HOME

OVERZICHT

Links en tips CONTACT GASTENBOEK

Vakantie

FOTO'S

Noorwegen 2009, Innfjorden. 29 mei t/m 15 juni 2009

 

Welkom op de webpagina van Remco en Violet. Hier kan een ieder mee genieten van onze vakantie in Noorwegen, een schitterend land! 

Elke dag hebben we een verslag gemaakt van wat we hebben gezien en gedaan. Daarnaast hebben we heel veel foto's gemaakt!

 

 

Zaterdag 30 mei 2009 Norway, here we come!

Zondag 31 mei 2009 Welkom in Noorwegen

Maandag 1 juni 2009 De Atlanterhavsvegen

Dinsdag 2 juni 2009 Dagje niks

Woensdag 3 juni 2009 Atlanterhavsparken, Alesund

Donderdag 4 juni 2009 Stavkirkje Rodven, Mardalsfossen

Vrijdag 5 juni 2009 Trollstigen, Geirangerfjord, Dalsnibba

Zaterdag 6 juni 2009 Kaarten posten op Trollstigen

Zondag 7 juni 2009 Kvernes Stavkirkje, Kristiansund

Maandag 8 juni 2009 Runde, vogeleiland

Dinsdag 9 juni 2009 Even bijkomen

Woensdag 10 juni 2009 Aursjovegen

Donderdag 11 juni 2009 Trollkyrkja

Vrijdag 12 juni 2009 Laatste dag in het huisje

Zaterdag 13 juni 2009 Jotunheimen, Peer Gyntweg, Hotel Amundsen

Zondag 14 juni 2009 Boot Oslo - Kiel

Maandag 15 juni 2009 Terug naar huis

 

Zaterdag 30 mei 2009 Norway, here we come!

Soest – Kiel – Oslo (534 km gereden)

Lekker weer, zonnig, op boot vrij veel wind, 20C

 

Eindelijk, vandaag begonnen we aan de reis naar Noorwegen, het land waar we 6 jaar geleden verliefd op zijn geworden. Gisteren waren we natuurlijk hartstikke druk met alle voorbereidingen; het inpakken van de laatste dingen, auto vol laden, schoonmaken en op tijd naar bed gaan.’s Ochtends had ik nog 1,5 uur bij de kapper gezeten om m’n haar te laten stijlen waarna ik weer beste koppijn had door alle heftige chemische luchten. Dat kon de voorpret echter niet deren! Volgens planning aten we (voor ons doen) zeer vroeg zodat we snel in bed konden liggen. Een badje moest mij daarmee helpen, want vroeg gaan slapen is niet mijn sterkste kant… Het badje miste zijn uitwerking niet, rond een uur half elf was ik onder zeil. Ook Remco had gelukkig weinig moeite om in slaap te komen. Na een verkwikkende nachtrust ging de wekker om 3.00 uur, we werden soepel wakker en begonnen met de laatste dingen. De katten en papegaai kregen eten en werden nog even lekker geknuffeld, de koelbox en -tassen werden ingepakt en de laatste spullen kregen een plekje in de auto. Het paste allemaal, gelukkig, en we hadden zelfs nog wat ruimte over. Onze eerste reis met de Ford Focus kon beginnen! De Ford zakte beduidend minder door zijn hoeven dan de Fiat Punto altijd deed, de Punto hing bijna op de grond als hij vol geladen was, daar was met de Focus nu geen sprake van.

Blij dat we tot nu toe alles hadden gered stapten we in de auto en reden naar Duitsland toe. Omdat het Pinksterweekend was begonnen en er wegwerkzaamheden tussen Bremen en Hamburg waren wilde ik ruim de tijd hebben voor de reis naar Kiel, alwaar we op de boot naar Noorwegen moesten stappen. We moesten uiterlijk om 13.00 uur bij de boot zijn, vanaf Soest zo’n 5 uur rijden. Op zich hadden we dus later kunnen vertrekken maar we wilden wel een stuk zekerheid inbouwen. Stel je voor dat we de boot zouden missen… Dan zouden we best een probleem hebben, want er gaat maar 1 boot per dag, en alles is vol geboekt… Geen risico’s dus.

Om 6.30 uur reden we over de grens, Duitsland in. Het gaspedaal kon ingedrukt worden, de Focus kon laten zien dat hij een slagje sterker was dan de Punto. Alles verliep voorspoedig, en toen we bij de eerste kilometers wegwerkzaamheden aan kwamen konden we nog goed door rijden. Het was natuurlijk nog vroeg, maar toch was het al behoorlijk druk op de snelweg. Al snel werd het zo druk dat we bij de wegwerkzaamheden toch wat langzamer moesten rijden, er ontstond op sommige punten wat oponthoud. Elke keer was het een stuk van een kilometer of zes, dan weer een stukje weg zonder werkzaamheden, dan weer langzaamaan. Doordat we een speling hadden ingebouwd zaten we niet te stressen of we wel op tijd bij de boot zouden arriveren. Ook al kon er natuurlijk nog van alles mis gaan… Je hoeft maar 1 flinke file te hebben om een paar uur vertraging op te lopen… Maar de vakantie was ons gegund, rond 11.00 uur reden we Kiel binnen en zochten een zaak om te snacken. Terwijl we de stad in reden zagen we aan de andere kant van het water de grote cruiseschepen liggen. Ook de onze lag klaar, de grootste van allemaal! We vroegen ons af op welk van de vele (13) dekken we een hut zouden hebben, en hoopten dat het niet, zoals de vorige keer naar Noorwegen, ergens onder in het schip zou zijn waar je het bed uit trilde door de motor. Maar eerst moesten we wat eten. We vonden een McDonalds en een parkeerplekje, en binnen een half uur waren onze magen gevuld en konden we naar de boot. Natuurlijk reden we weer iets te ver door, maar daardoor kwamen we wel langs een tankstation waar we de auto vol gooiden voor morgen. Iets voor twaalven sloten we aan in rij 2 voor de boot. Vanaf 13.00 uur zou het inchecken beginnen, maar een kwartier voor tijd gingen rij 1 en 3 al rijden. Dat schoot lekker op dus. Dachten we… Terwijl beide rijen naast ons al lang leeg waren stonden wij nog steeds te wachten in de rij. Het duurde best lang voordat er wat gebeurde, maar uiteindelijk konden we moeiteloos de boot op rijden. Toen de auto op de juiste plek stond was het vrij krap om je spullen te pakken, maar alles wat we op de boot nodig hadden en/of niet in de auto wilden achter laten konden we verzamelen. Nu moesten we ons nog tussen de rijen auto’s door wurmen om bij de toegang naar de hutten, winkels en restaurants te komen. Het viel niet mee, alle auto’s stonden zo dicht op elkaar dat je echt op moest letten, maar uiteindelijk vonden we de deur waar we doorheen moesten. We stonden op dek 4A en moesten naar dek 11 om bij onze hut te komen. Het bleek dat dek 11 boven lag dus we sjouwden 7 verdiepingen omhoog. Niet met de lift, dat was ons te druk, maar alle 7 verdiepingen met de trap. Natuurlijk waren we bekaf toen we bij onze hut aan kwamen, maar ook dit hadden we gered. Het was erg warm in de hut, maar gelukkig konden we de temperatuur aanpassen. Ook vonden we een klein koelkastje waar we onze drankjes in konden koelen. Toch wel lekker! Nadat we een beetje waren bij gekomen gingen we de boot maar eens bekijken. Het zag er allemaal luxe uit. Om 14.00 uur vertrok de boot keurig volgens planning.

We bekeken wat waar te doen was (zwembad, winkelstraat met winkeltjes en restaurantjes, casino, spelletjeshal, tax free shop, alles sjiek en zelfs met glazen liften) en eindigden op het zonnedek, aan de achterkant van het schip. We namen een halve liter beker bier en namen plaats op een ligstoel, lekker in de zon. De wind waaide behoorlijk maar de zon zorgde voor evenwicht. In onze (dunne) afritsbroek en trui (mouwen eventueel opgestroopt) was het heerlijk. De wind woei mijn pas geknipte haren heen en weer, de haren die daarvoor zo lekker in een staart hadden gezeten ontsnapten in rap tempo aan mijn elastiekje. Het was genieten, de zon, de wind, het vakantiegevoel, zalig! Om met een boek, een biertje en de zon op een ligstoel op de dek te liggen was toch wel ultiem genot. Hoewel, het was nog beter geweest als er wat minder wind was, maar een zeur die daar over klaagt! We konden nu in ieder geval onze witte voeten een beetje laten bij kleuren zodat ze iets meer bij onze licht gebruinde benen passen.

Nadat we een beetje hadden gelezen en gedommeld gingen we terug naar de hut om uit de wind te zijn en op bed wat rust te pakken. Het duurde niet lang voordat Remco in dromenland was, en ik dommelde na een paar bladzijden lezen ook een beetje weg. Om 18.00 uur ging ik een peukje paffen op het dek. Gelukkig had ik voor de zekerheid mijn fototoestel mee genomen; we kwamen namelijk net onder de brug tussen Denemarken en Zweden door. Daar waren we 6 jaar terug natuurlijk ook al onderdoor gekomen, maar het blijft mooi. Terwijl Remco nog lag te dromen maakte ik een paar prachtplaatjes. Het zonlicht achter de brug was fantastisch! Het licht weerkaatste fel op het zeewater waardoor de brug een extra dimensie kreeg. Echt geweldig! Ik ben er al aan gewend geraakt dat ik Remco soms op dit soort prachtmomenten moet missen omdat hij op één oor ligt, ook in mijn eentje is het mooi. Geweldig om de auto’s en vrachtwagens over de brug te zien rijden; zo ontzettend klein! Het spel tussen licht, water en brug (vorm en kabels) was perfect, maar wat ging de boot toch snel… Na een paar foto’s voeren we al onder de brug door. Indrukwekkend om te zien hoe hoog onze boot was en hoe hoog de brug. Bijna raakten zij elkaar, maar uiteraard is het één op het ander afgestemd. Er kan in ieder geval nooit een extra verdieping op een cruiseschip als deze komen want dan kan hij niet meer onder de brug door.

Toen ik terug in de hut kwam werd Remco een beetje wakker. We liepen een rondje over de sjieke boot en eindigden weer op het zonnedek. We pakten twee stoeltjes en gingen voor zover mogelijk een beetje uit de wind zitten. De avondzon scheen op onze gezichten, de wind wapperde onze haren heen en weer. Met mijn ogen dicht kwam ik in mijn “innerlijke stilte”, het heerlijk rustige, ontspannen en tevreden gevoel wat ik kan krijgen. Misschien dat het een soort van trance of meditatie is, ik weet het niet, sinds vandaag noem ik het echter zo. Dit gevoel van innerlijke stilte overkomt me als ik buiten ben in de elementen van de natuur. Zon, wind, rust, ze nemen me mee op reis. Op reis naar waar? Naar een andere dimensie, een wereld waarin ik (anders) gelukkig ben, waar ik thuis ben en me zo licht als een veertje voel. Of zo. Een gevoel hoef je ook niet altijd uit te leggen, soms is het er gewoon en is dat genoeg.

We gingen weer terug naar de hut om nog even te lezen. Er kwam een sms van Camille binnen: of we nog op de boot zaten? Grinnikend stuurde ik terug dat we er als het goed was tot de volgende ochtend 10.00 uur op zouden zitten. Rond 20.15 uur zochten we het restaurant op waar we hadden gereserveerd voor het buffet van 20.30 uur. We zagen allerlei soorten mensen in allerlei soorten kleren, van sjieke avondkleding tot makkelijkere kleding. Wij waren uiteraard van het simpele slag maar er liepen er genoeg in galajurk of strak pak! We snappen allebei niet waarom je in godsnaam in zulke mooie kleding op een boot rond paradeert, maar dat zal wel aan ons liggen…

Bij de ingang van het restaurant was het al druk met wachtende mensen (de deuren van het restaurant waren nog dicht) maar al snel konden we naar binnen. Het was even onduidelijk hoe alles werkte maar uiteindelijk kon ik ons voucher bij de balie overhandigen en werden we naar ons plekje gebracht. En hoe romantisch: we zaten pal naast de piano die werd bespeeld door een dame. Ze speelde vol overgave de mooiste romantische nummertjes, het leek wel speciaal voor ons! Niet dat wij (of ik) nou zo romantisch zijn, maar dit voelde wel speciaal. We bestelden een fles rosé en liepen naar het buffet. Hier vulden we onze bordjes met koude vleesjes en andere koude gerechtjes. Toen we bij ons tafeltje terug kwamen stond er een fles rosé en een glas met een klein bodempje om te proeven. De wijn was lekker, het eten was lekker, de service was goed, pianospel direct naast ons maakte het feestje af.

Mijn lege bordje werd gelijk afgevoerd, de wijn werd bijgeschonken, ook al waren er veel gasten, het hele team was er klaar voor om iedereen zo goed mogelijk ‘in de watten te leggen’. We gingen voor een 2e bordje eten, nu werd het vis en schaaldieren. Het zag er allemaal prachtig uit, echt waar. Schitterend mooi rode rivierkreeftjes, grote garnalen, kleine garnalen, kaviaar, makreel, zalm en ga zo maar door. Je moet er van houden, maar er was keus genoeg. Het warme buffet met aardappels, nasi, vlees en nog meer hebben we deze keer maar overgeslagen, er lag al zoveel anders lekkers.

Na deze 2 porties ging ik een peukje roken in het tegenoverliggende casino, volgens mij de enige plek op het schip waar je binnen mag roken. Tussen de gokautomaten in begon ik aan mijn verslaving, niet helemaal op mijn gemak tussen alle knipperende lampjes op de automaten maar wel blij met de benodigde nicotine… Al snel was ik terug bij Remco, maar ik zat nog niet of ik stoof weer overeind: zonsondergang! Hup, hup, hup, snel naar boven, het dek op! Remco bleef rustig zitten om zijn sla op te eten. Even twijfelde ik of ik met de trappen zou gaan of met de lift, maar ik zag dat ik geen tijd te verliezen had, de lift dus! Op dek 12 liep ik snel naar buiten en nam zoveel mogelijk foto’s terwijl ik intussen ook nog ‘live’ probeerde te genieten van die grote rode bol die in de zee verdween. Na dit schouwspel ging ik zo snel mogelijk weer naar Remco, die aan het tafeltje in het restaurant op me wachtte tot ik tijd had voor het dessert. We pakten een nieuw bordje en zochten het fruit op. Ergens had ik nog een mooie vrucht zien liggen (weet de naam even niet, een soort van cactusvrucht, maar dan zonder stekels) dus ik trok de stoute schoenen aan en vroeg of ik die mocht pakken. Ja hoor, natuurlijk mocht dat. Hmmmmmmmmm.

Na het fruit haalde Remco nog wat gebak en koffie en thee. Het gebak was natuurlijk voor Remco (wat moet ik met die zoetigheid?!), hij smikkelde nog even door. Toen de fles rosé op was en de thee en koffie ook vroegen we om de rekening en vertrokken. Het was intussen 22.30 uur, de hoogste tijd om te gaan slapen? Nou, niet dus! Eerst nog even het verhaal van vandaag tikken, nog een rondje maken en een peukje doen, genieten van het avondgloren aan de horizon en nog even een bezoekje aan het casino voor een windstil rookmoment. Er waren aardig wat mensen in het casino, aan de speeltafels maar ook zeker achter de gokkasten. We zagen een man die al even bezig was. Zijn geld was op dus wilde hij een briefje (van € 10,- ?) in de gokkast gooien. De kast spuugde het briefje echter keer op keer uit (vals geld?) en de man bleef het maar proberen, telkens met het zelfde briefje. We bleven wachten om te zien welke vorm zijn frustratie zou nemen, hoe lang hij het zelfde briefje zou proberen en wat er daarna zou gebeuren. De man raakte rustig aan wat meer geïrriteerd en drukte op een aantal knoppen, wat natuurlijk geen effect had. Na nog een paar pogingen haalde de man zijn portefeuille tevoorschijn en pakte een ander briefje. Hij zat al klaar met zijn hand om het uitgespuugde briefje weer op te vangen en terug te douwen, maar de automaat was nu wel tevreden, het briefje werd opgegeten en kwam niet meer terug. De man kon weer verder met het drukken op de knop. Net zo zinloos als roken…

Het was intussen al middernacht, we besloten naar de hut terug te keren om nog even wat te lezen en te tikken. Toen we over de smalle gang naar onze hut liepen kreeg in een vrijwel onbedwingbare neiging om op de metalen deuren van de andere hutten te bonken, het was overal zo stil en de deuren waren zo verleidelijk… Ik heb me heel braaf ingehouden, maar wat had ik het graag willen doen!

 

0.30 uur, Remco ging pitten, ik tikte nog even verder, rookte nog een peukje en probeerde daarna ook maar eens de slaap te vatten. Was alleen bang dat ik zou gaan dromen over al die dikke Duisters die we vandaag hebben gezien!

 

Toen ik ‘nachts buiten op het dek mijn peukje rookte kon ik genieten van het fantastische uitzicht over de zee. Achter ons, richting Duitsland, was het donker, maar richting Noorwegen was het nog prachtig met avondrood verlicht. Daar stond ik dan, helemaal alleen op een dek wat ’s middags nog overbevolkt was. Het was zalig, ik voelde me helemaal in mijn element! De wind door mijn haren, het geluid van de zee en de golven die de boot (in het verder rustige water) maakte, het zachte gebrom van de boot, ik genoot. Om alles extra te voelen wilde ik het liefst mijn ogen sluiten, maar ja, er was ook nog die prachtig verlichte horizon. Dus stond ik het ene moment met mijn ogen dicht om ze daarna toch maar snel weer open te doen, want ik wilde niets missen. Stiekem wist ik dat ik echt naar bed moest gaan, maar ik wilde nog niet. Dus bleef ik daar staan genieten. Het was ook echt te mooi: een donkere zee, daarboven een dikke streep roze-rood avondgloren, en daarboven kleurde de lucht van lichtblauw naar turkoois en naar donkerblauw. Het was al bijna 1.00 uur, wat fantastisch om een voorproefje te krijgen van de lange dagen in Noorwegen, met nachten dat de zon maar even onder gaat en het niet echt volkomen duister wordt. Nog even…

Uiteindelijk dwong ik mezelf om naar binnen te gaan, ik had het moment al te vaak uitgesteld, het was echt de hoogste tijd om te gaan pitten!

 

 

Zondag 31 mei 2009 Welkom in Noorwegen

Oslo – Innfjorden (494 km gereden)

Zonnig, boven de 20 C

 

Om 5.45 uur werd ik wakker. Meestal heb ik redelijk veel moeite om wakker te worden, maar vandaag stond ik gelijk naast het bed. Ik wilde weten waar we waren, of er al iets te zien was en hoe het weer was. Remco werd ook een beetje wakker maar bleef nog even liggen. Gewapend met m’n fototoestel snelde ik een verdieping naar boven, daar kon ik het dek op. Dacht ik tenminste… Er werd echter druk schoon gemaakt, met brandslangen werd het dek schoon gespoten. Nou, daar wil je dan echt niet staan! Dus nog een verdieping omhoog, daar kon het wel. We waren al behoorlijk dicht bij Oslo, aan weerszijden zag ik de kust van Noorwegen liggen. Het was nog rustig met mensen, het zonnedek was uitgestorven en verder liep er een enkele vroege vogel rond.

Ik liep terug naar de hut, dacht ik… Verdwaasd keek ik om me heen, ergens klopte er iets niet. Ik stond nog een verdieping te hoog! Toen ik terug kwam in de hut ging Remco even douchen. Daarna gingen we samen weer naar boven om buiten te kijken. Helaas werd er nu overal met water gespoten, echt prettig was het niet. We werden van onze droge stoeltjes verdreven naar het hoogste dek, waar alle stoeltjes nat waren van de schoonmaak die daar al was langs geweest… Hadden ze dat niet ’s nachts kunnen doen terwijl iedereen sliep?! Iets verderop vonden we een bankje dat we een beetje droog probeerden te maken, en even later zagen we droge stoeltjes. Die namen we in bezit en in de ochtendzon begonnen we in onze boeken te lezen. Het was heerlijk! Er kwamen steeds meer mensen een kijkje op het dek nemen. Na een uurtje besloten we weer even naar de hut te gaan. Aangezien ik een redelijk korte nachtrust had gehad besloot ik mijn oogjes nog even toe te doen voordat we van de boot af zouden moeten. Na zo’n 3 kwartier dommelen werd ik wakker, het was 9.15 uur, nog even en we zouden in Oslo aan komen. We gingen nog even op het dek kijken, waar het inmiddels zwart zag van de mensen. Niet veel later konden we met onze spullen naar de auto gaan. We sjouwden van de 11e verdieping naar de 4e en stonden onder aan de trap met een aantal motorrijders te wachten tot de deur naar het autodek open zou gaan. Een Duister wilde zelf wel even proberen of de deur echt niet open kon… Wat dacht ie nou? Dat niemand dat nog had geprobeerd??? Het lukte dus ook niet. We stonden er braaf te wachten, maar toen er een schoonmaakster ofzo voorbij kwam vroeg iemand wanneer de deur open zou gaan. Ze dacht dat we dan bij een andere deur moesten zijn, aan de andere kant van het schip. Braaf liepen we allemaal de trap op naar de bovengelegen verdieping, liepen naar de andere zijde van de boot en gingen daar weer met een trap naar beneden. Ja hoor, hier was DE deur, en die stond open. Snel wurmden we ons met alle spullen tussen de auto’s door. Bij de auto aangekomen hadden we het bloedheet. Snel deden we onze trui uit en gooiden de spullen in de auto. Onze ervaring met boten was dat het wel even duurde voordat je van de boot af kon rijden, maar deze keer ging het enorm snel, al om 10.10 uur reden we naar buiten.

Nu nog door de douane heen komen. Omdat alles in Noorwegen zo duur is, vooral drank, hadden we wat meer drank mee genomen dan toegestaan (je mag namelijk bijna niets in voeren), maar de vorige keer waren we niet gecontroleerd… We wilden best een klein risico nemen door wat extra mee te smokkelen. We hadden dus wel wat aan te geven, maar deden dat natuurlijk niet. Zonder problemen reden we door de douane het terrein af, Oslo in. We reden gelijk de juiste weg op en waren al snel Oslo uit. Het landschap was hier nog niet zo bijzonder en wegwerkzaamheden vertraagden het tempo. Maar ach, we waren in Noorwegen en het huisje stond vast op ons te wachten. Bij een meertje met parkeerplaats en een kiosk stopten we even om wat te eten. Bij de kiosk haalde ik een klein stokbroodje gezond en Remco nam brood wat we mee hadden genomen uit Nederland. Ook de Hollanders die we in Duitsland op de parkeerplaats hadden gezien en later voor ons geparkeerd stonden op de boot kwamen hier een korte pauze houden. Ze zouden toch niet ook een huisje in Innfjorden hebben hè?!

We reden verder naar het noorden, het landschap om ons heen veranderde langzaam. De weg bracht ons langs Hamar, waar we het Olympisch (schaats)stadion zagen liggen. Een tijdje later, rond 13.00 uur bereikten we Lillehammer. Op één van de heuvels zagen we de skischansen liggen. Ze leken maar klein zo vanuit de verte. Op advies van het reisbureau verlieten we kort na Lillehammer de hoofdweg en begonnen aan een korte omweg over een leukere weg. Het begon een beetje triest; weer allemaal wegwerkzaamheden en dus veel troep en machines. Maar het werd al snel beter. We zagen de eerste plukjes sneeuw op de bergen liggen en kwamen langs de eerste waterval. Dit was het Noorwegen wat we wilden! De weg slingerde zich door het landschap, de bergen om ons heen werden hoger. De weg kwam uit bij Vinstra waar we over twee weken op de terugweg een nacht zullen verblijven in een hotel gerund door Nederlanders. We vingen een glimp op van het hotel, prachtig aan een rivier gelegen, met aan de andere kant van het water een mooi kerkje.

Nu wilden we echter naar ons huisje voor de komende 2 weken toe. Het was inmiddels 15.00 uur en we hadden nog wel een stukje voor de boeg. We volgden de hoofdweg weer en zagen steeds meer sneeuw en watervallen. De weg kronkelde mee langs een woest kolkende rivier, en om iets voor zessen kwamen we aan bij Andalsnes. Vanaf hier was het nog maar een klein stukje naar het huisje, eerst door een tunnel van 6,6 kilometer en dan moesten we na ongeveer 10 minuten een zijweggetje nemen. Binnen 2 minuten zagen we een weggetje, dat kon het wel eens zijn… Maar in de beschrijving stond 10 minuten. We reden dus verder maar al snel besloot ik dat het niet klopte, we moesten toch echt dat ene weggetje in. Zo gezegd, zo gedaan, en ja hoor, daar was de boerderij en daar was ons huisje. We parkeerden de auto op het terrein en belden aan. Een vriendelijk uitziende man deed de deur open. Hij had een vragende blik in zijn ogen. Toen ik hem de brief overhandigde waarin stond dat we een huisje hadden gehuurd trok hij zijn wenkbrauwen nog verder omhoog. “Nee hè”, dacht ik… Ik vroeg snel (gelukkig sprak hij Engels) of hij ons niet verwacht had. Nee dus!!! Een herhaling van vorig jaar, Tsjechië. Niet te geloven, dat hadden wij weer! Spontaan barste ik in lachen uit en vertelde dat het niet onze eerste keer was dat we niet werden verwacht. De man zei dat ze ons pas de 3e hadden verwacht, ze hadden het er zelfs 10 minuten geleden nog over gehad… Gelukkig was het huisje wel beschikbaar, maar eerst moest er nog het één en ander gebeuren. Hij had zo’n 1,5 uur nodig om een kraan te repareren en het huisje moest nog worden schoon gemaakt. Toen ik vroeg of ze niet moesten eten begon hij te lachen, hij kwam uit de tuin waar hij lekker had zitten zonnen. Op mijn vraag of ik wel even naar het toilet kon kreeg ik gelukkig een bevestigend antwoord. Zijn vrouw kwam ook aangesneld en bracht ons naar het huisje. We hadden al wel verwacht dat het een klein huisje zou zijn, maar dit was toch wel heeeeeeel klein! Maar ach, de locatie was geweldig en ook in een kleine ruimte kan je leven. De vrouw zei dat ze het bed nog moest opmaken, we zeiden dat we in ieder geval zelf een dekbed bij ons hadden. Dat scheelde weer wat tijd. Ik dook de wc in om er achter te komen dat niet alleen de kraan gerepareerd moest worden, maar dat ook de wc-bril nog op de pot gezet moest worden… Ik besloot boven de pot te gaan ‘hangen’ en leegde mijn blaas. Toen ik wilde door trekken bleek dat er geen water was. Beetje genant, maar ik was al lang blij dat ik niet aan de diarree was geweest (zoals de afgelopen 2 dagen wel het geval was)! De man kwam weer aangelopen, met gereedschap deze keer. Ik zei dat “mijn pee nog in the toilet lag, because there is no water” waarop hij zei dat ik mijn husband maar mee naar hun terras moest nemen en dat zijn vrouw dan koffie zou brengen. We namen plaats op het terrasje en even later kwam de vrouw aan met koffie, thee, cake en koekjes. We kregen een bord en een lepeltje voor de cake (?). Ze verdween weer om het huisje in orde te maken en al snel kwam de man weer naar ons toe. Hij vertelde dat hij altijd even kletste met zijn gasten om te vertellen wat er in de omgeving te doen was. Zeer attent allemaal. Ze hadden ons dan nog wel niet verwacht maar we werden warm ontvangen. Ze waren blij dat we zo goed hadden gereageerd en we kregen meerdere malen excuses aan geboden. Het grapje dat we er al aan gewend raakten lag natuurlijk voor de hand. We kregen allerhande tips van de man en konden alles aan hem vragen. Internet zou hij morgen regelen voor ons, wat een luxe!

Ondanks deze rare start hadden we het al prima naar ons zin. Er liepen geiten rond en ik had een varken ontdekt. Het varken, een hangbuikzwijntje, zat samen met kippen in een hok en had ook een buitenruimte. Op het hok stond “The eggs and bacon house”. Het zwijntje kwam naar me toe en voorzichtig raakten we elkaar aan. Op het moment dat ik hem begon te aaien achter de oren ging zijn bekkie wijd open, hij vond het heerlijk! Ik begon achter zijn andere oor te kroelen en meteen wierp hij zich op zijn zij en begon te knorren. In de korte tijd had ik in ieder geval al 1 nieuwe vriend gemaakt. Er lopen ook koeien, en in een land wat verder op had hij ook nog paarden staan. En, er liep een klein katje over het terrein, zo schattig! Lekker rennen en klieren, een geweldig leven. Natuurlijk lopen er nog meer katten rond, we hebben al een grijze gezien en een langharige rood-witte kater is al een paar keer bij ons langs geweest.

Het uitzicht is hier ook fantastisch: hoge bergen (voor ons 800 meter, achter ons 1800 meter) met sneeuw en watervallen. Er vliegen veel vogels hier, veel zwaluwtjes en mussen, maar we horen ook wulpen en veel andere vogels. De mussen komen nog net niet op schoot zitten, maar veel scheelt het niet. Jonge koeien in de wei die achter elkaar aan rennen zijn erg grappig. Al met al hebben we een heerlijk stekkie!

Om 0.30 uur was het nog steeds hartstikke licht buiten! We konden nog gewoon foto’s maken, we hadden zelfs zonder problemen nog een boek kunnen lezen, echt zo bijzonder. Je kan je niet voorstellen dat het al midden in de nacht is terwijl het nog zo ontzettend licht is. Het rolgordijntje en de gordijnen op de slaapkamer hielden al het licht gelukkig buiten.

 

Nog even een beschrijving van het huisje: er is een half overdekt terrasje, een lekker plekje. Als je dan naar binnen gaat sta je in een woonkeuken, bestaande uit een gloednieuw fornuis/oven, een koelkast met vriesgedeelte, een klein aanrechtje, een gootsteen en een klein kastje met borden en glazen. Tegenover dit keukentje staat een tafeltje met daaronder twee krukjes. Tegen de muur staat een klein bankje half om het tafeltje heen en verder staat er nog een schommelstoel en een kastje in. Laat ik het zo zeggen: onze slaapkamer thuis is groter dan deze woon/kook ruimte! Heel knus dus. De slaapkamer is gevuld met een klein 2-persoons bed met boven de ene helft nog een één persoonsbed. Dwars aan het voeteneind staat ook nog een 1-persoonsbed, daartegenover een kledingkast. Via de slaapkamer kom je in de doucheruimte met wasbak, douche en wc. Deze ruimte is vrij laag, Remco past net onder de douche! De bedden die we niet gebruiken om te slapen zijn nu bezet met onze kleren (kast is een hangkast met 3 hangertjes, en aangezien er geen kapstok is…) en de 2 plankjes zijn gevuld met drank en andere boodschapjes. Het bankje in de woonkamer heeft 2 zittingen waar een klep op zit, onder deze kleppen is een beetje ruimte voor wat spulletjes. We hebben alles een beetje een plekje kunnen geven, zelf voor de vuilniszak hebben we een oplossing gevonden (er is namelijk geen vuilnisbak): de zak hangt buiten naast de deur aan een spijker. Je moet toch wat hè?!

 

 

Maandag 1 juni 2009 De Atlanterhavsvegen

272 km gereden

’s Ochtends bewolkt, later wat meer zon, fris windje

 

Gisternacht was ik nog klaarwakker (biologische klok van slag door al het licht?) maar Remco viel al snel in slaap. Hij werd even wakker doordat er (om 1.00 uur!) een sms binnen kwam van een teleprovider met het bericht dat hij in Noorwegen was. Joh! Zonder moeite sliep Remco weer verder terwijl ik nog wat in mijn boek las. Toen ik een kwartier later naar buiten keek was het nog steeds licht. Ik besloot dat het toch maar tijd was om te proberen in slaap te vallen, maar echt lukken wilde het niet. Nog even twijfelde ik of  ik niet beter in de ‘woonkamer’ kon gaan zitten lezen maar nee, ik wilde echt in slaap vallen. Uiteindelijk is het me gelukt.

 

Vanmorgen ging om 8.00 uur de wekker. We draaiden ons nog een paar keer om maar na een kwartiertje sprong ik uit bed. Buiten hingen dikke wolken, de bergen die vannacht nog zo mooi te zien waren, waren nu geheel uit het zicht verdwenen. Ondanks dat het buiten frisjes was gingen we toch op het terras zitten lezen en ontbijten. Remco ging de douche uit proberen. Ik had al gewaarschuwd dat hij beter geen badmat (of andere dingen) op de vloer kon neer leggen, want er was nergens een drempeltje of iets dergelijks om het water in het douchegedeelte te houden. Eigenlijk is de badkamer één groot bad, met een afvoerputje in het midden… De vloer stond blank tot aan de wc aan de andere kant van de ruimte. Even later kwam ik er achter dat ook de (gisteren gerepareerde) kraan lekte. Hij druppelde behoorlijk door, er lag dus al een flinke plas onder de wasbak. Emmer er onder en later op de dag maar even melden bij Olav.

Rond een uur of elf kwam de zon door de wolken heen en werd het al snel een stuk warmer. De zon brandde op onze huid en deed de wolken langzaam verdwijnen. We wilden vandaag de Atlantic Road rijden, een weg van zo’n 6 km lang die d.m.v. meerdere bruggen verschillende eilandjes aan het vaste land koppelde. Een prachtige weg langs de oceaan, dat wilden we zien. We hoopten dat het weer aan de kust nog wat beter zou zijn, maar het maakte niet echt uit. Als we maar een beetje zicht op de weg en de oceaan met alle eilandjes hadden.

Om 12.40 uur reden we richting Molde en The Atlantic Road. Het zonnetje scheen tussen de wolken door en het landschap was weer geweldig mooi. We reden langs de Isfjorden en de Rodvenfjorden om daarna met de veerboot de Langfjorden over te steken. We zagen de boot aan de overkant van het water liggen en hoopten dat we niet al te lang hoefden te wachten tot hij ons kwam halen. We hadden er vanaf het huisje zo’n 3 kwartier over gedaan om bij het veer te komen, er stonden toen nog maar 3 auto’s te wachten, maar al snel stond er een flinke rij achter ons. Na een kwartiertje kwam de boot aan. Voordat wij er op konden rijden moesten er natuurlijk eerst andere auto’s vanaf. We waren verbaasd hoeveel auto’s en vrachtwagens van de boot af kwamen, er leek geen eind aan te komen, en zo groot was die boot nou toch ook weer niet. Uiteindelijk konden we er op en voor 88 kronen mochten we mee naar de overkant. Best veel geld… Maar ja, anders moet je zo’n 2 uur om rijden. Het is het één of het ander. We konden niets zien van het fjord want we stonden in een soort van grote kuip. Terwijl we naar de overkant voeren vroegen we ons af waarom iedereen een stevig kaartje kreeg dat weer ingeleverd moest worden voordat je van de boot ging. Een soort controle dat je wel echt had betaald, maar volgens ons vrij nutteloos. Op het bonnetje dat we kregen na betaling stond namelijk de datum en de tijd vermeld… Misschien dat het is voor mensen met een abonnement, maar anders weten we echt niet wat de achterliggende gedachte van dat kaartje is.

Aan de overkant reden we naar het stadje Molde toe om vanaf daar naar de Atlantic Road te gaan. Voordat we Molde bereikten moesten we eerst nog over een brug en door een tunnel. De tunnel ging onder de Fannefjorden door, het is echt ongelofelijk hoeveel tunnels er in Noorwegen zijn! Na Molde konden we weer door een tunnel, maar daar moesten we tol voor betalen. De route buiten de tunnel om was niet erg ver om en je ziet er natuurlijk veel meer van het landschap dan in zo’n donkere tunnel. We gingen dus buitenom. Via het plaatsje Eide reden we naar Vevang, waar de Atlantische weg begon. Het begon met een hoge brug over het water, werd dan weer een weg over een eilandje en ging met een volgende brug door naar het volgende eilandje. Het was geweldig mooi om zo tussen het water en de eilandjes door te rijden. Aan onze linkerhand lag de Atlantische Oceaan, aan onze rechterhand de fjorden. Op sommige bruggen stonden mensen te vissen, terwijl de auto’s vlak langs ze heen reden. Aan het eind van deze prachtige weg konden we door rijden naar Kristiansund, maar het was al 16.00 uur en we hadden nog een flinke terugreis voor de boeg. We besloten om een doodlopend weggetje naar een kustplaatsje te nemen en kwamen door een mooi drassig heidelandschap. Het bloeiende veenpluis kleurde grote delen wit. We bereikten het dorpje, een echt vissersdorpje met prachtige houten huisjes. We zagen grote houten rekken staan, Remco vroeg zich af waar ze voor dienden. Ik dacht om stokvis te drogen. En ja hoor, een stukje verderop hingen er een paar rekken vol met vis. Wat een bijzonder gezicht, al die vissen die daar hangen en geen vogel die er wat mee doet. Er hingen ook wel netten over, maar toch, er zal vast nog een reden zijn dat de vissen met rust werden gelaten. Er zaten ook geen vliegen op de vis, toch wel apart. We moesten natuurlijk weer foto’s maken en de video gebruiken voor de bewegende beelden. We waren blij dat we dit weggetje hadden genomen en keerden daarna voldaan weer terug naar de Atlantische weg.

Even dachten we er nog over om een via een omweg terug naar huis te gaan, maar gezien de tijd deden we het toch maar niet. Op de wegen hier mag je max. 80 km p/u rijden, en met al die kronkels in de wegen kan iets hemelsbreed wel dicht bij zijn, maar ben je soms vrij lang onderweg. Afgezien van de maximum snelheid en de bochtige wegen heb je ook nog een te maken met hoge bergen en fjorden. Als je geluk hebt is er een brug of een veerboot om je snel over een fjord te brengen, maar dat is niet overal het geval. Vanmorgen reden we bijvoorbeeld eerst de ene kant van een fjord af om aan de andere kant weer helemaal terug te rijden. De bergen zorgen ook voor grote omwegen; er mogen dan wel heel veel tunnels zijn in Noorwegen, maar er zijn ook heel veel bergen die niet ondertunneld zijn. Er gaan wel weggetjes de bergen op maar lopen daar dan ook vaak dood. Je neemt hier niet eventjes een andere route om een file te ontwijken… Niet dat er hier files zijn, maar toch. In Frankrijk zijn we bijvoorbeeld gewend om kleine weggetjes te nemen in plaats van de wat grotere wegen, dat hoef je hier echt niet te doen want de kans is zeer groot dat je uiteindelijk weer om kan draaien. Hier moet je gewoon op de kaart kijken of er meer dan één mogelijkheid is om van A naar B te komen, of welk doodlopend weggetje misschien leuk genoeg is om heen en weer te rijden. Dat is Noorwegen, in ieder geval waar we nu zitten, in het Fjordengebied. Echt erg vinden we het niet, het is toch allemaal mooi!

Vandaag zagen we hoe de getijden ook in de fjorden werken; toen we rond het middaguur langs de fjorden reden zagen we stukken droog liggen, maar toen we vanmiddag terug reden was het duidelijk vloed, er was veel meer water in de fjorden en veel minder droog gevallen land. De fjorden zelf zijn natuurlijk altijd gevuld met water, maar aan de randen kan het wel droog vallen, vooral aan het eind van een fjord.

Maar goed, we waren dus op weg naar huis en reden precies dezelfde weg terug als vanmorgen. Bij Molde was een vliegveld maar op de heenweg hadden we deze niet gezien. Op de terugweg kwamen we er achter dat de start- en landingsbaan zich in het fjord bevond, langs de rand. We kwamen steeds dichter bij het veer welke ons weer terug zou brengen naar ‘onze kant’ van een fjord. Terwijl we het veer naderden hoopten we dat we niet een hele stoet auto’s tegen zouden komen die net van de boot kwamen, want dat zou namelijk betekenen dat de boot net zou zijn vertrokken en we dus wat langer moesten wachten. Toen we bij het veer aankwamen zagen we hem net aan komen varen, dat was mazzel. Er stond een kleine rij met auto’s voor ons, en achter ons stonden ook nog een paar auto’s. Een man kwam van achteren langs gelopen met iets van een auto (volgens Remco iets van een wieldop van een Audi). Waarschijnlijk had hij deze onderweg gevonden en ging nu kijken of hij de eigenaar kon vinden. Even later kwam de man terug gelopen, zonder het ding wat hij eerder bij zich had. Blijkbaar waren onderdeel en eigenaar weer herenigd.

Er kwamen enorm veel auto’s van de boot, het duurde even, maar toen mochten wij er op. Met een paar auto’s vertrok het veer snel naar de overkant waar weer een flinke rij auto’s klaar stond om over gezet te worden. Big business zo’n boot!

Om 19.00 uur kwamen we terug bij ons huisje, waar we even lekker zaten en daarna aan het avondeten begonnen. We zagen een koekoek zitten op een paaltje vlak bij ons, geweldig! We hebben wel vaker de koekoek gehoord natuurlijk, en een enkele keer in een flits gezien, maar zo dicht bij hadden we er nog nooit eentje gezien.

Voor het eten had ik aangebeld bij Olav. Toen hij open deed, duidelijk nog herkauwend van zijn avondeten, vroeg ik of ik hem stoorde. Nee hoor, helemaal niet. Gasten zijn belangrijker dan eten… Zo gastvrij zijn ze dus! Ik vertelde dat zijn reparatie niet helemaal perfect was gelukt maar dat het geen haast had. Hij wilde morgen wel even kijken of hij de leidingen kon vervangen. Het internet was helaas ook niet gelukt, maar ik mocht eventueel wel even op zijn computer een bericht verzenden. Echt heel attent! Maar we willen gewoon ook op internet kunnen zoeken (hoe het weer wordt bijvoorbeeld, niet onbelangrijk hier), we willen mail kunnen lezen en kunnen versturen en onze website bijwerken… Helaas pindakaas, we moeten toch maar op zoek naar een plek waar we wel kunnen inloggen.

Nu ik dit zit te schrijven is het 23.30 uur geweest, en nog steeds kunnen we er maar niet aan wennen dat het buiten nog zo licht is. Remco heeft er verder vrij weinig moeite mee, gelukkig voor hem, maar ik ben ook vandaag nog steeds klaar wakker… Ik hoop maar niet dat ik hier twee weken lang last van blijf houden, wat een uitputtingsslag zal dat dan worden. Ik heb er halverwege de dag last van, dan zakken m’n ogen opeens wel dicht! M’n hele ritme is in de war, maar hoe kom ik daar van af??? Het liefste zou ik de hele nacht wakker blijven, kijken naar de luchten, de bergen, de vleermuizen die rondvliegen, alles! Doordat ik het zo laat maak hoorde ik daarstraks bijvoorbeeld wel een uil roepen in de verte, wat een doordringend, bijna spookachtig geluid is dat toch. Ik ga maar stoppen met tikken en proberen om mezelf met een boek en een drankje op de schommelstoel slaperig te krijgen…

Toen ik naar bed ging deed Remco zijn ogen open. Ik zei dat ik zo bij hem kwam waarop hij, licht geirriteerd, zei dat hij bezig was om een plekje voor de helikopter te zoeken. Huh, wat zei hij nou? Een plekje voor de helikopter??? Ik antwoordde maar dat het goed was en dat hij verder mocht slapen… Ben benieuwd in welk avontuur hij verwikkeld was!

 

 

 

Dinsdag 2 juni 2009 Dagje niks

26 km gereden

Druilerig, max. 12C

 

Voor vandaag hadden we geen wekker gezet. Het beloofde een druilerige dag te worden en we wilden daar gebruik van maken door uit te slapen, wat te lezen, naar het VVV in Andalsnes te gaan en wat boodschappen te halen.

Na een heerlijke nachtrust werd ik een beetje wakker en draaide me weer om. Later werd ik weer half wakker en wilde me nogmaals omdraaien maar keek toch maar even hoe laat het was. Het bleek al 10.00 uur te zijn. Remco lag nog te pitten dus zachtjes stapte ik uit bed en kleedde me aan. Buiten was het koud en grauw, het miezerde en de bergen waren gehuld in wolken. Na een kwartiertje kwam ook Remco uit bed. We begonnen de dag zoals gezegd lekker ontspannen met een boek op schoot, ontbeten eens wat en lazen nog een paar hoofdstukken. In de tussentijd kwam Olav de kraan in de badkamer repareren, zich honderd maal verontschuldigend dat hij ons moest storen. Het maakte ons niet uit, we hadden geen last van hem. In tegendeel, het is een zeer vriendelijke man met ook nog eens leuke humor, daar kunnen we ons echt niet an storen. Gisteravond kwam hij ook nog heel lief bij ons en bij de buren 2 eieren uit het eggs & bacon house brengen. Leuk toch?!

Nadat de kraan was gemaakt gingen we maar eens op pad naar Andalsnes. Eerst zochten we het VVV op, wat helemaal niet zo makkelijk te vinden bleek. Op een kaart zagen we dat het ergens bij het treinstationnetje moest zijn, maar we konden het echt niet vinden. We liepen om het stationnetje heen en maar zagen nergens de groene I van Informatie. Misschien dat het kwam omdat het een beetje een zooitje was door werkzaamheden aan het station, maar we snapten er niets van, het moest hier ergens zijn! We besloten aan de voorkant van het station naar binnen te gaan en bij het postkantoor c.q. treinstation c.q. kiosk te vragen waar we moesten zijn. Op de glazen schuifdeuren waar we voor stonden hing een briefje met de openingstijden. Het moest open zijn maar de deuren bleven pot dicht. Vreemd. Iets verderop waren ook schuifdeuren, en deze gingen gelukkig wel open. We bleken goed te zitten, het VVV zat achter de gesloten deuren maar was via deze route ook te bereiken. We zochten een paar folders uit en liepen terug naar de auto. Hierna reden we naar een supermarktje en haalden daar wat te drinken, wat brood en nog wat spulletjes. We reden door naar de 2e supermarkt om te kijken wat hun assortiment was en haalden daar een paar biertjes, een zak sla en een speciale Noorse kaas, Geytost. Dit is een geitenkaas met een zoete smaak, echt heel apart en zeer lekker. De boodschappen waren binnen, nu op naar de bibliotheek om het internet op te gaan, want in het huisje kon het helaas nog steeds niet. We konden gratis gebruik maken van het internet, maar veel tijd hadden we niet meer (om 15.00 uur zou de bieb dicht gaan, we hadden nog 3 kwartier). We bekeken de mailtjes die we hadden ontvangen en wilden daarna een mail sturen met onze verhalen van de laatste dagen. We hadden alles op een usb stick staan maar deze konden we helaas niet gebruiken… Gelukkig konden we wel een mailtje aan het thuisfront sturen, op de verhalen moest iedereen dan nog maar wachten. Mijn vriendin (momenteel in India) had ook weer 2 verhalen op haar site geplaatst, deze kon ik gelukkig uit printen zodat ik ze thuis kon lezen. We hopen maar dat we of snel thuis op het web kunnen of dat we in een ander stadje (maar zoveel zijn er niet…) van WiFi gebruik kunnen maken met onze laptop.

Door de regen reden we weer terug naar huis om te lunchen (het vers gekochte brood smaakte heerlijk) en te lezen. Op bed (want die bankjes zitten nou niet echt lekker) bekeken we de filmpjes die we de afgelopen dagen hadden gemaakt. Toen we met de filmpjes klaar waren was het intussen al eind van de middag. We gingen weer in de woonkamer zitten en pakten onze boeken er weer bij. We probeerden één van de sapjes die we hadden gekocht, een ijsthee. Ik schonk voor ons allebei een glas in en we namen een slok. Gatver! Wat was dat smerig zoet! We keken elkaar aan met een vertrokken gezicht, bah, bah, bah. Ik gooide mijn glas leeg en vulde het met het andere sapje, welke een stuk beter smaakte. Al snel kwam Remco er achter dat het eerste sapje een soort van aanmaak ijsthee was… Ja, dan klopte het wel dat het zo niet te zuipen was! Met water erbij was de smaak gelijk een stuk beter. Nog na lachend doken we weer in onze boeken terwijl buiten de regen zachtjes op het dak tikte.

Opeens hoorde ik Remco diep adem halen, hij zat boven zijn boek te knikkebollen. Hij werd wakker doordat ik begon te grinniken en dook toen zijn bed maar even in. Ik las weer verder in mijn boek “Wat te doen als iemand sterft” van Niccy French, een heerlijk spannend boek wat je gewoon in één ruk móét uitlezen.

Toen Remco weer wakker was zetten we de oven aan om stokbrood af te bakken. Het bleek dat de witte broden beschimmeld waren… Morgen maar even terug naar de supermarkt. Het bruine brood was gelukkig wel goed dus we genoten even later van lekker stokbrood met smerige kaasjes. Hmmmmmmmmm, een glaasje rosé erbij, het kon niet op!

Buiten regende het nog steeds, en de bergen achter ons hadden een dun laagje witte sneeuw waar vanmorgen nog geen sneeuw lag. Zo zie je maar weer hoe onvoorspelbaar de bergen kunnen zijn, nooit aan een bergwandeling beginnen zonder warme kleding en andere dingen voor omslaande weersomstandigheden, altijd laten weten waar je gaat lopen en altijd zelf op het weer letten. De wolken kunnen de bergtoppen in zeer korte tijd in wolken hullen, waar vlak daarvoor het zonnetje nog scheen. Indrukwekkend, bergen en weer. Als we nu naar buiten kijken zien we een heuvel gehuld in mist, er is niet te zien dat er nog een hele bergtop in de wolken schuil gaat, gek hoor.

 

 

 

Woensdag 3 juni 2009 Atlanterhavsparken, Alesund

274 km gereden

Deels druilerig, deels zonnig

 

Gisteravond en vanmorgen was het buiten onder de 5 C, brrr… De bergen waren witter dan toen we eerder deze week aan kwamen, het was best frisjes!

Voor vandaag werd er ook nog wel aardig wat regen voorspeld dus wilden we een deel van de dag binnen door brengen, in dit geval in het zee aquarium in Ålesund. We hadden de wekker op 7.30 uur gezet maar we kwamen er pas een half uur later uit. Dat kwam waarschijnlijk doordat het vannacht weer zo laat was geworden… Toen ik om 8.00 uur naar buiten stapte scheen de zon, maar deze was na 10 minuten al weer verdwenen. Het begon te regenen en de bergen werden weer in wolken gehuld. Toen we de spullen bij elkaar pakten om deze dag mee te nemen wierp ik een blik uit het raam. In de appelboom op een paar meter voor ons huis zat een koekoek heel relaxed, wat een geweldig gezicht! We konden hem mooi op de foto en video zetten. Een mooi begin van de dag!

Rond 9.15 uur stapten we in de auto en reden weg richting Ålesund. Al snel zakten mijn oogleden steeds verder naar beneden, ik kon ze echt niet meer open houden, hoe graag ik alles ook wilde zien. Ik voelde me even net zo’n klein kind dat vecht tegen de slaap, maar gaf de strijd al snel op. De weg naar Ålesund was niet moeilijk, dus dat moest Remco alleen af kunnen. Ik dommelde weg, werd af en toe half wakker om daarna weer in slaap te sukkelen. Het was heerlijk! Ik zat vast heel charmant met mijn mond open of zo, maar dat tukje had ik gewoon nodig! Vlak voor Ålesund maakte Remco me wakker. Ik voelde me weer fris en fruitig en was klaar voor de dag. We reden het prachtige Jugendstil stadje in en vonden al snel de route naar het aquarium. Om 11.05 uur parkeerden we de auto en liepen naar de ingang toe. Vanaf 11.00 uur was het aquarium open, dat hadden we mooi gepland! Eén of twee klassen met kleine kinderen hadden ook een dagje aquarium gepland, maar gelukkig bleef het daarbij. Geen hordes met joelende kinderen, gewoon een paar, dat was te overzien. In de verschillende aquaria zaten veel platvissen maar ook anemoontjes en speciale vissen. Het was erg leuk om te zien, vooral toen we bij een bassin kwamen met kreeften en platvissen. De roggen kwamen soms half boven water langs zwemmen (ze worden op bepaalde tijden gevoederd, vandaar waarschijnlijk dat ze zich redelijk tam gedroegen), je kon ze zelfs aaien. Ik wilde wel maar durfde op het laatste moment toch niet… Uiteindelijk maar wel gedaan; wat een vreemd gevoel! Ze voelen heel ruw aan, net schuurpapier. En wat zijn ze mooi zoals ze door het water ‘vliegen’, zo soepel en gracieus.

We kwamen langs nog een paar aquaria, waaronder eentje met prachtige anemonen. Er was ook een aquarium met allemaal garnalen en kreeftjes, sommige met een heel kort achterlijf maar wel met hele lange voorpoten (scharen?). Ook zeekomkommers waren van de partij, sommigen met vreemde aanhangsels, lijkend op vertakte tentakels of zo (hoe leg je dat uit?!).

Je kon ook naar buiten, daar was een klein bassin met pinguins en een baai. Bij de baai was een groepje kinderen druk bezig om van alles en nog wat te ontdekken, met z’n allen zaten ze om een klein poeltje heen, schelpjes en zo te bekijken. Ze waren zeer enthousiast, grappig om te zien. We banjerderden zelf ook wat rond en zagen een vogeltje, iets van een rotspieper denken we.

Na dit buiten bezoekje gingen we weer naar binnen en kwamen bij het ‘kinder activiteiten centrum’. Dat moest ik zien! Ik mag dan wel bijna 33 zijn (argh) maar ik voel me nog steeds een kind! Het was echt heel leuk op gezet: er was een bak met kreeften, krabben en vissen waar de kinderen een ‘hengeltje’ konden uitwerpen. Het hengeltje bestond uit een touwtje met een wasknijper, en aan die wasknijper zat een garnaal geklemd (een dode garnaal, geen levende hoor). Voor de kinderen was het natuurlijk schitterend om te zien dat ‘hun’ garnaal werd verorberd door een hongerige krab. Terwijl Remco het tafereel stond te filmen begon een jochie tegen hem te kletsen. In het Noors… Jaha, het zal wel. We lachten vriendelijk naar het manneke maar konden er verder helaas niets mee.

Er was ook nog een andere bak waar zeesterren, anemonen, krabben, kreeften, zeekomkommers en zee-egels in zaten. Hier konden de kinderen (en ik!) de beestjes aanraken en oppakken. Er stond iemand bij de bak om alles in de gaten te houden en uitleg te geven. De kinderen vonden het prachtig (en ik ook), de één was stoerder dan de ander, maar allemaal waren ze ontzettend geïnteresseerd in alles wat er in de bak lag en bewoog. Of de beesten zelf het leuk vinden weet ik niet, maar echt last leken ze er niet van te hebben. Het belangrijkste is, denk ik, dat de kinderen zien hoe mooi het leven in de zee is, dat ze er niet bang voor hoeven te zijn en dat ze er respect voor krijgen. Ze deden allemaal ook zeer voorzichtig (gelukkig), dus volgens mij heeft het meer voordelen dan nadelen. Ik dacht dat zee-egels giftig waren maar toen ik het vroeg aan de jongen die achter de bak stond zei hij dat je ze wel voorzichtig op kan pakken, als je er maar niet op gaat staan bijvoorbeeld. Hij pakte een zee-egel voor me uit het water en legde hem op mijn hand. Wauw, ik had een zee-egel vast! Ik kon het beestje omdraaien en zijn ‘mondje’ zien, prachtig! Ik begon het nog leuker te vinden dan aan het begin, deed mee met de kinderen en genoot. Even later had ik een zeekomkommer op mijn hand: een zacht doch stevig aanvoelend dier, geen idee wat voor- of achter kant was, en ook boven- en onderkant kon ik niet onderscheiden. Maar, hoe vaak krijg je de kans om een zeekomkommer in je hand te hebben?! Een vrouw had een krabbetje vast en liet me zien hoe je ze vast hield. Direct daarna mocht ik het krabbetje van haar over nemen. Wilde ik dat wel? Ja natuurlijk, dit was mijn kans! Zelf viste ik een heremietkreeftje uit het water (heremietkreeftjes hebben een week achterlijf, welke ze verstoppen in een schelp dat ooit van een slak is geweest), bij de schelp vast houden vind ik niet zo eng, dat durfde ik wel. Daarna nog een zeester geaaid die iemand op de hand had. De bobbels op het lichaam voelden hard, veel harder dan ik had verwacht. In het water zien ze er zo lekker zacht uit, maar dat zegt dus blijkbaar niets. Toch voelde het niet eng of vies aan, alleen een beetje gek.

Echt waar, ik voelde me weer zo kind, ik was zo enthousiast en nieuwsgierig! Het water was koud maar ik bleef toch in het water klooien en beestjes zachtjes aan raken. Zelfs Remco kwam los! Eerst wilde hij geen zeekomkommer op zijn hand hebben, want het zag er zo vies uit (je kan er in knijpen, net een soort ballon), maar ging uiteindelijk toch overstag. Het viel reuze mee, het lijkt gewoon viezer dan dat het is. Later gaf een meisje hem een grote kreeft en Remco pakte hem nog over ook! Het beest had veel meer kracht dan de kleine krabbetjes en kreeftjes. Het meisje vond het prachtig om ons de verschillende beestjes aan te geven, ze genoot er zichtbaar van dat wij haar stoer vonden! Het was echt een heel erg leuke en bijzondere ervaring!

Na een klein uurtje was de pret voorbij, het gebeuren ging voor een uurtje sluiten. Jammer maar helaas, het was echt een te gekke ervaring!

Er volgde nog een aquarium waar o.a. een paar inktvissen in zaten, echt heel gaaf. Er zat er eentje tegen de glazen wand aangeplakt en iets verderop was er eentje zich langs de glazen wand aan het voortbewegen, een geweldig mooi gezicht! We liepen nog even langs de expositie ruimte en zagen een bord staan dat er tot en met april slangen te bewonderen waren. Het was intussen juni, maar aangezien het bord er nog stond… En ja hoor, we konden ook nog genieten van verschillende soorten slangen! Om 13.30 uur liepen we zeer tevreden weer naar buiten, een paar ervaringen rijker! Ik voelde me weer helemaal kind, ik kon mijn geluk niet op!

We liepen even snel naar het kleine strandje naast het aquarium en vonden een paar schelpjes. Het begon te regenen en snel liepen we terug naar de auto. We reden naar het centrum van Ålesund en zochten een parkeerplekje. Een klein rondje door het stadje leverde mooie foto’s op van de Jugendstil huizen met prachtig versierde gevels. Het was droog en het zonnetje kwam zelfs af en toe door. We zochten iets te eten op en doken daarna de Irish pub ‘Dirty Nelly ‘ op voor een drankje en voor internet. Eindelijk konden we onze eerste verhalen op onze website plaatsen en doorsturen naar familie en vrienden. Om iets over drieën stapten we weer in de auto met het plan om naar het eilandje Giske te gaan, met het vasteland verbonden door een tunnel onder de zee door. Op weg naar de tunnel kwamen we langs het bordje dat wees naar HET uitzichtpunt van de stad, vanaf hier kon je de hele stad overzien. We reden de berg op en kwamen inderdaad op een prachtig uitzichtpunt terecht. Het was verbazingwekkend om te zien hoeveel huizen en panden er op het kleine stukje land stonden, alles was tot aan de kust vol gebouwd. Maar wel met mooie panden, dat scheelt dan weer. Ook hadden we uitzicht over de omliggende eilandjes en de oceaan, niet echt verkeerd! We zagen de verschillende weersomstandigheden: hier scheen de zon en daar viel regen, of andersom. De kleur van het water was bijzonder blauw, bijna turkoois.

Toen we de berg weer af reden probeerden we te vinden waar we de tunnel naar de eilandjes konden nemen, maar hoe we ook zochten, we zagen nergens bordjes die er naar toe verwezen. Zelfs geen borden die naar plaatsen verwezen, we waren aan ons lot over gelaten! De spits was begonnen, het was overal druk met auto’s en we schoten niet op. Geen tunnel te bekennen… We besloten via een omweg naar huis te rijden en de eilandjes (voorlopig) te laten voor wat ze waren. Misschien dat we er deze vakantie nog aan toe komen om een nieuwe poging te wagen.

Ik leidde Remco via een andere weg naar huis, langs fjorden waar we de mooiste uitzichten hadden. Bij een tolpoortje had Remco de pech dat er net een flinke hagelbui naar beneden viel terwijl hij met zijn hoofd uit het raampje moest om geld in de automaat te stoppen…

We zagen uitgestrekte fjorden en onheilspellend donkere luchten. Maar ook blauwe luchten waren vertegenwoordigd, het was een beetje raar weer. Bij een klein kiezelstrandje parkeerden we de auto en liepen het strandje op. We namen wat foto’s, vonden wat schelpjes en namen een paar stenen mee naar de auto. Toen we de weg weer op wilden rijden, een klein heuveltje op, kostte dit aardig wat moeite… De auto slipte en kwam niet vooruit! O, o… Gelukkig kwamen we uiteindelijk toch de weg op, ook al was de auto een beetje gaan stinken!

We reden verder en zagen om ons heen grote gordijnen van regen die de omgeving verhulden. En dat terwijl we regelmatig in de zon reden. Het waren donkere, onheilspellende luchten waarvan we wisten dat het ook zeer koude buien zouden zijn. We genoten van het spel van licht en donker, het spel van zonnige bergflanken met daarnaast zwarte luchten. De bergtoppen werden regelmatig in de wolken verstopt, om vlak daarna weer te voorschijn te komen. Regen is niet altijd erg, het kan ook voor de meest fascinerende schouwspellen zorgen!

Rond 19.00 uur kwamen we weer bij ons huisje, het regende en de auto had teveel moeite om achteruit het heuveltje naar ons huisje op te komen. Na een paar keer slippen en door draaien in de modder zetten we de auto maar ergens anders neer. Snel pakten we onze spullen en glipten het huisje in. Binnen trokken we een lekkere trainingsbroek aan en zetten de laptop aan om video en foto te bekijken. Bij één van de laatste foto’s viel opeens de stroom uit. Hmmm, maar weer naar Olav toe…  Terwijl ik naar de voordeur liep hoorde ik achter me een deur open gaan: onze Duitse buurman kwam naar buiten. Ik vroeg (in het Engels) of zij ook geen stroom meer hadden waarop hij antwoordde dat dat inderdaad het geval was. OK, zou ik ook door geven. Lovice (de vrouw van Olav) was in haar regenpak bezig in de tuin. Ik zei eerst dat het wel lekker weer was om in de tuin te werken, waarop ze haar schouders ophaalde, het hoorde er bij. Daarna vertelde ik dat wij en de buren zonder stroom zaten. Ze vroeg eerst of we dekens nodig hadden tegen de kou (echt zo lief) en zei toen dat ze zou zorgen dat we weer stroom hadden. Toen ik terug liep naar het huisje kwam de Duitser weer naar buiten en keek me vragend aan. Ik zei dat Lovice het ging regelen waarop hij zei dat ze misschien teveel stroom hadden gebruikt tijdens het koken. Oooo, dus het was jullie schuld???!!!  Niet veel later deed alles het gelukkig weer, het was zeer snel verholpen!

We begonnen met koken en hadden vrij snel een lekkere pasta en salade op tafel staan.

Er vielen nog een paar flinke buien maar als de wolken even verdwenen waren konden we goed zien hoe wit de bergen waren geworden, het leek wel kerstmis!

 

 

Donderdag 4 juni 2009 Stavkirkje Rodven, Mardalsfossen

283 km gereden

Deels druilerig, deels zonnig

 

Toen ik gisteravond een stukje ging lopen om een peukje te roken zag ik in een weiland verderop 2 herten lopen. Dat was natuurlijk al leuk, maar het werd nog leuker toen de (enige) koe in het weiland zich er mee ging bemoeien. Ze wilde de herten niet in háár land hebben lopen. Ze zei hard MOEH en liep op de herten af. De herten namen daarop gelijk de benen, wat een mooi tafereel!

 

Vanmorgen begonnen we de dag rustig en rond het middaguur reden we naar Åndalsnes om een brood te halen. Hierna reden we verder naar Rodven, tenminste, dat was de bedoeling… Ik kwam er achter dat ik geen sigaretten mee had genomen, en wilde we een gezellige dag hebben, dan had ik toch echt peuken nodig… Wat een stomme verslaving… We gingen dus snel terug om daarna alsnog naar Rodven te rijden. In dit dorpje staat een stavkirkje welke we graag wilden bekijken. We hadden mazzel dat het even droog was, het zonnetje scheen zelfs! Het kerkje lag aan een fjord, met aan de andere kant van het weggetje een nieuw houten kerkje. Ook erg mooi, maar onze interesse ging uit naar het oude stavkirkje. Het kleine kerkje werd gestut met meerdere balken, zo gammel was het blijkbaar. Stilletjes liepen we langs het kerkje omhoog, het begraafplaatsje op. Tussen de grafstenen zagen we 3 kwikstaartjes druk bezig. Het bleken 2 jongen te zijn die druk achter pa of moe aan hipten voor voedsel. Het was een leuk gezicht om ze van zo dichtbij bezig te zien. Uiteindelijk verstoorden we hun bezigheden omdat we naar het begraafplaatsje beneden bij het kerkje wilden komen. Echt verstoren deden we niet want ze gingen iets verderop rustig verder met waar ze gebleven waren; bedelen om voer bij hun ouder. We liepen om het kerkje heen en namen de nodige foto’s en video opnamen. Toen ik terug liep naar het hoger gelegen gedeelte van de begraafplaats zag ik een kramsvogel (of koperwiek) luid alarmerend een grote berkenboom in vliegen. Ik keek nog eens goed en zag in de ‘oksel’ van een grote tak een nest zitten waar 4 grijze koppies uit tevoorschijn piepten. Hun ouder vertelde ze dat ze in dekking moesten blijven, want er was een vreemd wezen in de buurt. Een mens, een gevaar voor de kleintjes. Ook dit gezinsgebeuren was weer erg leuk om te zien. Leven en dood, samen op één plaats. De stilte van de begraafplaats, het getsjak van de gealarmeerde vogel, een mooi contrast.

Nadat we alles goed hadden bekeken reden we het weggetje weer terug om uiteindelijk op de hoofdweg uit te komen. Vanaf hier reden we richting Eikesdalen, waar we de waterval ‘Mardalsfossen’ wilden bekijken. Hemelsbreed licht deze waterval (bij wijze van spreken) om de hoek, maar door de hoge bergen kostte het aardig wat tijd om er te komen. We reden eerst langs de Langfjorden en kronkelden toen omhoog een berg op (10% stijgen). Het regende weer en langzaam ging de regen over in natte sneeuw. Terwijl we hoger de berg op reden zagen we steeds meer sneeuw. En steeds meer Hollanders… Er was blijkbaar één of andere georganiseerde reis, want we kwamen achter elkaar campers en auto’s met caravans tegen, allemaal met een Nederlands kenteken en een grote gele sticker op de voorruit waar een nummer op stond.Leuk hoor, vakantie in Noorwegen, we dachten bijna dat we weer terug in Nederland waren…

Toen we het hoogste punt van de berg voorbij waren was ook de natte sneeuwbui voorbij en daalden we weer met 10% de berg af. Halverwege de afdaling stopten we op een mooi uitzichtpunt om even wat te eten. Om ons heen zagen we besneeuwde bergen en witte wolken, een mooi meer en een dorpje. Langs de weg druppelde water langs de rotsen, waar in de spleten varentjes groeiden.

Na een paar lekkere broodjes konden we er weer tegen aan, op naar de waterval! We reden nog maar net of we zagen een klein eekhoorntje langs de weg lopen. Vlak daarna hielden we even stil om foto’s te maken van het Sira Kirkje, een mooi houten kerkje met daarachter indrukwekkende bergen. Het kerkje en het bijbehorende begraafplaatsje waren verder weinig bijzonder dus reden we snel verder. We kwamen langs een woest stromende rivier, waarvan het water extreem helder en prachtig mooi blauw-groen gekleurd was. In Nederland is water vies of helder, maar nooit zo helder als hier, en zeker niet met zo’n mooie kleur. Het was gewoon te mooi om te zien. Het water nodigde uit om er een duik in te nemen, maar de temperatuur was koud, zeg maar ijskoud! Bij een informatiebord zagen we dat er in deze wateren een zalm parasiet voor komt. Deze parasiet doodt jongen zalmen en is zeer moeilijk te bestrijden. Als je zalm ving moest je deze op dezelfde plek schoon maken, je mocht hem niet mee nemen naar een andere plek. Als je een boot had moest je deze eerst helemaal schoon maken voordat je er op een ander water mee mocht gaan varen. Ik vraag me af of zo’n parasiet wel te bestrijden is…

Het weggetje waar we over heen reden kronkelde langs de rand van het Eikesdalmeer, een groot meer dat middels de rivier (waar we daarvoor langs hadden gereden) uitmondde in de Eresfjorden. Overal waren watervalletjes en zagen we resten sneeuw liggen. Het meer zelf was prachtig van kleur, en omringd met alle bergen zeer indrukwekkend. We passeerden enkele wildroosters en zagen schapen met (wat grotere lammetjes) langs de weg lopen. Na een paar kilometer kwamen we bij een camping en het punt waarop we de ‘doorgaande’ weg verlieten. Hier ging de route verder over een Private Road, een tolweg. Voor 20 kronen (zo’n € 2,30) mochten we via de onverharde weg verder rijden. Aan het begin van zo’n Private Road staat dan een kastje waar pennen en envelopjes in zitten. Op het envelopje (met carbonpapier) dien je dan je naam, nationaliteit, datum en kenteken in te vullen, plus het aantal kronen dat je in het envelopje hebt gedaan. Het bovenste briefje scheur je dan af van het envelopje, dat is voor je eigen administratie en eventuele controle, het envelopje met geld stop je dan in een gleuf in het kastje, voor de eigenaar van de weg.

Na deze ‘administratieve handeling’ reden we het onverharde pad op. Al snel kwamen we bij een parkeerplaats waar we de auto neer zetten. Het was volkomen verlaten, geen mens of auto te zien. We liepen een klein stukje terug waarna de wandeling naar de waterval begon. Over een breed pad liepen we de berg op en kwamen uit bij een bos waar een bord bij stond. De waterval denderde naar beneden over een afstand van 655 meter, waarvan een vrije val van 297 meter. Het zou ongeveer een half uurtje lopen zijn naar de waterval. Het was droog en we hadden er zin in. Vol goede moed begonnen we aan het langzaam stijgende pad welke zich tussen bemoste keien en rotsblokken door slingerde. Alles was groen en vochtig, vogeltjes zongen en water klaterde. Al snel hadden we het behoorlijk warm, het klimmen over de stenen en glibberige paadjes kostte best energie. Soms liep het smalle paadje vlak langs een afgrond, waar je beneden het geraas van een kolkende waterstroom hoorde. In de verte zagen we de waterval. We liepen gestaag door omhoog en kwamen uit bij een houten kastje waarin een ‘gastenboek’ lag. Hieruit bleek dat er vandaag nog 2x eerder mensen de route hadden belopen, waarvan de mensen vóór ons uit Nederland, Haarlem kwamen. Niet erg druk dus, deze route. Ook wij schreven onze namen in het gastenboek en liepen verder richting de waterval. Op het punt waarvan we dachten dat we er (eindelijk) waren, bleek de route nog verder te gaan, over nog meer grote keien, nog verder omhoog. We hadden het hierbij kunnen laten, maar half werk is het net niet helemaal, dat is niet af. We wilden persé het pad aflopen. Wie weet wat voor moois we anders zouden missen…

Het pad bestond vanaf hier echter meer uit rotsblokken en stenen dan uit een pad, maar gestaag kwamen we verder, steeds dichter bij de waterval. Er viel soms een klein beetje motregen, maar we hadden er geen last van, het was juist wel verfrissend. Aan het eind van de route hadden we een geweldig uitzicht op de waterval en de woeste stroom naar beneden. Overal lagen grote rotsblokken en keien, en op de ons omringende bergen zagen we grote banen met naar beneden gevallen puin. Verder hoorden en zagen we veel vogeltjes, waaronder sijsjes.

Nadat we alles goed hadden gezien en een beetje waren bijgekomen van de klim begonnen we aan de weg terug. Dat ging uiteraard een stuk soepeler dan omhoog, maar afdalen is meestal gevaarlijker dan stijgen, je moet goed blijven opletten dat je niet uit glijdt of je verstapt.

Als beloning voor deze klim mocht ik van mezelf een mooie kei uit zoeken om mee naar huis te nemen. Vlak bij de weg had ik mooi roze-rood gekleurde stenen zien liggen, daar zocht ik er eentje van uit. Remco nam voor mij een iets kleiner, maar net zo’n mooie steen mee. We legden ze aan de rand van de weg en liepen naar de auto. Ik knipte een paar lupines af om in het huisje in een vaas te zetten en daarna reden we terug de weg af. Snel de stenen in laden en op naar huis. We waren net op tijd want het begon weer te regenen.

We reden weer met 10% de berg op en kwamen weer in een natte sneeuwbui terecht. Hierna was het afwisselend droog en nat, de buien wisselden af met droge stukken. Toen we rond 19.30 uur in de buurt van Andalsnes kwamen, tussen Rodven en Gjerdsetbygda in, zagen we iets lopen langs de kant van de weg. Een zwerfhond? Nee, een vosje! Het vosje was af gekomen op een zak met brood dat langs de kant van de weg lag.  Door voedsel langs of op de weg komen veel dieren om in het verkeer, deze keer ging het gelukkig goed. Remco en ik waren allebei opgewonden dat we een vosje van zo dicht bij hadden kunnen zien, in levende lijve, en niet dood gereden langs de weg! Wat een prachtig mooi dier, zo rank en zo snel.

In de miezerregen kwam we rond 19.45 uur aan bij ons huisje, na een heerlijke dag. Even later zagen we de koekoek weer vlak bij ons in de appelboom zitten, hij heeft hier echt zijn thuis. Ben benieuwd in wiens nest het koekoeksei is gelegd… Stel je voor, een mussenpaar dat voer moet aanslepen voor zo’n groot koekoeksjong… Aaahhh.

 

 

Vrijdag 5 juni 2009 Trollstigen, Geirangerfjord, Dalsnibba

250 km gereden

Zonnig met wolken

 

Wat een prachtige dag hebben we vandaag gehad! Noorwegen pur sang, Noorwegen op zijn mooist, Noorwegen zoals we willen!

 

Na wederom een heerlijke nachtrust werden we vanmorgen wakker; het was zowaar droog en het zonnetje kwam licht door de bewolking heen. Het beloofde een goede dag te worden. Rond 10.00 uur reden we weg. Eerst haalden we even een lekker broodje bij de supermarkt (+ een pet voor mij, die was ik vergeten mee te nemen vanuit Nederland) en reden daarna naar de Trollstigen, een weg de bergen in, bestaande uit 11 haarspeldbochten en daardoor geliefd bij toeristen. Aangezien wij ons ook als toerist gedragen, en dat natuurlijk ook zijn, stond deze weg op ons verlanglijstje. Het hoogseizoen is nog niet begonnen dus we verwachtten niet dat het heel druk zou zijn. Onderaan de kronkelweg namen we een paar foto’s van de weg die je de berg op zag slingeren. Een Nederlands echtpaar op de motor was net als wij laaiend enthousiast over het zicht op de weg en het idee dat we daar straks over heen zouden rijden. We zagen campers langzaam de berg op en af rijden, prachtige watervallen en besneeuwde bergtoppen. We begonnen aan de weg die de hoge berg op voerde. Het was spectaculair om te zien hoe snel we hoger op de berg kwamen, hoe snel de parkeerplaats waar we net nog hadden gestaan in de diepte verdween. Onder ons zagen we de weg kronkelen, onvoorstelbaar! En dan te bedenken dat deze weg er vroeger nog niet was, dat er alleen maar een ‘horse trail’ was, waar mensen hun leven waagden om van A naar B te komen. Nu konden we over een prachtig geasfalteerde weg de berg op, wat een luxe. Naarmate we hoger op de berg kwamen zagen we steeds meer sneeuw liggen, en voordat we het wisten kwamen we op het uitzichtpunt op de berg. Natuurlijk waren er souvenirwinkeltjes, met rendiervellen, trollen, kaarten en nog veel meer spullen. Ook kon je naar een uitzichtpunt lopen waarvandaan je naar beneden kon kijken en de afgelegde weg onder je zag liggen. Een woest kolkende stroom water wierp zich over de rand naar beneden. Het water was ontzettend helder en zag er extreem koud uit. Dat was het natuurlijk ook, want het was puur smeltwater. Een Aziatisch vrouwtje nam heel stoer een slokje van het water, haar companen moesten er om lachen. Naast alle steenmannetjes op de berg (opgestapelde stenen, een bepaald symbool van ‘boven op de berg’ zijn gekomen) stond er ook een klein sneeuwmannetje. Hij stond met zijn ruggetje naar het prachtige uitzicht over het dal ver onder ons. Nadat we de nodige foto’s hadden gemaakt van deze fantastische plek namen we een kijkje in de souvenirwinkeltjes. We kochten een paar kaarten en postzegels (de postzegels waren erg mooi), en het meisje achter de toonbank vertelde dat als we de kaarten hier boven op de berg op de bus zouden doen dat er dan een speciaal poststempel van de Trollstigen op zou komen. Leuk idee, alleen lag ons adressenboekje thuis in Nederland… Misschien dat we morgen nog even de berg op rijden om de kaarten daar alsnog op de bus te gooien, het is immers maar een half uurtje vanaf ons huisje naar de top van de Trollstigen. Hier boven op de berg werd er druk gewerkt om alles te moderniseren en voor toeristen nog meer winkeltjes e.d. te maken. Op een groot bord stond dat het futuristische gebouw in 2006/2007 klaar zou zijn. Intussen was het toch echt al 2009 en was er nog weinig meer te zien dan werkzaamheden! Het zal nog wel wat jaartjes duren voordat ze hun plannen hebben kunnen realiseren…

Naast alle toeristen die gewoon de weg op willen rijden (of af) en het gewone verkeer dat noodzakelijk de weg moet gebruiken, heb je ook mensen die de ski’s onderbinden. Ook al was de sneeuw aan het smelten, skiën kon nog makkelijk. En dan heb je ook nog de mensen die een stapje verder gaan: iets voorbij het epicentrum van het Trollstigen toerisme stopten we op een parkeerhaventje om wat foto’s van een, nog deels besneeuwd, meer te maken. Hier stopte een busje uit Duitsland waar twee mannen uit kwamen. De één was de ‘chauffeur’, de ander was de mafkees die op zijn fiets de Trollstigen af ging fietsen, maar eerst moesten zijn banden nog opgepompt worden. Ieder zijn hobby!

We reden verder door het prachtige landschap, vol met sneeuw en bergen, rotsen en watertjes. Dit was Noorwegen zoals we het het liefste zien, zo mooi, zo schoon en zo robuust, schitterend.

Onderaan de berg kwamen we uit bij het dorp Valldal en reden door richting Liabygda (onderweg door meerdere tunnels komend), waar we met de veerboot het fjord naar Stranda konden oversteken. We hadden eerder al een veerboot vanuit Linge naar Eidsdalen kunnen nemen, zodat we uiteindelijk bij Geiranger uit zouden komen, maar wij wilden naar Hellesylt. Er is namelijk een korte cruise mogelijk over het Geirangerfjord tussen Geiranger en Hellesylt, en ergens had ik gelezen dat de reis vanuit Hellesylt naar Geiranger mooier is dan andersom. Zo’n advies neem ik gelijk ter harte, dus zo gezegd, zo gedaan. We kwamen om iets voor enen aan bij de aanlegsteiger maar moesten tot 13.30 uur wachten voordat de boot ons zou komen ophalen. Er stonden al wat auto’s voor ons te wachten, en achter ons stonden er in korte tijd ook een aantal. Toen de boot aan kwam zagen we dat de voorsteven omhoog werd geklapt, waardoor de auto’s op en af konden rijden. Voor 81 Kronen mochten we mee naar de overkant, waar we een kwartiertje later de kade op reden. We reden verder richting Hellesylt en kwamen in één van de tunnels even vast te staan omdat een grote vrachtwagen en een camper, die elkaar tegemoet kwamen, te weinig ruimte hadden om elkaar te passeren. Het duurde gelukkig niet lang voordat ze zich langs elkaar hadden gemanoeuvreerd, waarna iedereen weer verder kon.

Toen we in Hellesylt aan kwamen hadden we nog zo’n anderhalf uur de tijd voor de boot naar Geiranger zou arriveren. De 6 wachtrijen voor auto’s en bussen waren nog volkomen leeg. We parkeerden de auto vlak bij de wachtrijen en liepen naar de waterval vlak bij. We namen een paar foto’s en keken daarna bij de twee restaurantjes wat we eventueel te eten konden halen. We bestelden bij het best ogende zaakje een pizza die we samen deelden op het terrasje. Na deze lekkere lunch gingen we maar eens kijken hoe het nou allemaal zat met de boot en de wachtrijen, want helemaal snappen deden we het niet. De wachtrijen eindigden namelijk niet bij het water maar bij een weg… Hoe en waar moesten we dan straks de boot op? Een Duits stel in een knalgeel busje had al even in de ‘wachtrij’ gestaan maar was verder gereden, snapten het waarschijnlijk ook niet helemaal. Ik dacht dat de boot iets verderop zou aanmeren, en dat daar niet genoeg plek zou zijn voor alle auto’s en bussen die met de boot mee wilden. We liepen naar het punt waarvan ik dacht dat de boot zou aanmeren. Dat bleek te kloppen: er was inderdaad weinig ruimte. De Duitsers in hun gele bus stonden daar echter te wachten. We liepen terug naar onze auto en namen plaats op het eerste plekje in de wachtrij, verder was er nog niemand. Het duurde niet lang of ook het gele busje kwam aangereden en stopte achter ons in de ‘rij’. Tijdens het wachten op de boor verving Remco het lichtje van de koplamp, hij wordt steeds handiger! Om iets voor 15.30 uur kwam de boot aan gevaren. Tegelijkertijd kwamen er twee bussen met Aziaten (Chinezen?) aangereden, werd het toch nog een beetje druk op de boot… We snapten nog steeds niet hoe en wanneer we nou op de boot konden komen, maar dachten dat dit vanzelf wel duidelijk zou worden. Achter ons stonden intussen meerdere auto’s, waarschijnlijk net als wij allemaal met dezelfde vragen. Als wij zouden gaan rijden was het spreekwoordelijke schaap over de dam en zou de rest ons volgen. Maar konden/mochten we al gaan rijden? Vast niet, eerst de andere auto’s van boord, dan wij er op. Uiteindelijk zagen we een man aan komen lopen die duidelijk bij de boot hoorde. Snel dook hij de zaak in waar wij eerder een pizza hadden besteld en kwam weer naar buiten met een pakje sigaretten. We kregen het teken dat we naar de boot mochten rijden, en opgelucht dat het één en ander eindelijk duidelijk was reden we er naar toe. Voor 340 Kronen konden we met auto en al de boot op rijden.

Vanaf het dek hadden we een mooi uitzicht over het Geirangerfjord èn op alle chinezen die de meeuwen aan het voeren waren. Ze hielden brood en een soort van chipjes in hun hand welke de meeuwen wel wilden hebben. Terwijl de handen met lekkers in de lucht werden gestoken vlogen de meeuwen met de boot mee. Het was bijzonder om te zien hoe de meeuwen tegen de wind in manoeuvreerden, hoeveel kracht en behendigheid daar aan te pas kwam. Ook de chinezen zelf waren prachtig om naar te kijken: sommige hadden een mondkapje voor, er liep er eentje met tweety sokken en veel hadden handschoentjes aan in allerlei soorten. De mooiste handschoenen waren wel geel gebloemde tuinhandschoenen! Het was grappig om te zien hoe vaak ze gingen poseren voor een foto, ze waren er maar druk mee. Een eenzame fietser had duidelijk geen behoefte aan contact: terwijl alle stoeltjes over het dek waaiden trok hij zich terug op een stoel in een hoekje en ging daar stoïcijns zitten, leek geen oog te hebben voor alles wat er op de boot gebeurde en ook niet voor het prachtige fjord met haar majestueuze bergen er om heen. Zowel zijn houding als zijn gezicht straalden uit dat hij hier niet voor zijn lol zat maar alleen maar om van A naar B te komen.

Het kijken naar de mensen was al erg leuk, maar het fjord zelf was natuurlijk waar het echt om ging! Wat voel je je klein als je op een, nog redelijk grote, boot zit, midden op een enorm fjord met die vreselijk hoge bergen die uit het water omhoog kwamen. Hoe nietig kan je je voelen. Vanaf de indrukwekkende, deels met sneeuw bedekte bergen, kwamen de mooiste watervallen naar beneden, echt schitterend. Na uurtje kwam het dorpje Geiranger in zicht, waar een enorm grote cruiseboot voor anker lag. Maar zelfs een boot als deze valt in het niet bij de indrukwekkende omgeving. Vanaf het schip vaarden kleine bootjes af en aan om de passagiers naar en van de wal te brengen. Helemaal onderaan de boot, precies boven het wateroppervlak, konden de mensen door een opening in en uit de bootjes stappen. Het waren net mieren, zo klein vergeleken bij de grote boot. Zo zie je maar weer hoe relatief het begrip ‘groot’ kan zijn: in vergelijking met de boot waren de mensen heel klein, maar de enorme boot stelde niets voor naast de reusachtige bergen.

Ons bootje (waarvan we het eerst nog best een boot vonden…) meerde aan en we reden het dorpje in. Het miezerige dorpje was bomvol met toeristen, het was een drukte van belang. We worstelden ons zo snel mogelijk uit deze hectische omgeving en lieten het dorpje achter ons. Voordat we aan de weg terug naar huis zouden beginnen wilden we eerst nog een stukje verder rijden naar Dalsnibba. Hier zouden we een mooi uitzichtpunt bereiken na eerst vele haarspeldbochten genomen te moeten hebben. We waren benieuwd.

Al snel begon de weg zich omhoog te kronkelen en konden we een foto maken van Geiranger. We zagen goed hoe klein ‘onze’ boot was in vergelijking met het joekel ernaast, en ook hoe hoog we al weer waren. Maar de weg ging nog verder omhoog en het landschap werd steeds witter. Op veel plaatsen lag nog metershoge sneeuw, de weg was schoon geschraapt maar daarnaast konden we goed zien hoeveel sneeuw er nu nog lag, laat staan welke hoeveelheden hier in de winter moeten liggen! We moesten natuurlijk weer regelmatig stoppen om foto’s te maken, vooral omdat de blauwe lucht met wolkjes wat kleur gaf aan het verder zwart-witte landschap. Overal stroomde ijskoud helder water en op de bergen zagen we mensen skiën. Ook zagen we grote pootafdrukken in de sneeuw, geen idee van welk dier. Het landschap werd steeds mooier en we raakten meer en meer betoverd door de schoonheid om ons heen. Vlak voor we naar het uitzichtpunt zouden rijden zagen we een groot meer dat nog volledig bedekt was met sneeuw. Maar ik denk niet dat je er nog over heen zou kunnen lopen, de dooi was immers al wel begonnen. Het landschap liet in al haar schoonheid zien hoe verraderlijk ze kan zijn: je denkt dat je op sneeuw loopt, maar wat zich daaronder bevindt weet je niet. Voor hetzelfde geld zak je er doorheen om in een ijskoud meer terecht te komen.

Om het uitzichtpunt te bereiken moesten we een tolweg op, 80 Kronen maar liefst. Ze weten hier wel hoe ze geld aan de toeristen kunnen ontfutselen, het reizen hier is niet goedkoop! Maar, het was het geld meer dan waard. Over een onverharde weg reden we naar boven. Na de eerste haarspeldbocht stonden we stil achter een bus die met veel moeite een tegemoet komende camper kon passeren. De sneeuw langs de weg was hier nog hoger dan eerder op de route, het waren echte sneeuwmuren. Met elke meter die we omhoog gingen (en dat ging snel) werd het uitzicht mooier. Op de top van de Dalsnibba, 1500 meter, hadden we zicht op de bergen om ons heen. Het voelde alsof we op het dak van de wereld stonden, fantastisch! Het is met geen woorden te beschrijven hoe mooi het was, al die besneeuwde bergtoppen, sommige half in de wolken. We konden 360 graden rond kijken, en overal was het net zo mooi. Heel diep beneden ons zagen we Geiranger liggen, een minuscuul stipje, meer was het niet. Zelfs het fjord leek een simpel meertje te zijn.

We reden de berg weer af, met duizelingwekkende afgronden naast de weg, meestal zonder vangrail. Veilig kwamen we weer beneden en begonnen aan de terugreis door het prachtige landschap. Uiteindelijk kwamen we weer uit bij Geiranger en reden hier verder richting Andalsnes. Het was nu een stuk rustiger in het dorp; het cruiseschip was vertrokken. Niks was er meer over van alle hectiek, er waren nog maar weinig mensen, behalve dan de mensen die er werkten. Ook deze kant Geiranger uit moest over een weg gereden worden met veel haarspeldbochten, de Orneveien oftewel de Adelaarsweg. Deze weg hadden we vanaf de boot al goed kunnen bekijken. Bij Eidsdalen aangekomen konden we vrijwel direct de veerboot naar Linge oprijden, aan de andere kant van de Norddalsfjorden. Weer zo’n 80 kronen lichter bereikten we de overkant. Vanaf hier reden we weer naar de Trollstigen, maar eerst haalden we in het campingdorp Valldal een paar boodschappen voor het avondeten.

Weer kwamen we door het prachtige landschap waar we ’s ochtends al hadden gereden, maar nu stopten we niet meer om foto’s te maken. We hadden een lange dag achter de rug en wilden naar huis. De Trolstigen afdalen was misschien nog wel indrukwekkender dan hem bestijgen, je kon de dieptes erg goed zien! Binnen een paar minuten stonden we weer onderaan de berg, en even later kwamen we eindelijk thuis. Het was 20.30 uur. We hadden een lange maar schitterende dag achter de rug. Een dag met zoveel moois en indrukken, we waren er gewoon moe van. Hoeveel schoonheid kan een mens hebben op een dag? Ik denk dat we aan onze max zaten, veel meer had er niet meer bij gekund!

Thuis bekeken we de vele foto’s die we hadden gemaakt en genoten daarna van een simpele doch heerlijke maaltijd van gebakken aardappelblokjes met ham, courgette en tomaat, afgemaakt met ei. Dat ging er wel in!

Rond een uur of half elf viel de stroom opeens weer uit, maar gelukkig was Olav nog wakker en was de elektra binnen 3 minuten weer aan. Remco ging rond middernacht naar bed, maar aangezien ik nog steeds last heb van klaar wakker zijn tot diep in de nacht bleef ik nog even in de woonkamer lezen en wandelde nog een stukje buiten. Uiteindelijk ging ik toch ook maar naar bed, maar het duurde tot ongeveer 2.30 uur voordat ik mijn ogen kon sluiten…

Ondanks de lange dagen dat we weg zijn en alle tijd die ik in het tikken van de verhalen steek ga ik hard door mijn boeken heen. Intussen heb ik al bijna 4 dikke boeken uit gelezen, maar gelukkig heb ik er nog een aantal op voorraad.

 

 

Zaterdag 6 juni 2009 Kaarten posten op Trollstigen

63 km gereden

Zonnig

 

Voor vandaag hadden we niet echt plannen, en toen vanmorgen de zon bleek te schijnen genoten we eerst op het terrasje van het heerlijke weer en verdiepten we ons in onze boeken. Ondertussen werden we vermaakt door de katten hier op het erf. De rooie, langharige kat, we hebben hem Devil genoemd voor de makkelijkheid, en het kleine grijze katje, Tijger. Het begon ermee dat Tijger probeerde om Devil te verleiden tot een potje ravotten. Devil vond het wel leuk en samen klierden ze over het terrein, achter elkaar aan rennend, bomen in vliegend, erg leuk om te zien. Daarna kwam Tijger een kijkje bij ons nemen. Ze vond het erg gezellig en toen we ook nog met haar wilden knuffelen en klieren was ze helemaal niet meer weg te slaan. Ook Devil kwam uiteindelijk maar weer eens bij ons langs, maar eigenlijk wilde hij ons voor zichzelf hebben. Hij blies venijnig naar Tijger als ze te dicht in de buurt kwam, en Tijger had danig respect voor die grote rooie. We zochten een touw op en begonnen daarmee met Tijger te spelen. Devil zat stilletjes toe te kijken, hij wilde ook wel met een touwtje spelen. Daar stonden we dan, allebei met een touwtje en een spelende kat, heerlijk! We schreven de kaartjes voor het thuisfront terwijl de koekoek weer eens kwam buurten. Met het geluid van de jodelende wulpen op de achtergrond was het weer op en top genieten.

Rond het middaguur reden we naar Andalsnes om een paar boodschappen voor het weekeind te halen èn om te kijken naar de cruiseboot die daar vandaag lag. Het was behoorlijk druk in het dorpje, alle 2600 passagiers van het cruiseschip liepen rond en de plaatselijke bevolking was er maar druk mee. Er liepen er velen in klederdracht, een mooi gezicht. We namen een kijkje in de ‘enige kerk die zich in een treinstel bevindt’ (?!), 2 wagons met bankjes en tafeltjes, en met inderdaad een klein altaartje met daarachter een mooi glas-in-lood raam. Tsja, een kerk in een trein, dat kan natuurlijk ook…

Nadat we tevergeefs naar een plek om te internetten hadden gezocht gingen we naar de supermarkt. Bij de eerste haalden we de meeste boodschappen en bij de tweede moesten we alleen pizzabodems halen. Bij de 2e supermarkt was het knetterdruk, ze bestonden blijkbaar zoveel jaar en er werd op koffie met gebak getrakteerd. Buiten bij de ingang zat iedereen relaxed van het gebak te eten.

Ook keken we of we in de bieb nog even op het internet konden om onze mail te checken en wat naar huis te sturen. Het was 13.50 uur, we hadden nog precies 10 minuten de tijd voordat de bieb dicht zou gaan. Op onze eigen webmail konden we vandaag niet komen. Of Ziggo lag weer eens plat of er was een andere oorzaak, het was in ieder geval jammer. Via de hotmail konden we in ieder geval nog even een mailtje sturen naar m’n moeder die voor de beesten zorgt, dat was tenminste nog iets.

Nadat de benzinetank weer was gevuld reden we de Trollstigen op, speciaal om de ansichtkaarten op de bus te doen. We konden ze ook vlak om de hoek op de bus doen, maar dan kreeg je niet het speciale Trollstigen-stempel op de kaart, en ja, dat is toch ook wel grappig. Het was (heen en terug) minder dan een uur rijden, de weg was mooi, dus ach, leuk toch. Boven op de berg zagen we dat de sneeuw die er gisteren lag al een stuk minder was, zo snel kan het gaan.

Om 15.30 uur waren we weer thuis en maakten een lekker broodje klaar welke we in het zonenetje op aten. De rest van de middag vulden we met lezen en dommelen in de zon, zeer aangenaam! Devil kwam er gezellig bij liggen, helemaal op zijn gemak. ’s Avonds kwam de koekoek weer even langs (het wordt bijna saai) en na het eten gingen we nog even naar het zwijntje. Een nichtje van Olav en Lovice was op bezoek en heerlijk bezig met alle beesten. Even spelen met Tijger, rond rennen tussen de jongen koeien en ze aaien. Toen ze zag dat wij er waren kwam ze vrij snel naar ons toe. Ze riep Tijger, pakte haar op en gaf haar aan Remco. Daarna maakte ze Miss Piggy wakker waarna ik haar heerlijk heb geknuffeld. Ze maakte grommende geluidjes omdat ze het zo lekker vond. Schattig.

Om 22.30 uur gingen we nog even een stukje lopen, over het doodlopende weggetje waarlangs wij zitten. Het gejodel van de wulpen begeleidde ons, net als het geklater van de vele stroompjes water. Bij een paar huizen stonden 2 paardjes, waarvan eentje wel graag aandacht wilde. Na aan dit verzoek te hebben voldaan liepen we weer verder de weg af. De weg werd onverhard en het land er omheen bestond uit steeds meer bomen. In de verte hoorden we de bellen van tientallen schapen, een leuk geluid. We keken goed om ons heen in de hoop herten te zien, maar helaas, we zagen alleen sporen. Het was bijna 23.30 uur en we besloten bij de volgende bocht om te draaien. Toen we dat punt bereikten zagen we twee herten langs het pad staan! Ze hadden ons nog niet in de gaten dus we konden ze mooi bekijken. Een paar minuten later doken ze de berm in dus liepen we voorzichtig verder in de hoop ze nog wat beter te kunnen zien. Toen ze ons opmerkten renden ze snel het pad over en doken de bosjes in. Wat een mooie beesten!

Tevreden draaiden we ons om, de wulpen waren nu stil maar het geluid van een bosuil was nu telkens te horen. In Nederland horen we die meestal als het donker is, maar hier in Noorwegen, in deze tijd van het jaar, was het nog licht. Het blijft vreemd. We kwamen langs een paar koeien die nieuwsgierig naar het hek toe kwamen lopen. Eentje wilde wel een krabbel over haar hoofd hebben, de rest bleef iets op afstand. We kwamen weer langs de schapen met bellen, het gerinkel van de bellen zwol aan toen de kudde begon te rennen, geen idee waarom maar het was wel een leuk geluid en gezicht. We bereikten het asfalt en de paardjes weer, het was intussen middernacht. Niet ver van huis zagen we een vosje over een pad lopen. De vos merkte ons snel op en dook het struikgewas in. Een klein stukje verder zagen we langs de rand van een weiland nog een hert, welke ook snel de struiken in sprong. Twee vleermuisjes vlogen boven het water. Wat een heerlijke wandeling! Om 0.30 uur kwamen we terug bij het huisje, waar ook een vleermuisje rond vloog. We zaten nog even buiten maar het duurde niet lang voor we het bed in doken; we wilden er morgen op tijd uit.

 

Zondag 7 juni 2009 Kvernes Stavkirkje, Kristiansund

348 km gereden

Zon en wolken, fris windje

 

Vanmorgen toen we wakker werden scheen de zon, een mooi voorteken. Devil kwam even buurten en vooral knuffelen, wat een liefie!

Om iets voor tienen reden we weg richting Kvernes, vlakbij Kristiansund. Hier staat een stavkirkje welke op zondag tussen 10.00 en 17.00 uur open zou zijn. Een klein stukje er voor zou ook nog één of andere plek zijn met een gedenkteken van lang, lang geleden. Nergens zagen we hier echter een bordje naar toe wijzen, en het bordje ‘bezienswaardigheid’ dat we volgden kwam nergens uit. We reden dus maar door naar Kvernes, om daar de prachtige binnenkant van het stavkirkje te bezichtigen. Op weg daar naar toe zagen we in een weiland 3 herten, eentje lag relaxed tussen het hoge gras en 2 waren aan het grazen. Natuurlijk verstoorden we ze door te stoppen, dus op het moment dat ze zich naar de struiken en bomen begaven, reden we snel weg zodat ze verder konden relaxen.

Op naar Kvernes Stavkirkje. Wat viel dat tegen zeg, het kerkje was gewoon dicht! Niks op zondag open, niks geen mooie binnenkant te bewonderen… Al die kilometers voor Jan met de korte achternaam gereden! Ongelofelijk, daar hadden we de hele zondag op gepland, als we dat hadden geweten waren we wat anders gaan doen… En als de buitenkant van het kerkje nou mooi was geweest, maar nee hoor, het zag er (voor een stavkirkje) zeer simpel uit en op het dak lagen zelfs ordinaire oranje dakpannen. Wat een domper, wat een sof.

Maar niet getreurd, we hadden nog een halve dag voor ons, wie wist wat dat ons nog zou brengen. We reden dus maar verder richting de boot naar Kristiansund. Ons geld was bijna op dus hoopten we onderweg te kunnen pinnen, we wisten namelijk niet hoeveel de overtocht naar Kristiansund zou kosten. In een dorpje zagen we een bank, maar hoe we ook zochten, pinnen konden we er niet. OK, het was de spaarbank, misschien dat je er alleen maar geld naar toe kan brengen?! We vonden het vreemd maar konden er niets aan veranderen. Bij de kade aan gekomen zochten we naar de vaartijden en prijzen. De tijden vonden we uiteindelijk, maar nergens stond een prijs vermeld. We gokten het erop, als het meer dan 400 Kronen zou kosten zou het wel heel erg duur zijn. De boot arriveerde en voor 115 Kronen konden we mee. Dat viel gelukkig ‘mee’, we konden het nog betalen van de Kronen die we op zak hadden.

Aan de overkant reden we Kristiansund in. Omdat het zondag was waren alle winkels dicht, maar daar zaten we toch niet op te wachten. We waren blij dat het lekker rustig was, parkeerden de auto en gingen op zoek naar een bank. Het duurde even voordat we er eentje vonden, maar toen kwamen de flappen naar ons toe. In de tussentijd had Remco een café (Café Onkel) gespot waar we konden internetten. We gingen naar binnen en bestelden wat te drinken. Gelukkig konden we hier wel onze eigen laptop gebruiken, en dus alle lappen tekst en foto’s op onze site plaatsen. Probleem was wel dat de batterij in rap tempo leeg liep, maar gelukkig hadden we de stekker bij ons en zagen  we een stopcontact. Intussen hadden we een prachtig uitzicht op de haven en de kade van Kristiansund, waar veel grote boten binnen kwamen en veel mensen rond paradeerden. Het was hier duidelijk “zien en gezien worden”. Er liepen en reden patsers rond en we zagen ook veel lellebellen, in korte rokjes en strakke broekjes, allemaal veel te luchtig gekleed voor de temperatuur van vandaag. Een  cruiseschip kwam de haven binnen, wederom indrukwekkend groot. Terwijl we druk bezig waren met binnen gekomen mailtjes lezen (en beantwoorden) zetten we het 2e verslag van de vakantie op de website en zochten we foto’s uit om te plaatsen. Het verslag was snel gedaan maar de foto’s kostten heel wat meer moeite. Tot een paar keer toe stopte de website er mee en konden we weer opnieuw beginnen, zeer frustrerend. Gelukkig hadden we verder genoeg te zien, zaten we warm, hadden we wat te drinken en konden we er naar de plee. Op straat zagen we tot 3 keer toe dezelfde man met dezelfde grote stokvis onder zijn arm voorbij komen, om maar te zwijgen over alle patsers en lellebellen die meerdere malen voorbij kwamen. Wat een show! Maar, het mooiste was nog wel ‘de dorpsgek’: in het café zat een ouder mannetje die vol geladen was met sleutels. Echt, je gelooft het niet, maar hij had honderden sleutels om zijn nek en om zijn heupen hangen, hij liep er dan ook helemaal krom en door zijn knieën gezakt van! Ge-wel-dig!!!

Na lang zwoegen hadden we eindelijk een brute selectie van de foto’s geplaatst, als we alle foto’s hadden gedaan hadden we er volgende week nog gezeten… Het is hier ook zo mooi, de foto’s schiet je zonder enige moeite. We wilden iedereen laten mee genieten van een paar hoogtepunten, en hoopten maar dat de foto’s die we uit de vele uit kozen een beetje voldeden aan onze ervaringen. Mijn lieve vriendinnetje had al ‘geklaagd’ dat er de 1e keer zo weinig foto’s op stonden, dat wilden we niet nog een keer horen natuurlijk! En aangezien we de laatste dagen zoveel moois hadden gezien kostte het ook weinig moeite om veel foto’s te plaatsen, het was eerder een probleem om te bepalen welke we (nog) niet zouden plaatsen.

Iets voor 17.00 uur waren we eindelijk klaar en stapten we weer in de auto. We wilden met een mooie omweg terug naar huis, ik had het al helemaal uit getippeld. Eerst verlieten we de stad door een lange tunnel (zo’n 6 km) onder een fjord door, en daarna zouden we aan de omweg beginnen. Toen we de tunnel uitkwamen moesten we de tol betalen, 95 Kronen maar liefst. We reden verder en kwamen direct over een brug. Ergens klopte er iets niet, maar we hadden nergens een andere weg of afslag gezien. Het kwam er op neer dat we aan de verkeerde kant van het fjord reden. Nou ja, de verkeerde kant, we reden nu via een kortere route naar huis in plaats van de langere route met daarlangs meerdere bezienswaardigheden. Het maakte ook niet uit, het was overal mooi en we hadden nog een lange weg te gaan voor we thuis zouden komen. Een groot deel van de weg hadden we nog niet eerder gereden, dus zagen we weer veel nieuwe en mooie uitzichten.

We kwamen steeds dichter bij huis, het was al 19.00 uur geweest, en de zon glinsterde prachtig over de Eresfjorden. Daarachter besneeuwde bergen met wolken, fluitenkruid op de voorgrond, wat een plaatje! Onderweg zagen we een eenzaam hert in een weiland, rustig aan het grazen. Lekker hoor, Noorwegen! Een man die zijn (naar het fjord aflopende) grasveld aan het maaien was werd blijkbaar door onze (buitenlandse) auto afgeleid en werd door zijn grasmaaier mee naar beneden getrokken. Ik schaterde het uit terwijl mijn raampje open stond, de man moest het wel horen terwijl hij achter zijn grasmaaier aanrende. Het was net een lachfilm om te zien!

Om 20.00 uur kwamen we thuis, waar we op het terras (met dikke kleren aan) wat lazen en een (zelf gemaakte) pizza verorberden. We keken de filmpjes van 2 dagen terug en de foto’s van gisteren en vandaag. Tijger kwam langs om te spelen en te knuffelen, het is echt een schatje. Intussen is het na middernacht, Remco is naar bed en Tijger ligt gezellig naast me op de stoel op het terras. Eindelijk is haar energie op en heeft ze rust. We zouden haar graag in onze jaszak mee naar Nederland willen nemen… Maar, 4 katten is wel genoeg, zo’n draak als deze moeten we er echt niet meer bij hebben, hoe lief ze ook is! Ik ga nu nog even met haar knuffelen en dan ga ik ook maar mijn oogjes proberen te sluiten… Morgen willen we vroeg op om naar het eiland Runde te gaan. Dit is zo’n 3 uur rijden van ons huisje vandaan, en we hopen er veel vogels te zien, waaronder papegaaiduikers. Een droom zou uit kunnen komen!

 

Maandag 8 juni 2009 Runde, vogeleiland

345 km gereden

Zon

 

Vanmorgen reden we om 7.00 weg. Het zonnetje scheen, de lucht was blauw, het leek er op dat het een stralende dag zou gaan worden. Onderweg stond een hert bovenaan een weiland, een mooi begin. Na anderhalf uur kwamen we bij de boot naar Hareid. Vlak vóór we bij de boot aankwamen, kwam ons een grote stoet auto’s en vrachtwagens tegemoet. Ik had het vermoeden dat de boot net was aangekomen en wij hem dus net zouden missen. Dat vermoeden bleek volkomen juist; de parkeerplaats was leeg en vlak voor ons voer de boot weg. We moesten nog een klein half uurtje wachten voordat de volgende boot zou komen, we gebruikten de tijd om lekker te lezen. Om 9.00 uur reden we als eersten de boot op en kwamen een klein half uurtje later (en 115 Kronen lichter) aan in Hareid. We doken snel een supermarkt in om brood te halen. Dit hadden we onderweg al willen doen maar alle supermarkten waar we langs kwamen gingen pas om 9.00 uur open. Daar hadden we niet op gerekend want in Åndalsnes gaan ze al om 7.00 uur open. De supermarkt was behoorlijk groot en ze hadden heerlijke broodjes liggen. Ik koos een klein stokbroodje uit en Remco een bruin broodje met zaden. Hier hadden ze ook de door Remco gewilde bananenpasta, daar namen we dus gelijk maar een paar potten van mee. Na de boodschappen reden we snel door richting Runde. Het zonnetje scheen nog steeds en het was windstil. Verderop in een stadje moesten we even zoeken welke kant we op moesten maar daar kwamen we uiteindelijk uit. We reden over verschillende eilandjes, met elkaar verbonden door bruggen. Het gebied was prachtig, de kleur van de meertjes en de oceaan azuurblauw, besneeuwde bergtoppen op de achtergrond, hmmmmmmm. Toen we dan eindelijk (het was nog geen 10.30 uur, maar we wilden al zo lang naar dit eiland toe) op Runde aan kwamen zagen we gelijk een klein strandje. Het was nu eb, dus kans om even wat schelpjes te zoeken. Het kostte wat moeite om op het strandje te komen, maar via een paar rotsblokken konden we het zand bereiken. We zochten schelpjes en gingen na een tijdje verder, kijken of we een boottrip om het eilandje konden regelen. Bij het toeristenkantoortje stond dat ze kaartjes verkochten maar toen we er naar vroegen bleek dat we iets verderop bij een café moesten zijn. Hier bleek dat we misschien om 13.00 uur of 16.00 uur mee zouden kunnen. We wilden wel om 13.00 uur. Er werd gebeld met de schipper en ja hoor, het kon. We hadden mazzel want er waren al 11 passagiers, we pasten er precies bij. Voor 180 Kronen per persoon konden we mee. Zo’n € 20,- p.p., maar dat hadden we er wel voor over. We hadden nog een kleine twee uur voordat het zover was, we reden iets verder het eiland op en parkeerden de auto op een parkeerplaats aan de rand van de oceaan. We pakten de stoeltjes en het tafeltje uit de auto, de koelbox en de mand met spullen, en maakten een lekker broodje klaar. Daar zaten we dan, het zonnetje in onze rug, de zee voor ons. Om ons heen het geschreeuw van meeuwen, het geblaat van schapen en lammetjes en het geluid van de golven. Er zaten verschillende soorten meeuwen, een mantelmeeuw zat prachtig op een rots in de branding. De schapen zagen er soms een beetje verfomfaaid uit, met grote plukken wol die los hingen of delen waar de dikke wol al vanaf was. Het was geen verkeerd begin van een bijzondere dag. Gelukkig waren er ook toiletten, keurig verzorgd en zelfs met wc bril reiniger. Zelfs ik durfde daar met een gerust hart te gaan piesen. Meestal doe ik het liever in de bosjes dan op een openbaar toilet, maar dit was prima. In de verte zagen we een klein bootje over de golven varen, af en toe verdwijnend achter een golf. Het was de Aquila, het bootje waar we straks in mee zouden gaan. O jee, wat een golven… Zouden we het wel leuk vinden? Zouden we niet zeeziek worden? Spannend!

We zorgden er voor dat we een half uur voor afvaart bij het haventje waren want we wilden dit absoluut niet mis lopen. Vol verwachting liepen we naar het bootje dat al klaar lag. We hadden een warme fleecejas mee want we verwachtten dat het op zee wel frisjes zou zijn. Remco had zijn schoenen aan getrokken maar ik hield het bij mijn slippers. Noodgedwongen door zonneallergie op mijn tenen… Grote blaren zaten rond mijn teennagels, en dat terwijl ze amper zon hadden gehad én waren ingesmeerd met factor 40! Lopen was een crime maar schoenen waren helemaal onverdraaglijk omdat het dan warm wordt en nog meer begint te branden en jeuken. Daarnaast doet het extra veel pijn om ze in sokken en schoenen te hebben. Dus dan maar op slippers de boot in… Liever ijskoude voeten dan te warm.

Johan, de schipper, ontving ons hartelijk op zijn bootje, hij vertelde dat het een goede boot was en Aquila in het Italiaans ‘adelaar’ betekent. Het was de 1e dag in 14 dagen dat het mooi weer was en er weinig golven waren. Hadden wij even mazzel!Langzaam aan kwamen de andere passagiers, en uiteindelijk waren we er alle 13, met schipper erbij 14. Het gezelschap bestond, naast ons, uit 2 Hollanders (een jong stel), 2 Belgen, 2 Oostenrijkers, 3 Duitsers en 2 Finnen. De 2 Finnen waren duidelijk echte vogelaars, volledig in donkergroen gekleed en beiden uitgerust met een enorme toeter op hun fotocamera (eentje zelfs in camouflagekleuren). Ook de 3 Duitsers haalden van die enorme joekels te voorschijn. De rest zat er gelukkig bij met net zoiets als wij, gewoon een normaal toestelletje.

Johan heette iedereen welkom en zei dat hij alles voor ons wilde doen om het ons naar de zin te maken. Als we ergens dichter bij wilden of zo moesten we dat vooral zeggen. Het beloofde een leuke trip te worden! We voeren het haventje uit en toen we op open water waren kwam Johan achter het roer vandaan om ons één en ander te vertellen over de aanwezige vogels. Hij noemde in meerdere talen de namen van de vogels en wilde deze ook in het Fins weten, altijd handig voor een volgende keer. Zo had hij pas Tsjechische passagiers gehad en nu dus ook de vogelnamen in het Tsjechisch. Hij begon er mee dat waarschijnlijk iedereen vooral voor de puffins, de papegaaiduikers, kwam. Dat klopte inderdaad wel. Hij zei dat de puffins het moeilijk hadden omdat er te weinig kleine visjes in de zee waren, door overbevissing uiteraard. Ze hebben juist kleine visjes nodig om aan hun jongen te voeren. De afgelopen 3 jaar waren er hierdoor weinig tot geen jongen… Wat een triest verhaal, en wat zou het fijn zijn als er juiste maatregelen genomen zouden worden. Hij noemde nog een paar vogels die er onder te lijden hadden, zoals alken en zeekoeten, allemaal vogels die kleine visjes nodig hebben. Andere vogels hebben er weinig last van omdat ze grotere vissen en aas nodig hebben, dat nog wel voldoende aanwezig is. Hij beloofde ons honderden puffins en ook zee arenden. Wauw, dat zou geweldig zijn!

De twee Finnen waren al snel verdwenen naar de voorkant van de boot waar ze het rijk voor zich alleen hadden. Van die twee grote toeters zouden we dus geen last hebben. De Duitsers echter waren zeer aanwezig, en als je een foto wilde maken was de kans groot dat er opeens een grote lens in je beeld verscheen, zeer irritant. Maar goed, proberen om je er maar niet aan te ergeren en zoveel mogelijk genieten van al het moois wat we zouden zien. Al snel kwam het bootje bij de rotswand waar de puffins zaten. Op het water dreven inderdaad honderden puffins, met hun prachtige gekleurde snavels. Ze waren mooi en grappig om te zien, en het waren er zo veel! Ik maakte wat foto’s maar door de golven was dat een beetje lastig. Het maakte me ook niet uit, ik wilde van ze genieten, dat was waar we voor gekomen waren! De Duitsers echter bleven maar klikken, het leken wel mitrailleurs, het ging achter elkaar door. Ze zagen alles vanachter hun camera en ik kon geen moment merken dat ze er echt van genoten. Het ging er volgens mij alleen maar om wie het mooiste plaatje maakte. Weer probeerde ik mijn ergernis van me af te zetten, om niet op ze te letten, maar constant kwam er weer zo’n toeter in beeld. Ondanks dat ik me niet wilde ergeren kon ik er soms niet om heen. Een beetje jammer, maar de vele puffins maakten dat toch meer dan goed! Bij een rots zaten kuifaalscholvers, zeekoeten en alken. Wat een prachtige vogels ook. De kuifaalscholvers zijn heel sierlijk, mooi gevormd. Het seizoen van hun kuifjes was zo’n beetje voorbij maar hier en daar konden we het toch zien. De alken en zeekoeten waren prachtige vogeltjes, een soort van kleine pinguïns om te zien. Boven ons hoofd en tegen de kliffen vlogen en zaten honderden meeuwen. Het was een drukte van jewelste en hun geschreeuw was zeer aanwezig, Ik zat te wachten tot er iemand als eerste een flinke plens stront over zich heen kreeg, maar dit bleef, jammer genoeg, uit. De schipper deed inderdaad zijn best om iedereen zoveel mogelijk te laten zien en bleef lang hangen bij de mooiste plekjes. Het was indrukwekkend om te zien hoeveel vogels er in de lucht vlogen, op het water dreven en op de steile kliffen zaten te broeden. Bepaalde kliffen en rotsen waren helemaal wit van alle stront. Tijdens de ronde om Runde zagen we verder nog stormvogels, jan van genten, drieteenmeeuwen, grote jagers, kleine jagers en sterntjes. Het was echt bijzonder om zoveel vogels bij elkaar te zien. Er ontstond veel paniek toen er een aantal zee arenden op vlogen, op zoek naar prooi. Wat een fantastisch mooie, grote vogels zijn dat, met geweldig grote vleugels, koningen van de lucht. De arenden broeden hier niet maar hebben genoeg om op te jagen. Grote en kleine jagers leven van prooien en voedsel dat ze van andere vogels af pakken. Jan van Genten slepen veel vissersnetten naar de kliffen, en maken daar hun nest van. Andere vogels broeden gewoon op de kale kliffen. Ook vertelde Johan dat de jonge zeekoetjes nog niet kunnen vliegen en na een paar weken zich gewoon vanuit het nest naar beneden laten vallen in het water.

Op een gegeven moment vroeg de schipper of we via de rustige route terug wilden of via de golven. De meesten wilden wel even wat golven maar de Duitsers begonnen te klagen dat dat niet goed was om foto’s te maken. Gelukkig verloren de Duitsers! Stel zeikerds, alles voor de foto’s verder nergens oog voor. Tot aan de haven bleven ze door klikken, geen moment kwam het in hun botte harses op dat ze ook konden kijken zonder hun fototoestel te gebruiken. Ik weet dat wij veel foto’s maken, maar dit sloeg echt alles. Het mooiste was dat de Duitse vrouw aan het eind van de rit haar verontschuldigingen aan boodt voor het geval ik last had gehad van haar of haar camera. Joh, had daar eerder aan gedacht! Ik zag dat er heel veel waterspatters op haar lens zaten en hoopte maar dat er veel foto’s verpest zouden zijn…

Door de golven voer het kleine bootje terug naar de haven. We kwamen langs de vuurtoren en een paar huisjes. Op de punt van de rots stond een oud metalen, rond geval, wat de vroegere vuurtoren bleek te zijn geweest. Deze was in onbruik geraakt omdat met storm de vuurtoren van de huisjes werd afgesneden en de vuurtorenwachter niet meer naar zijn vrouw kon. Grappig verhaal. Ook is daar in 1725 het Nederlandse VOC schip Akerendam vergaan, met een grote lading gouden en zilveren munten aan boord. Pas sinds het eind van de 20ste eeuw kunnen duikers de diepte bereiken waar het schip ligt en worden er regelmatig ladingen goud en zilver naar boven gehaald. Er liggen ook nog kanonnen en andere spullen op de bodem, deze zullen t.z.t., als het nieuwe bezoekerscentrum op Runde af is, worden tentoon gesteld.

Na deze fantastische trip kregen we van Johan als aandenken een ansichtkaart waar zijn bootje op stond, voor als we eens een droevig gevoel hadden. Als dat zo was moesten we de kaart pakken en dan werden we vanzelf weer gelukkig! Nou, deze dag zullen we inderdaad niet snel meer vergeten, en zal altijd een prachtig gevoel geven als we er aan terug denken!

We bedankten Johan hartelijk toen we zijn mooie boot verlieten en stapten weer aan wal.

De auto parkeerden we weer op dezelfde parkeerplek als ’s ochtends en begonnen aan een wandeling over het eiland. Met pijn en moeite had ik me in mijn sokken en schoenen gehezen en moeizaam liepen we van de auto weg. Het pad ging gelijk zeer steil de bergen op en al snel hadden we een schitterend uitzicht over het eiland, de oceaan en de eilandjes en het vaste land in de verte. Er liepen schapen op het natte heideveld, waar vroeger turf werd gestoken. Veenpluis bloeide overal en ook zagen we orchideetjes. Zowel de broedgebieden van de vogels als de planten zijn beschermd op Runde, alleen de paden mag je gebruiken om het eiland te verkennen, een goede zaak. Nu bekeken we de vele vogels van bovenaf, de steile kliffen waren soms angstaanjagend. Over het land vlogen de grote en kleine jagers, prachtig grote, donker gekleurde vogels. Tijdens het echte broedseizoen vallen ze mensen en zelfs helikopters aan! Vandaag hielden ze zich gelukkig rustig.

We namen, na al het geklim omhoog, een korte pauze op een rotsblok en keken naar alle vogels die rond vlogen. Remco zag vanaf een uitstekende steen hoe een papegaaiduiker tegen de rotswand aan zat en kon hem mooi op de film krijgen. Toen hij een foto wilde maken vloog de vogel helaas weg. Ik had erg veel last van mijn tenen en wilde eigenlijk terug naar de auto. Maar ja, de meertjes in de verte lokten ook… Dus verlengden we de wandeling en liepen naar de meertjes toe, we waren nu immers op Runde! Ik verbeet de pijn, de jeuk en het brandende gevoel en genoot van de omgeving. In de verte hoorden we de schapen blaten, meeuwen vlogen vlak voor ons over en een zeearend werd door twee jagers verjaagd. De grote jagers waren maar klein in vergelijking met de arend.

Het paadje bracht ons steeds verder het eiland over en uiteindelijk kwamen we bij de meertjes. Het terrein werd hier en stuk natter en we moesten steeds vaker van steen naar steen springen. Het pad was niet altijd even duidelijk maar telkens kwamen we er weer op terecht. Schapen renden voor ons weg als we te dicht bij kwamen, de lammetjes huppelden er achter aan. We werden moe en hoopten dat we de auto ooit nog zouden bereiken. Eindelijk zagen we het pad waar we de wandeling waren begonnen, maar hoe kwamen we daar? We stapten een hek over en volgden het smalle paadje de berg af. Tussen ons en het pad stroomde een beekje, we konden er niet overheen. Hmmm, als dat maar goed ging. De afdaling was steil en we begonnen onze knieën te voelen. Het duurde even maar eindelijk, eindelijk bereikten we een bruggetje over het beekje, met aan de andere kant het pad naar beneden. We hadden het gered! Het was 18.30 uur geweest, een mooie en lange dag.

We hoopten onderweg ergens iets te kunnen eten maar Noorwegen is nou niet echt een land van restaurantjes. We hadden keus uit een pizzeria of uit een vette hap bij een benzinestation. We besloten te wachten tot we thuis waren en daar wat soep en andere hapjes klaar te maken. Om 20.10 uur kwamen we aan bij de boot in Hareid, waar we 20 minuten moesten wachten tot we over konen. Het was een beetje vreemd want de boot lag al wel klaar, we mochten er alleen nog niet op. Nou ja, ook geen probleem, met onze boeken kwamen we de tijd wel door. Om 21.00 uur reden we eindelijk het vaste land weer op en kwamen na een lange reis om 22.45 uur thuis. Het had hier geregend, het was dus blijkbaar niet overal zo mooi geweest als op Runde, wat hadden we een mazzel gehad! Om middernacht zaten we nog te eten en foto’s en filmpjes te bekijken. Het was 1.30 uur toen we maar eens naar bed gingen, om te dromen over deze geweldige dag.

 

Dinsdag 9 juni 2009 Even bijkomen

26 km gereden

Deels regen, deels wolken en zon

 

We hadden lekker geen wekker gezet en werden pas om 9.30 uur wakker. Buiten regende het een beetje en we waren niet vooruit te branden. We vonden dat we dan maar een dagje moesten niksen, lekker lezen, een paar boodschapjes halen en lekker lezen. Dat konden we wel gebruiken na de afgelopen twee lange dagen. Tijger hield ons gezelschap, ze wilde alleen maar spelen met het touwtje. Toen we gingen afwassen vond ze het duidelijk maar een saaie boel: ze rende door het huisje heen om daarna in mijn been te klimmen, keer op keer. Ze vermaakte zich zelf wel!

Begin van de middag reden we eerst naar de bibliotheek om onze mail te checken. Via de mail kregen we van verschillende mensen te horen dat we niet moesten schrijven maar genieten van onze vakantie. Nou, met dat genieten zit het wel goed, en schrijven is gewoon een hobby van me. Ik doe het met plezier, en vaak ’s avonds als we verder toch geen plannen hebben. Daarna heb ik weer genoeg tijd om te lezen en te relaxen.

Na de bieb haalden we een paar boodschappen. We kwamen er achter dat er nog een supermarkt in het stadje was, een grotere dan waar we telkens waren geweest. We haalden hier twee lekkere stokbroodjes welke we ’s middags op aten met kaasjes en smeersels. Het zonnetje was toen door gekomen, het was heerlijk. Ook Tijger was weer van de partij. Op een gegeven moment hoorde ik Miss Piggy knorren en zag haar even later over het terrein rennen, met Olav er achter aan met zijn hooivork. Ze was weer eens ontsnapt! Het was een komisch gezicht!!!

Aan het eind van de middag begonnen mijn ogen dicht te zakken en dook ik even het bed in, lekker hoor, vakantie!  ’s Avonds weer lekker buiten gegeten, met Tijger als vrolijk en lief gezelschap. We zagen op de bergen achter ons een prachtige regenboog. Pas aan het eind van de avond kwam er weer een buitje over, maar onder het afdakje konden we toch nog droog zitten.

’s Nachts vlogen de vleermuisjes rond het huis en kwam er vanuit de boompjes een vrolijk gekwetter van vogeltjes, heerlijk, de Noorse nachten in dit seizoen.

 

 

Woensdag 10 juni 2009 Aursjovegen

325 km gereden

Bewolkt, soms zon, één keer plensbui

 

Vandaag zou het weer wisselvallig zijn en eigenlijk alle dingen die we hier perse wilden zien hadden we gezien. Wat we nog konden doen, en wat ook spectaculair scheen te zijn maar onbekend, waren de Aursjovegen, een tolweggetje van Eikesdalen naar Sunndalsora. De Trollstigen zijn spectaculair en toeristisch, maar dit weggetje scheen het te overtreffen. We besloten dit vandaag zelf te gaan ervaren. Om iets voor half elf reden we weg en haalden in Åndalsnes een broodje voor onderweg. Het was droog, de zon kwam soms half door de wolken heen, en we hoopten maar dat we niet in al te slecht weer terecht zouden komen. We reden richting Eikesdalen en kwamen aan het begin van de tolweg (privé weg). De automatische slagboom stond omhoog en er stond een auto. Een man, blijkbaar bij de auto horend, was ergens mee bezig. We wilden stoppen om de tol te betalen maar hij zwaaide dat we verder konden rijden. OK, dat scheelde weer wat geld, prima! Direct verlieten we het asfalt en kwamen op een onverhard pad terecht. Het pad was niet lang geleden bestrooid met grind, wat nou niet echt makkelijk reed. We bevonden ons nog maar net op het pad toen we voor ons een vos zagen lopen. Even keek hij onze kant op en liep daarna relaxed weer verder over het weggetje. We stopten zodat we hem op de video konden zetten, wat trouwens prima lukte. De vos deed net alsof wij er niet waren. Even later verdween de vos een zijpaadje op en verdween uit beeld. Wat een geweldig begin van deze spannende weg. Het weggetje ging rap omhoog de berg op en opeens reden we een tunnel in. We zijn hier wel gewend aan de vele tunnels, de één lang, de ander kort, maar overal is verlichting. Hier was geen verlichting, wat het tot een andere ervaring maakte. Ook was de tunnel vol met bochten, terwijl de meeste andere aardig recht zijn.

Het groene landschap veranderde al snel in een onherbergzaam ogend gebied, met veel rotsen en grote keien. Steeds meer sneeuw bedekte het landschap en steeds meer beekjes, kreekjes en watervalletjes lieten het heldere water naar beneden stromen. Dit was weer het adembenemende Noorwegen waar we zo van houden. Ruig en toch prachtig schoon. De planten die hier groeiden waren aangepast aan de extreme omstandigheden die hier heersen, ze waren klein en hadden taaie, stevige blaadjes waardoor ze minder vatbaar waren voor kou en droogte. Des te verder we het weggetje af reden, des te mooier werd het landschap. Bij een groot stuwmeer stonden verschillende houten huisjes. Je zal hier maar vakantie hebben! Prachtig hoor, maar wel erg afgezonderd van de buitenwereld.

We waren op een gegeven moment toe aan pauze, om wat bij te komen en om wat te eten. Op een heuveltje stond een picknickbankje met een prachtig uitzicht over het omringende landschap. We zetten de auto neer en liepen met onze spulletjes naar de picknickplek. Het was koud hier, en de wind maakte het nog iets kouder, maar het was gelukkig droog. In de verte zagen we flarden regen over het land en de bergen trekken, een onheilspellend gezicht. Toen onze vingers koud genoeg waren liepen we terug naar de auto en begonnen aan het laatste stuk van het weggetje. Weer overal watertjes, meertjes, kreekjes en beekjes, overal sijpelde en stroomde water. Er waren nog flinke stukken bedekt met sneeuw, het was weer fantastisch. Plotseling zagen we in het midden van de weg iets liggen, het leek wel een koffertje of een jerrycan. Remco stapte uit om het ding aan de kant te leggen, maar het koffertje voelde zwaar aan. Er bleek een mooie (gebruikte) boormachine in te zitten, met een oplader en een reserve accu. Dat was mooi, in de auto met het koffertje!

De weg duurde lang maar ging uiteindelijk in rap tempo naar beneden, het dal in. Aan het eind van de tolweg bleek dat we zo´n 60 kilometer over het weggetje hadden afgelegd, dat we normaal gesproken 50 Kronen hadden moeten betalen en dat we een mooie boormachine rijker waren. Niet gek voor een ´ommetje´!

Het was 15.30 uur toen we de doorgaande weg weer bereikten en om iets over half zes waren we weer thuis, met onderweg een flinke plensbui. Toen we thuis waren kwam Tijger op een gegeven moment weer om te spelen en te knuffelen. Toen we binnen gingen zitten nam ze vorstelijk plaats op de schommelstoel en ging een heerlijk tukje doen. Terwijl wij gingen eten bleef ze lekker liggen, zonder ook maar oog of neus voor het eten te hebben. Wat een schatje! Ze is de hele avond gezellig gebleven om dan eens te klieren en dan weer te knuffelen. Ze vindt het heerlijk om op schoot te liggen. Uiteindelijk ging ze met ons me naar buiten en huppelde ze vrolijk weg. Wij deden de deur dicht en gingen naar bed.

 

 

Donderdag 11 juni 2009 Trollkyrkja

175 km gereden

Half bewolkt, half zonnig, eind van de dag regen

 

Vanmorgen reden we om iets voor elfen weg en haalden in Andalsnes een broodje voor tussen de middag. Daarna namen we een kijkje in het stadje omdat daar vandaag het grote cruiseschip ‘Costa Mediterranea’ was aangemeerd, hetzelfde schip dat we in Geiranger hadden gezien. In Geiranger vonden we het al een indrukwekkend grote boot, maar hier in het kleine haventje was het helemaal groot om te zien. Het was in het stadje een drukte van belang, zo’n 2500 mensen van het schip liepen nu rond in het stadje. Verder hadden wij hier niets te zoeken dus reden we al snel het stadje weer uit, op naar een wandeling.

Rond 11.45 uur kwamen we aan bij het veer naar Solnes en konden er direct op rijden. Zo’n 20 minuten later reden we aan de overkant het land op en kwamen al snel bij Molde. We reden nog wat verder en parkeerden de auto op een parkeerplaats vanwaar een pad naar het trollkyrkja leidde. Dit is een grot waar een waterval naar beneden komt, op een witte steen of zo en dat daarom als een soort altaar wordt gezien, een kerkje dus. Er stond dat het ongeveer een uurtje lopen was, dat moest dus wel kunnen. Voor we weg gingen aten we eerst een stokbroodje en gingen daarna vol goede moed op pad. Het paadje kruiste een beekje en liep daarna langs een andere snelstromend watertje. Met een brug staken we het water over en liepen een bos in. Op een splitsing van 2 paden stond niet aangegeven welke kant we op moesten, dus gokten we voor het linkse pad. Al snel liep het pad omhoog, over boomwortels en keien, langs een snelstromende beek. Het pad werd steiler en raakte steeds meer bezaaid met stenen en keien. We kregen het er warm van, waar waren we weer aan begonnen? Lopen in Nederland is toch een stuk meer ontspannen! Uit een polletje gras sprong een bruin-rode kikker weg.

Bij het eerste picknickbankje langs het pad zat een Nederlands stel die even voor ons vanaf de parkeerplaats was vertrokken. Ze zaten lekker te lunchen en hoopten dat ze ongeveer op de helft van het pad waren. Wij hoopten dat ook maar hadden het vermoeden dat het wel eens langer kon duren dan er op het informatiebord stond aangegeven. Er had in ieder geval niet gestaan dat het pad zo omhoog zou leiden… We zwoegden weer verder omhoog in de hoop de donkere grot te bereiken. Op het volgende picknickbankje namen we een pauze en genoten van de rust en het prachtige uitzicht over het dal. Wat zaten we al hoog! Het Nederlandse stel kwam weer voorbij en liep verder de berg op. Het duurde niet lang of we haalden ze weer in. We vonden het allemaal een erg zware wandeling waar we niet op gerekend hadden. Het pad bestond hier alleen nog maar uit grote keien en rotsblokken, met daarnaast drassige turf. Tussen de rotsblokken door stroomde water. We zochten onze weg omhoog en kwamen eindelijk, na veel geklim en geklauter, weer op een zichtbaar pad door het turfgebied heen. Even liepen we over redelijk vlak terrein maar dat duurde helaas niet lang, weer ging het pad snel omhoog. Al hijgend en puffend vervolgden we het, soms onduidelijke, pad. De rotsblokken werden nog groter en sommige stappen omhoog waren met mijn korte beentjes bijna onmogelijk. Ik moest me soms met moeite omhoog hijsen maar ik moest en zou er komen. Er waren ook gedeeltes met gladde rotsen, geen rotsblokken maar eigenlijk meer een bodem van afgesleten rots.

Het Nederlandse stel was al een eind achter op ons en werden ingehaald door een jong stel, dat schijnbaar probleemloos de berg op liep, bijna huppelde. Ongelooflijk, waar haalden ze de energie en kracht vandaan om zo soepel omhoog te lopen?! Terwijl wij op een picknickbank zaten uit te puffen hobbelden ze relaxed voorbij. We dachten dat we bijna bij de grot waren en gingen moedig weer verder met, naar wij dachten, de laatste loodjes. Helaas kwam er maar geen eind aan de laatste loodjes, het pad bleef maar omhoog gaan en we zagen niet waar het ooit zou eindigen. Nadat we nog een tijdje verder hadden geklommen en er nog steeds geen eindpunt in zicht was, maar wel een volgende steile klim, besloten we het voor gezien te houden. Het was niet leuk meer en we moesten ook het hele eind weer naar beneden, ook geen grapje. Waarschijnlijk waren we niet ver van de grot verwijderd maar we konden het echt niet meer op brengen om over nog meer keien en rotsblokken verder omhoog te gaan.

We draaiden om en kwamen even later de Nederlanders weer tegen, die ook net waren omgedraaid. De man zei dat het net zo iets was als gisteren met de papegaaiduikers, ook een zware wandeling met weinig voldoening gevend resultaat. We vroegen of ze dus op Runde waren geweest. Ja dus. Toen ik vroeg of ze dan geen bootreisje om het eiland hadden gemaakt antwoordden ze dat ze dat inderdaad niet hadden gedaan. We vertelden dat wij dat wel hadden gedaan en dat we echt heel veel papegaaiduikers van dicht bij hadden gezien, en nog veel meer vogels, dat het echt de moeite waard was geweest. Daar baalden ze natuurlijk wel van maar zouden het onthouden voor een volgende keer. We hopen echt voor ze dat ze dat nog eens gaan doen, want het was zoveel leuker (en zoveel minder inspannend) dan het lopen over het eiland.

We liepen verder naar beneden, sneller dan de Nederlanders, en al snel waren we ze uit het oog verloren. We moesten tijdens de afdaling goed opletten dat we geen misstap maakten en we hadden allebei last van onze knieën. Ik zocht het beste pad naar beneden en Remco volgde. Er zat regen in de lucht, we hoopten dat we droog en heelhuids beneden bij de auto aan zouden komen. Ondanks dat het afdalen gevaarlijker is dan het stijgen kost het gelukkig een stuk minder energie. Bij de graspol sprong de bruin/rode kikker weer weg, maf beest, blijf toch zitten waar je zit!

We waren om 13.00 uur begonnen aan de wandeling en kwamen 3 uur later terug bij de auto. Moe en teleurgesteld dat we het niet tot de grot hadden gered, maar toch ook wel een beetje trots op onszelf dat we zo ver waren gegaan, dat we zoveel hadden geklommen. We zaten nog niet in de auto of de eerste regendruppels vielen. Toen we een paar minuten later weg reden kwam er een flinke stortbui naar beneden gevallen, we waren net op tijd geweest!

Op de terugweg richting Molde stopten we even op een parkeerplaats waar een paar winkeltjes bij zaten. We stapten het eerste winkeltje binnen en werden verwelkomd door een enorme kaarsenlucht. Overal stonden kaarsen, in allerlei kleuren en vormen. Verder verkochten ze ook allerlei servetten en andere spulletjes, het leek wel kerst. Grappig om te zien, maar er zat niet iets bij dat we wilden kopen. We keken bij het volgende winkeltje; er werd kleding verkocht (artistieke kleding) en er werd wat aardewerk tentoon gesteld. Allemaal leuk en aardig, maar ook net niets om te kopen. Wel was er een klein hoekje met etenswaren: snoepjes, honing, jammetjes, siroopjes, bevroren vlees, gedroogde vis en nog wat dingen. Voor Corry, die tijdens onze vakantie op de beesten hadden gepast, kochten we een zakje met gesuikerde amandelen (toch nog een souvenir uit Noorwegen) en voor onszelf een klein kaasje.

Hierna reden we verder naar Molde en reden naar het centrum. We hadden niet de behoefte om te gaan ‘winkelen’ dus parkeerden we de auto ook maar niet. Dat deden we wel bij een mega supermarkt aan de rand van het stadje. Hier verlekkerden we ons aan alles wat er te koop was en haalden nog een paar boodschapjes. Bij het vliegveld in het fjord stopten we even snel om een paar foto’s te maken en gingen toen echt op weg naar huis. De regen kwam met bakken naar beneden, wat hadden we vandaag een mazzel met het weer gehad! Halverwege de weg naar de boot remde er een auto voor ons; ik keek waar hij voor remde en zag een eland over steken! Het ging weer veel te snel, maar het was er wel eentje! Toen we bij het veer kwamen aangereden kwam deze er net aan. Binnen 5 minuten stonden we op de boot en om 18.00 uur reden we weer verder aan de overkant, op naar huis.

Om 18.45 uur waren we weer terug bij het huisje, pakten snel de spullen uit de auto en renden door de regen naar binnen. Onder het genot van een boek en een lekkere whisky kwamen we een beetje bij van de dag.

 

 

Vrijdag 12 juni 2009 Laatste dag in het huisje

29 km gereden

Droog, redelijk lekker

 

Voor vandaag hadden we vrij weinig in de planning. We wilden de spullen in pakken en het huisje schoon maken zodat we morgenochtend vroeg konden vertrekken.

We begonnen de dag op ons gemakje en pakten tussen door het één en ander in. Tussen de middag reden we even naar Andalsnes om de laatste boodschapjes te halen, te tanken en even de e-mail te checken. Als eerste reden we naar de bieb, waar alle pc’s bezet bleken te zijn door tieners. Ze hadden waarschijnlijk pauze, dus we besloten dan eerst maar wat boodschappen te halen. Aangezien ik een verkoudheid had opgelopen had ik dringend behoefte aan zakdoeken. We hadden er op zich genoeg mee genomen, maar met de hoeveelheid snot die ik verloor hadden we daar niet genoeg aan. We vonden een soort Blokker-achtig winkeltje waar we een aantal zakdoeken kochten. Daarna haalden we wat boodschappen en gooiden de tank vol. Terug bij de bieb waren alle pc’s onbezet en konden we aan de gang. M’n moeder bleek op zoek te zijn gegaan naar de barbaren bij ons uit de steeg, die alles kort en klein knippen omdat ze er blijkbaar last van hebben. Eén van onze buren, door ons baardmans genoemd, had geen goed woord voor die mensen over; ze begonnen zielig te kuchen als hij aan het bbq-en was en sloten dan alle ramen en deuren. Een andere buurvrouw die ze sprak zei dat er bij haar altijd hortensia’s werden afgeknipt en ergerde zich ook. Uiteindelijk kwam m’n moeder bij de boosdoeners uit, maar mevrouw wilde niet mee komen en wilde ook geen gesprek aan. Te zielig voor woorden, maar ach… Misschien dat we met de andere buurtbewoners maar eens een soort van terugpest-complotje moeten opstarten…

’s Middags lazen we wat en pakten wat in, alles lekker rustig aan. Tijger was de hele dag bij ons, niet weg te slaan gewoon! Toen we bezig waren met de spullen in de auto plaatsen zat mevrouw telkens in de auto, ze vond het prachtig. Het leek wel alsof ze met ons mee wilde. Na het eten zochten we Olav op om gedag te zeggen. Hij was druk bezig in de stallen maar maakte alle tijd om een praatje te maken. Toen we zeiden dat Tijger met ons mee naar huis wilde, dat ze al klaar in de auto zat, moest hij wel lachen. Lovice kwam net terug van boodschappen doen en zei al dat ze haar van de week kwijt waren. Ja, dat klopte wel, toen zat ze bij ons gezellig te zijn. Olav zei ook nog dat zijn zoon naar het draadloos internet had gekeken en dat het niet aan Olav had gelegen dat het niet werkte, er bleek iets stuk te zijn. Hij was opgelucht dat hij er niets aan had kunnen doen. Ook vertelde hij dat ze wel willen dat alle huisjes toegang tot internet hebben en dat ze bezig waren een groter huisje te maken waar dan een bubbelbad en sauna in moest komen. Goed bezig!

Toen we rond 21.45 uur naar bed gingen, ik had net de deur op slot gedraaid en de benodigde twee stappen naar de slaapkamerdeur gezet, werd er op de deur geklopt. Ik deed de deur open en daar stond Lovice met vers gebakken wafels. Echt heel erg lief! Zoetigheid is mijn ding niet, maar Remco was er erg blij mee. Snel nog wat jam voor hem uit de auto gehaald waarna hij (een deel van) de wafels opsmikkelde.

Ik werd met het uur beroerder; al mijn holtes zaten dicht en deden zeer, lekker was anders. Toen ik wilde gaan slapen voelde ik me zo klote dat ik weer naar de auto ben gegaan om pijnstillers te zoeken. Ik neem vrijwel nooit wat in, en dit was een fikse ibuprofen, dus dat hielp wel even. Na een uurtje durfde ik het bed weer in, waar ik half zitten in slaap ben gevallen (liggen ging niet omdat ik zo benauwd was).

 

 

Zaterdag 13 juni 2009 Jotunheimen, Peer Gyntweg, Hotel Amundsen

592 km gereden

Eerst veel regen, later zonnig met wolken

 

Onze laatste echte vakantiedag, en wat een verrassingen had deze in petto!

 

Toen we vanmorgen rond 6.00 uur uit bed stapten was er niets van de ons omringende bergen te zien; alles was in grauwe wolken gehuld en het regende zachtjes. Een goed moment om te vertrekken. Om 6.45 uur hadden we alle spullen in de auto en de laatste afwas gedaan. We gingen in de regen op weg naar huis. Nou ja, op weg naar huis… eerst naar Vinstra waar we zullen overnachten, dan morgen naar Oslo om op de boot naar Kiel te stappen en dan maandag echt naar huis.

We konden in 3 uurtjes bij het hotel in Vinstra zijn maar we wilden nog zo veel mogelijk uit deze laatste vakantiedag halen. In plaats van de kortste weg kozen we voor een behoorlijke omweg, waar we uiteindelijk 12 uur (inclusief pauzes) over hebben gedaan!

Via de Trollstigen, in dichte nevels gehuld, reden we de berg op en kwamen weer door het sneeuwlandschap erachter. Helaas gingen de supermarkten op zaterdag pas om 9.00 uur open en moesten we dus even wachten voor we een vers broodje voor het ontbijt konden scoren. Het maakte ons niet uit, we genoten van het druilerige en mistige landschap om ons heen. Om 8.00 uur kwamen we aan in Linge waar de veerboot naar de overkant van het fjord namen. De boot kwam precies aan toen wij arriveerden, lekker getimed! Voor ons gingen een aantal auto’s de boot op, en er werd ook een kar met post op gereden, die aan de overkant weer door een postbezorger werd opgehaald. 

Aan de overkant reden we door naar Geiranger, eerst de berg op en daarna de berg weer af, via haarspeldbochten en door de wolken. Het was schitterend om door en langs de wolken te rijden, het gaf een heel andere sfeer aan de omgeving dan de vorige keer dat we daar hadden gereden. In Geiranger hing een START-vlag over de weg heen, en gezien de honderden oude auto’s die overal stonden gingen we er van uit dat er later op de dag een rit (of race) gehouden zou worden. We hadden dus mazzel dat we daar nu al voorbij waren, anders was het een stuk drukker geweest op de bochtige wegen. Met nog meer haarspeldbochten reden we van Geiranger vandaan, de volgende berg op. Hier stonden allemaal bordjes met kilometers erop vermeld, waarschijnlijk een fietstocht vanuit Geiranger naar de berg Dalsnibba, niet kinderachtig! We gokten op een fietstocht omdat we allemaal auto’s met fietsen langs zagen komen.

We kwamen langs de Dalsnibba (berg met prachtig uitzicht) en zagen dat het meer onderaan al wat meer ontdooid was dan de vorige keer dat we er waren. De ontdooide stukken hadden een prachtig blauwe kleur. In één van de dorpjes verderop (voornamelijk vakantiedorpjes) stonden 3 herten in een weiland. Eindelijk kwamen we bij een supermarktje waar we een broodje kochten. Nu nog een leuke parkeerplek om te ontbijten. We waren al langs tientallen leuke parkeerplaatsen gekomen dus we verwachtten dat het niet lang zou duren voor we een leuk stekkie langs de rivier zouden vinden. Alles bleek minder waar, in geen velden of wegen was een parkeerplaats te vinden. Dus reden we verder en kwamen uit bij Lom. In Lom staat een grote stavkirk, één van de grootste van Noorwegen, daar wilden we een kijkje nemen. Op de parkeerplaats voor het stavkirkje maakten we eerst ons broodje klaar en liepen daarna een rondje om de stavkirk heen. Er waren veel mensen, busladingen vol. Eerst namen we van buitenaf wat foto’s en liepen het begraafplaatsje over, waar mooie oude stenen stonden. Van de graven die waren geruimd stonden de mooiste stenen tegen een muurtje aan geleund, ze mochten nog blijven, ook al was er geen graf meer. Nadat we buiten alles hadden gezien en bewonderd wilden we binnen kijken. Dit bleek lastig omdat er een groep binnen was, maar als we even wachtten konden we naar binnen. Voor 40 Kronen p.p. mochten we iets later het kerkje in, foto’s en video-opnamen waren (helaas) niet toegestaan. Het kerkje was mooi van binnen en straalde ouderdom uit. Nadat we alles hadden bekeken kochten we nog een paar ansichtkaarten (ja, als je niet mag fotograferen… ze zijn niet gek hier!) en stapten weer in de auto. We keken of we ergens nog zakdoeken konden kopen (o, echt, het stroomt er uit) maar helaas.

Het was elf uur geweest, tijd om door te gaan, richting Jotunheimen. De weg naar en door Jotunheimen was prachtig, eerst een fjell gebied met naaldbomen en rotsen, daarna een hoogvlakte met sneeuw en (veelal winter-) vakantiedorpjes. Opeens zagen we, tussen al het moois, een paar elanden de weg over steken. Ge-wel-dig!!! Ze lieten zich prachtig zien, hadden absoluut geen haast en er was zelfs een jong bij! Terwijl we aan het genieten waren en foto en video gebruikten werd er achter ons opeens druk getoeterd. Ik keek achterom, lichtelijk geïrriteerd want de weg was breed zat om er langs te kunnen, het was hartstikke rustig, dus wat zeurden ze nou?! Gewoon langs rijden als je haast hebt! Ik dacht een jong gastje achter het stuur te treffen, maar nee, twee oude, grijze en bebaarde mannetjes waren aan het toeteren. Nou, ze konden onze rug op! “Geniet nog even van je leven voordat je dood gaat” dacht ik, en rustig gingen we verder met waar we mee bezig waren. Even later kwam er vanaf de andere kant ook een auto aan en gingen de elanden van de weg af. Rustig reden we verder, al snel ingehaald door de twee boze, bejaarde kabouters.

Op meerdere parkeerplaatsen stopten we om foto’s van het prachtige uitzicht te maken, maar bij één van de parkeerplaatsen was de toegang nog afgesloten door een flinke berg sneeuw. Grappig, het seizoen is duidelijk nog net niet begonnen. Zelfs de stokken langs de weg (i.v.m. sneeuwhoogte) stonden er nog.

Nadat we door dit schitterende landschap waren gereden volgden we even een ‘normale’ hoofdweg. Sinds het begin van de rit had ik al last van mijn oren gehad, de holtes zaten verstopt en het drukverschil tussen hoog en laag in de bergen maakten het tot een rampenplan… Telkens zaten m’n oren dicht, ik hoorde alles van heel ver weg, heel dof. Met moeite kon ik horen wat Remco zei, en van mezelf hoorde ik niet hoe hard of zacht ik sprak, best lastig en vermoeiend. Daarnaast deed het ook veel pijn als mijn oren weer open plopten, het was niet echt prettig. Gelukkig maar dat de omgeving zo mooi was!

Bij Fagernes stapten we even uit om te kijken of we hier misschien nog zakdoeken konden scoren. Het bleek dat mijn oren zo heftig te lijden hadden dat mijn evenwichtsorgaan werd aangetast; ik had soms moeite om overeind te blijven! Ik had niet het gevoel dat ik zou flauw vallen of zo, maar dacht wel op sommige momenten dat ik zo tegen de grond kon gaan, puur door het gemis aan evenwicht. Een eng gevoel. Er schoot door mijn hoofd dat als dit erger werd ik misschien een arts zou moeten raad plegen, en dat denk ik niet snel. Onze zakdoeken jacht liep op niets uit, jammer maar helaas. Dan maar keukenrollen gebruiken als er geen zakdoeken meer waren. Zelfs papieren zakdoekjes waren nergens te vinden, hoe doen ze dat hier???

In de loop van de middag namen we een korte stop op een parkeerplaats vlak bij Lillehammer, ook hier kostte rechtop staan me veel moeite. Maar, we kwamen in de buurt van Vinstra en ons hotel, nog even vol houden. Natuurlijk namen we weer niet de kortste route maar reden we over de Peer Gyntweg, een onverharde tolweg door een eveneens schitterend landschap. In het fjell gebied met meertjes en kreekjes reden we richting Vinstra. Er schoot een vogel voor ons langs. Beiden dachten we eerst aan een kramsvogel of een merel maar zagen toen een witte keelvlek. Een beflijster (ja echt, beflijsters bestaan!) wisten we allebei gelijk.

Naast ons ontdekten we een dubbele regenboog, de één duidelijk afgetekend tegen de lucht, de tweede een stuk vager. Het duurde niet lang of we kwamen in een regenbui terecht, terwijl voor ons de zon heerlijk scheen. Het frisse groen werd prachtig belicht, een donkere lucht op de achtergrond maakte het geheel tot een mooi plaatje. Nadat we uit de regenbui waren gereden zagen we achter ons weer een heel mooie regenboog. Met de loslopende schapen op de weg ook weer een prachtig plaatje.

Rond 18.45 uur kwamen we aan bij Vinstra en gingen eerst op zoek naar een tankstation. De enige die er was bleek onbemand te zijn, en pinnen in het buitenland is niet zo makkelijk wat dat betreft. Over een paar jaar zal het vast zonder moeite kunnen, maar nu valt het niet mee. Verder stelde het dorpje (stadje) ook niet veel voor dus reden we naar het hotel.

In hotel Amundsen, geleid door Nederlanders, werden we hartelijk ontvangen. Ik hoorde op dat moment bijna niets en voelde me daardoor ook niet echt prettig. Gelukkig was de vrouw, Berny, erg aardig en begon gelijk te vertellen dat er vanavond een feest in het hotel was, en dat alle kamers bezet waren, maar dat ze voor ons iets anders hadden. ??? Het bleek dat ze een huisje in de tuin hadden staan, pal aan de rivier. Haha, wat was dit dan?! Kregen we zomaar een vakantiehuisje in plaats van een hotelkamer?! We kwamen het huisje binnen en zagen dat dit 2 tot 3 keer zo groot was als het huisje waar we de afgelopen 2 weken in hadden gezeten. Het terras was al bijna net zo groot als het hele huisje in Innfjorden! Wat een lol, dit kon toch niet waar zijn?! Snel ging Berny weer verder met het voorbereiden van het buffet voor de groep gasten, en wij pakten onze spullen uit de auto. Er was een koelkastje met vriesvak, we konden daardoor al onze spullen uit de koelbox mooi op temperatuur houden, ideaal. Langzaam kwamen mijn oren een beetje bij, ik hoorde steeds meer, maar alles nog door een doffe waas.

Het licht op de wc bleek niet te werken dus daar moesten we nog even achter aan. We genoten eerst even van ons prachtige stekje en het bijbehorende uitzicht en liepen daarna weer naar het hotel om te vragen voor het licht en of we een fles wijn konden krijgen. Nu werden we geholpen door Maarten, de man des huizes. Hartstikke druk, want het buffet moest zo geopend worden, maar hij nam gelijk de tijd voor ons die nodig was. Het ‘lichtknopje’ in de wc bleek het knopje voor de verwarming te zijn, en het knopje voor het licht bleek in het gangetje te zitten. OK, wisten we dat ook weer. Hij vertelde dat het huisje laatst door iemand was verbouwd, waarbij bijvoorbeeld de keuken en doucheruimte waren omgewisseld. Iets later kregen we de fles wijn en twee glazen, we konden neerstrijken op het terras aan de rivier. Er vlogen tientallen gierzwaluwtjes rond, heerlijk!

Rond 20.30 uur gingen we eens kijken of we wat te eten konden krijgen. Ze waren nog steeds hartstikke druk met de grote groep gasten maar ze zouden wel iets lekkers voor ons maken. We zeiden dat we geen haast hadden, we konden wel even wachten. Een uurtje later, we zaten heerlijk op het terras van ons huisje, kwam de vrouw des huizes met een vriend een groot bord met vis en vlees brengen, daarbij nog brood, boter, een soort van ravigottesaus, een schaaltje heerlijke sperzieboontjes en 2 verschillende salades. Op het grote bord lag wat gerookte zalmfilet, een stuk zalmmoot, een hele forel, prachtig roze van kleur, een soort rollade van kalkoen (heerlijk mals en zelfgemaakt) en een paar plakjes vlees. We dachten te zien dat het rundvlees was, een soort rosbief, erg lekker! We voelden ons net een prins en prinses; het eten werd op het terrasje gebracht, wijntje erbij, riviertje voor ons, gierzwaluwtjes boven ons en een prachtig ondergaande zon schuin voor ons. Hoe onverwacht en hoe idyllisch!

Zo is het leven goed! Ondanks dat we vandaag al aan de lange terugreis waren begonnen voelde het op en top als vakantie! Wat hebben we vandaag nog genoten van het land, en hoe geweldig was onze laatste stek! Dit hadden we nooit verwacht, en daarom was het extra leuk!

Nu de zon ‘onder’ is (want ook hier is het buiten nog steeds licht om 0.17 uur) vliegen er vleermuisjes boven het huis en de rivier. Zo het bedje opzoeken en morgen vroeg op, ontbijten en richting Oslo zodat we om 13.00 uur de boot op kunnen. Hmmmmmm, eerst nog even genieten van deze mooie dag!

 

 

Zondag 14 juni 2009 Boot Oslo – Kiel

268 km gereden

Droog, zonnig

 

Na een heerlijke nachtrust werden we wakker met het geluid van de rivier. Ik voelde me vandaag gelukkig een stuk beter dan de laatste dagen, ik hoorde alles weer redelijk en verder was de verkoudheid ook aan het afzwakken.

Kopje koffie/thee, afwasje, koelkast weer uitruimen en spullen in auto doen, we waren al snel klaar om weg te gaan. We hadden met Berny afgesproken dat we om 7.30 uur zouden komen ontbijten, dan hadden we genoeg tijd om daarna naar Oslo te rijden om de boot naar Kiel te nemen. Ook al was het gisteren best laat geworden met het feestje, de tafel was voor ons gedekt. We kregen koffie/thee, natuurlijk ook sinaasappelsap, brood, crackers, vleeswaren en kaas, jam, marmelade en een gekookt eitje. Op de schaal met kaas en vlees lag was sla, komkommer en tomaat, en een handje hazelnoten en amandelen. Heerlijk allemaal. In alle rust zaten we te ontbijten, met op de achtergrond geluiden uit de keuken en bij de balie.

Toen we klaar waren kletsten we nog wat, over de rare gewoontes van Noren en nog veel meer. Het was erg gezellig maar wij moesten echter weg en zij moesten verder met het ontbijtbuffet voor de 30 gasten. Om 8.20 uur reden we weg en gingen, deze maal zonder omwegen, op weg naar Kiel. Het was zo’n 3,5 uur rijden naar Oslo, en aangezien er onderweg redelijk wat wegwerkzaamheden waren moesten we rekening houden met eventuele files. We hadden inderdaad soms wat oponthoud, hoewel de reis op zich redelijk soepel verliep. Om 13.00 uur moesten we bij de boot zijn, en toen we rond 11.45 uur zagen dat we nog 50 km moesten rijden voor we in Oslo waren, kregen we het iets benauwd. Nog 50 kilometer, en dat terwijl je door de werkzaamheden maar 50 km p/u mocht rijden. En dan moesten we de boot nog vinden…

Het bleek allemaal weer alles mee te vallen, om 12.15 uur checkten we in bij Colorline en parkeerden in de aangewezen rij. Vanaf 13.00 uur zou het inschepen beginnen, we moesten dus nog even wachten. In de auto schuin achter ons zaten 4 mensen, allemaal diep in slaap. De één hing er iets beroerder bij dan de ander (mond meer of minder open hangend). Er liepen wat mensen in gele hesjes rond, ze knoopten overal even een praatje aan. We vroegen ons af ‘wat en hoe’. We kwamen er vanzelf achter; ook wij werden aan gesproken. Hoelang we weg waren geweest, of we op 1 plaats waren geweest of op meerdere, of we hadden gevist? “Twee weken, 1 plaats, niet gevist. Want???” Het bleek dat ze op zoek waren naar vissen, vogels (bv zeearenden) en vogeleieren die het land uit gesmokkeld werden. Dat schijnt meer dan regelmatig te gebeuren, echt heel erg. Heel erg omdat dit soort praktijken alleen maar om geld draait. Heel erg omdat er dieren door op uitsterven staan. Maar vooral ook heel erg omdat de vogels bijvoorbeeld in heel kleine kokertjes worden gepropt, en bij aankomst op bestemming er velen al het loodjes hebben gelegd door zuurstoftekort. Goed dat ze daarop controleren! Onze auto werd verder met rust gelaten, maar een auto vlak naast ons werd nader onderzocht. Het was een vrij lege auto, en toen de achterklep open ging bleken er allemaal plastic tasjes in te staan. Ik weet niet wat er allemaal in zat, maar ik hoorde wel de vraag waarom ‘hij er dan zoveel van mee had’. Geen idee hoe het is afgelopen, we konden de boot op rijden. Persoon later wel weer op de boot gezien, hij mocht dus in ieder geval verder reizen.

We pakten onze spullen en zochten snel onze hut op. Vanaf autodek 4B gingen we naar dek 10, wederom met de trappen omdat de liften op het moment van in- en uitladen overbezet zijn. De auto stond aan bakboord geparkeerd, onze hut lag aan de stuurboordkant. Na even zoeken hadden we de hut gevonden en gooiden we onze spullen neer. Eerst op de boot even een hapje eten bij de ‘hamburgerbar’, daarna ligstoel pakken en op het dek in de zon installeren, lekker lezen. Er kwamen steeds meer mensen het dek op, we hadden daardoor dus ook steeds meer te zien! Van lezen kwam zodoende niet meer veel terecht.

De eerste mensen die ons opvielen was een stel Hollanders, van die patserige, jongere jongens. Geen 18 jaar, wel wat ouder denk ik, maar echt enorm patserig en zeer luidruchtig. Wat een lol, wat een lol… Echt zo’n moment om je te schamen voor je eigen landgenoten…Naast deze groep opgeschoten hangjongeren was er nog veel meer te zien (en gelukkig minder te horen): we hebben Olijfje gezien (dun sprietjes met zwart rokje tot net over de knie), maar ook Popeye (een opa met grote, grijze baard en zeemanspet), Brutus (grote, robuuste en flink donker behaarde zeebonk die een fust bier moeiteloos op zijn nek gooide), en als mooiste de twee mannen op het balkon van de Muppetshow, Statler en Waldorf (beide, norse blik en wenkbrauwen, biertje in de hand, voorover hangend – je zag ze al over de denkbeeldige balustrade hangen -, echt geweldig!). Olijfje bleek ook een zeer dunne zuster te hebben, duidelijk de genen van hun vader! Wat was dat een lange, magere spriet! Met prachtig fototoestel en duidelijk genoeg geld.

En naast alle opvallende mensen ook heeeeeeeeel veel grijze duiven. Veel grijze duiven die zich helemaal opsmukken voor deze bootreis. Net als tieners die zich optutten voor een avondje uit, geweldig! Toen iedereen lekker lag/zat te zonnen op het dek, en we al even uit Kiel waren vertrokken, stak er een fris windje op en verdween de zon achter de wolken. In geen tijd was het (daarvoor overvolle) dek bijna verlaten, een schitterend gezicht!

Ook wij gingen uiteindelijk naar binnen, even tax-free shoppen en op bed in de hut liggen. De regels tot invoer van drank zijn streng, we mochten allebei maar 1L p.p. invoeren. Van de vorige bootreizen waren we gewend dat we ons kamerpasje moesten tonen, waardoor er dus enige controle plaats vond. Deze keer konden we gewoon kopen zonder dat we bekend moesten maken wie we waren. Hmmm, dan konden we de wet toch wel nogmaals overtreden?! Dus nog wat extra gekocht.

Rond 18.00 uur vroeg Remco opeens of ik toevallig de stekker van de koelbox uit de oplader in de auto had getrokken. Eeeeehhh, nee dus! Bij onze vorige auto, de Punto, sloeg dat vanzelf af als de auto werd uit gezet, bij deze Focus blijft de koelbox van de accu gebruik maken. Dus moet je de stekker er uit trekken als je langere tijd je auto uit hebt staan… O,o, de accu was al niet helemaal nieuw, en hij stond nu al zo’n 5 uur aangesloten zonder dat de auto reed… Remco ging naar de informatiebalie van de boot en legde zijn probleem voor. Er waren wel mogelijkheden om bij de auto te komen, maar dat kon pas vanaf 20.30 uur… Nou ja, als de accu dan leeg bleek te zijn konden we dat voor morgenochtend tenminste vast regelen.

Iets voor half negen stonden we weer bij de informatiebalie. Er waren nog meer mensen die iets bij hun auto moesten doen, dus een klein clubje ging mee naar het autodek. Eén man had een plastic tasje bij zich, maar dat mocht absoluut niet mee naar de auto. Beveiliging.

Toen Remco, samen met de paar anderen, mee naar het autodek werd genomen, begaf ik me naar het restaurant waar we het buffet zouden gebruiken. Onze reservering zou een half uurtje geldig zijn, en gezien de drukte op de heenreis wilden we niet gokken te laat te komen. Ik werd geholpen door een vrolijke homo die wilde weten uit elk land ik kwam. Waarop hij vrolijk ‘gudenavond’ zei. Hij bracht me naar ons tafeltje, en in de tussentijd legde ik uit dat ik nog even op mijn partner moest wachten. De ober kwam langs en vroeg of ik alleen was. “neeheej, ik wachtte op mijn man”. Al snel stond Remco weer voor mijn neus: de accu was leeg… We zochten een wijntje uit en terwijl ik deze bestelde ging Remco even informeren hoe we het met de lege accu moesten aan pakken. Toen de wijn werd bezorgd kwam Remco terug van de informatiebalie. Hij moest zich morgenochtend melden bij het personeel op de autodekken, dan zou er hulp komen. Dat was, voorlopig, even geregeld, nu tijd om te eten! We schepten van alles op onze borden en genoten van al het lekkers. Met het wijntje erbij hadden we weer een heerlijk diner. Het was erg rustig in het restaurant, veel minder mensen dan op de heenreis. Van onze laatste Tsjechische Kronen betaalden we de fles wijn en gingen voldaan terug naar onze hut. Meer dan voldaan eigenlijk, we zaten tot onze neus toe vol van al het eten!

Sinds het eind van de middag waren er wat hogere golfjes en deinde de boot aardig op en neer. Het kostte niet alleen ons maar ook andere passagiers soms moeite om recht te blijven lopen. Ook in bed voelden we de boot schommelen.

 

 

Maandag 15 juni 2009 Terug naar huis

530 km gereden

Bewolkt en zonnig

 

We hadden verwacht om rond 6.00 uur onder de brug van Denemarken naar Zweden door te komen, en hadden de wekkers daarop afgesteld. Toen ik echter om 5.30 uur het dek op ging zag ik dat de brug al een stukje achter ons lag. Jammer…

We brachten de rest van de ochtend voornamelijk in de hut door omdat er buiten een koude wind woei. Lekker lezen! We zorgden er voor dat we rond 9.30 uur (een half uur voor aankomst in de haven) met onze spullen bij de auto waren. In tegenstelling tot gisteravond ging het slot nu wel automatisch open. Gisteren was de accu al zo leeg dat zelfs het slot niet meer voldoende energie kreeg, maar nu blijkbaar wel. Remco probeerde of de auto startte (en ja, het lukte) en deed de raampjes naar beneden. We wachtten af tot we de boot af konden rijden, en toen het eindelijk zover was, startte de auto toch maar niet… Daar stonden we dan… De paar auto’s die nog achter ons stonden hadden al snel door dat ze beter langs ons heen konden gaan en in no time stonden we als enige auto nog op het parkeerdek. Remco was al hulp gaan in schakelen, en niet lang daarna rende ik samen met één van de medewerkers op mijn slippers achter de auto aan. De communicatie tussen Remco en de hulp waren niet optimaal waardoor het aanduwen, zweet, bloed en tranen tevergeefs waren… Er kwam direct iemand aan rennen met een accu waarmee onze motor werd gestart. Eindelijk, om 10.15 uur (nog vroeg), reden we de boot af, de stad Kiel in.

Het was even wennen aan de enorme hoeveelheid auto’s op de weg; we hadden in die twee weken in Noorwegen niet zoveel auto’s bij elkaar gezien als dat we nu voor en om ons heen hadden! Wat een chaos! We moesten flink in de remmen toen een Duitser met rokende wielen afremde om onze weghelft op te komen, het ging nog net goed. De accu moesten we even vol rijden, we waren blij dat de tank halfvol zat! We kwamen veilig de stad uit en reden daarna over de juiste snelweg. De rit tussen Hamburg en Bremen was bezaaid met wegwerkzaamheden, welke we op een doordeweekse maandag moesten passeren. Eén keer stonden we meerder minuten volkomen stil, maar verder konden we nog redelijk door rijden. Wel ontzettend vermoeiend om te rijden: dan mag je zo’n 5 km door rijden, daarna mag je voor 6,5 km maar 50 p/u rijden, en zo verder, en zo verder… pffff Er kwam geen eind aan!!! Gelukkig hadden we vlak ervoor een broodje bij een bezinestation gehaald, waardoor we in ieder geval een ontbijt achter onze kiezen hadden. Toen we na tientallen kilometers eindelijk voorbij alle werkzaamheden dachten te zijn, kwamen we nog langs meerder wegwerkzaamheden, wat een drama!

En toch, ondanks alle oponthoud, kwamen we rond 16.15 uur thuis. We waren moe maar blij dat we weer bij onze beestjes waren. En dat gevoel was wederzijds!

 

Wat een prachtige vakantie!