was en de zon achter de wolken bleef was het toch al aardig warm, en werd het steeds benauwder. En we hadden last van steekvliegen, horzels of dazen. Geen idee welke precies, maar die steken voelden we wel.