HOME

OVERZICHT

Links en tips CONTACT GASTENBOEK

Trekvogelpad

 

Trekvogelpad, Bergen aan Zee – Enschede, 381,5 km

 

Welkom op onze webpagina van het Trekvogelpad. Wij, Remco en Violet, zijn halverwege 2004 begonnen met het lopen van langere afstanden. Het Pieterpad was bijna vanzelfsprekend het begin van onze nieuwe hobby. Een verslavende hobby, bleek al snel. Intussen hebben we onder andere het Trekvogelpad bewandeld. Het Noord-Hollandse landschap met het vele water was prachtig om doorheen te lopen, maar ook de route langs rivieren, over de Veluwe en door bossen was erg mooi. Sommige etappes zullen ons altijd bij blijven, de etappe van 29-10-2005 is er eentje die we nooit zullen vergeten door een bijzondere ontmoeting die dag.

Voor onze verslagen van andere wandelpaden kan je klikken op de button HOME of OVERZICHT.

 

Meer links betreffende het Trekvogelpad kun je vinden op de startpagina van het Trekvogelpad.

 

Hier ons verslag van het Trekvogelpad. Je kan hieronder het hele verhaal in één keer lezen. Je kan ook een bepaalde etappe lezen door op één van onderstaande links te klikken. Je komt dan gelijk bij het begin van het etappe-verhaal.

 

Overzicht etappes Trekvogelpad:

 

15-05-2005 Maarn – Soest Door het bos

28-05-2005 Maarn – Elst Door de uiterwaarden van de Lek

26-06-2005 Elst – Ede Warm langs het Valleikanaal

24-07-2005 Ede – Hoenderloo Park Hoge Veluwe

13-08-2005 Hoenderloo – Eerbeek Bosbessen en Vossebessen

20-08-2005 Eerbeek – Vorden Dialect

23-08-2005 Vorden – Eibergen Nieuwsgierige koeien

04-09-2005 Eibergen – Enschede Het Haaksbergerveen

14-10-2005 Alkmaar – Bergen aan Zee Door de duinen

29-10-2005 Alkmaar – De Rijp Man zit vast in brievenbus

07-12-2005 De Rijp – Purmerend Door de polder

11-12-2005 Purmerend – Broek in Waterland Schapen die voetballen?

18-12-2005 Broek in Waterland – Diemen Kattenwinkeltje

24-12-2005 Diemen – Hinderdam Uit de bocht

28-12-2005 Hinderdam – Hilversum Eindelijk weer bos

31-12-2005 Hilversum – Soest Laatste etappe op de laatste dag van het jaar

 

 

Trekvogelpad, Bergen aan Zee – Enschede, 381,5 km

 

Bergen aan Zee – Egmond aan den Hoef – Alkmaar – Driehuizen – Noordeinde – Graft – De Rijp – Halfweg – Purmerend – Ilpendam – Broek in Waterland – Zuiderwoude – Ransdorp – Durgerdam – Amsterdam – Diemen – Driemons – Weesp – Nigtevecht – Hinderdam – Ankeveen – Hilversum – Laage Vuursche – Soestduinen – Soesterberg – Austerlitz – Maarn – Doorn – Langbroek – Darthuizen – Amerongen – Elst – Rhenen – Bennekom – Ede – Otterlo – Hoenderloo – Loenen – Eerbeek – Hall – Brummen – Wichmond – Vorden – Ruurlo – Eibergen – Den Braam – Enschede

 

 

Zondag 15 mei 2005 Door het bos

Maarn – Soest (Pijnenburg) ± 15 km

Bewolkt, regen/miezer

 

Vandaag zijn we begonnen met het Trekvogelpad. Om kwart over negen bracht Cor ons naar het station in Maarn. Het regende zachtjes maar de temperatuur was aangenaam.

Net buiten Maarn liepen we langs de rand van een leuk heide- en stuifzandgebiedje. De route was zowel qua tekst als markering heel wazig en even verderop kwamen we er niet meer uit. Na twee keer fout te zijn gelopen vonden we de route weer terug, om hem vlak daarna weer even kwijt te raken. We merkten dat de tekst soms teveel info gaf; een bocht naar links in het pad werd als “ga naar links” aangegeven, zodat je dus doorloopt totdat je een pad of weg naar links ziet, terwijl deze niet gaat komen… De markering was ook vaag; bijna nergens stonden markeringskruizen (= deze weg niet in), en de paaltjes met routemarkering stonden vaak ver van een kruispunt op de route.

Het was intussen wat harder gaan regenen dus trokken we onze regencapes aan. Vol goede moed stapten we verder door de bossen van Maarn en Austerlitz. In Austerlitz aangekomen hebben we in de muziektent op het Dorpsplein even een broodje gegeten. Dan is zo’n afdakje boven je zitplek wel even lekker! We gingen weer verder door het bos, op weg naar Soesterberg. Het liep heerlijk, en uiteindelijk stopte ook de regen. Toen we bij Luchtvaartmuseum Soesterberg kwamen hadden we zo’n 13 km gelopen door bijna alleen maar bos, en dus weinig asfalt.

Bij het Soester Hoogt zijn we op de hei aan een picknicktafel gaan zitten om te pauzeren. Het zonnetje deed voor ons haar best om door de wolken heen te komen. Na de pauze ging het laatste stuk weer verder door het bos, en liepen we achter de Lange Duinen langs. Via De Zoom kwamen we uit bij Pijnenburg. Ter hoogte van C3/Idea zijn we van het Trekvogelpad afgegaan richting de Wieksloterweg en huis.

 

 

Zaterdag 28 mei 2005 Door de uiterwaarden van de Lek

Maarn – Elst ±27 km

Onbewolkt ± 28 °C

 

Omdat het vandaag een warme dag zou worden gingen we zo vroeg mogelijk op pad. Om half zeven reden we weg. Het was vannacht zo weinig afgekoeld dat we makkelijk in korte broek en t-shirt weg konden. Prachtig op tijd kwamen we aan in Elst, waar we om tien over zeven de bus naar station Driebergen moesten nemen. Bij de halte stond een vrouwtje van 76 die wel zin had in een praatje met ons. Ze had een jaar of 10 geleden het Pieterpad gelopen, samen met haar man, maar ze had bij Valkenburg erg last van haar knie gekregen. Artrose bleek later. Na een jaar of twee hebben ze het laatste stuk alsnog gelopen.

Op station Driebergen hadden we nog even de tijd om een krantje te lezen en ons in te smeren met zonnebrand. Om tien over half acht stapten we uit in Maarn en konden met de wandeling beginnen. Al snel hadden we het behoorlijk warm. Door de Kaapse bossen liepen we richting Doorn waar we na drie kwartier aankwamen. Het zweet droop intussen van ons af. Wederom lieten tekst en markering ons in de steek en raakten we de route even kwijt. We kwamen er gelukkig snel achter dat we fout liepen.

Over (voornamelijk geasfalteerde) dijken door de polder naar Langbroek gingen we verder. We waren blij dat er regelmatig schaduw van bomen was en er af en toe een heerlijk fris windje waaide. Via Darthuizen liepen we, nog steeds over lange, geasfalteerde dijken, naar de Uiterwaarden bij Amerongen. We waren hard aan pauze toe. Het pad door de uiterwaarden liep door weilanden, vol met bloeiende weideplanten. Er waren ook watertjes met bomen, wat het tot en heel leuk gebied maakte. We vonden een prachtig plekje in de schaduw van een paar bomen. Er stond een lekker windje dus konden we heerlijk afkoelen en een beetje opdrogen.

Na de pauze waren we snel weer warm en bezweet, maar de rust had ons zeker goed gedaan. Na een klein uurtje langs de uiterwaarden kwamen we aan bij Elst, waar we de auto makkelijk terug vonden, rond tien over drie. We zijn naar Houten gereden om bij de nieuwe grote Bever Zwerfsport te gaan kijken voor een afritsbroek voor mij. Het is gelukt, ook al was er maar eentje die goed was. Bij Mac Donalds Zeist/Soesterberg hebben we patat en een broodje kroket gehaald en zijn met een gevulde maag naar huis gereden. Nog even boodschappen gehaald, want over een weekje gaan we met vakantie naar de Jura in Frankrijk. Een weekje lopen, rondrijden, lezen en genieten.

 

 

Zondag 26 juni 2005 Warm langs het Valleikanaal

Elst – Ede NS ± 34 km

Vroege ochtend bewolkt, later onbewolkt, weinig wind ± 25 °C

 

Eigenlijk hadden we gisteren willen gaan lopen, maar toen om vier uur (!) de wekker ging was er net een hevig onweer losgebroken dus hebben we ons weer lekker omgedraaid. Na een week warm tot zeer warm weer was het onweer ook wel terecht: de eerste hittegolf van dit jaar is een feit! Voor vandaag waren de voorspellingen weer goed, dus ging vanmorgen de wekker weer voor vieren af. Om iets voor vijf reden we, keurig volgens planning, de straat uit.

We hadden bedacht om de auto bij een sportveld buiten Veenendaal te parkeren en vanaf daar de ‘laatste’ tien kilometer naar Ede te lopen. Dit was bijna alleen maar asfalt, en aangezien de etappe vandaag vrij lang was leek het ons prettig het asfaltgedeelte eerst te lopen. Bijkomend voordeel was dat we twee uur eerder konden beginnen, want het openbaar vervoer begon pas om tien voor acht. Om kwart voor zes stond de auto op een parkeerplaats en liepen wij naar het beginpunt voor vandaag.

Door de polder liepen we naar Bennekom en Ede, over inderdaad bijna alleen maar asfalt. De hemel was bewolkt maar de temperatuur was lekker. Niet lang daarna kwamen we bij het ‘eindpunt’ van de etappe, een uur en drie kwartier later, 9,5 km verder. De bus die we moesten hebben kwam gelukkig langs de halte iets verderop, dat scheelde ons ruim een kilometer lopen naar het station. De bus-chaufeuse wist niet hoeveel strippen het naar Elst was, dus mochten we gewoon mee rijden. Heel attent! Op het busstation in Wageningen moesten we nog even wachten op de bus die ons naar Elst zou brengen, en om tien voor negen gingen we verder met het Trekvogelpad waar we de vorige keer gebleven waren. We hadden gelijk een onverhard pad, heerlijk. Cor belde op om te vragen hoe het ging en vertelde ons dat ook al was het nu bewolkt, we zouden het nog warm gaan krijgen vandaag.

We liepen door het bos achter Elst langs. Na een kilometer of acht kwamen we bij een voormalige zandafgraving; de route ging bovenlangs en we hadden een mooi uitzicht. We zagen Veenendaal liggen, eindpunt van deze dag. We waren warm en moe, tijd voor een pitstop. Deze vonden we snel; een bankje met uitzicht over de afgraving en verder. In het zonnetje (er was intussen bijna geen wolkje meer te bekennen) hebben we hier even zitten bijkomen. Afgekoeld en iets opgeknapt gingen we verder door het bos richting Rhenen. Sinds Elst hadden we nog geen asfalt gehad. We werden echter wel moe, wat ook niet zo gek is als je ruim 20 km hebt gelopen! Voordat we onze echte, grote pauze zouden hebben wilden we eerst nog een kilometer of acht lopen, zodat we daarna nog maar een uurtje naar de auto hoefden te overbruggen.

Het kleine stukje dat we langs de drukke weg langs Ouwehands Dierenpark liepen, liepen we langs een lange rij auto’s die allemaal naar het dierenpark wilden. Het was intussen twaalf uur, dat is toch ook geen tijd om nog naar een dierentuin te gaan?!

Toen wij na 1 uur en 3 kwartier lopen de bus namen, reden we rond half negen langs het dierenpark; alles was nog stil en dicht, wat een groot verschil met een paar uur later!

Via een landweg liepen we tussen de akkers door naar het bos van de Grebbeberg. Vlak voordat we het bos in gingen zijn we op een bankje, in de schaduw van een boom, even gaan zitten voor een korte pauze. We hadden bakjes gemengde meloen meegenomen, wat erg lekker smaakte. Het was warm en dan is zo’n sappig hapje niet verkeerd.

De tekst en markering waren weer eens niet duidelijk en ergens op de Grebbeberg gingen we verkeerd. We gingen met een trap naar beneden, wat volgens de tekst zou moeten kloppen, maar blijkbaar waren we eerder al fout gelopen dus konden we de lange trap weer op klimmen. Omdat de markering minimaal was moest het ook wel ergens fout gaan. Toen we hijgend weer bovenaan de trap stonden zagen we verderop een markering, we hadden het pad weer gevonden!

Langs het militaire ereveld Grebbeberg liepen we het natuurgebied Laarschenberg in. Toen we het bos uitkwamen was het een kort stukje asfalt om bij de Grift/Valleikanaal te komen. Het eerste stuk ging over een fietspad langs het water. Het was mooi, maar we waren wel aan pauze toe. We moesten nog even volhouden want iets verderop zouden we van het fietspad afgaan en een graspad langs water volgen. Eigenlijk mag je daar niet lopen, maar met het Trekvogelpadboekje wel. Lekker rustig dus. Om het pad ontoegankelijk te maken hadden ze het water uit gebaggerd en dat op een grote berg aan het begin van het pad gestort. Een stel met een hond kwam vanaf het pad, en net iets te laat zei de man dat we langs de linkerkant moesten lopen… op dat moment zakte ik tot over mijn enkels weg in de blubber. Gelukkig stroomde het niet mijn schoenen in.

Een stukje verderop zijn we neergezakt langs het water. Helaas was er geen schaduw, het zonnetje scheen fel op ons neer. We hadden intussen zo’n 30 km gelopen en waren best moe. Na de nodige rust hezen we ons weer omhoog en gooiden de rugzakken weer over onze schouders. De laatste kilometers gingen verder over het graspad langs het Valleikanaal, in de brandende zon. We hadden het zwaar en heet, en konden het niet meer opbrengen om met elkaar te kletsen. Ik kan me niet heugen dat ik zo naar de auto verlangde (hoewel je die keren vaak snel weer vergeet) en we waren dan ook enorm blij om ons bakkie weer te zien, 15.00 uur. We waren vooral blij om te zien dat ie heerlijk in de schaduw stond! Het was lekker koel in de auto, wat een verademing was. We hebben eerst tien minuten zitten bijkomen voordat we op een patatje uitgingen.

Dat patatje was nog probleem… Het was zondag, en zie dan in Veenendaal maar eens een toko te vinden die open is. Sowieso is een snackbar vinden daar niet makkelijk, maar toen we er eindelijk eentje vonden, de auto parkeerden en er naar toe strompelden, bleek dat de zaak pas over en uur open ging. We zijn richting huis gereden en hebben ergens anders een patatje gescoord, met een broodje kroket.

Het was een lange, erg zware etappe, maar mooi!

 

 

Zondag 24 juli 2005 Park Hoge Veluwe

Ede – Hoendeloo ± 31,5 km (incl. verlengde route ± 36km)

Bewolkt, af en toe zon, benauwd ± 23 °C

 

Vandaag reden we om 7.10 naar Otterlo. We zouden vanaf daar naar Park Hoge Veluwe lopen, en door het natuurgebied naar Hoenderloo. In Hoenderloo zouden we dan met de bus naar Ede gaan om vanaf daar weer naar de auto te lopen. Om kwart voor acht lieten we de auto achter ons, precies op de route, vlak bij een camping. Over de weg liepen we naar de hoofdweg, staken deze over en doken het bos in. Langs een andere camping liepen we naar Otterlo toe. Het was gisteravond feest geweest in Otterlo, overal zag je hoe gezellig het was geweest.

Bij Park Hoge Veluwe kochten we twee entreekaartjes (2002 fl. 8,-    2005 € 6,- !!) en liepen het nog stille natuurpark in. De grasvlakten waren prachtig goudkleurig. We liepen door het bos over smalle, kronkelige paadjes. Na een tijdje bleek de route te zijn gewijzigd, want volgens het boekje moesten we rechtdoor naar de beeldentuin, maar volgens de markering moesten we naar rechts. Naar rechts dan maar. Het bleek dat er een mooiere en langere route door het park was gemaakt. Dat betekende wel 4,5 kilometer meer lopen dan gepland, terwijl we al zeker 31,5 km zouden moeten. Dat werd een lange dag!

De vernieuwde route was leuk, het pad kronkelde door het bos, en via veel traptredes van houten bielzen liepen we heuveltje op heuveltje af. Zwaar maar wel leuk. We hebben echt veel geklommen, want later bleek dat we op de Fransche Berg zijn geweest, met 65 meter het hoogste punt van de Veluwe. Het bos waar we doorheen kwamen was erg afwisselend, en we zagen ook nog een hert met haar twee jongen. We kwamen weer aan de rand van een grasvlakte, met aan de rand twee hele grote bunkers, waar we tussendoor het bos uit kwamen. We liepen een stukje langs de rand van de vlakte om iets verderop het bos weer in te gaan, de Fransche Berg op.

We hadden nu eindelijk een beetje een idee van waar we waren, maar hoe de route verder ging wisten we nog niet. Verder op kwamen we bij het restaurant en bezoekerscentrum de Koperen Kop. Dit was het eindpunt van het eerste kaartje, maar ook vanaf hier was de route verlegd en moesten we nog steeds volledig op de markering vertrouwen. Dat ging gelukkig goed, maar we hadden echt geen idee waar we liepen en ook niet of we de bus nog zouden halen. We hadden bijna een uur speling, maar door de vernieuwde en verlengde route waren we die speling helemaal kwijt. We hadden mazzel dat de bus elk uur ging, het was dus geen ramp als we de eerste bus zouden missen.

We kwamen bij een vijver en een kasteel en bleken bij het jachtslot St. Hubertus te zijn, ver weg van de originele route uit ons boekje en ook nog ver weg van Hoenderloo waar we de bus zouden pakken. We besloten om op het eerstvolgende bankje dat we tegen kwamen te gaan zitten om even wat te rusten en te eten. Natuurlijk duurde het even voordat er een bankje kwam, maar toen het eerste bankje zich eindelijk aandiende zijn we er heerlijk op ons gemak gaan zitten. We hadden alle tijd want de bus zouden we toch niet halen.

Toen we in Hoenderloo het park uit kwamen volgden we het Trekvogelpad nog een klein stukje en verlieten deze toen om naar de bushalte te gaan. Na een kleine 20 minuten stapten we de bus in en om 12.10 uur zochten we de weg naar landgoed Hoekelum waar we de vorige keer gebleven waren. Het was zo’n 1,5 km lopen voor we er waren, maar dat kon er ook nog wel bij.

Via het landgoed liepen we het Hoekelumse bos in. We hadden vandaag heerlijk veel zand- en bospaden, zwaar maar wel lekker lopen. We liepen over een grindpad, hoog langs een spoorlijn en hadden het warm. Op de plek waar we het spoor zouden over steken stond een ijscokarretje waar we een heerlijk koud waterijsje hebben gekocht. Al verder lopend aten we ons ijsje op, en voelden ons met elke hap afkoelen.

Over een mul zandpad liepen we door het bos naar de Ginkelse Heide. We kwamen onder de A12 door en zagen gelijk de heide, heel mooi. We doken echter gelijk het bos weer in, waar de route en tekst weer eens niet overeen kwamen. We volgden de markering en pakten uiteindelijk de draad in het boekje ook weer op. De route bracht ons weer naar de rand van de Ginkelse heide waar we een stukje langs liepen. Waar we de heide verlieten was een camping met restaurant waar we misschien iets konden eten. De kaart die ze hadden was helaas te klein, met veel kip, duur en geen lunchgerechten. We zijn dus maar verder door gelopen. Na een kwartiertje kwamen we langs een picknickplek waar we op een bankje zijn gaan zitten. We hadden het erg warm en waren moe, dus erg blij met het bankje.

Nadat we waren afgekoeld en uitgerust gingen we verder. De lucht had regen in zich, maar het bleef nog droog. Door het bos liepen we naar de Planken Wambuis en over een ruiterpad weer verder naar het Mosselsche Zand. Daar wilden we bij een picknickplek onze grote pauze houden om daarna het laatste stukje naar de auto te lopen. De tocht ging lekker door het bos maar toen we bij onze bedoelde pauzeplek kwamen, moe en warm, hadden we pech; het bankje was bezet door een oma met haar zoon. Ze bedoelde het vast vriendelijk, maar de opmerking “jullie willen het vast zelf” terwijl we stonden bij te komen en een ander plekje om te rusten zochten viel niet erg goed bij mij. Mijn antwoord was dan ook “ja, maar dan mogen we toch ook wel moe zijn?!” Het bankje tien meter verderop was ook bezet, en hier kregen we de fantastische opmerking “voorlopig zijn er geen bankjes meer hoor.” Grrr… Alsof we keus hadden… Dus liepen we moe en geirriteerd verder, en kwamen een paar honderd meter verderop toch nog twee bankjes tegen. Wat nou, er zijn voorlopig geen bankjes meer?! Tot onze grote verbazing kwamen oma en zoon aan gehobbeld. Waarom hadden ze ons dat bankje dan niet aangeboden? Wat een stel sadisten!

Na een heerlijke pauze (bijzonder was het niet, maar het was rust) zagen we dat we bij de bezette bankjes naar rechts hadden gemoeten i.p.v. rechtdoor. Dat was weer zeker een kilometer extra! Gelukkig waren we weer een beetje bijgekomen en liepen goedgezind weer terug om de route alsnog goed te lopen. Het was iets verder naar de auto dan we hadden verwacht, maar uiteindelijk zagen we onze goede vriend staan. De laatste vijf of tien minuten kregen we nog wat regen over ons heen, wat eigenlijk wel lekker verkoelend was.

 

 

Zaterdag 13 augustus 2005 Bosbessen en vossebessen

Hoenderloo – Eerbeek ± 23km

Zon/wolken ± 22 °C

 

Het is al even geleden dat we gelopen hebben. We hebben twee weekeinden over geslagen omdat het al drie tot vier weken regent. Het is een erg natte zomer! Voor vandaag zou de regen pas aan het eind van de dag komen dus wilden we het er op wagen. De laatste weken waren we ook erg moe, en afgelopen week hebben we op het werk een flinke verkoudheid opgelopen dus waren we lichamelijk een beetje zwakjes. We besloten dan ook om geen kilometer of dertig te gaan lopen maar het op ongeveer 23 km te houden.

Aangezien we ruim twee uur met het openbaar vervoer en wachten kwijt zouden zijn wilden we eerst een stukje lopen voordat we het openbaar vervoer zouden nemen. We zouden van Loenen naar Eerbeek lopen, vanaf daar naar Hoenderloo met bus, trein en bus, en dan weer lopend naar de auto in Loenen. Het kwam er uitgerekend op neer dat we rond zeven uur moesten vertrekken. Dat lukte aardig: om 7.10 uur reden we weg. De reis ging lekker en om iets voor achten stond de auto vlak bij de route geparkeerd en gingen we op weg.

Door de polder liepen we bij Loenen vandaan en kwamen al snel bij de rand van Eerbeek. Langs de rand van het dorp gingen we verder. De routebeschrijving klopte niet helemaal, misschien door nieuwbouw, maar we hadden mazzel dat de markering voldoende was om niet fout te lopen. We kwamen bij de Eerbeekse watermolen, een van de weinige bovenslagmolens in Nederland. Verderop zagen we twee eekhoorntjes die elkaar druk achtervolgden om de stam van een boom heen, van hoog naar laag, rond en rond. Ze waren zo druk dat ze ons niet zagen. Erg leuk!

Een half uur voordat de buurtbus zou komen kwamen we bij de bushalte aan. We liepen iets terug om daar op een picknickbank te wachten tot het 9.34 uur was en de bus voorbij zou komen. Het busje kwam inderdaad maar minderde geen vaart. Snel stak ik mijn hand op met daarin mijn uitdraai van het openbaar vervoer. Ik zwaaide ermee en de buschauffeur zag ons net op tijd. We namen plaats in het voertuig en kregen voor 1,50 p.p. een toeristische route van een half uur naar Zutphen. We kwamen door Hall, Tonden, Oeken, Voorstonden en Hoven. Over een smal landweggetje kwamen we Zutphen binnen en stapten uit bij het NS station. We kochten kaartjes voor de trein naar Apeldoorn, zochten de trein op en vonden een zitplekje. Na een kwartiertje waren we in Apeldoorn waar we de stad in zijn gegaan om ergens en lekker broodje te gaan eten. Het duurde even voordat we langs een Deli Franche kwamen. Het koste wat moeite om te bestellen: zo rustig als het er was, ze zagen ons blijkbaar niet. Uiteindelijk kwamen ze, nadat ik had gevraagd of we misschien wat mochten bestellen. Niet van harte, maar het mocht. Remco koos voor een baguette met tonijn en dillesaus, ik voor eentje met krabsalade. Al snel kregen we een bord met een baguette, daarbij een klein bakje tonijn/krabsalade, een plakje tomaat, een plakje ei, twee plakjes komkommer en een paar snippertjes sla. We moesten het blijkbaar zelf klaar maken, en het was eigenlijk net niet genoeg om je broodje lekker te beleggen, maar goed, het smaakte wel.

Een uur nadat we met de trein in Apeldoorn waren aangekomen stapten we in de bus naar Hoenderloo, waar ook veel toeristen (buitenlands) in stapten om naar park Hoge Veluwe te gaan. Toen we de bus uit kwamen om 11.40 uur (we waren om 9.34 uur vertrokken vanuit Eerbeek!!) liepen we zo snel mogelijk tussen de toeristen door en zochten het Trekvogelpad weer op.

Over een brede zandweg liepen we iets later Hoenderloo uit. Met zijn geoefende oog zag Remco aardsterren. Echt heel gaaf. Natuurlijk is het verboden, maar ik heb er wel eentje mee genomen. Waarschijnlijk is het een forse aardster, niet algemeen. Verderop zagen we eekhoorntjesbrood staan waar we, ook weer verboden, twee stuks van hebben mee genomen.

Weer iets later zag ik een hazelworm in de kant (deze niet mee naar huis genomen). Het was een hele mooie dikke. Ik kon alle foto’s maken die ik wilde, en het deed zelfs zijn tongetje naar buiten. We zagen cantharellen, maar ze waren niet goed genoeg om mee te nemen. De bossen waar we door heen kwamen stonden vol met bosbessen. Ze zagen er af en toe zo mooi uit dat we ze wel moesten plukken en opeten. Heerlijk! Remco heeft ook nog wat vossebessen geprobeerd, maar deze bleken (zoals ik hem al had verteld) zuur.

De route ging verder over een heideveldje en dook het bos weer in. Een stuk verderop waren we best wel toe aan een bankje, maar natuurlijk kwamen we er weer eens geen tegen. In het boekje stond dat we langs een slagboom zouden komen en dachten daar dan maar op te gaan zitten. Waar de slagboom had moeten zijn was er echter geen. Gelukkig was er iets verderop wel eentje. Deze stond open (schuin op de grond) dus hebben we hem gesloten om er op te kunnen zitten. Na een kleine tien minuten waren we weer wat bij gekomen en gingen verder door het bos.

Na een paar kilometer kwamen we bij de Vrijenbergerspring, waar we bijna gelijk onze grote pauze hebben genomen. We hebben onze voeten in het, behoorlijk koude, stromende water gedoopt waardoor ze snel waren afgekoeld. Heel koud, maar wel heel erg lekker. Na een half uurtje stapten we weer op, om na drie kwartier bij de auto in Loenen te komen. Het was kwart over vier, en zochten we een cafetaria op. Een lekker patatje gegeten, en daarna snel naar huis.

 

 

Zaterdag 20 augustus 2005 Dialect

Eerbeek – Vorden ± 24 km

Bewolkt, later met zon ± 22 °C

 

Het zou vandaag kunnen gaan regenen, maar we wilden toch lopen, en hoopten dat het mee zou vallen met het weer. Om kwart voor acht reden we weg; het was bewolkt maar droog. De temperatuur was aangenaam en toen we een uur later in Wichmond uit stapten konden we gelijk in ons t-shirt van start. De auto stond prachtig langs de route geparkeerd, dat was lekker.

We werden een stukje door Wichmond geleid, de tuinen waar we langs kwamen waren vaak heel leuk en kleurig. We liepen het dorp uit en wandelden tussen de akkers door verder richting een boerderij. Langs de boerderij liep een heel leuk graspad, tussen het hoge mais en de haag van de boerderij door. Achter de boerderij stond een bankje, vast speciaal voor wandelaars. De boer liep op zijn erf en wenste ons een prettige wandeling. We gingen weer verder tussen de akkers door en kwamen over een brede sloot. Via landgoed Hackfort liepen we langs een watermolen en staken de Hackfortsche beek over. Iets verderop staken we dezelfde brede sloot over, de Veengoot.

Via wat asfaltwegen tussen de akkers en weilanden door kwamen we weer op een (klein stukje) zandpad uit. Naar Vorden toe loopt het Trekvogelpad met Het Pieterpad samen. Het was leuk om alles te herkennen en je weer even een Pieterpatter te voelen. Weer staken we de brede Veengoot over en liepen flink door; de tijd drong, om kwart over tien moesten we in de trein zitten. We kwamen bij kasteel Vorden waar de voorbereidingen voor de fair van volgende week werden getroffen. Er stonden al aardig wat tenten en ze waren hard aan het werk. Snel liepen we er voorbij, het Trekvogelpad verlatend en het Pieterpad volgend naar het station.

De trein reed vlak voor onze neus weg… Dat was wel even balen want nu moesten we een uur wachten tot we verder konden. We zijn maar naar het dorp gelopen en vonden daar een bistro met een lekker overdekt terras en een hele leuke kat die gezellig om aandacht kwam vragen. We bestelden een ijsthee en wat te eten. Intussen konden we weer een beetje afkoelen, want het laatste stuk hadden we ons goed warm gelopen.

Nu waren we wel op tijd voor de trein en na tien minuten waren we in Zutphen. Na veertig minuten stapten we in de buurtbus naar Eerbeek. Er stapte nog een man in die in zwaar dialect met de bestuurder begon te praten. Het waren allebei oude mannetjes, ze spraken iets binnensmonds en waren echt bijna niet te verstaan. We hadden moeite om ons lachen in te houden als er hele regels onverstaanbare woorden werden gesproken. De chauffeur vertelde dat hij laatst “op n kruuspunt moest toetn en remn fur n oto” of zoiets. Soms snapte je iets later wat ze hadden gezegd; als je er langs reed begreep je dat ze het daarover hadden gehad. Voor een blikvanger (afvalnet langs de weg/fietspad) was echter geen dialect, waarschijnlijk omdat het een modern woord is. Dat versta je dan ook wel gelijk. Om iets voor half één stapten we eindelijk uit de buurtbus (7 passagiersplekken en 2 rolstoelplekken). We werden, heel attent, speciaal op de weg ’t Hungeling afgezet en konden gelijk verder met lopen.

Over het fietspad staken we het Apeldoorns Kanaal over naar Hall. De tekst was weer even verwarrend; aan het eind van de bladzij stond dat we bij de kerk de weg naar links moesten volgen, maar op de volgende bladzij stond dat we voor de kerk naar rechts moesten. Op het bewuste punt stonden twee kratjes, de ene leeg en de ander met kalebasjes. Plus een geldpotje. In het lege kratje hadden courgettes gezeten, en de kalebasjes hoefden we niet, dus liepen we verder, voor de kerk rechts. Het was een fietspad tussen de akkers door, met aan het begin een bord dat je er maximaal 60 km p/u mag rijden. Toch knap als je dat haalt op je fiets!

Halverwege het fietspad kwamen we weer twee kistjes tegen, deze keer met nog drie heeeeele grote courgettes. Voor 50 eurocent hadden we een hele dikke, vette courgette meegenomen (Remco mocht sjouwen, zeker een kilo). Door het bos liepen we verder. We zouden langs een weiland moeten komen maar dat bleek intussen tot golfbaan omgebouwd te zijn. Twee afgedwaalde golfballetjes verder kwamen we bij de rand van Brummen.

We liepen onder en langs een drukke verkeersweg naar het pontje de IJssel over, richting Bronckhorst. Het duurde langer dan we hadden gedacht voor we al het asfalt naar het pontje hadden afgelegd, maar uiteindelijk kwamen we bij de veerboot. We moesten nog even wachten voordat iedereen aan de overkant was, maar toen mochten we eindelijk opstappen, op het duurste pontje tot nu toe, 1,50 p.p. Nog even geduld tot er een grote boot voorbij was, en daar gingen we dan, naar de overkant. Daar hebben we het eerste bankje gepakt dat we zagen, en dat was heel snel. We konden even bijkomen en zagen intussen wat bootjes voorbij komen, bv een rubberbootje dat in volle vaart aan kwam terwijl het pontje aan zijn oversteek bezig was. De kapitein toeterde en gebaarde heftig dat het bootje aan de kant moest gaan varen, wat deze uiteindelijk ook deed, volgens mij net op tijd.

Na een korte maar aangename pauze liepen we verder richting Bronckhorst. De route liep hier niet doorheen dus zijn we even van het pad afgegaan om dit “kleinste stadje van Nederland” te bekijken. We snapten al snel waarom de route hier niet door ging, het viel ons erg tegen. Het was niet fotogeniek. Leuk, maar eigenlijk zonde van onze tijd en energie.

We liepen dus al snel weer op de route, over de dijk langs de uiterwaarden van de IJssel. De zon begon steeds meer te schijnen. We kregen het warm en werden moe. Gelukkig was de bedachte pauzeplek niet ver meer. Blijkbaar was er ook een route uitgezet voor oldtimers, want er kwamen veel mooie oude auto’s langs.

Op het schouwpad langs de Baakse beek vonden we snel een geschikt plekje voor onze pauze. Het zonnetje scheen af en toe en we genoten. Voldoende uitgerust begonnen we met de laatste kilometers langs de beek. Het water stroomde weinig en stond zo laag dat het al aan het verlanden was, vol gegroeid met waterplanten.

Na een half uurtje waren we bij de auto in Wichmond en gingen op weg naar huis waar we iets voor half zeven aankwamen. Het was een lange maar leuke dag.

 

 

Dinsdag 23 augustus 2005 Nieuwsgierige koeien

Vorden – Eibergen ± 33 km

Mist, zon, wolken, wel droog ± 18 °C

 

Remco heeft een vrije dag, dus ging vanmorgen om half vijf de wekker… Tien voor half zeven reden we weg richting Eibergen. Anderhalf uur later hadden we de bushalte gevonden en de auto vlak bij, langs de route, geparkeerd. Samen met wat brugpiepers op hun eerste schooldag stapten we in een bus met nog veel meer brugpiepers. De halte er na stapten er nog meer in. Gezellig. We waren blij dat we een plekje hadden.

We moesten naar station Lievelde om daar de trein naar Vorden te nemen. We stapten uit maar twijfelden of we wel station Lievelde waren. Remco vroeg het aan de chauffeur, en die zei ja. Ik denk dat ie dacht dat Remco vroeg of hij daar naartoe ging want we waren dus mooi niet op station Lievelde! Konden we een half uur wachten… Het was nog mistig en koud ook dus we baalden wel even. Daar waren we dan vroeg voor op gestaan. Op station Lievelde aangekomen hadden we precies genoeg tijd om kaartjes te kopen en naar het perron te lopen. Via Ruurlo kwamen we bij Vorden waar we om kwart over negen uitstapten.

We liepen naar kasteel Vorden waar we de route weer oppakten. Het eerste stuk ging helaas over asfalt maar al snel liepen we op een zandpad welke we een paar kilometer langs akkers, weilanden en bos volgden. We kwamen over een breed bospad wat ze hadden opgehoogd waardoor het grootste deel zo zacht was dat je er niet op kon lopen. Gelukkig was er aan de zijkant nog een klein strookje waar het lopen nog enigszins te doen was.

Cor belde; in Soest regende het al een tijdje. Bij ons was het echter droog en het zonnetje scheen zelfs af en toe. We kwamen langs Ruurlo en begonnen na 2,5 uur lopen wel moe te worden. Een paar kilometer verderop zou een bankje moeten staan, daar wilden we wel even pauzeren. Het bankje kwam niet maar we vonden een leuk plekje op een wandelpad langs een klein watertje, met een weiland tegenover ons. Een koe kwam nieuwsgierig naar ons toe en even later kwamen er 12 andere dames vanuit de verte aan gerend en gelopen. Terwijl wij zaten uit te rusten staarden 13 nieuwsgierige koeien ons aan. Het was echt een heel leuk pauzeplekje. De lucht werd echter steeds dreigender dus stapten we weer op. Toen de koeien merkten dat we echt weg gingen kwamen ze snel achter ons aan gelopen.

Asfalt en zandwegen wisselden elkaar lekker af, waarbij we gelukkig meer zand dan asfalt hadden. Bomen, bos, akkers en weilanden wisselden elkaar ook mooi af, het was zeker geen saaie route. We kwamen bij de Platvoetsedijk, en aangezien we vandaag nog geen plaatsnaambordje waren tegen gekomen (en er hoogstens nog maar 1 zouden tegen komen) zette Remco deze op de foto (ik had mijn APS-je thuis laten liggen, stom…).

Iets verderop kwamen we bij iets wat ooit een vennetje was. Nu was het meer een drassig bosje, geen water te zien. We liepen bijna te ver toen de in het boekje vermelde slagboom er niet meer bleek te zijn, maar we letten goed op en zagen net op tijd een kruis. Daarna kregen we jammer genoeg weer 2,5 km verharde weg, maar toen we dat gehad hadden konden we gaan uitkijken naar een plek voor onze grote pauze.

Het duurde iets langer voor we het pauzebankje tegen kwamen dan we hadden verwacht, en we waren best moe. Het bankje stond onder wat bomen, met uitzicht op koeien en een mooie oude hoeve uit 1770, hoeve Wollink. Na een heerlijke pauze (met donkere luchten) liepen we verder door het bos, en later over voornamelijk onverharde paden, naar Eibergen.

 

 

Zondag 4 september 2005 Het Haaksbergerveen

Eibergen – Enschede ± 29 km

Zonnig, ± 27 °C

 

De afgelopen 2  etappes van het Trekvogelpad heb ik niets geschreven… Het is nu zaterdag 29 oktober, we hebben intussen een Zeelandvakantie gehad en hebben, in twee etappes, van Bergen aan Zee naar de Rijp gelopen. Toch wil ik proberen op te schrijven wat ik nog weet van deze en de volgende wandeling.

 

We wilden niet in Eibergen beginnen, maar de auto bij het Haaksbergerveen zetten om vanaf daar naar Enschede te lopen. Vanuit Enschede zouden we dan met het openbaar vervoer naar Eibergen gaan en weer naar de auto lopen. De bedoelde parkeerplaats konden we mooi niet vinden. We hebben kilometers en kilometers gereden, precies om de plek heen, en we kwamen er niet! We kwamen zelfs in Duitsland terecht… Uiteindelijk besloten we de auto maar ergens anders neer te zetten.

Na een uurtje lopen waren we in Enschede, aan de rand. Bij de bushalte was ook het officiele eindpunt van het Trekvogelpad. Met de trein en bus gingen we naar Eibergen. We staken De Berkel over en verlieten daarmee Eibergen. We kwamen door het bos en liepen richting het Haaksbergeveen. Aan het begin van het veen hebben we een lekkere pauze gehouden. Niet lang daarna waren we weer bij onze auto, aan de andere kant van het veen.

 

 

Vrijdag 14 oktober 2005 Door de duinen

Alkmaar – Bergen aan Zee ± 21,5 km

Mistig, licht bewolkt, lekkere temperatuur

 

Altijd als ik buiten het seizoen richting strand ga regent het. Voor vandaag was echter goed, droog weer voorspeld. Maar hoe kan het ook anders, het begon tijdens de autorit te spetteren. In Bergen aan Zee aangekomen was het gelukkig weer droog. We hadden, zoals gepland, tijd zat om even lekker het strand op te gaan. We hebben een stukje over het strand gelopen. Veel te vroeg zetten we de auto op het eindpunt van vandaag, bij het NIVON- huis in Bergen aan Zee. Op ons gemakje liepen we richting bushalte. We liepen iets om via een leuk duingebiedje en kwamen, nog steeds te vroeg, bij de bushalte. Tot onze grote verrassing kwam de buurbus aangereden die ons naar Bergen zou brengen. Daar hadden we genoeg tijd om een lekker belegd broodje te kopen, op te eten en nog snel wat rond te kijken.

Met de volgende bus reden we naar Alkmaar. we hadden zin in een ontspannen dagje dus zijn we eerst Alkmaar door gelopen. Wat later begonnen we aan de route en werden via een park de stad uit gevoerd. Langs het oude stadion van AZ liepen we de Heiloëer bosschen in. Door de Zuidermeerpolder liepen we naar Egmond aan de Hoef. Zoals het Trekvogelpad eigen is was de bewegwijzering tussen Egmond en Bergen zeer slecht. We wisten niet zeker of we wel goed gingen. Bij de ingang van het duingebied zou een toegangskaarten automaat moeten staan, maar we hebben hem niet gezien. Het voelde extra ongemakkelijk; niet zeker weten of je goed loopt en ook nog eens zonder toegangskaart.

We waren aan pauze toe, maar het duurde lang voordat we een geschikt plekje vonden. We kwamen door het duingebied waar allemaal vakantiehuisjes stonden. Ze lagen echt prachtig maar met de auto (met al je bagage) is het er lastig komen. Op een gegeven moment zijn we iets van het pad afgeweken en in een duinpan gaan zitten. We hadden een heerlijk beschut en verstopt plekje. Er kwam wel een donkere lucht aan maar gelukkig kregen we geen regen.

Het laatste stuk naar de auto liep door een bosachtig duingebied, heel anders dan de open Egmondse duinen, maar wel heel mooi. Het duurde weer iets langer dan we dachten voordat we bij de auto waren. We zijn naar Bergen gereden en hebben daar een paar mooie kaarten gekocht die we ’s ochtend al hadden gezien. Daarna zijn we door gereden naar Egmond aan Zee om daar nog even het strand op te gaan en een hapje te eten. Na een heerlijke maaltijd bij restaurant De Boei (wat nu niet meer zo heette trouwens) zijn we weer naar huis gegaan. Het was een heerlijk ontspannen dagje.

 

 

Zaterdag 29 oktober 2005 Man zit vast in brievenbus

Alkmaar – De Rijp ± 20 km

Bewolkt, droog, soms waterig zonnetje ± 19 °C (!!)

 

Toen we om 6.45 uur weg reden van huis was het nog aardig donker. Ongeveer vijf kwartier later, na even zoeken omdat we de verkeerde snelweg hadden genomen (A9 ipv A10), reden we langs het pontje waarvan we hoopten dat deze ons over het water kon zetten. Onderweg hadden we veel stijgende en dalende vliegtuigen gezien, soms echt heel laag. Het blijft toch altijd bijzonder om te zien als je langs Schiphol komt. Het pontje waar we intussen waren zag er echter niet uit alsof er auto’s op mee konden. Bij nader inzien hadden we mazzel; ook auto’s konden mee. Een nog iets wat duffe, maar wel vrolijke knul met donkere krullen, een buikje en een blauwe overall zette ons voor 1 euro 5 over. We vervolgden onze weg aan de andere kant van het water en kwamen al snel in De Rijp, een monumentaal dorpje. We moesten even zoeken naar een teken van het Trekvogelpad, en konden daarna de auto parkeren. Bij de bushalte hadden we nog even de tijd, en om 8.40 uur vertrokken we naar Purmerend. De bus reed niet langs het station; we moesten vanaf de rand van de stad een andere bus pakken. We hadden genoeg tijd dus besloten we om vanaf de halte naar het station te gaan lopen. Gelukkig liepen we goed en waren we op tijd bij het station. Met de trein gingen we naar Zaandam om daar snel over te stappen op de trein naar Alkmaar.

Alles ging goed, zodat we om 10.10 uur in Alkmaar uit stapten. We liepen naar de stad om daar de route weer op te pakken. Er bleek markt te zijn dus onderbraken we de route gelijk weer om even over de markt te lopen. Het was een lekkere grote markt, en bij een turks kraampje kregen we allemaal stukjes brood met tapenades en kruidencreme aangeboden. We besloten om een bakje ansjovistapenade en een bakje auberginecreme mee te nemen. De vrolijke man deed er nog wat peterseliemix bij, en met een nog lekkere nasmaak in onze mond liepen we weer verder. Bij de kraam van Het Stoepje kochten we nog twee kleine forcazzia’s en gingen daarna op zoek naar een lekker belegd broodje als ontbijt. We kwamen bij Bakker Bart terecht en namen een heerlijk broodje mee. Terwijl we langzaam door de stad terug liepen richting het Trekvogelpad aten we ons broodje op.

We kwamen er achter dat de route over de markt leidde dus hobbelden we maar weer tussen alle mensen door. Weer was de route onduidelijk gemarkeerd. Daar kwam bij dat je door alle kraampjes en mensen de markering niet zag, als er al markering was. We waren blij toen we de markt, en iets verderop de drukke binnenstad, achter ons lieten. Via een mooi, groot park liepen we verder, twijfelden ergens weer aan de route (er waren werkzaamheden geweest, de omgeving was veranderd en de markering was nergens meer) maar we gingen toch goed. We kwamen bij een groot, nieuw industrieterrein waar we helaas doorheen moesten. Toch was het nog best leuk want in de sloten zaten heel veel kleine visjes en op een klein stukje braakliggend land tussen grote loodsen in liep een groepje patrijzen. Even later liepen we weer door de Boekelemeerpolder. We zagen veel ganzen, kieviten en andere vogels die voor de trek aan het verzamelen waren. Een zwaan was uitgebreid aan het badderen.

We kwamen uit bij Akersloot, waar we ’s morgens het pontje hadden genomen. Ik moest enorm plassen en overal was het landschap zo open, zonder beschutte plekjes, dus ik was blij dat het café bij het pontje open was. Terwijl Remco twee colaatjes bestelde ging ik snel naar de w.c.. Wat luchtte dat op! De cola was heerlijk en daarna waren we klaar voor de 2e helft van onze wandeling. Het pontje vaarde net bij ons weg, we konden nog lekker even kijken. Aan de overkant stond een beste rij auto’s, de meeste waren eendjes. Ik denk dat ze een of andere gezamenlijke tocht hadden, Het pontje kwam terug met een knalroze eend, nog een eend en een gewone auto. Het paste precies. Terug aan de overkant, bij ons, vertelde dezelfde jongen van vanmorgen (hij leek wel een beetje op Daniel Lohues) dat hij precies op tijd was weg gesprongen tussen de twee eendjes vandaan; ze botsten zachtjes op elkaar. “Levensgevaarlijk” was zijn humoristische mening.

Aan de overkant moesten we een enge, drukke weg over steken voordat we verder konden. Onderaan de dijk met drukke weg volgden we een asfaltweg om na 1½ kilometer de polder in te slaan. We hadden deze dag alleen maar asfalt gehad, 12 kilometer lang, en we begonnen onze voeten te voelen. Bij de plek waar we zo’n beetje wilden pauzeren zagen we een picknickbank staan. Dat leek ons een mooi plekje. Maar helaas, vlak voor onze neus pikten twee fietsers het bankje in… We kozen er voor om 50 meter verderop ons kleed in het gras langs de sloot te spreiden. Eigenlijk nog veel leuker ook.

Na een half uur gingen we weer verder, over de dijk naar Driehuizen. Er stonden leuke huisjes, wel iets meer dan drie, maar we waren er zo doorheen. Langs een boerenerf liepen we het dorp uit om eindelijk onverharde grond onder onze voeten te krijgen. Heerlijk, ook al was het voor nog geen kilometer. Door de polder bereikten we het dorpje Noordeinde. Vlak er voor stond een tractor met drie boertjes erbij, druk aan het sleutelen. Een mooi gezicht.

Aan het eind van het dorpje werden we aangesproken door een man. Hij zat in een rolstoel met van die electrische knopjes, vooraan op de oprit. Hij was vrij fors en had een vriendelijke uitstraling. Hij vroeg of hij ons iets mocht vragen, wat natuurlijk mocht. Hij vroeg of we naar het eerste huis aan de oprit wilden lopen om zijn vrouw te halen. “Het is namelijk nogal een maf verhaal” zei hij, “maar ik zit met mijn arm vast in de brievenbus”. En inderdaad, hij zat tot boven zijn elleboog in de groene brievenbus. We moesten er met zijn drieën om grinniken, en gelukkig konden we hem vrij makkelijk uit zijn benarde positie bevrijden door het klepje iets verder open te trekken. Zelf kon hij zijn linkerhand niet gebruiken en dat maakt het dan gelijk heel lastig. Ik had eigenlijk ook bedacht of ik er geen foto van moest maken, maar ik vond het al gênant genoeg voor de man. We namen afscheid van elkaar, hij opgelucht en dankbaar, wij tevreden en onze lach in houdend. Dat was waarschijnlijk de laatste keer dat de man de post mocht halen van zijn vrouw…

Grinnikend liepen we verder naar Graft, ook al met van die leuke huisjes. Dit soort huisjes is vroeger gebouwd door Leeghwater. Aan het eind van de weg, waar de weg naar links ging richting De Rijp, stond een behoorlijk grote groentekraam. De kraam was onbemand, er stonden prijzen bij de producten en er stond een ‘kassa’. Er stonden bakjes aardbeitjes, spotgoedkoop; voor 1 euro konden we een kilo (!) aardbeitjes mee nemen. Dat kochten we samen met drie kilo stoofpeertjes voor drie euro. Dat is leuk boodschappen doen. Iets verderop was er een tuin die helemaal vol stond met kalebassen en pompoenen te koop.

Bij de auto hebben we onze rugzakken af gedaan, het geitje in het weitje ernaast twee aardbeien gegeven en zijn daarna even door het monumentale dorpje gelopen. Het zag er echt heel leuk uit. Rond kwart over vijf reden we weg, op naar huis. Het was een heerlijke dag en voor 29 oktober ook nog eens met uitzonderlijk goed weer. Het bleek een recordtemperatuur te zijn geweest.

Ook al hebben we, op een paar honderd meter na, alleen maar asfalt gehad, het was een mooi landschap waar we door heen kwamen. Er kwamen ook veel vliegtuigen over, niet al te hoog. Best leuk om eens te zien. Alle vogels en de leuke dorpjes gaven de polders nog wat extra’s. Het waren maar twintig kilometers, maar door al het asfalt voelden we ze wel.

 

 

Woensdag 7 december 2005 Door de polder

De Rijp – Purmerend (Padjedijk) ± 16 km

Bewolkt, even zonnetje, soms even regen ± 8 °C

 

Het is alweer 5 weken geleden dat we in De Rijp kwamen. In de tussentijd hebben we niet meer gelopen dus vandaag hadden we er zin in. Rond 7.45 uur reden we in het donker, weg richting Amsterdam. Al snel kwamen we in de file, en pas om 9.15 uur kwamen we aan in Purmerend. De volgende bus zou pas 50 minuten later komen. Zonde van de tijd, en in de file hadden we ook al zoveel tijd verloren, we besloten om iets verder door te rijden, naar Halfweg, waar we de auto langs de route parkeerden. Halfweg ligt aan een polderweg met aan beide kanten een sloot, en heeft geen algemene parkeerplaats. We moesten dus langs de weg pakeren.

Vol goede moed gooiden we onze rugzakken op onze rug en wandelden naar de bushalte in Purmerend. Na tien minuten kwam de bus, om ons twintig minuten later, om 10.20 uur, bij de bushalte in De Rijp af te zetten. We liepen door de straat richting het centrum, en kwamen weer langs het geitje waar we de vorige keer bij geparkeerd stonden. Het raadhuis van De Rijp heeft een mooie voorgevel en ik nam daar een foto van. Tijdens het afdrukken stopte mijn toestel ermee omdat de batterijen op waren. Dat was knap balen want mijn APS-toestel doet het momenteel niet omdat de lenskap niet meer open gaat… Voor mij geen foto’s dus vandaag. Drie foto’s van Remco later bleken ook zijn batterijen op te zijn maar hij had gelukkig nog wel nieuwe bij zich. Er was ook niet echt een winkeltje waar we ze zouden kunnen kopen, dus ik had gewoon pech. We liepen het prachtige dorpje door, en er weer uit, de dijk op. Over het asfalt en door de koude wind liepen we langs het water de polders van De Beemster door. We kwamen voorbij voormalig fort Spijkerboor en liepen verder langs het Noordhollandsch kanaal, over een fietspad. Het zonnetje brak door en weerkaatste venijnig fel op het wateroppervlak. Op de route lagen nog twee voormalige forten, maar geen van deze was te bezichtigen.

Na zo’n 13 kilometer zijn we in de berm langs het kanaal gaan zitten. Ooit had er waarschijnlijk een bankje gestaan. Na zo’n 20 minuten waren we weer een beetje bij gekomen en kregen het een beetje koud. Tijd om verder te gaan. Over twee rechte, geasfalteerde polderwegen kwamen we na zo’n 20 minuten bij de auto. We hadden 16 kilometer alleen maar asfalt gehad, en dat na 5 weken niet lopen; we waren best blij om bij de auto te zijn (rond 13.30 uur)

 

 

Zondag 11 december 2005 Schapen die voetballen?

Purmerend (Padjedijk) – Broek in Waterland ± 22,5 km

Bewolkt, ± 4 °C

 

We hebben de smaak weer te pakken, het Trekvogelpad gaan we dit jaar, hopelijk, voltooien. Vandaag stond Purmerend – Broek in Waterland op het programma; veel polder, water en asfalt. Om 7.05 uur vertrokken we van huis, en zolang we er woensdag over deden, zo snel waren we er nu. Met een half uurtje waren we in Broek in Waterland, en na even rond rijden zetten we de auto langs de route en bij de bushalte neer. We waren echt supervroeg; pas over krap een uur zou de bus komen. Toch? De informatie bij de bushalte zei heel wat anders. De info was ook van Connexion, terwijl het volgens mijn internet uitdraai van Arriva moest zijn. Er kwamen verschillende bussen langs. Nog niet de onze, maar we waren er ook wel erg vroeg. Om 8.38 uur kwam de bus, keurig op tijd, aangereden en stopte om ons in te laten. De buschauffeur was een vrolijke, bolle gozer, en vroeg of we naar Purmerend moesten. Voor de juiste halte moest hij even kijken, maar dat zou goed komen. We waren de eerste passagiers in de buslijn 103, Monnickendam – Purmerend, van Arriva. De nieuwe busmaatschappij, met een nieuwe regeling, was vandaag voor het eerst begonnen. Het was niet gelukt om de nieuwe bussen op tijd af te krijgen, dus we zaten in een oude bus die gisteravond nog vanuit Zwolle (!) naar Purmerend was gereden. Na een gezellig praatje werden we afgezet in het centrum van Purmerend. Al snel vonden we het beginpunt voor vandaag.

We werden gelijk de stad uit geleid, langs de andere kant van het Noordhollandsch Kanaal, aan de overkant van waar we vier dagen geleden liepen. Via de rand van Neck, een klein dorpje, liepen we langs de Wormerringvaart over de dijk door de koude wind richting Ilpendam.

Ik moest erg nodig plassen, maar nergens in het open polderlandschap, met nieuwbouwwijk en fietspad, gebruikt door hardlopers, wielrenners en hondenbezitters, was een plekje te vinden waar het beschut genoeg was om mijn broek te laten zakken. Het enige goede plekje dat we tegen kwamen was bezet door een eenzame visser. Niet eerlijk…

Het was koud in de polders, maar na heel veel asfalt kwamen we via Den Ilp bij het pontje naar Ilpendam. De schipper zag ons vanaf de overkant aankomen en kwam al onze kant op.

Op de route naar Ilpendam was er helaas geen cafeetje open waar we een borrel konden nemen ( 11.15 uur, maar het was koud!) en even naar het toilet konden. Door lopen dan maar, de polders weer in. Langs de Purmer Ringvaart liepen we via het fietspad over de dijk naar Overleek; allemaal huizen langs de doorgaande weg. We kwamen langs een hobbelig weilandje met twee schapen en twee voetbaldoelen. We maakten het geintje dat de schapen een potje voetbal konden spelen. Even later zagen we dat het ooit echt het voetbalveld van SV Overleek was geweest. We waren intussen wel aan pauze toe. We kwamen na zo’n 16 km asfalt (op 500 mtr na) een bankje voorbij gelopen, maar daarna duurde het natuurlijk weer heel erg lang voordat we er eentje tegen kwamen.

Met nog zo’n 3½ km te gaan kwamen we eindelijk een bankje tegen. Achter een heg en een bloembak, maar wel aardig in het zicht van een paar boerderijen, heb ik eindelijk mijn blaas geleegd. Lekker! Na een kleintje whisky gingen we na ruim een kwartier weer op stap om de laatste, koude polderkilometers voor vandaag af te leggen. Wederom asfalt.

Om 13.30 uur kwamen we weer bij de auto. Het was veel asfalt en polder, wat voorlopig nog wel even zo blijft, maar het was een erg lekkere wandeling.

Volgend weekeind hopen we verder te gaan.

 

 

Zondag 18 december 2005 Kattenwinkeltje

Broek in Waterland – Diemen (Muiderstraatweg), ± 25 km

Zonnig, een bui, -2 tot 5 °C

 

Om 6.50 uur reden we weg en om iets voor half acht waren we al bij de bushalte in Diemen. Onderweg hadden we een sneeuwbuitje gehad, maar op een enkele donkere sneeuwwolk na was de lucht nu onbewolkt. De maan en de sterren konden we nog zien.

Op het bordje bij de bushalte zagen we ‘onze’ lijn niet staan. Nu was in dit gebied vorige week Connexion vervangen door Arriva, maar ook de bestemming stond nergens en zelfs de haltenaam was anders. We keken even wat de naam van de zijstraat was en kwamen tot de ontdekking dat we verkeerd zaten en er waarschijnlijk iets verderop nog een halte zou moeten zijn. Op het moment dat we de auto in stapten om verder te rijden was het 7.36 uur, het tijdstip waarop ‘onze’ bus zou komen. Dat was jammer want nu konden we pas om 9.05 uur gaan lopen i.p.v. om 8.05 uur. We reden iets verder en kwamen bij een volgende bushalte. Hier kwam wel de juiste lijn langs. We konden de auto er vlakbij parkeren. Vanaf de vorige halte had ik nog geen bus voorbij zien komen, dus stiekem hoopte ik dat de bus door de ijzel te laat was.

Soms zit het mee en soms zit het tegen. Nou, vandaag zat het mee. De bus was inderdaad te laat waardoor wij toch nog precies op tijd waren! Na een kwartiertje stapten we uit een, voor zondagochtend 7.50 uur, vrij drukke bus, op het Buikslotermeerplein in Amsterdam. Ook hier stond niet het juiste busnummer vermeld, maar de bestemming konden we wel vinden. We hoopten maar dat hier de informatie ook nog niet was aangepast. We hoefden niet lang te twijfelen, de bus kwam er al snel aan.

Om 8.06 uur stapten we uit aan de overkant van waar we vorige week ’s ochtends op de bus hadden zitten wachten en waar die middag de wandeling was geëindigd. De zon zou pas over 40 minuten op komen maar het was al licht genoeg door de bijna volle maan die nog aan de hemel stond. Afgelopen nacht was er een laagje hagelachtige sneeuw gevallen wat iets extra’s gaf aan het polderlandschap en de huisjes. In het dorpje Broek in Waterland stonden veel van de karakteristieke houten huisjes die je in de streek veel ziet.

Door de winterse polders liepen we over een klein laagje krakende sneeuw, wat het asfalt een lekker zacht tapijtje gaf, richting Zuiderwoude. Via twee witte ophaalbruggetjes, die je hier ook overal ziet, liepen we het dorpje in en gelijk weer uit, de polders weer in. De zon kwam op en we zagen naast de sneeuwwolken ook prachtig roze-rode luchten. De vuurbol die iets daarna verscheen was geweldig en deed al snel zeer aan onze ogen.

Een kleine kilometer na Zuiderwoude kwamen we voorbij een hoeve waar leuke, gefiguurzaagde, katten aan het huis hingen. We stopten omdat ik graag foto’s wilde maken. Opeens ging het hek open. Een vrouw kwam naar buiten en liep het erf af. Ze vroeg of ze ons kon helpen. Ik vertelde dat we de katten aan het bewonderen waren waarop ze zei dat ze die zelf had gemaakt. Ze bleek een klein cadeauwinkeltje te hebben welke op zondag altijd om 11.00 uur open ging maar we mochten nu al wel even komen kijken. Het winkeltje had veel lelijke prullaria maar daartussen vond ik een leuk kattenboekje, ‘Kattenkwaad’. Een leuke verrassing voor de zondagochtend 9 uur. De vrouw had 7 katten zei ze, en we hoorden ook nog een paar honden. Eén kat zagen we, heel groot, bijna 10 kilo! Zo waren ze allemaal, zei ze.

We liepen weer verder over het polderweggetje en genoten van de honderden ganzen en kieviten die in de weilanden zaten en in groepen door de lucht vlogen. Na ongeveer twee uur lopen kwamen we door Ransdorp, ook al weer met prachtig gekleurde, houten huisjes. Bij de kerk met de stompe toren stond een stadhuisje uit 1652. Toen we over het asfaltweggetje het dorp verlieten was de weg opeens behoorlijk glad. Het fietspad waar we op liepen was bezaaid met druppels ijs en sneeuw. Op een gegeven moment was er zelfs een grote plas, bevroren, over het pad heen. Zonder te vallen vervolgden we onze weg naar Durgerdam. De zon scheen en weerkaatste fel op het natte en ijzige wegdek en water.

Bij Durgerdam werd de gladheid gelukkig minder. Durgerdam is een klein lintdorpje aan het IJ. Een lint van voornamelijk houten huisjes staat langs de binnenkant van de dijk. Achter deze huisjes staat de kerk en nog wat huisjes. Aan de andere kant van de dijk ligt een haventje en dat is het. De huisjes hadden vaak een ‘verzonken’ woongedeelte, iets lager dan de bovenkant van de dijk gelegen, en veel van de houten huisjes waren kleurig geschilderd. Net buiten Durgerdam, in de ronding van de dijk (Het Blauwe Hoofd), stond bovenop de dijk een bankje met uitzicht op het IJ. Precies op de plek waar we een pauze hadden gehoopt te houden. We nestelden ons lekker in het zonnetje en genoten van het uitzicht. We hadden wel gezien dat er achter ons een enorm donkere wolk onze kant op kwam. En inderdaad, binnen 20 minuten was de bui bij ons. Eerst stak er een wind op waardoor het gelijk een stuk kouder werd. Al snel vielen de eerste druppels. Snel pakten we onze spullen weer in, pet, das en regencape uit de rugzakken. We waren, na wat gestuntel met mijn heuptas, precies op tijd in onze regencapes gehuld. De koude regen werd erger. We liepen door de ijzige wind verder door de sneeuwachtige regen en waren blij dat de bui binnen een kwartier al weer was overgewaaid. Voordat we de Schellingwouderbrug over het IJ overgingen konden we de regencapes weer in de rugzakken proppen. We zagen de bui verder trekken terwijl bij ons het zonnetje al weer begon te schijnen.

Via de Zeeburgerburg staken we het Amsterdam-Rijnkanaal over. Langs het water, waar veel grote boten overheen kwamen, liepen we naar Diemen. Langs veel grote, vierkante flats liepen we over de rechte dijk en kwamen erg veel hardlopers tegen. Intussen hadden we al meer dan 20 kilometer asfalt gehad en begonnen we onze voeten en benen wel te voelen. Bijna aan het eind van de dijk langs het Amsterdam-Rijnkanaal kwam de laatste hardloper ons tegemoet. Remco zag dat het Hans Sibbel (Lebbis van Lebbis en Jansen) was.

Het eind kwam in zicht, nog 3 kilometer asfalt en dan waren we bij de auto. Het duurde wel lang, en alles begon steeds meer zeer te doen, maar het was een heerlijke dag! De temperatuur was lager dan vorige week, maar omdat de wind vorige week wel waaide en deze week niet voelde het veel lekkerder aan. Om 13.30 uur waren we bij de auto. We hebben vlakbij een snack gehaald en zijn naar huis gereden. Wat een lekker dagje.

 

 

Zaterdag 24 december 2005 Uit de bocht

Diemen (Muiderstraatweg) – Hinderdam, ± 20,5 km

Bewolkt, geen wind, ± 8°C

 

De dag voor kerst. Voor morgen hebben we een 6-gangen lunch gepland voor 13 personen. Door ons verzorgt. Eigenlijk hadden we dus helemaal geen tijd om vandaag te lopen, maar begin deze week zag ik op internet dat het vandaag de laatste dag van het jaar was dat het pontje bij Nigtevecht zou varen. Juist de pontjes zijn zo leuk en horen er ook echt bij. De hele week zijn we druk geweest zodat we vandaag toch konden gaan lopen. Dan lopen we woensdag naar Hilversum en maken we het zaterdag, de laatste dag van het jaar, af door naar huis te lopen. Wat gaat dat dan opeens snel.

Nadat we vanmorgen Tommie hadden uitgelaten stapten we in de auto en waren rond 8.00 uur in Nederhorst-den-Berg. We reden iets verder door en kwamen bij de juiste bushalte, precies op de route. De auto moesten we iets verderop parkeren. Om 8.15 uur kwam de bus die ons naar Weesp zou brengen. Daar moesten we bij een bepaalde bushalte overstappen op een bus naar Diemen. De buschauffeur wist niet welke bushalte dat was maar wilde ons blijkbaar zo graag helpen dat hij, al rijdend, in het schemerdonker op zijn kaartje probeerde te lezen en daardoor eerst de berm in reed om daarna met een wilde slinger op de andere weghelft terecht te komen. Het was maar goed dat het nog zo vroeg en dus rustig op de weg was. Het ging allemaal maar net goed maar aan de chauffeur was niets te merken; hij reed verder zonder iets te zeggen.

Toen we bij Weesp kwamen vroeg hij nog eens welke halte we moesten hebben en reed daarna bij elke halte langzaam voorbij om de haltenaam te kunnen lezen. We kwamen de juiste halte niet tegen maar kwamen wel tegelijk met onze bus naar Diemen aan. We stapten in en ook nu moesten we vragen of hij ons bij de juiste halte wilde afzetten. Na het voorvalletje met de eerste chauffeur wilden we eigenlijk niet het risico lopen om alsnog een ongeluk te krijgen omdat de chauffeur voor ons aan het zoeken was. Wij konden er natuurlijk ook niets aan doen, die man was gewoon onverantwoord bezig, maar toch durfde ik eigenlijk niet nogmaals om hulp te vragen. Toch deed ik het en helaas, de chauffeur wist het niet. Lekker handig. Gelukkig duurde het nog een tijdje voordat deze bus zou vertrekken en de man vroeg of we een kaartje bij ons hadden van waar we er uit moesten. Zo vroeg op de ochtend stonk de beste man al behoorlijk naar zweet maar hij deed wel 5 minuten zijn stinkende best om de juiste halte te bepalen. Het wandelkaartje was nogal onduidelijk en volgens mij stond de halte er net niet op. Door middel van een vragenspelletje over de omgeving dacht hij toch de juiste halte te weten, vlakbij de tramhalte en het stuk grond dat werd gesaneerd, wat wij ons wisten te herinneren van de vorige keer.

Rond 8.40 uur vertrokken we vanaf het station, reden heel Weesp door, daarna naar Amsterdam zuid-oost, dwars door de Bijlmer met al haar aftandse, lelijke en half afgebroken flats en pikzwarte mensen, om daarna via Duivendrecht naar Diemen te gaan. Duivendrecht is een piepklein dorpje dat helemaal is ingebouwd. Het heeft een leuk kerkje maar als je er vanaf de ene kant naar kijkt zie je de grote, moderne Arena erachter. Zonde. Na een lange omweg en 50 minuten later kregen we eindelijk het seintje dat we bij de halte waren waar we er uit moesten. Na een paar honderd meter lopen konden we eindelijk beginnen waar we de vorige keer van de route waren afgegaan. Langs het industrieterrein liepen we via een drassig gebied naar het Diemerbos. Het was een vrij jong bos en nu alle bomen kaal waren ontging het bosgevoel ons volledig.

We liepen verder langs het water van de Gaasp, waar we overigens allebei nog nooit van gehoord hadden, en liepen via Driemond naar Weesp. Toen we over een brug het Amsterdam-Rijnkanaal over staken zagen we weer parkieten rond vliegen. Langs het water liepen we Weesp in. We werden saai omgeleid, waarschijnlijk zodat de route langs het station zou leiden. We kwamen terug bij het centrum en werden via een park en een heel leuk straatje met allemaal houten huisjes naar de rand van Weesp geleid.

We kregen eindelijk, na heel veel weken Trekvogelpad, weer eens gras i.p.v. asfalt of een andere verharding van de wegen. Het was echter wel een heel erg drassig dijkje waardoor we bij elke stap weg glibberden of in de blubber weg zakten. Dat maakte het al met al wel zwaar en we waren bijna blij toen we weer asfalt onder onze vermoeide benen en voeten hadden.

Zelfs het stampen in een grote regenplas kreeg de kleiige modder niet van onze schoenen en schoenzolen. We liepen verder over een smal weggetje langs de Vecht, op zoek naar een pauzeplekje. Bij Zwaenwijck, een voormalig herenhuis of klooster of zo, zijn we op één van de drijvende aanlegsteigertjes op de Vecht gaan zitten. Terwijl het water onder ons door kabbelde genoten we van het zitten en het prachtige plekje. Later zouden we precies aan de overkant weer voorbij lopen, op weg naar de auto. Nu eerst nog even rust en de meerkoetjes voeren. Toen we er weer klaar voor waren gingen we verder en kwamen al snel in Nigtevecht.

Hier moesten we met het pontje de Vecht over. In het hutje bij het pontje zat een man een banaan te eten en tv te kijken. Hij kwam snel zijn hok uit, startte de motor en zette ons, gratis, over. Aan de overkant van de Vecht, met een paar woonboten, liepen we langs de rand van Nederhorst den Berg verder. De Vecht volgend richting fort Hinderdam kwamen we om 14.00 uur bij de bushalte en de auto uit.

Het was lekker om zo ontspannen te lopen, ook al waren we druk. En voor 24 december was de temperatuur behoorlijk aangenaam. Omdat er ook geen wind stond, konden we zonder jas lopen. Heerlijk.

 

 

Woensdag 28 december 2005 Eindelijk weer bos

Hinderdam (Nederhorst den Berg) – Hilversum (Drakenburgh), ± 20 km

Half bewolkt, af en toe n.o. wind, lichte vorst

 

Vanmorgen om 7.45 uur stapten we de kou en de auto in. Remco heeft vandaag een ‘wandeldag’ opgenomen, want tijdens de jaarafsluit zit dat er begin januari niet in. Een kwartiertje later waren we vlak bij de bushalte waar we de dag zouden beginnen. Door de kerstvakantie was het lekker rustig op de weg en hadden we daardoor de tijd om rustig de juiste halte en een parkeerplaats te zoeken. Na zo’n 20 minuten onder het viaduct van de A27 op de bus te hebben staan wachten, werden onze tenen toch wel behoorlijk koud. De busreis verwarmde ons iets maar op station Hilversum moesten we ruim een kwartier op de volgende bus wachten, wat dus voor de 2e maal koude tenen opleverde. Met deze koude stompjes stapten we uiteindelijk in bij een vrolijke, hippie-achtige buschauffeur. Hij controleerde onze strippen en we konden lekker warm gaan zitten. Er kwam een grietje binnen maar op het abonnement dat ze toonde mocht ze niet mee. Uiteindelijk betaalde ze voor 1 zone, 2 strippen dus.

Bij de volgende zone stapte er iemand uit, maar blijkbaar niet het bewuste meisje want de buschauffeur kwam van zijn stoel af en liep naar haar toe. Hij zei dat ze er hier uit moest. Ze protesteerde (in het engels trouwens) maar hij gaf aan dat er geen discussie mogelijk was; uitstappen of betalen. Ze koos voor het laatste en de bus reed weer verder.

Om 9.15 uur stapten we, blijkbaar en helaas, een halte te vroeg uit. We konden alvast wennen aan de koude polderwind. Wat later kwamen we, met naast ons een prachtig gekleurde ochtendhemel, bij het punt waar we een paar dagen gelden waren gestopt. Na een paar honderd meter stapten we de polders van de Ankeveense Plassen in. Door een drassig, half bevroren weiland ploeterden we vooruit. Het was maar goed dat de grond bevroren was want nog steeds zakten we af en toe weg in de modder. Verderop liepen we over de grasdijk met aan beide kanten het water van de Ankeveense Plassen. Rond de stengels van de oeverplanten zaten mooie klonten helder ijs.

Na zo’n 1,5 km kwamen we uit in Ankeveen en liepen vanaf daar over een geasfalteerd fietspad door de polders naar ’s Graveland. We zagen een ooievaar.

Over een glibberig fietspad kwamen we bij landgoed Boeckestein. De route liep door het bosachtige park van het landgoed. We zagen koperwieken. De markering was er slecht maar door mijn kundig kaartlezen liepen we toch goed. We zagen, en hoorden vooral, een stel raven of roeken. Het blijven bijzondere geluiden die ze maken. Eindelijk liepen we weer in bos, zo lekker! Overal lag nog steeds een klein laagje sneeuw en gelukkig was er niet een hele harde, ijzige wind. We hadden ons precies goed gekleed voor vandaag.

We kwamen bij de Westerheide van Hilversum en gingen op zoek naar een bankje voor onze pauze. Natuurlijk was er geen bankje te bekennen, zelfs geen eentje die bezet was. Met nog een kilometer Westerheide te gaan besloten we onder een boom ons kleed neer te leggen. Remco had kleine opblaaskussentjes mee genomen die nu voor een mooi isolatielaagje tussen onze kont en de koude grond zorgde. We zaten heerlijk in het zonnetje, koud maar erg aangenaam.

Na ongeveer een uurtje lopen zouden we bij de auto komen. Ondanks af en toe een slokje whisky begonnen we af te koelen en kregen we het koud dus besloten we om aan die laatste kilometers te beginnen. We doorkruisten het laatste stuk van de Westerheide. Zonder het echt te merken waren we vanaf Ankeveen, 0,5 m onder NAP, ruim 20 m boven NAP ‘geklommen’. We liepen verder door een stukje bos en kwamen uit op de Zuiderheide. We kwamen langs een stuk of wat loslopende Galloway runderen of zo. Iets verderop kwamen we langs 7 grafheuvels. Door het bos liepen we het laatste stukje richting de A27 en over het bospad daarlangs kwamen we bij het viaduct waar we vanmorgen op de bus hadden staan wachten. Iets later, om 13.45 uur, kwamen we bij de auto. Zaterdag as. gaan we voor het laatste stukje Trekvogelpad, naar huis.

 

 

Zaterdag 31 december 2005 Laatste etappe op de laatste dag van het jaar

Hilversum (Drakenburgh) – Soest (Pijnenburg), ± 18 km

Bewolkt met af en toe een klein buitje, ± 3°C

 

Op de laatste dag van het jaar wilden we de laatste kilometers van het Trekvogelpad lopen. Gisteren aan het eind van de middag begon het te sneeuwen en ’s avonds konden we nog een mooie, winterse avondwandeling maken door een prachtige laag poedersneeuw. ’s Nachts was de temperatuur echter gaan stijgen waardoor het vanmorgen al flink aan het dooien was. Ondanks de voorspelde ijzel en gladheid vielen de wegen goed te berijden en Corry was zo lief om ons een slinger naar het beginpunt van vandaag te geven. Iets over negenen reden we in ‘onze’ taxi weg. Het scheelde ons ruim een uur met de bus en wachten tussendoor, dus dat was luxe!

Om 9.20 uur begonnen we aan onze laatste Trekvogelpad-etappe. Over een asfaltweggetje met een laag glibberige, half ontdooide sneeuw gingen we verder vanaf het punt waar we afgelopen woensdag weer bij de auto waren uitgekomen. We staken het spoor over en gleden het bos in. De natte sneeuw maakte het lopen zwaar maar alles zag er wel mooi uit.

We moesten voorzichtig lopen want door de sneeuw zag je niet waar je liep, wat betekende dat je af en toe in een kuiltje stapte of door ijs, met daaronder een plas water, zakte. De rest van de tijd gleden onze voeten alle kanten op. Na een paar kilometer kwamen we bij het landgoed van kasteel Groeneveld waar er op de paden meer een laag glibberig ijswater lag dan sneeuw. Al met al konden we vandaag niet echt tempo maken maar toch was het een leuke afsluiting van het jaar, speciaal.

We waren nu eigenlijk vlak bij huis, de route echter ging naar de Laage Vuursche voordat we langs Soest zouden komen. Bij het Baarnsche Bosbad konden we de route even niet meer volgen, terwijl het hier in de buurt juist zo goed was aangegeven. Volgens de tekst moesten we rechtsaf, volgens het kaartje rechtdoor en volgens de markering naar links! We kozen er voor om de markering te volgen om dat dit recenter is dan het boekje. Na een paar honderd meter ging de route toch echt de verkeerde kant op dus zijn we weer omgedraaid en volgden vanaf nu de tekst. We werden ingehaald door een glibberende hardloper (foto van gemaakt, het zag er zo grappig uit) en kwamen we uiteindelijk een stukje verderop uit op de weg waar we eerder de route niet meer konden volgen. Het kaartje welke ‘rechtdoor’ liet zien was dus de juiste route geweest. Altijd de laatste optie die goed is, zo gaat het nou eenmaal.

We zaten nu in ieder geval weer op de route en gingen verder door de bossen, op naar de Laage Vuursche. Vlak voor het dorp, zo’n 13 km na onze start vanmorgen en 2,5 uur lopen, zakten we moe neer op een bankje in het bos. Een plastic bankje, neergezet door particulieren dus waarschijnlijk speciaal voor mensen zoals wij, mensen die heel hard aan een rustplek toe zijn. Voor een betrekkelijk korte afstand waren we al lang onderweg en voelden we onze benen en voeten behoorlijk. De sneeuw maakte het erg zwaar, telkens moesten onze spieren en gewrichten ons in balans houden en dat viel niet altijd mee. Gelukkig kwamen we dit bankje tegen en konden we nu tenminste even bijkomen. Tijdens onze pauze, op een kruising van boswegen, met een woning in één van de hoeken, kwam een reiger van het huis af door het bos gevlogen om daarna weer open land te zoeken. Knap hoe deze vogel zich tussen de bomen door wist te manoeuvreren. Als we niet hadden gezien dat het een reiger was hadden we ons afgevraagd welke grote roofvogel het zou zijn.

Na ruim een kwartier kregen we het een beetje koud en maakten we ons klaar om verder te gaan. Al snel kwamen we bij de Laage Vuursche. De weg waarover we het dorp binnen liepen hadden we met het Utrechtpad ook al gelopen. De straat stond toen aan beide kanten vol met geparkeerde auto’s en overal waren mensen. In een waas zijn we daar toen langs gelopen. Nu was het er heerlijk rustig. We gingen verder met de laatste kilometers naar Soest over de 300 Roedenlaan, een lekker breed bospad. Ook hier hadden we met het Utrechtpad gelopen. Aan het eind van het pad ging het Utrechtpad naar links en het Trekvogelpad naar rechts. De vorige keer waren we echter ook naar rechts gegaan, naar huis, tijdens een sneeuwstorm. Deze keer geen sneeuwstorm maar wel een wit en glibberig pad. Langs de Charlottehoeve en het pad achter de Wieksloot liepen we naar het eindpunt van het Trekvogelpad.

Rond 13.30 uur waren we thuis. We waren nog niet eerder zo moe geweest van 20 km maar waren wel voldaan van het ploeteren en het beëindigen van het Trekvogelpad. Het was een leuk pad maar leidde wel over veel asfalt. In 2006 gaan we het Waterliniepad proberen. Ik heb er zin in.