HOME

OVERZICHT

Links en tips CONTACT GASTENBOEK

Utrechtpad

 

Utrechtpad, de Utrechtse valleien, 163 km

 

Welkom op onze webpagina van het Utrechtpad. Wij, Remco en Violet, zijn halverwege 2004 begonnen met het lopen van langere afstanden. Het Pieterpad was bijna vanzelfsprekend het begin van onze nieuwe hobby. Een verslavende hobby, bleek al snel. Intussen hebben we onder andere het Utrechtpad bewandeld.

 

Klik voor meer wandelverslagen op de button 'HOME'.

Hier het verslag van het Utrechtpad. Je kan het hele verhaal in één keer lezen door hieronder te lezen. Je kan ook een bepaalde etappe lezen door op één van onderstaande links te klikken. Je komt dan gelijk bij het begin van het verhaal.

 

Overzicht etappes Utrechtpad:

 

18-12-2004 Amersfoort - Paleis Soestdijk Schaap gered?

26-12-2004 Paleis Soestdijk - De Stulp Zorro op het paleis

02-01-2005 Amersfoort – Scherpenzeel Langs het Valleikanaal

16-01-2005 Scherpenzeel – Amerongen Komisch duo

29-01-2005 Amerongen - Wijk bij Duurstede Voetballen of niet?

30-01-2005 Wijk bij Duurstede – Werkhoven Langs het water

06-02-2005 Werkhoven – Oud Zuilen Druk

27-02-2005 Oud Zuilen – De Stulp Sneeuwstorm

 

 

Utrechtpad, de Utrechtse valleien, 163 km 

 

Utrecht – Bunnik – Odijk – Werkhoven - Wijk bij Duurstede – Leersum – Amerongen – Veenendaal – Renswoude – Scherpenzeel – Woudenberg – Leusden – Amersfoort – Hoogland – Baarn – Soestdijk - Lage Vuursche – Tienhoven – Maarssen - Oud-Zuilen - Utrecht

 

   

Zondag 18 december 2004 Schaap gered?

Amersfoort Koppelpoort – Paleis Soestdijk, 21km + ?? (Soest - Amersfoort)

Onbewolkt, ± 0ºC

 

Drie maanden geleden hebben we van Vorden naar Doetinchem gelopen. Hierna zijn we erg druk geweest op het werk en hadden we bijna elk weekeind een verjaardag, dus helaas geen tijd meer over om te Pieterpatten.

Dit weekeind hadden we eindelijk weer tijd (en zin) om een flink stuk te lopen. We wilden eigenlijk gisteren gaan maar er was regen en hagel voorspeld, terwijl het er voor vandaag mooi uit zag. Bijkomend iets was dat de honden, zowel Tommie als Simba, van zaterdag op zondag bij ons logeerden. Dan is Doetinchem  wel ver weg. De honden moesten natuurlijk ‘s middags ook weer uit…

We kozen er voor om dus maar niet te gaan Pieterpatten, maar om aan het Utrechtpad te gaan beginnen. Dit streekpad is 163 km lang, lekker dichtbij en dus lekker voor tussendoor. De etappes zijn veel onhandiger ingedeeld dan bij het Pieterpad, (bijvoorbeeld etappes van 15 km en andere van 40 km), maar hier heb ik intussen al een nieuwe indeling voor gemaakt.

Het plan was om rond half negen ‘s ochtend de honden uit te laten, bij Corry thuis te droppen en de bus naar Amersfoort te nemen. Stap één en twee verliepen soepel alleen blijkt de bus in het ‘gehucht’ Soest op zondag echter pas om half elf te gaan rijden. Dat hield in dat we nog anderhalf uur moesten wachten... We konden dus net zo goed naar Amersfoort gaan lopen en daarmee wat extra kilometers maken. Het had vannacht gevroren, dus de tocht door de polder was prachtig. Natuurlijk hadden we ook over de Birktstraat naar Amersfoort kunnen lopen, maar een polderweg is toch leuker dan een doorgaande route, ook al is hij misschien iets langer.

Het vroege zonlicht in de polder weerkaatste oogverblindend op het dunne laagje ijs dat op het asfalt lag. De vacht van schapen was prachtig bedekt met rijp. Na een klein maar mooi uurtje lopen kwamen we bij het industrieterrein van Amersfoort. Helaas geen leuk pad langs de Eem, wel de route om op het Utrechtpad te komen.

Het industriegebied achter ons latend kwamen we bij het officiële startpunt voor vandaag en begonnen daarmee aan het Utrechtpad. Via Hoogland liepen we door de Eempolder richting Baarn, af en toe langs de Eem. Vlak voorbij Hoogland zagen we een schaap met zijn poten omhoog in de wei liggen. Op het land er naast was een man bezig in een schuur, dus hebben we hem aangesproken. Eerst zei hij heel stug dat het niet zijn land en schapen waren, maar later ontdooide de man en zei zo wel even te gaan kijken.

De temperatuur lag onder het vriespunt maar het zonnetje scheen heerlijk, ze verwarmde ons zelfs. Ook van lopen krijg je het warm; koude handen en voeten hebben we niet gehad. Vlak voor Baarn, na drie en een half uur lopen, hebben we ons fleecekleed (met plastic onderkant) op de oever van de Eem neergelegd. Even het lichaam, vooral de benen en voeten, laten rusten. De flacon met whisky zorgde voor wat extra warmte, het fleecekleed zorgde voor een warme kont en het zonnetje zorgde voor de rest.

De route ging verder door Baarn, en bij Paleis Soestdijk zijn we van de route afgegaan richting een patatje bij Nieuwerhoek. (extra info; Bernard is zo’n drie weken terug overleden, het paleis staat nu leeg)

Via de Eng zijn we, half strompelend, naar Corry gelopen om daar Tom en Simba op te halen voor een rondje bos. Om iets over drie sprongen de honden schoon in de auto. Wij stapten moe in. Om half vier sprongen de honden weer in de auto, nu zwart van de modder. Wij bekaf.

Lopen gaat ons nu wat moeilijk af, maar het was erg lekker om weer eens een wandeling te maken.

 

  

Zondag 26 december 2004 Zorro op het paleis

Paleis Soestdijk – De Stulp, 3km + ??

Net onder het vriespunt

 

2e kerstdag, en wij gingen vanmorgen om kwart voor negen weer een stukje Utrechtpad lopen. Vorige week waren we bij Paleis Soestdijk gebleven omdat we best moe waren, dus nu wilde we het laatste stukje lopen. We zouden dan vanaf huis naar het Paleis lopen, de 3 kilometer van de route volgen en weer terug naar huis lopen. Het vroor licht, gras, takjes en bomen waren mooi wit van de rijp. Na een half uurtje waren we bij het paleis. Tot onze grote verbazing stond er iemand met een spandoek. We konden niet lezen wat er op stond, maar daar had ik op 2e kerstdag ook helemaal geen zin in. Er stonden nog twee mannen bij waarvan eentje met fototoestel. We liepen er snel voorbij terwijl een politie auto voorbij kwam en bij de mannen stopte. Iets verderop volgden we de route het bos in.

We liepen langs de paleistuin richting de Stulp. Daar aangekomen stond de zon iets hoger aan de hemel en scheen prachtig door de bomen heen. De zon verlichte het witte, mistige landschap en weerkaatste op het bevroren watertje. Sprookjesachtig. De witte koeien tussen het wit berijpte gras werden door de zon lichtroze gekleurd. De hele wandeling zijn we begeleid door het gefluit van vogels. Het was heerlijk.

Bij het Pluismeer kreeg ik van Camille een sms-je dat Zorro op het dak van het paleis zat! We hadden vanmorgen dus Zorro of een van z’n handlangers gezien.

Net na het Pluismeer boog de route af naar de Lage Vuursche, en zijn wij rechtdoor naar Soest gegaan. Via de Wieksloterweg en een fietspad tussendoor kwamen we om vijf voor half twaalf uit bij C3 (Idea), zo goed als thuis.

  

 

Zondag 2 januari 2005 Langs het Valleikanaal

Amersfoort Koppelpoort – Scherpenzeel, 24 km

Bewolkt, wind, ± 7ºC

 

Vanmorgen stonden we om iets over acht bij Cor. Ze zou achter ons aan naar Scherpenzeel rijden en ons daarna in Amersfoort af zetten. Het gebeurt nooit, maar vandaag had Cor zich verslapen. Ze was om kwart over acht wakker geworden, een beetje laat dus. Gelukkig is ze snel en reden we iets na kwart over acht toch weg. In Scherpenzeel aangekomen hebben we de auto neer gezet en zijn bij Cor in de auto gesprongen. Erg luxe om niet op een bus te hoeven wachten!

Om tien over negen liepen we op het punt waar we twee weken geleden begonnen waren, alleen gingen we nu de andere kant op. Via de Kleine Koppel liepen we het centrum in. De route viel een klein stukje samen met het Marskramerpad, die we vast ook nog een keer gaan lopen (2008: zie verslag Marskramerpad).

Langs de Heiligenbergerbeek verlieten we Amersfoort weer; de snelweg over, richting Leusden. De route ging door een nat heide en veengebied. Het ven ‘Langewater‘ is vroeger van ven tot akkerland gebracht maar wordt nu weer aan de natuur terug gegeven.

Een stukje na landgoed Den Treek zijn we even op een bankje gaan zitten. De bankjes waren vandaag dun gezaaid, alleen eerder op de ochtend waren we langs een picknicktafel gekomen, op een erg leuke locatie langs de A12. Niet dus. Het bankje kwam op het goede moment, we hadden er precies twee uur lopen op zitten, en stond op een leuke plek tussen de weilanden en landgoed Den Treek in. Na twee broodjes pindakaas met banaan (goed voor de energie) waren er twintig minuten voorbij en een paar druppels regen gevallen. Ook waren we behoorlijk aan het afkoelen (wel lekker want we waren tijdens het lopen best warm geworden) dus werd het weer tijd om verder te gaan.

Langs een oud tolhuisje van landgoed Den Treek liepen we naar de Heiligenbergerbeek. De beek was vrij breed en de weg erlangs lekker rustig. Iets verderop staken we de provinciale weg tussen Leusden en Woudenberg over en volgden we de beek via landgoed De Boom. We liepen door het bos verder en kwamen uiteindelijk bij een voormalig spoorwegtalud, Amersfoort – Kesteren. Weer een leuk stukje natuur. Intussen liepen we op één van de Klompenpaden uit de omgeving. We banjerden via een drassig, modderig pad langs de beek naar het Valleikanaal. Het pad ging over de Grebbelinie; een dijk langs het Valleikanaal met half in de dijk begraven bunkers. Er stonden prachtige bomen; oude accacia’s en mooie eiken. Het is een begrazingsgebied voor schapen en koeien. De schapen hebben we ontmoet.

Boven op de dijk vingen we aardig wat wind maar we hadden hem gelukkig in de rug. Het pad was daarnaast ook zo mooi dat de wind niet uit maakte. Remco zag zelfs een ijsvogel!!! Op een gegeven moment klommen we over het (zoveelste) hek een begrazingsgebied voor paarden in. We liepen nog steeds langs het kanaal, over de Grebbelinie, maar kregen het Limburggevoel omdat we zomaar door een weiland mochten lopen. De dijk was er even niet, en het weiland was behoorlijk drassig. We hadden aan de andere kant van het kanaal over het fietspad kunnen lopen, maar kozen er toch voor om door de modder en de koeienvlaaien te ploeteren. We waren weer blij met onze schoenen.

Intussen hadden we er zo’n 20 kilometer op zitten, met het laatste stuk veel hekjes waar we overheen moesten klauteren en een weiland dat liet voelen dat we weer aan pauze toe waren, zoals we al hadden ingeschat. Gelukkig hadden we veel onverharde paden gehad en waren er ook klaphekjes tussen de ‘klimhekjes’ door, we waren dus ‘lekker’ moe. We hadden geen last van duidelijk aanwezige pijntjes.

Iets verder kwamen we weer bij de dijk. Beneden aan de dijk, bij een bunker, hebben we onze pauze ingelast. We zaten nog maar net toen we een klein, kort hagelbuitje over ons heen kregen. Snel de regencapes aangetrokken, tassen eronder en blijven genieten. Zo snel als het buitje kwam, zo snel was ie weer over. Tijdens een half uurtje rust, met een klein drankje om warm te blijven, volgden er af en toe nog wat spetters maar het viel reuze mee. Volgens mij was er voor vandaag meer regen voorspeld maar het was heerlijk wandelweer. Iets voor half twee gingen we weer op pad. Iets last van een stijve knieholte, maar het ging lekker voor de ‘laatste loodjes’. Na drie kwartier kwamen we langs Huis Scherpenzeel, waar we van de route af gingen en het park verlieten door het hek tegenover de kerk, waar de auto stond. Het was tien over twee, we waren precies vijf uur op het Utrechtpad geweest. Bijna 25 kilometer met twee korte pauzes. We waren best moe, maar niet te. Bij zo’n afstand heb je tenminste het gevoel dat je iets gedaan hebt, want drie uurtjes lopen is net niets.

We hebben weer heerlijk gewandeld vandaag. Misschien gaan we volgende week weer verder.

 

  

Zondag 16 januari 2005 Komisch duo

Scherpenzeel – Amerongen, 26 km

Zonnig, koud

 

Om iets voor zeven uur vanmorgen reden we weg van huis, richting Veenendaal. Deze keer reden we niet naar het eindpunt (Amerongen in dit geval) omdat we vanaf daar pas om tien over half tien de bus konden pakken, en pas om vijf voor elf in Scherpenzeel zouden arriveren. Rijkelijk laat, vonden wij tenminste, dus besloten we in Veenendaal te beginnen, naar Amerongen te lopen en vanaf daar de bus naar Scherpenzeel te nemen. Dat scheelde dan toch anderhalf uur en dan konden we tijdens de busreis even uit rusten, voor we verder zouden gaan met de 20 kilometer die we nog naar Veenendaal moesten overbruggen.

Om tien over halfacht parkeerden we de auto in Veenendaal, op een kleine kilometer afstand van ons eind (-en begin)punt. Het was nog aardig donker, pas over een uur zou de zon op komen. We liepen de woonwijk uit en de dijk op. Vlak voor het spoor stapten we de route op, de Dwarsweg. We moesten het eerste bospad naar links nemen, maar in de schemering twijfelden we wel heel erg, door het weinige licht hadden we moeite alles van elkaar te onderscheiden. We zagen geen bewegwijzering dus zijn we eerst nog even door gelopen. Snel zijn we weer omgedraaid, om dan toch maar dat kleine paadje door de berm naar beneden te nemen. Het bleek een smalle bosstrook te zijn, en intussen licht genoeg om onze weg te vinden.

De dag brak aan. Steeds meer vogeltjes begroetten de dag met hun vrolijke gekwetter en gezang.

We kwamen langs een mooi reepje natuurgebied met heide en zand. We werden ingehaald door twee mannelijke ‘hardlopers’. Het was meer zachtjes joggen, en het zag er niet uit! De ene was redelijk stevig en liep met mollige x-benen, de ander was een heel klein, schriel mannetje dat met zijn schouders hoog opgetrokken voort hobbelde. Ze gingen niet snel dus hebben we lang kunnen grinniken om dit komisch uitziende duo. Iets verderop ging het joggen over in lopen, zodat we ze bijna weer in haalden. Vlak voordat we ze zouden passeren gingen zij naar rechts en wij naar links, langs het Egelmeer waar Remco twee hertjes spotte. Ze huppelden naar de bosrand. Te snel om een foto te kunnen maken, maar langzaam genoeg om van ze te kunnen genieten.

Het Egelmeer is meer een drassig heidegebied dan een meer. De grondwatermeter stond erg laag maar er was 2000 jaar geleden wel een meertje. Vanaf het meertje ging onze wandeling verder, de Amerongsche berg op. Best wel een pittig klimmetje. Uiteraard hadden we daarna wel een prachtig uitzicht over de Geldersche Vallei. Dat komische duo kwamen we ook weer tegen, nog steeds (of alweer) wandelend. De berg af gingen ze wel iets sneller.

 

De berg af liep ontspannen, maar niet snel daarna ging het weer aardig omhoog. We kwamen uit op een slagveld van gekapte bomen. In een gebied van zo’n 300 bij 300 meter waren er alleen nog maar wat boomstronken, met langs de paden jonge boompjes. In het midden stond ‘de solitaire eik van Amerongen’. Majestueus in de open vlakte, alleen was jammer dat die vlakte zo lelijk was!

Nu gingen we echt de berg af, richting Amerongen. Bij de Bosschuur aangekomen verlieten we de route. We kwamen tussen voormalige tabaksvelden door, met nog aardig wat oude droogschuren, ongeveer 200 jaar oud. Al snel kwamen we bij de dorpsrand van Amerongen aan, met de bushalte waar onze bus over twintig minuten langs zou komen. We hadden ruim anderhalf uur gelopen, zo’n 8,5 kilometer. Het wachten was koud maar we waren gelukkig goed aangekleed en hadden een pet op onze kop dat ons voorhoofd tegen de koude wind beschermde. Na twintig minuten liet een vriendelijke chauffeur ons zijn heerlijk warme bus in. In Rhenen zette hij ons bij de juiste halte af, waar we na weer twintig koude minuten wachten de bus naar Scherpenzeel konden nemen. Tijdens het wachten hebben we maar een broodje gegeten en zijn een stukje gaan lopen; hoog langs de Rijn, om een beetje warm te blijven. De bus wilden we echter voor geen goud missen, want dan moesten we nog een uur wachten. Er is hier op zondag erg weinig te beleven... Dus waren we veel te vroeg terug bij de halte om alsnog koud te worden. We vermaakten ons tijdens het wachten met het kijken naar de stroom kerkgangers, vooral naar de laatkomers die zich zo onopvallend mogelijk, maar ook zo snel mogelijk, naar de kerk spoedden. De bus die om 10.15 uur eindelijk kwam had een minder gezellige chauffeur, maar was zalig warm.

De bus bracht ons via Veenendaal, Woudenberg en Renswoude naar Scherpenzeel, en kruiste meerdere malen het Utrechtpad. Om vijf voor half elf konden we onze wandeling weer vervolgen.

Via de hekken tegenover de kerk gingen we het park weer in en pakten het Utrechtpad op waar we de vorige keer gestopt waren. Langs de dorpsrand en via polderwegen kwamen we weer bij het liniedijkje. Het was een paar meter hoge dijk, aan weerszijden met bomen begroeid, en leidde ons door de polders van Scherpenzeel en Renswoude. We kwamen veel wandelaars tegen. Rond kwart voor één kwamen we bij het zichtkanaal Grand Canal van kasteel Renswoude, zo’n 700 meter lang. Langs het water liepen we naar het kasteel. Op de torentjes van het kasteel zaten goudkleurige bollen die prachtig kleurden en schitterden in het zonlicht. De route ging om het kasteel heen en langs het water weer terug, aan de andere kant deze keer, het liniedijkje weer op.

We waren aan pauze toe. Aan een bankje. Dat ene bankje werd voor onze neus ingenomen door een echtpaar. Die een mandarijntje gingen eten. En vast nog maar net met hun ommetje begonnen waren… Ook een plekje om ons kleed uit te spreiden liet lang op zich wachten. Maar deze kwam uiteindelijk toch, een klein stukje verderop bij wat weilanden, onder aan het dijkje en lekker in de zon. Hapje eten, slokje drinken en rust, dat doet de mens snel goed. De schoenen even uit; de damp sloeg van onze voeten en schoenen. We koelden snel af en trokken alles weer behaaglijk aan. Het-leven-is-goed-gevoel kwam over ons.

Om iets over twee hezen we onszelf weer op de benen, en in de rugzak. Nog vijf kilometer te gaan, plus nog een kleine kilometer naar de auto. Door de polder en onder de A12 door, langs de dorpsrand, de drukke dijk op en het spoor over. We hadden het gehaald. We waren waar we vanmorgen vroeg in de schemering het Utrechtpad op waren gegaan. Nog een klein stukje naar de auto, wat ‘nog net’ lukte. We waren behoorlijk moe, maar dat mag ook na bijna 30 kilometer. Het was kwart over drie, een mooie tijd om op zoek te gaan (in het zondagse Veenendaal) naar een tentje waar we onder het genot van een hapje en een drankje even bij konden komen. Eerst het hele centrum door gecrost, weinig of geen parkeergelegenheid. Uiteindelijk hebben we de auto maar ergens neergezet en zijn het centrum in gestrompeld. Het eerste zaakje dat we tegen kwamen, en open was, zag er ongezellig donker uit. Toch nog maar even verderop kijken... Een paar honderd meter verder vonden we, om de hoek, een leuk eetcafe, De Kolonie. Remco nam een cola, tosti en uiensoep, ik nam een wijntje, tosti en tomatensoep. Bij de tosti kregen we heerlijke rauwkost en bij de, erg lekkere, soep kregen we kleine stokbroodjes met zelfgemaakte kruidenboter. Onverwacht lekker en verzorgd.

Het was een superwandeling, een heerlijke dag.

 

 

Zondag 29 januari 2005 Voetballen of niet?

Amerongen – Wijk bij Duurstede, 21 km

Koud en heiig, ± 0ºC

 

De afgelopen week vroor het ’s nachts en werd het overdag iets warmer. De grond was echter aardig bevroren, dus of het voetbal voor Remco vandaag door zou gaan was zeer twijfelachtig. We hadden besloten om eventueel zowel zaterdag als zondag te lopen. Remco zou vandaag in Woudenberg moeten ballen, en gisteravond was er nog geen afgelasting. Toch wilde Remco het er graag op gokken. Hij had liever spijt dat ie na 20 kilometer lopen nog een wedstrijd moest spelen dan dat ie spijt had dat we niet waren gaan lopen terwijl de wedstrijd uiteindelijk toch niet door bleek te gaan. Deze week hadden ze helaas ook maar twaalf man, afzeggen was geen optie.

 

Dus ging om half zes de wekker… maar wakker worden om iets leuks te doen gaat veel makkelijker dan wakker worden om te gaan werken. Gek he?! Iets voor zeven uur reden we weg. Het was koud maar we hoefden niet te krabben. Om iets over half acht parkeerden we de auto in Wijk bij Duurstede, op de hoek van de Hoogstraat en de Singel, precies op de route van het Utrechtpad.

We hadden nog zo’n 20 minuten om de bushalte te vinden, gelukkig… In het centrumpje was bijna alles afgesloten voor gemotoriseerd verkeer, en een bushalte vonden we niet. Gelukkig liep er een dame die haar hond uit liet, ze kon ons vertellen hoe we bij de halte konden komen. Vanaf de auto hadden we eigenlijk rechtsaf i.p.v. linksaf moeten gaan. Maar goed, we waren alsnog ruim op tijd voor de bus, die ons met een kwartiertje naar Doorn bracht. Daar moesten we nog 20 minuten kou kleumen tot de volgende bus zou komen, en ons naar Amerongen zou brengen. Broodje gegeten, maar tegen de koude neus en tenen hielp niets.

Eindelijk in de bus werden we weer wat warmer. Nog een broodje naar binnen gewerkt en we waren er klaar voor. We drukten voor de juiste halte op het stopknopje en na een kwartiertje lopen kwamen we weer op het Utrechtpad. Negen uur ’s morgens precies.

We gingen direct aardig omhoog, door het bos. Na tien minuten klimmen kwamen we op de top van de Amerongsche berg, 69 meter boven NAP en daarmee het hoogste punt van de Heuvelrug. De lichtval was mooi, de zon was nog geen uur op. Het Utrechtpad ging op en neer over de Amerongse heuvels, vaak glad en glibberig van ijs en sneeuw. Op een gegeven moment liepen we op een omhoog gaand bospad welke uitkwam op een klein, driehoekig heideveldje, in lichte mist gehuld. Een heel leuk en onverwacht stukje natuur.

Iets verderop kwamen we langs een oude beuk die 'ijs lekte'. Over zijn bast liep over pakweg een halve meter een soort van ijspegel naar beneden. Het ijs was op sommige plaatsen 5 centimeter dik. Heel bijzonder. Na een uurtje Utrechtpad kwamen we bij de Ginkelse heide, een mooi groot heidegebied dat werd begraasd. Er waren hier aardig wat wandelaars, vooral bij de Leersumse plassen waar we langs liepen.

Intussen waren we twee uur, ongeveer tien kilometer lopen, op het Utrechtpad. Via een paadje langs de rand van het Breedeveen liepen we door het bos richting Leersum. Nog even een heuvel op met de tombe van Nellesteyn, en door naar de polder en landgoed Broekhuizen. Pauze gewenst.

Bij landgoed Broekhuizen aangekomen bleek echter dat ze bezig waren het landgoed te veranderen. De route konden we niet echt volgen, we zagen nergens markeringen. Het bankje bij de schapen, heerlijk in de zon, zagen we wel zitten voor een pauze, maar het hekje er naar toe zat dicht. Teleurgesteld liepen we verder om er iets later achter te komen dat we niet meer op de route zaten. Middels de markering van het Trekvogelpad kwamen we weer op onze route uit, en tussen twee houtwallen door kwamen we bij een asfaltweg die we voor bijna anderhalve kilometer moesten volgen. Het was een smalle weg met aan de ene kant boerderijtjes en aan de andere kant een sloot of beek. Er reden aardig wat auto’s dus waren we blij toen we eindelijk weer een onverhard pad in sloegen. Halverwege dit pad besloten we ons kleed uit te spreiden om even snel een broodje te eten en onze schoenen uit te doen. We zaten nu op een doodlopend pad, tussen weiland en struweel. Een klein watertje in het land naast ons, schaapjes verderop en lekker in het zonnetje. Sms-je of voetbal door ging. Tot onze grote verbazing was het antwoord ja! We hadden nog een uur lopen voor de boeg en moesten dan ook nog naar huis rijden. En de teckel ophalen. Snel ons broodje opgegeten en de spullen weer gepakt. Remco sms-te terug dat ie rechtstreeks naar Woudenberg zou komen. Terwijl ik klaar stond om te lopen en Remco bijna zover was, ritselde het in de bosjes. Er kwam een ree tevoorschijn en sprong op drie meter voor ons over het pad en het prikkeldraad, schampte daarbij zijn pootjes, en rende verder. Het witte kontje huppelde snel uit het zicht. We hoorden nog een ree in de bosjes en zijn dus maar snel verder gegaan. Wat een leuke ervaring was dat!

Het pad waar we voor de pauze op liepen was een stuk beter dan het vervolg. Het was een grote modderzooi. Je moest al glijdend je voeten uit de bagger trekken en proberen vooruit te komen zonder op je bek te gaan. Behoorlijk vermoeiend, maar na een kwartiertje geploeterd te hebben kwamen we weer op asfalt uit. Om iets daarna een volgend drassig pad op te gaan.

Via de volgende asfaltweg naderden we Wijk bij Duurstede, en de auto waar we om kwart over één aan kwamen. Geen tijd helaas om nog ergens een kop soep of zo te nemen, maar ach, de wandeling was erg leuk geweest. Snel naar Soest gereden, Tommie opgehaald en weg was Remco weer. Bikkel!

 

 

 

Zondag 30 januari 2005 Langs het water

Wijk bij Duurstede – Werkhoven, ongeveer 20 km

Bewolkt, later op de dag lichte miezerregen, ± 5ºC

 

Gisteren hebben we al ruim 20 kilometer Utrechtpad gelopen, Remco heeft zelfs nog een wedstrijd gevoetbald, maar de drang om weer te lopen was groot. Door de oude stad van Wijk bij Duurstede, langs de Nederrijn en een heel stuk langs het Amsterdam- Rijnkanaal. Heel veel asfalt voor ons al redelijk vermoeide voeten, toch een zeer aantrekkelijk stuk.

De eerste bus van Werkhoven naar Wijk bij Duurstede ging pas om iets voor tienen, dus konden we deze zondagochtend toch een beetje uitslapen. Tot half acht om precies te zijn. Toen ging de wekker. Keurig volgens planning stapten we rond negen uur in de auto en waren, zoals zo vaak, ruim op tijd bij de bushalte. De auto stond aan de andere kant van de weg waar de route loopt, dus prachtig geparkeerd. Na een broodje en twintig minuten wachten in de kou (wel minder koud dan gisteren) kwam de bus, een paar minuten te vroeg. Na tien minuten door een heeeeel vies busraam te hebben geloerd, stapten we uit bij de halte in Wijk bij Duurstede.

We liepen door het leuke, oude stadje. Door een heel laag en smal steegje, en vele foto’s verder, liepen we richting de dijk van de Nederrijn, om zo bij het Prinses Irenesluis en het Amsterdam-Rijnkanaal te komen. De voorste sluis ging net open en er kwam een grote boot met fijn houtafval langs. Er waren veel vogels bij het water, waaronder veel ganzen en een aantal aalscholvers. Na de sluizen ging de route langs de andere kant van het kanaal, ruim zes kilometer verder zouden we pas weer van het kanaal afwijken.

Het eerste stuk lagen er veel boten aangemeerd, maar net als de sluizen lieten we de boten ook achter ons. Door een soort van boomgaard (walnoten?) langs de oever liepen we over een karrenpad, half verhard. Ook hier liepen we op de verharding omdat het ernaast te hobbelig en modderig was. Halverwege de zes kilometer kwamen we een groepje staartmeesjes tegen. Daar krijg ik altijd een vrolijk gevoel van.

Iets verderop , na ongeveer anderhalf uur asfalt, zijn we op ons kleedje aan de oever neergestreken. Even een broodje eten, voeten luchten en een beetje bijkomen. Na een minuut of tien pakten we onze spullen weer en gingen verder. Al snel naderden we de brug waarover heen we het kanaal zouden oversteken, en daarmee het kanaal achter ons zouden laten. De oever bij de brug was bezaaid met grote paraplu’s, met daaronder net zoveel vissers. Ik wist niet dat je om te vissen zoveel spullen moet meenemen zodat je een steekkarretje nodig hebt. Het blijkt van wel, want er stonden er aardig wat!

Ondanks onze wandelinspanningen van gisteren liepen we soepel, het viel ons reuze mee! Alleen Remco had wat last van een open plek achter op zijn hak, maar het was te doen. Het was prettig dat de route een ander gebied in ging, want na ruim een uur kanaal heb je dat ook wel weer gezien. Na anderhalve kilometer asfalt kwamen we bij de Caspergouwse wetering, waar we eindelijk over een graspad verder konden. Over de oever liepen we door, het pad af en toe glibberig van de modder. Intussen zagen onze broeken en schoenen er behoorlijk smerig uit, ook door alles wat ze gisteren aan modder hadden opgelopen. Toch verkozen we modder boven de verharde weg!
We lieten de Wetering achter ons en liepen langs de Oude Kromme Rijn. Het miezerde al een tijdje (net na de pauze was het begonnen, wel heel zachtjes, heel lekker) maar we wilden toch weer een pauze inlassen. Dat moest ook kunnen, het miezerde immers zachtjes. Nadat we de stank van een varkensstal waren gepasseerd legden we ons kleed op de oever van de Oude Kromme Rijn. Half op het wandelpad, maar meer ruimte was er niet. We waren nog niemand tegen gekomen, dus zouden er vast niet veel mensen last van ons hebben. Aan de andere kant van het water stonden schaapjes nieuwsgierig naar ons te kijken, maar verder deden ze helemaal niets. Een mooi, eenzaam eendje kwam op ons af gezwommen, en werd door ons getrakteerd op broodkruimels. Tijdens het kleine half uurtje dat we daar zaten bij te komen zijn er drie wandelende dames voorbij gekomen. Lekker rustig dus.

De route ging vanaf onze pauzeplek verder door de polder naar landgoed Hardenbroek. We moesten eerst de drukke provinciale weg over steken, en konden daarna aan de overkant door een kleine houten deur in de heg het landgoed op. Het landgoed was alleen opengesteld voor wandelaars. Via de anderhalve kilometer lange oprijlaan gingen we naar de andere kant van het landgoed. Asfalt bracht ons via een vrij drukke landweg, waar hard werd gereden, richting Werkhoven. Over een iets rustiger polderweggetje en op het laatst een heel modderig paadje tussen twee akkers door, kwamen we uit bij Werkhoven, waar we via de tunnel onder de weg door de route verlieten, en de auto om 14.50 uur weer terug vonden.

Thuis gekomen voelen we ons na al die kilometers van dit weekeind nog heel redelijk.

 

 

 

Zondag 6 februari 2005 Druk

Werkhoven – Oud Zuilen, 25 km

Licht bewolkt, zonnig, koud windje, ± 5ºC

 

Om vijf voor acht reden we vanmorgen naar Odijk. Rond kwart over acht zetten we de auto neer bij het huis van Remco zijn moeder. Ze lag nog te slapen dus konden we snel gaan lopen. Langs de Kromme Rijn liepen we naar Werkhoven. Het stuk naar Nieuw-Rijssenburg viel ons mee: de anders zo drukke asfaltweg was nog net niet uitgestorven, we hadden weinig last van auto’s. Tijdens de autorit naar Odijk was het ook al opvallend rustig, waarschijnlijk ivm het carnaval van dit weekeind.

Na een uurtje waren we bij de bushalte in Werkhoven, waar we de vorige keer geeindigd waren. In de tijd tussen Odijk en Werkhoven was de wereld wakker geworden. Het afgelopen uur hadden steeds meer vogels van zich laten horen. Na twintig minuten wachten kwam de bus om ons naar Utrecht te brengen. Tijdens het wachten kon Remco zijn hakken nog even intapen. Toen ik ’s ochtend voor we weg gingen had gevraagd of ie zijn hakken had ingepakt had hij ja gezegd. Jokkebrok! Op station Utrecht hoefden we niet zo heel lang te wachten op de bus naar Oud-Zuilen.

Zonder veel moeite vonden we onze weg van de bushalte naar kasteel Zuilen. Helaas gingen we daar eerst de verkeerde kant op, maar al snel liepen we weer goed. Langs de Vecht liepen we Utrecht in. Het was leuk om langs het water te lopen, alleen was het voornamelijk asfalt. In de stad was het hartstikke druk aangezien het koopzondag was. Met moeite ploeterden we voort, tussen alle mensen door zigzaggend. De drukte en het asfalt begonnen ons op te breken… Langs de Kromme Rijn en de Oude Gracht liepen we Utrecht weer uit, waarna we gelukkig op het onverharde jaagpad langs de Kromme Rijn mochten. Dit liep toch heel wat prettiger. Het probleem met de overvloed van mensen was echter nog niet verdwenen. Hele kuddes liepen er.

Hoog tijd voor een pauze, maar natuurlijk waren weer alle bankjes bezet. We hadden al besloten dat we dan toch langs het drukke, modderige jaagpad een plekje moesten vinden; veel mogelijkheden voor een rustige plek waren er niet, maar we waren wel echt aan pauze toe. Het pad was niet alleen modderig, maar ook vrij smal, niet echt lekker om en kleed neer te leggen… In de verte zagen we een bankje, wederom bezet. Ik kreunde tegen Remco “laat ze alsjeblieft op staan voordat wij er zijn, maar liever wel nadat die vrouw voor ons er voorbij is.” (de vrouw zag er namelijk niet uit alsof ze nog lekker liep) Tot onze verbazing stonden de mensen op van het bankje. De vrouw was er helaas nog niet voorbij, en haar op tijd inhalen ging ons niet lukken. Toen ze zomaar voorbij het lege bankje liep waren we erg blij, en zeker toen het bankje nog steeds leeg was toen wij er kwamen. We zijn heerlijk gaan zitten (13.05 uur), terwijl er in een half uurtje tijd verschrikkelijk veel mensen voorbij kwamen. Remco belde zijn moeder dat we rond drie uur bij haar zouden zijn voor een bak soep waarna we onze spullen weer pakten en op stap gingen. Het was bijna file-lopen wat we deden, en probeerden zo goed en kwaad als mogelijk de mensen in te halen en de tegenliggers te passeren, zonder ons ritme te verliezen. Het laatste stuk over het jaagpad, tussen Bunnik en Odijk, werd het gelukkig iets rustiger. Om vijf over drie kwamen we aan bij de auto en een heerlijke kop tomatensoep. Na een uurtje zijn we rozig weer in de auto gestapt en naar huis gereden. Nu nog maar een etappe Utrechtpad!

 

 

 

Zondag 27 februari 2005 Sneeuwstorm

Oud Zuilen – De Stulp, 25 km

Lichte vorst, enkele sneeuwstorm, koude en gure, harde wind, af en toe een zonnetje

 

Vanmorgen begonnen we aan de laatste etappe van het Utrechtpad. Dat betekend dat we sinds 18 december j.l. 163 Utrechtpad-kilometers hebben gelopen, plus de extra kilometers om begin- en eindpunt te bereiken (bv van Soest naaar Amersfoort…), en een Pieterpad-etappe tussen door; “alweer een kilometer van mijn schoenen afgesleten, wat mijn moeder niet mag weten want dan krijg ik niets te eten…”

 

Om half acht vanmorgen (het was al licht) trokken we de voordeur achter ons dicht en liepen naar station Soest-Zuid, waar we om vijf over acht de trein naar Utrecht pakten. Na een kleine twintig minuten wachten op station Utrecht konden we op de bus naar Oud-Zuilen stappen. Toen we iets voor negen uur bij Oud-Zuilen uitstapten duurde het niet lang voor we in een heuse sneeuwstorm terecht kwamen. Midden in de polder, dus hebben we ons snel helemaal ingepakt en liepen als eskimo’s verder. Het voelde best stoer om in een sneeuwstorm door de polder te lopen, en het was ijzig koud! De twee molens (kleine en grote) die we tegen kwamen zagen er mooi uit in de grauwe sneeuw.

Toen we bij de Vecht uitkwamen werd de sneeuwval minder, hoewel het wegdek (vanaf het begin vanmorgen asfalt) wit bleef, en af en toe glibberig. Langs de Vecht liepen we Maarssen in, en ook weer uit. Half Maarssen zat waarschijnlijk in de kerk (de andere helft was aan het joggen) dus konden we bij de meeste huizen ongegeneerd naar binnen gluren terwijl we voorbij liepen.

Na Maarssen liepen we de ijzig koude polders weer in, richting Tienhoven. Het was KOUD!! Bij Tienhoven aangekomen gingen we naar links, richting Breukelenveen. Langs de Tienhovense-, Breukeleveense- en Loosdrechtse plassen liepen we verder, met een pijnlijk koude wind, schuin van voren. Half in de beschutting van wat bomen, maar toch nog steeds behoorlijk in de wind, kwamen we na ongeveer 12 kilometer (ongeveer twee uur en een kwartier lopen) bij een bankje met rugleuning. Goed genoeg voor een koude, korte maar zeer welkome pitstop. Broodje gegeten, slokje whisky (het was echt koud!!) en onze vingers waren al bevroren… Het was vooral de wind die het zo koud maakte.

Na de pauze (10 minuutjes) kwamen we weer redelijk makkelijk op ritme, maar wat was het koud! We hadden onze pet op (Remco daaronder nog een muts), en zo ver mogelijk over onze wenkbrauwen geduwd, en das (Violet) of kraag (Remco) zo ver mogelijk opgetrokken. We zagen niet veel, ongeveer een meter ondergrond, en vanuit onze ooghoeken een klein stukje omgeving. De wind was te koud om lekker om je heen te kijken, maar af en toe om je heen gluren was net te doen. Vlak voordat we bij een paar huisjes kwamen zag ik een ijsvogel, prachtig beschenen door de zon, dus stralend blauw, en in een lange vlucht, best hoog boven het water. Remco zag hem jammer genoeg niet, maar gelukkig had hij een heleboel Utrechtpad-kilometers terug er al eentje mogen bewonderen.

We kwamen steeds meer in de luwte van bomen, wat we als zeer aangenaam ervaarden. In het struikgewas zagen we een vogel, een lijster of merel, maar dan met een roodgekleurde vleugel. Een Koperwiek! We konden haar mooi van dichtbij observeren. Het werd tijd voor een wat langere pauze, maar dan wel in het bos, en niet in de gure wind. We waren nog niet lang in het bos toen we op een zevensprong een bankje in het zonnetje zagen. Met rugleuning! Het zat erg lekker, maar na een minuut of 25 voel je dan toch de kou weer komen. Tijd om weer verder te gaan…Op naar de Lage Vuursche, en op naar huis. Iets na de pauze kwamen we bij de Hilversumse heide, waar de wind zich weer flink liet voelen. Gelukkig duurde het niet lang voordat we het bos weer in doken. Aan de drukte merkten we dat we de Vuursche naderden. In de bermen stonden overal auto’s geparkeerd, op de weg liepen veel mensen en reden veel auto’s. De Lage Vuursche was overbevolkt. Normaal is een pauzeplek ons moeilijk gegund, maar vandaag vonden we een klein tafeltje naast de gashaard van het overvolle Jagersrestaurant. Een wijntje, een tosti en een soepje, ooohhh wat lekker! Na drie kwartier waren we helemaal warm, en het drankje en de hapjes maakten dat we ons extra lekker voelden. Nog anderhalve kilometer Utrechtpad, zodat we de volle 163 kilometer hadden afgelegd, en daarna nog via de Wieksloot naar huis. Ook nog wel een paar kilometer. Om ongeveer tien voor drie verlieten we het 163 km lange Utrechtpad, en begonnen aan onze laatste loodjes naar huis.

Zoals we vandaag waren begonnen met een sneeuwstorm, zo eindigden we ook. Minder indrukwekkend, dat wel, omdat we dichter bij de bewoonde wereld waren en het iets minder hevig sneeuwde, maar leuk was het! Om tien voor half vier staken we de sleutel weer in de voordeur om snel andere kleren aan te trekken en op de bank in te storten.

 

Het Utrechtpad was eg leuk, ondanks het toch wel vele asfalt… Score is in ieder geval 2x een ijsvogel!!!