HOME

OVERZICHT

Links en tips CONTACT GASTENBOEK

Marskramerpad

FOTO'S

 

 

Marskramerpad, Oldenzaal – Scheveningen, 320 km

 

Welkom op onze webpagina van het Marskramerpad. Wij, Remco en Violet, zijn halverwege 2004 begonnen met het lopen van langere afstanden. Het Pieterpad was bijna vanzelfsprekend het begin van onze nieuwe hobby. Een verslavende hobby, bleek al snel. Intussen hebben we onder andere het Marskramerpad bewandeld.

 

Klik voor meer wandelverslagen op de button 'HOME'.

Hieronder kan je het verslag van het Marskramerpad. Je kan ook een bepaalde etappe lezen door op één van onderstaande links te klikken. Je komt dan gelijk bij het begin van het verhaal.

Overzicht etappes Marskramerpad:

23-06-2007 Oldenzaal - Borne Schrikdraad I

21-07-2007 Borne - Rijssen Riet en brandnetels

04-08-2007 Rijssen - Okkenbroek Nieuwsgierige koeien

25-08-2007 Okkenbroek - Deventer Grijze duiven

30-09-2007 Deventer - Klarenbeek Station Apeldoorn

13-10-2007 Hoenderloo - Stroe Zandpaden

27-10-2007 Stroe – Terschuur Boekje vergeten…

15-12-2007 Den Deijl – Scheveningen Gans in de boom

30-12-2007 Breukelen – Soest Vogels

26-01-2008 Hoenderloo – Klarenbeek Met de bus

02-02-2008 Nieuwveen – Breukelen Schrikdraad II

10-02-2008 Terschuur – Soest Voorjaar

24-02-2008 Den Deijl – Leiderdorp De oudste SPAR-winkel

15-03-2008 Leiderdorp – Nieuwveen De laatste etappe

 

 

Marskramerpad, Oldenzaal – Scheveningen, 320 km

 

Oldenzaal – Deurningen – Borne – Zenderen – Enter – Rijssen – Okkenbroek – Lettele – Diepenveen – Deventer – Wilp – Klarenbeek – Oosterhuizen – Beekbergen – Hoenderloo – Hoog Buurlo – Stroe – Veenhuizerveld – Appel – Zwartebroek – Terschuur – Amersfoort – Soestduinen – Hollandsche Rading – Egelshoek – Tienhoven – Breukelen – Kockengen – Geerkade - Woerdense Verlaat – Noordse Buurt – Noorden – Noordse Dorp – Zevenhoven – Noordeinde – Nieuwveen – Papenveer – Langeraar – Rijnsaterwoude – Woubrugge – Hoogmade – Leiderdorp – Leiden – Voorschoten – Den Deijl – Wassenaar – Den Haag - Scheveningen

 

 

Zaterdag 23 juni 2007 Schrikdraad I

Oldenzaal – Borne, ± 26 km     (Borne, Stroom-Eschlaan – Borne station / Oldenzaal NS – Borne, Stroom-Eschlaan)

Bewolkt, regen, later droog en af en toe zon, ± 17°C

 

Het is al twee weken geleden dat we terug zijn gekomen van onze vakantie in Frankrijk, Pyreneeën, Joncet-du-Bac. Daarvoor hadden we ook al een tijdje niet gelopen, waardoor we intussen vreselijk de kriebels kregen. De wandelkriebels wel te verstaan. We wisten van te voren dat het zwaar zou gaan worden, want gelijk 26 km als je al weken niet gelopen hebt is best veel. Qua openbaar vervoer kwam dit beter uit, en dan maar een beetje afzien. Dat is ook wel lekker, dan heb je tenminste het idee dat je iets hebt gedaan.

 

Gisteravond heeft Remco bolletjes belegd en in de vriezer gedaan, zodat dat vanmorgen tijd scheelde en ze lekker koel bleven de eerste tijd. Om 5.45 uur reden we weg. Het was druilerig weer, maar niet zo erg als vannacht want toen kwam het echt met bakken uit de lucht. De lucht was grauw maar de regen werd steeds minder naarmate we dichter bij Borne kwamen. Iets voor 7.00 uur parkeerden we de auto langs de Stroom-Eschlaan in Borne, langs de route, en vlak voordat de route de weg weer zou verlaten. Het regende zachtjes, maar vol goede moed gingen we van start. Het asfalt ging over in een onverhard weggetje. Over zandpaden ging de route verder. We kwamen langs een boerderij waar ze varkens hielden (overal veel varkens in deze omgeving). Ze hadden in één van de stallen een etalageraam gemaakt waarachter onder een warmtelamp 13 biggetjes in het warme licht lagen te slapen, naast elkaar en over elkaar heen. Moedervarken lag achter stevige stangen zodat ze de kleintjes niet per ongeluk kon pletten, maar de jongen wel bij haar konden zogen. Het was heel lief om te zien, al die biggetjes. We kwamen bij het dorpje Zenderen. Asfalt en onverhard wisselden elkaar lekker af maar de regen werd erger zodat we onze regencapes toch echt moesten gebruiken. We liepen weer richting Borne. Bij Y-60257 verlieten we de route en liepen naar het station van Borne toe. Rond 8.30 uur kwamen we daar aan, maar eerst moesten we wachten op de spoorbomen die omlaag gingen voor de trein die we hadden kunnen nemen. Die misten we nu dus. Zo erg was dat niet want over een half uur zou er weer eentje komen, en dan konden we mooi een beetje opdrogen in die tijd. We kochten dus rustig de treinkaartjes en namen plaats in een wachtruimte op het perron. Er kwamen steeds meer mensen binnen, maar er was voor precies iedereen een plekje. De trein kwam best snel en om 9.04 uur stapten we uit op station Hengelo (ov) waar we even moesten wachten op de volgende trein naar Oldenzaal. Onze bolletjes die we in de tien minuten wachttijd wilden nuttigen bleken nog bevroren te zijn, we moesten nog maar even wachten met opeten. De trein arriveerde en 9 minuten later kwamen we aan op station Oldenzaal. Het was intussen iets voor 9.30 uur en hadden nog zo’n 20 km voor de boeg. Het spetterde wat, we besloten om onze regencapes weer aan te doen, maar na een half uurtje lopen was het droog gelukkig. In ons t-shirtje liepen we verder, Oldenzaal achter ons latend. We kwamen langs het recreatiegebied Het Hulsbeek. We liepen half om de recreatieplas heen door het bos en kwamen langs een trimbaan waar ik in de bosjes kon mijn blaas legen. Daarna kon ik weer een stuk meer ontspannen verder lopen. We kwamen uit op een asfaltweg en konden een paar honderd meter verderop een onverhard pad inslaan. Het was een modderig pad, bereden door tractoren en daardoor lastig te lopen, zeker als je moeie benen en voeten hebt. Gelukkig werd het pad na 300 meter verhard. We keken uit naar een bankje voor een korte pauze maar kwamen deze natuurlijk niet tegen. Het is “hollen of stilstaan”, en als wij ‘hollen’ komen we meestal langs veel bankjes, maar als we willen ‘stilstaan’ komen we vaak geen bankje tegen. Soms is het echt niet eerlijk.

Geen bankje, dus liepen we maar door richting Deurningen. We voelden intussen onze benen en voeten steeds meer protesteren, en Remco wist zeker dat hij heftige blaren op de achterkant van zijn hakken had. Het viel niet mee, maar gelukkig wisselden verhard en onverhard elkaar nog steeds af, wat je voeten bij elke wisseling prettig vinden. Te lang 1 van de 2 is vaak niet prettig, de afwisseling juist wel. De onverharde paden waren hier wel aardig modderig en vermoeiend om te lopen, maar we genoten wel van het landschap en het lopen op zich. We kwamen intussen al in de buurt van de geplande plek van de grote pauze, gepland op een onderhoudspad langs de Deurninger beek. We verbeten de pijntjes en de vermoeidheid en liepen door. Toen we bij het onderhoudspad kwamen zagen we dat er een draad over het pad was gespannen, naar het bruggetje over het beekje heen. Ik wist niet zeker of het schrikdraad was en zo ja, of er stroom op stond, dus gebruikte ik het wandelboekje om de draad naar beneden te houden terwijl ik er over heen stapte. We dachten allebei dat er geen stroom op stond, maar ik raakte de draad iets met mijn hand en been en vroeg het me toch af, hardop. Remco pakte de draad, tilde zijn been op en riep opeens: ‘Er staat wel stroom op! Au! Mijn hele hand tintelt!’. Had ik het dus toch goed gevoeld… 3 Stappen daarna moesten we prikkeldraad (met stroom erop) over en konden we verder over het paadje, welke vol lag met hooi waardoor je niet kon zien op wat voor ondergrond je liep. De hierdoor verborgen mollengangen maakten het af en toe best lastig. Je moest goed opletten en voorzichtig je voeten neer zetten omdat het je anders je enkels kon kosten. Zonder kleerscheuren of ergere ongemakken kwamen we bij het eerste asfaltweggetje van de twee die we moesten kruisen. Een paar meter hierna stopten we met lopen en spreidden het kleed uit om onze verdiende pauze te houden. We waren erg blij om te kunnen zitten, en voelden veel spieren en zere plekken. Na de pauze moesten we nog ongeveer een uurtje lopen, dus dat was te overzien. We genoten van de rust en het zonnetje dat ons telkens weer opwarmde om daarna even te verdwijnen en weer tevoorschijn te komen. We waren moe en konden wel bijna in slaap vallen. Nog even doorzetten voor we bij de auto waren, dus vermoeid maar moedig stonden we op een gegeven moment weer op en gingen verder met het laatste stukje. Het opstarten was zwaar, zoals we al hadden verwacht, maar we vorderden gestaag. Om iets voor 14.00 uur kwamen we bij de auto, heel erg moe maar ook heel erg blij dat we eindelijk weer eens hadden gelopen, genoten en afgezien. Om 16.00 uur waren we, na de nodige stortbuien onderweg, thuis en uitgeput. Het is weer even wennen hoor, ‘wandelen’.

 

 

Zaterdag 21 juli 2007 Riet en brandnetels

Borne – Rijssen, ± 27 km

Zonnig, droog, ± 28 °C

 

Het zou vandaag een mooie dag worden dus wilden we weer een lekker stukje gaan lopen. Rond 5.00 uur ging de wekker maar ik kon maar moeilijk wakker worden. Leuke maar drukke week gehad. Gelukkig kon Remco wel wakker worden en heeft hij mij ook uit bed gekregen. Om 6.45 uur reden we de straat uit en met een felle zon aan een blauwe hemel gingen we naar het station in Rijssen. We kwamen om 7.50 op het station en hadden nog een half uur de tijd voordat de trein naar Almelo zou komen. In Almelo stapten we na twintig minuten wachten over op de trein naar Borne.

Iets voor negen uur stapten we in Borne uit en begonnen aan onze wandeling. Eerst liepen we naar de route toe, waar we de vorige keer een half uur over hadden gedaan. Deze keer deden we het in een kwartiertje! We liepen een leuk, rustig weggetje in en kwamen via een lang en donker tunneltje aan de andere kant van de A1. Door het bos, langs de A1, liepen we over een breed, geasfalteerd fietspad welke met een bocht van de snelweg afweek en onverhard werd. Verderop kwamen we langs een drassig gebiedje met twee vennetjes. Er bloeide een orchidee aan de kant en kikkertjes sprongen het water in als we te dicht langs kwamen. Veel libelles, waterjuffertjes en vlinders. Het gebied waar we doorheen kwamen is van Landgoed Twickel. We bereikten de Noordmolen, een gerestaureerde oliemolen uit 1325, een ‘onderslag’ molen. Het was al lekker warm dus we stopten bij het bankje, iets voor de molen. We gingen zitten en opeens zag Remco een blauwe flits bij het beekje verderop; een ijsvogel! Gelukkig zag ik hem ook nog, erg mooi. Na een paar minuten zagen we hem weer vliegen, de blauwe veren gaven bijna licht, echt prachtig. Daarna hebben we hem nog een keertje gezien. We hadden nu wel lang genoeg bij de molen rond gehangen en besloten maar weer eens verder te gaan.

De route bleef erg leuk. Verharde en onverharde wegen wisselden elkaar mooi af en ook het gebied was afwisselend. In de bermen stonden heel veel bloemen waar dus ook weer veel insecten op af kwamen. De zon scheen lekker, het kon niet op. In ‘the middle of knowhere’ waren ze bezig om een feesttent af te breken. Er stonden draaimolens bij, een patatkraam, een ijskraam en nog veel meer. Het was het midzomerfeest geweest. Midzomer is een maand geleden, maar of dat maakte ze niet uit, of ze hebben zich vergist. Het zag er wel naar uit dat het gezellig was geweest. Maar waar al die feestgangers dan vandaan zijn gekomen? We zagen nergens huizen, op een enkele boerderij na. Het zijn hier allemaal heel kleine buurtschapjes, dus zullen ze wel vanuit de wijde omtrek zijn gekomen.

We kwamen bij het Twentekanaal en staken deze over. Er waren leuke picknickplekjes langs het water, maar we hebben er geen gebruik van gemaakt. Wat later stopten we wel bij een ander bankje om even kort te pauzeren. Over een zandpad naderden we weer de A1, waar we nu met een viaduct over heen gingen. Al snel verlieten we het asfalt en sloegen een zandpad in, wat later weer asfalt werd. Via een brug staken we het water van de Twickelervaart over en liepen verder, over asfalt en zand. De route leidde ons naar een pad langs de Twickelervaart, die verderop de Regge werd. Het was een leuk graspad met ook hier weer veel bloemetjes en insecten. We kwamen over een breed zandpad welke we volgens het boekje moesten verlaten om een graspad langs het water op te gaan. Van een pad was echter weinig te zien, er stond enorm veel groen zoals riet en brandnetels. We hebben het een stukje geprobeerd, maar zijn omgedraaid. Met een korte omweg over zandpaden kwamen we bij het volgende stukje langs het water. Hier was het iets beter gesteld met het paadje, maar omdat er zoveel brandnetels stonden konden we niet echt doorlopen. Zo voorzichtig als we waren, we hebben toch een paar keer een brandnetel gevoeld. We waren hard aan de grote pauze toe maar het zag er niet naar uit dat het op dit paadje ging lukken. We ploeterden verder en vonden na bijna 2 kilometer toch nog een plekje, aan de overkant van het beekje. Er was een bruggetje waar we overheen gingen en legden het kleed neer in de schaduw. We ploften neer, pakten een biertje, toastjes en kaasjes en genoten.

We waren klaar voor de laatste kilometers en hoopten dat het pad verderop wat beter zou zijn. We hadden nog even last van de brandnetels maar het laatste gedeelte van het pad was veel beter onderhouden, gelukkig. We naderden Rijssen snel, wat we heel niet erg vonden. Om 16.30 uur kwamen we bij de warme auto.

Het was echt een topwandeling, op die twee kilometer ellendige brandnetels na. Heerlijk afwisselend en mooi gebied, en dat ijsvogeltje was natuurlijk helemaal te gek! En doordat het ook nog eens zo lekker weer was vonden we deze etappe zeer de moeite waard.

 

 

Zaterdag 4 augustus 2007 Nieuwsgierige koeien

Rijssen – Okkenbroek, ± 27 km

Zonnig, onbewolkt, lekker briesje, ± 26 °C

 

Vanaf gistermiddag werd het eindelijk een beetje zomerweer. We hebben lekker in de tuin gegeten, iets wat deze zomer tot nog toe bijna niet is gebeurd. Toch gingen we redelijk op tijd naar bed, want vanmorgen wilden we er weer vroeg uit om te lopen. En zeker omdat het lekker warm en zonnig zou worden wilden we op tijd starten. Het openbaar vervoer werkte ook niet helemaal mee, we konden eigenlijk alleen maar om 9.10 uur een buurtbus nemen. Een uur later kon ook nog wel, maar dan waren we zeker een half uur langer onderweg. We wilden de auto op ongeveer 10 kilometer van de bushalte af parkeren. Vanmorgen waren we iets later vertrokken dan de bedoeling was, om 6.00 uur, dus besloten we op een punt iets dichterbij de halte te beginnen. Een uurtje later reden we langs de plek waar we nu hadden willen beginnen, de buurtschool van Espelo, in het bos langs de provinciale weg. Nergens zagen we een parkeerplek dus reden we iets verder naar een volgend stukje van de route, nog iets dichter bij de bushalte. Nergens was een parkeerplaats, maar we vonden wel precies langs de route een stukje berm aan het begin van een zandpad. Dat moest het dan maar worden, in de hoop dat we geen bekeuring voor fout parkeren zouden krijgen. Langs het weggetje naar onze ‘parkeerplaats’ hadden we aan de kant van een sloot een reetje gezien, en omdat de route die we moesten volgen daar langs kwam hoopten we het diertje nog even te kunnen zien. Tot onze verrassing stond ie er nog, maar toen ie ons in de gaten kreeg rende hij snel de bosjes in. We liepen verder, vanaf het begin in een korte broek, maar door het vroege tijdstip en een fris windje hielden we onze trui nog even aan.

Langs verschillende boerderijen, en dus door boerenland en over polderweggetjes, liepen we in het zonnetje richting Okkenbroek. We kwamen langs een weiland met 5 koeien, die alle vijf op ons afgerend kwamen en naast elkaar aan de andere kant van de sloot ons aan stonden te kijken. Bij Okkenbroek sloegen we al voor het (mooie) kerkje een graspad in. Verderop, bij de boerderij Klein Oosterhuis, stond een bankje waar we even pauze namen. We waren al bijna bij de geplande bushalte en hadden nog een uur de tijd. Ook hier was een bushalte, ongeveer een kilometer voor degene waar wij de buurtbus wilden nemen. Tegenover het bankje liepen schapen in een weiland en het bankje zat erg lekker (helaas niet in de zon). De volgende etappe is net iets aan de korte kant dus besloten we om hier op het busje te stappen. Dat duurde nog een uur, maar we konden relaxed wat eten, drinken en genieten. Soms iets frisjes, maar heel goed uit te houden. Iets voor negen uur liepen we naar de halte en warmden een beetje op in het zonnetje.

Het buurtbusje werd gereden door een ouder mannetje, echt een opa, maar hij scheurde flink over de smalle weggetjes heen. Op deze lijn is een gewone strippenkaart niet geldig, maar omdat we de volgende etappe hetzelfde busje moeten nemen konden we een 4-ritten kaart kopen, wat toch weer voordeliger is dan 2x een 2-ritten kaart. Na een half uurtje door boerenland en wat dorpjes te hebben gereden kwamen we aan bij het NS-station van Deventer. We kochten kaartjes en bij een winkeltje nog een tijdschrift. Om 9.59 uur konden we in de trein naar Rijssen stappen en 20 minuten later stapten we daar uit.

Via een andere route dan de vorige keer kwamen we weer op het Marskramerpad. Het was een stuk warmer dan toen we op de bus stapte, dus een trui hadden we al niet meer aan. We liepen snel Rijssen uit langs een woonwijk en pakten de route weer op, naar een pad langs de Regge. We hoopten heel erg dat dit pad beter onderhouden was dan het pad van de vorige keer. In het begin zag het er goed uit, maar een stukje verderop werd het pad versperd door riet. Gelukkig geen brandnetels deze keer, nou ja, een paar dan. Na een aantal meter ‘jungle’ werd het pad weer wat beter. Er stonden ook veel bloemen waar veel bijtjes, vlinders en andere insecten op af kwamen. Bij een asfaltweg leidde de route ons naar de andere kant van de Regge, een lekker breed zandpad. We hoopten een bankje te vinden op het punt waar de route van de Regge afweek, maar helaas. Zoals bijna altijd waren we langs heel wat bankjes gekomen, maar op het moment dat we er eentje wilden kwamen we er natuurlijk geen tegen. We liepen verder met de hoop snel een plekje tegen te komen. We hadden het warm en we werden een beetje moe. Het was gewoon tijd voor een korte pauze. Het eerste bankje dat we tegen kwamen stond gelukkig heel mooi in de schaduw en we maakten er dankbaar gebruik van. We hadden een watermeloentje bij ons (en een plankje met een scherp mes), dus die werd aan stukken gehakt. De meloen smaakte heerlijk; goed sappig en lekker van smaak. We kikkerden er van op en begonnen aan het vervolg van onze wandeling. Onze voeten en benen hadden even rust gehad en de inwendige mens was ook verzorgd; we konden er weer tegen aan.

Op het station in Deventer hadden we veel wandelaars gezien, maar onderweg waren we bijna niemand tegen gekomen. Geen wandelaars en eigenlijk ook geen auto’s. Heerlijk rustig dus!

Opeens lieten we het zonnige boerenlandschap achter ons en liepen we door het bos. Het pad liep langzaam omhoog dus waren we blij met de schaduw van de bomen. Remco heeft nog een paar bosbessen gesnoept onderweg, maar wist van een vorige keer dat de vossebessen, die ook overal groeiden, echt niet lekker waren. We kwamen langs het Canadese kerkhof en liepen verder, richting een mogelijke pauzeplek. En dan natuurlijk wel in de schaduw. Het duurde weer iets langer dan we hadden gehoopt, maar we vonden langs de Heksenweg een mooi plekje in de schaduw. We hadden afgebakken stokbroodjes en broodjes mee, ham, fricandeau, eieren, tomaat, komkommer en augurk. En niet te vergeten mayonaise. Ook hadden we nog verschillende smeerkaasjes (brie, geit en schimmel). Erg lekker! Vooral met een drankje erbij natuurlijk. Na een vrij lange en relaxte pauze gingen we verder.

We kwamen door een mooi heidegebied, waar de heide al aardig paars was. We hoefden niet ver meer. Opeens lieten we het bos weer achter ons en kwamen we door polder/boerenlandschap. Via een zandpad kwamen we bij de provinciale weg waar we vanmorgen hadden willen parkeren. Via een tunneltje liepen we onder de weg door en kwamen langs de bosschool van Espelo. Na ongeveer een kilometer over bospaadjes kwamen we bij de auto aan, rond 16.15. We waren warm en moe, maar hadden weer een erg leuke wandeling achter de rug.

 

 

Zaterdag 25 augustus 2007 Grijze duiven

Okkenbroek – Deventer (Lettele-Okkenbroek, Deventer-Lettele) ± 26,5 km

Mistig, later zonnig met wat wolkjes en af en toe een windje, ± 26°C

 

Over twee weken gaan we op vakantie naar Normandië. Met Corry en Camille, en dit was het laatste weekeind dat we konden gaan lopen. Vorig weekeind hebben we Corry d’r verjaardag en de opening van het huis gevierd. Nu was het tijd voor ons. Vandaag stond de laatste etappe van het 1e deel van het Marskramerpad gepland. Omdat het buurtbusje vanuit Okkenbroek pas om 9.05 uur gaat (vanuit Deventer pas na tienen!) liepen we, net als de vorige keer, vast een stuk van de route, naar de bushalte toe. Dezelfde bushalte als waar we de vorige keer waren opgestapt.

Om iets over half zeven reden we de straat uit en na even zoeken (er was veel veranderd aan de kruispunten bij Deventer en nergens hingen straatnaambordjes, heel irritant) kwamen we een uurtje later aan bij het dorpje Lettele. We parkeerden de auto naast de kerk, bij de route. Het duurde even voordat ik me georiënteerd had; waar liep de route precies en welke kant moesten we op? We liepen het dorpje uit en draaiden een zandpad op welke ons langs een akker en door een bos bracht. We staken via een bruggetje het water van de Letteler Leide over. Er schreven schrijvertjes over het water, een teken van goed, schoon water. In het bos waar we doorheen liepen zagen we veel paddestoelen staan. Aan de kant waar Remco liep zag hij kleine stinkzwammen staan. Die zien we niet zo vaak. De route ging over niet veel asfalt en lekker veel onverharde paden. De fietspaden waar we over kwamen waren nog lekker rustig; fietsers komen meestal tussen de middag op gang. We kwamen op een asfaltweg, waar aan het eind de bushalte was. We liepen langs ezeltjes en verderop langs van die mini-paardjes. Even aaien (met als gevolg pikzwarte handen) waarna we door liepen naar het bankje waar we de vorige keer op het buurtbusje hadden zitten wachten. Op deze weg kwamen er twee stellen wandelaars ons tegemoet. Eerst kwamen er 2 mannen aan die in een behoorlijk tempo liepen en iets later kwamen een man en een vrouw ons tegemoet, in een iets normaler tempo (vonden wij tenminste). Vandaag was de temperatuur net iets lekkerder dan toen, al was het wel heel vochtig vandaag. Tijdens dit eerste stukje begon de zon door de wolken te komen en verdreef het restje mist. We hadden nog zo’n 20 minuten voor het busje zou komen. Relaxed gepland.

De buurtbuschauffeur was een andere dan die van de vorige keer, maar vrolijk en in voor een praatje. Rond 9.30 uur stapten we uit op het station van Deventer waar we wat Donald Ducks voor de vakantie hebben gekocht. Bij de AH kocht ik een lekkere sandwich. Daarna probeerden we de route te vinden. We moesten weer even puzzelen voordat we zagen dat we aan de andere kant van het NS station moesten beginnen. Eenmaal op pad kwamen we gelijk weer op dreef. We hadden een lekker tempo maar namen ook de tijd om naar alle paddestoelen, huizen en al het andere dat voorbij kwam te bekijken. We werden de Hanzestad uitgeleid via leuke paadjes en straatjes.

We kwamen bij een ‘oude IJsseldijk’ waar heel erg leuke huizen langs stonden. Mooie huizen, aardig wat grond, natuur er om heen en de stad toch heel dichtbij. Door een parkje tussen een nieuwbouwwijk en het spoor liepen we verder. We naderden het dorpje Diepenveen, wat al bijna werd opgeslokt door de stad Deventer. We liepen onder het dorpje langs en kwamen weer op een onverhard pad. Vandaag hadden we mazzel; er stond een bankje toen het er tijd voor was. We hebben even heerlijk gezeten in de schaduw; wat gedronken, onze voeten gelucht en onze spieren even rust gegund. We liepen nu over bijna alleen maar zandpaden. De bomen gaven ons bijna de hele tijd schaduw waardoor we het niet al te warm kregen. Via een slingerend bospad kwamen we uiteindelijk bij een provinciale weg die we over moesten steken. Gelukkig was het vrij rustig met verkeer en konden we makkelijk over. We waren intussen beide wandel-stellen die we vanmorgen hadden gezien weer tegen gekomen. De twee mannen liepen nog steeds snel, maar niet meer zo soepel als een paar uur eerder. De man en vrouw liepen nog steeds in een iets normaler tempo en zagen er nog net zo fit uit als wij ons voelden (fit!). We vervolgden de route via verharde en onverharde paden. Het onverharde overheerste wel voor mijn gevoel.

We kwamen bij het Overijssels Kanaal waar we onze ‘grote’ pauze wilden houden. Het eerste picknickbankje werd net bezet door, zoals wel vaker, oude, grijze duiven op de fiets. Na 800 m zou er ook een picknickbank staan, dus hoopten we maar dat die niet bezet zou zijn. Gelukkig troffen we een vrije picknicktafel. In de zon, maar dat was heel niet erg, het was juist erg aangenaam. Met een toastje en kaasjes (+ een drankje natuurlijk) vierden we onze pauze en genoten van alles.

Na deze picknick hoefden we nog maar een kilometer of vier te lopen en we voelden ons nog redelijk goed. De route zou net voor de plek waar de auto stond een ‘bocht’ maken. Hoewel het erg verleidelijk was om af te snijden kozen we er toch voor om, met de auto een paar meter voor ons (in zicht), ’t Ommetje in te slaan en achter het kerkhof, de school en de kerk langs te lopen. Om 14.45 kwamen we aan bij de auto. Een warme auto want hij stond in de zon, maar wel met een koelbox met koude drankjes.

We hebben vandaag enorm veel verschillende paddestoelen gezien; kleine stinkzwam, gewone stinkzwam, allerlei kleuren russula’s, eekhoorntjesbrood en andere boleten, bovisten, fopzwammetjes, valse dooierzwam, rode koolzwammetjes, biefstukzwam, vliegenzwam en nog veel meer. De paden waren erg goed te belopen en het weer zat goed mee. Eigenlijk was het dus weer één van de betere wandelingen.

 

 

Zondag 30 september 2007 Station Apeldoorn

Deventer – Klarenbeek, ± 16,5 km

Mistig, later bewolkt/zonnetje

 

Vandaag gingen we voor de 1e etappe van deel II van het Marskramerpad, de eerste wandeling na de vakantie. Ruim op tijd kwamen we aan bij station Klarenbeek. We namen de trein naar Apeldoorn en stapten daar over op de trein naar Deventer. Tijdens het wachten op de tweede trein kwam er een buitenlands meisje op ons af die vroeg waar er een telefooncel was. Wij hadden natuurlijk geen idee, waarop ze vroeg of ze dan met een mobieltje van ons mocht bellen, waar ze dan voor zou betalen, want ze moest echt heel dringend bellen. We hebben maar in slecht engels verteld dat we geen mobieltje hadden… Je weet het nooit toch? Jammer dat ze heel erg nodig moest bellen, maar dat is niet ons probleem. Wel lullig van ons, maar ja…

Ook was er nog even wat verwarring op station Apeldoorn; er werd omgeroepen dat de trein naar Deventer op perron nog wat zou vertrekken, vijf minuten eerder dan gepland. Dat was alleen niet de trein die wij zouden moeten nemen. Het leek er echter op dat we beter wel in die trein konden stappen dus deden we dat maar. Toen de trein was vertrokken werd er omgeroepen dat ‘onze’ trein vertraging had en deze daar dan last van zou krijgen. Dus was er besloten dat deze trein eerder zou vertrekken en iedereen zo toch nog op tijd in Deventer kon aankomen. Slim geregeld! Ze hadden dat op het station ook wel mogen zeggen, dan was het iets duidelijker geweest, maar goed.

De route leidde ons naar de overkant van het station, een park door. We kwamen langs een man die nu al aan een biertje zat (of nog steeds?). In het park was een gedeelte waar pauwen rond liepen en in kooien zaten parkieten, papegaaien en nog wat andere vogels. Een vijvertje met eenden, echt een soort van kinderboerderijtje. We werden naar de rand van Deventer geleid via steegjes en straatjes. Één van de steegjes was afgesloten i.v.m. werkzaamheden dus liepen we maar door en namen de eerstvolgende afslag naar rechts. Dat ging goed maar het pontje waar we de IJssel mee over zouden moeten steken zagen we nergens… Nergens een bordje voor de pont te zien, laat staan een bootje waarvan we dachten dat dat het wel eens zou kunnen zijn. Volgens het boekje konden we, als de boot vanwege hoogwater niet vaarde, ook door lopen en 500 meter verderop via de brug het water over steken.

Aan de overkant van de IJssel kwamen we langs een molen die blijkbaar boomstammen bewerkte; in het watertje ervoor lagen allemaal boomstammen. We liepen over de dijk langs de uiterwaarden. Er zaten veel vissers langs de rand van het water. We zagen veel reigers, waaronder ook een stelletje; een zilverreiger en een gewone blauwe reiger. We liepen onder de A1 door en even later verlieten we de uiterwaarden; we sloegen af richting Wilp. We liepen langs de rand van Wilp en gingen al snel weer een dijk op. De dijk was ‘bekleed’ met keitjes, wat niet erg lekker liep. Na ruim een kilometer (en in totaal zo’n 5,5 kilometer) kwamen we uit op een asfaltweggetje waar een bankje stond aan de kop z’n kant van een oude bomendijk. Een mooie plek om even rust te pakken. We aten en dronken wat. We zagen een eekhoorntje oversteken, iets verderop. Hij nam er de tijd voor, voor ons natuurlijk erg leuk, alle tijd om te kijken.

De route bracht ons verder via een landgoed en uiteindelijk kwamen we weer bij de oude Bandijk aan. Het pad kronkelde voort, door bos en grasland. Onderweg zagen we kleine watertjes, kolken of wielen, ontstaan door het draaiende water bij vroegere dijkdoorbraken.

We liepen een klein stukje over een schouwpad langs de Voorsterbeek en doken via een bruggetje het beukenbos aan de overkant in. Onderweg zagen we weer veel paddestoelen (o.a. rupsendoder), we konden goed merken dat de herfst was aangebroken. Door het bos liepen we het laatste stukje naar Klarenbeek toe. Remco was blij dat de etappe vandaag niet zo lang was want hij had veel last van zijn heup. Het was een lekkere wandeling op een mooie dag, en voor ons doen weinig kilometers.

 

 

Zaterdag 13 oktober 2007 Zandpaden

Hoenderloo – Stroe, ± 23 km

Zonnig, ± 18°C

 

Het viel vanmorgen niet mee om wakker te worden (het is nog donker om 6.00 uur) maar toen we rond 7.45 uur weg reden hadden we zin in de dag. Het zou droog blijven en het zonnetje zou ook door komen. We kwamen rond 8.15 uur aan in Stroe waar we een kwartiertje later de bus naar Ede moesten pakken. We vonden het nogal een omweg, via Ede naar Stroe, en het koste maar liefst 10 strippen per persoon! We zouden 2 x een half uur in de bus zitten met tussendoor een kwartier wachttijd. De bus kwam keurig op tijd en de chauffeur trok even een wenkbrauw op toen we voor 10 strippen p.p. naar Hoenderloo wilden. Een paar haltes verder, in Harskamp, vroeg hij hoe onze route dan zou zijn. Hij dacht dat het ook anders kon, en goedkoper voornamelijk. Het bleek dat als we hier uit stapten we nog een half uur moesten wachten op bus 105, waar we dan in Otterloo bij de rotonde over moesten stappen op de bus 108 naar Hoenderloo. Dat zou 5 strippen p.p. schelen! We zouden wel op dezelfde tijd aankomen als wanneer we de route via Ede zouden doen, het enige was dat de aansluiting tussen bus 105 en bus 108 erg krap was. We kregen onze teveel betaalde strippen terug en na de man hartelijk bedankt te hebben stapten we uit. We keken nog even hoever het lopen was naar Otterloo (we hadden immers een half uur de tijd) maar besloten toch maar op de bus te wachten. Gelukkig was de volgende buschauffeur ook zo vriendelijk om ons bij de juiste halte uit te zetten en aan de andere bus door te geven dat we kwamen overstappen. Er kwamen tegelijkertijd meerdere bussen bij de rotonde aan en ze gaven allemaal aan elkaar door dat er overstappers waren. Goed geregeld!!

Om 9.40 uur zette de 3e buschauffeur ons af in het centrum(pje) van Hoenderloo. Al snel vonden we de route en begonnen aan onze tocht. We liepen gelijk de bossen in waar we werden getrakteerd op een overvloed van verschillende paddestoelen. Na een uurtje lopen door de bossen van Hoenderloo en Ugchelen namen we een korte pauze op een bankje met zicht op een stuifduingebiedje. Vlak daarna kwamen we aan de rand van een heidegebied. Het zonnetje scheen en de temperatuur liep op. Ergernis was dat er een soort MTB-dag was ofzo, over de paadjes waar wij over liepen kwamen tientallen mountainbikers ons tegemoet. Heel vervelend, want door hun voorgangers was het zandpad al heel zacht en met voren geworden, en het smalle hardere strookje werd door de tegemoetkomende fietsers gebruikt. Dat was voor ons zwaar lopen. We hadden het eerste gedeelte ook al veel mulle en/of hobbelige zandpaden gehad, dus onze benen begonnen we wel te voelen. In de verte zagen we, voormalig, Radio Kootwijk liggen. Aan de uitgebloeide heide konden we zien dat het hier in augustus een paarse zee moest zijn geweest.

We kregen nu weer een stukje door een bos, ook weer met onverharde paden. Op zich erg lekker, maar soms een stukje verhard is best prettig. Afwisseling loopt het fijnste. Langs het enige huisje in Hoog Buurlo (+ schapenkooi) liepen we richting het volgende heidegebiedje.

Nu liep de route via ruiterpaden, wat helemáál niet lekker liep. Spieren begonnen te protesteren, we werden moe. En we waren nog niet eens over de helft… Na nog meer heide, bos en zandpaden liepen we naar de stuifduinen van Kootwijk. We zagen een bankje staan, mooi op de rand van bos en duinen, lekker in de zon. En zonder mensen er op! Rust, zonnetje, bolletje met makreel in tomatensaus, biertje…wat een genot! Het aller fijnste was nog wel dat er 4 mensen voorbij kwamen die op dit bankje hadden willen gaan zitten: “Ja, jij wilde tot het volgende bankje wachten. En hij staat zo mooi en in de zon.” Ha, ha, eindelijk hadden wij eens mazzel!

Nadat we volop hadden genoten van deze heerlijke pauze moesten we toch weer verder, Remco in korte broek. En zoals zo vaak wogen de laatste kilometers zwaar. We hadden nog zo’n 10 kilometer voor de boeg, pfff. We sneden een klein stukje af; we gingen niet naar Kootwijk (wat moet je daar zoeken, behalve een betonnen gebouw dat een paar jaar geleden nog Radio Kootwijk was?). We liepen nog steeds over onverharde paden met vaak mul zand, door bos en heide. Het eind naderde, maar daar waren we dan ook wel aan toe. Op ongeveer de helft van het laatste stuk namen we nog wat rust op een bankje, ook weer lekker in de zon. In het kleine bosje heide achter het bankje ontdekte Remco een hagedis. Best een grote, voor Nederlandse begrippen, en heel mooi van kleur, met groene spikkels op de flanken. Hij was vrij rustig dus Remco kon hem mooi op foto en video zetten. We zagen ook nog een heel klein hagedisje, net aan de andere kant van dat plukje heide. Erg leuk!

We gingen weer verder, op naar de auto, waar we om 15.30 uur aan kwamen. Een half uurtje later waren we al weer thuis. Het was een heerlijke herfstdag, met veel paddestoelen, verkleurende en vallende bladeren en veel mooi rood gekleurde vossebessen.

 

 

Zaterdag 27 oktober 2007 Boekje vergeten

Stroe – Terschuur, ± 24,5 km (Zwartebroek – Terschuur, Stroe – Zwartebroek)

Bewolkt, droog, + 10°C

 

Vanmorgen reden we om 7.20 uur in het pikkedonker de straat uit. Toen we 20 minuten later de snelweg afkwamen om naar Terschuur te gaan, het eindpunt van onze wandeling vandaag, bedacht ik me opeens dat ik het wandelboekje niet bij me had! Voor het eerst in al die tijd was ik hem gewoon vergeten mee te nemen. Op zich kan je een heel stuk komen zonder boekje, maar ik vind het niet prettig om niet te weten waar we zijn en of we nog wel op de route lopen. Daar kwam bij dat de etappe van vandaag grote stukken zonder markering had, dus moesten we terug naar huis om het boekje te halen.

Om 8.30 parkeerden we uiteindelijk de auto in Zwartebroek. We hadden nu genoeg tijd om alvast een stukje van de etappe te lopen voordat we in Terschuur de bus zouden nemen. Het was intussen licht, we konden het ons omringende polderlandschap goed zien. Op het pad voor ons zagen we een donkere vlek liggen. Het bleek een Sint Bernardhond te zijn die vrolijk kwispelend op stond om ons te begroeten. De hond kreeg een paar aaien en we lieten hem weer achter ons. Iets verderop, aan de rand van Terschuur, kwam een klein jongetje ons tegemoet met een klein, vrolijk, stoer hondje. We zeiden het jochie gedag en vroegen naar zijn leuke hondje. Het hondje bleek Twinkel te heten en was ook niet zo’n held als we hadden gedacht… hij vond ons erg interessant maar durfde niet te komen voor een aai. We kletsten nog even en zeiden gedag. Na een paar stappen kwamen het jongetje en het hondje achter ons aan gerend; Twinkel wilde met ons mee lopen.

We kwamen al snel bij de bushalte en moesten nog een kwartiertje wachten voor de bus kwam. De vriendelijke buschauffeur hielp ons met het overstappen op de volgende bus. We hoefden maar een paar minuten in deze bus te zitten voordat we aan zouden komen op onze plaats van bestemming. Gelukkig maar want er zat een dame voorin de bus te praten tegen de buschauffeur, zwelgend in zelfmedelijden: ze kwam uit een groot gezin en vroeger moest zij, als oudste, voor al haar broertjes zorgen (ja, ze was het enige meisje) en had dus helemaal geen jeugd gehad. D’t ouders hadden nooit tijd voor hun kinderen gehad. Intussen zal ze toch een jaar of 55 zijn geweest maar ze zat er blijkbaar nog steeds mee. De chauffeur kwam er amper tussen en toen hij zei dat de kinderen van tegenwoordig veel in de crèche doorbrengen, dus dat het nu ook niet alles is, vond ze dat geen vergelijking. Nog een paar uitspraken van deze opgewekte dame: “Als mijn broertjes iets groter werden vond mijn moeder daar niets meer aan en kreeg ik ze. Mijn broers komen nooit meer langs, en dat terwijl ik zo lang voor ze heb gezorgd. Daarom kan ik ook zo goed alleen zijn.” Als je na al die jaren nog steeds zo kan klagen over dat je geen jeugd hebt gehad zal het ook nooit meer wat worden… We snapten best dat er niemand bij haar langs komt.

Om iets over half tien stapten we uit in Stroe en lieten de depri-dame achter ons. We pakten de route weer op. Langs wat huizen en Sportpark ‘V.V. De Bosrand” liepen we naar het bos. Bij het Watergraafsmeertje, een watertje met vennengebied, hoorden en zagen we een zwarte specht. We namen aan de rand van een heideveld een korte pauze, waar de specht zich ook weer liet horen en zien.

 In de bossen waar we doorheen liepen zagen we nog aardig wat verschillende paddestoelen staan, maar wel minder dan de vorige keer. Ook waren er in het begin nog veel sporen van wilde zwijnen (naarmate we Stroe verder achter ons lieten werden de sporen minder en verdwenen). In de bossen bij Stroe en Garderen werden de grote plassen op de paden zo te zien veelvuldig gebruikt door de varkens om een lekker modderbad te nemen.

Verderop in het bos raakten we heel even van de route af maar vonden deze gelukkig snel weer terug. Het was druk in de bossen, met wandelaars, af en toe een auto en heel veel motoren die langs kwamen, maar dat was gelukkig op de grote bospaden. Bij het gehucht Veenhuizerveld liepen we het bos uit. We waren nu ongeveer op de helft van de etappe, met nog 12 kilometer voor de boeg. Op het eerstvolgende bankje wilden we nog even een korte pauze houden om daarna door te lopen naar een plek voor de grote pauze. We kwamen langs de SaunaDrome, een sauna waar we ooit eens zijn geweest, en liepen iets verder het bos van landgoed Gerven in. De route bracht ons door nog meer bos, langs weilanden, akkers en heide. Alleen niet langs een bankje…

We liepen door en kwamen langs een ‘nieuw’ natuurgebiedje met watertjes. We waren intussen aardig vermoeid en aan pauze toe. Volgens het boekje moesten we nog een paar honderd meter voor er een bankje zou komen, dus we hoopten dat het bankje onbezet zou zijn. Gelukkig was het bankje inderdaad leeg dus lieten we ons er op neer zakken. Er was wind gekomen dus we deden snel een extra trui aan om niet te veel af te koelen. Na een half uurtje heerlijke rust stonden we weer op en begonnen aan de eerste, pijnlijke, stappen. Nog een kilometer of 5 te gaan, dat ging lukken.

Het landschap veranderde, er was minder bos en meer weide. We liepen over landgoed Appel, met veel nieuwe ‘oude’ boerderijen en hooischuren. Het eind van de etappe naderde. Om 14.40 kwamen we aan bij de auto, aan de rand van Zwartebroek. We waren moe maar hadden wel een heerlijke wandeling achter de rug.

 

 

Zaterdag 15 december 2007 Gans in de boom

Wassenaar – Scheveningen, ± 18,5 km

Droog, bewolkt (aan het eind zon), 1 – 5°C

 

Het was al weer even geleden dat we een goede wandeling hadden gemaakt, en vorig weekeind hadden we eindelijk weer de tijd om het er op te wagen. De weersvoorspellingen waren echter erg slecht, veel regen. Aangezien het de hele week al drama was door de vele regen en de koude wind, besloten we om niet te gaan lopen en ons op het huis en de kerstversiering te storten.

Dit weekeind hadden we dan toch echt een wandeling voor de boeg, ook al besloten we dat pas gisteren. Snel bedachten we welke weekboodschappen we nodig hadden en haalden de spullen in huis, want na het lopen hebben meestal niet meer de behoefte om nog uitgebreid de supermarkt in te gaan…

Ook hebben we gisteravond onze wandelkleren uitgezocht. Het zou maximaal 2°C worden, dus we hadden wel wat laagjes kleding nodig. Tijdens het lopen krijg je het meestal snel warm, maar tijdens een pauze koel je heel snel af en moet je weer wat extra’s aantrekken. Ook het wachten op het openbaar vervoer kan erg koud zijn.

Vanmorgen gingen we dus goed voorbereid op pad. Om 6.40 uur wreven we de laatste slaap uit onze ogen en stapten in de auto. Een uurtje later parkeerden we de auto in een parkeergarage bij het Kurhaus in Scheveningen. Remco wisselde snel van schoenen en we zochten de bushalte op. Om 7.50 stapten we op bus 23 om bij het Witte Witsplein over te stappen op bus 91. Dat plein lag bij een groot kruispunt met meerdere bushaltes, allemaal aan een andere kant van het kruispunt. De halte waar we uitstapten was niet degene waar lijn 91 langs kwam. We probeerden een andere en daar kwam bus 91 richting Den Haag (zoals de OV-planner had aangegeven) wel langs. Alleen de tijd klopte voor geen meter. De tijden die bij de halte hingen waren van 7-12-2007, dus behoorlijk up-to-date, maar i.p.v. 8.14 uur zou de bus pas om 8.54 uur komen. Om 7.13 uur zou er echter wel een bus 90 voorbij komen, met dezelfde route. Dan zouden we die wel nemen. Toen de bus kwam vroeg ik of hij inderdaad naar Wassenaar ging. Nee, dan moesten we de bushalte aan de overkant hebben. We hadden welgeteld 1 minuut om twee drukke, grote wegen over te steken. We staken net de 1e weg over toen de bus aan kwam rijden. Het stoplicht was rood dus hij moest wachten. We gebaarden of we in konden stappen en hij gebaarde terug dat we dan bij de halte moesten zijn. Kut hé, moesten we als een gek nog 4 rijbanen oversteken, waar niet eens een voetgangersoversteekplaats bleek te zijn. We hebben het gehaald! We stapten de bus in en gingen zitten, Het bleek dat er in deze bus geen “digitaal” bord was waarop je kon zien welke halte de volgende was. Toch maar even gaan vragen of de chauffeur ons een seintje wilde geven als we er waren. Achteraf gelukkig maar want ik had het zelf vast niet gevonden, was vast kilometers eerder uitgestapt. Alles ging wonder boven wonder goed, om 8.25 begonnen we met onze wandeling.

We liepen langs prachtige, grote huizen, zoals normaal is in Wassenaar. In de meeste huizen was het nog donker. Buiten was het al licht, en we hoorden en zagen heel veel vogels en vogeltjes. De leukste waren wel de halsbandparkieten die hier tegenwoordig ‘verwilderd’ zijn. In het park kwamen we veel vroege baasjes met honden tegen. Er kwam een vrolijke hond op ons af voor een aai, iets verderop kwam een volgende hond. Er wonen blijkbaar ook veel teckels in Wassenaar, we kwamen er aardig wat tegen. Één teckeltje kwam al kwispelend op ons afgerend toen ik floot en wilde graag knuffelen. Toen de vrouwtjes arriveerden (twee oude dametjes) zeiden ze dat het eigenlijk nooit gebeurde dat de teckel aandacht van mensen wilde. Toen ik zei dat ik een teckelmens was zei ze, zoals bijna alle teckel-eigenaren “eens een teckel, altijd een teckel”. We liepen weer verder over de paadjes langs vijvers en sloten, park in, park uit. De routebeschrijving en markering lieten ons soms in de steek, maar we bleven de route volgen. We zijn wel een keertje fout gelopen, maar kwamen dan uiteindelijk toch weer op de route uit. Het was dan alleen een kleine omweg. We kwamen langs een kerk waar we een mooie afbeelding zagen hangen. Het bleek een aparte ruimte te zijn, met glazen schuifdeuren, waar je altijd terecht kan om te bidden. We gingen weer verder langs de grote woningen en vonden met een beetje moeite de route.

We hoorden een gans luidruchtig geluid maken en Remco vond dat ie z’n mond moest houden. Een stuk verderop kwamen we de blatende gans tegen: we liepen langs de bosrand en kwamen langs een weiland aan onze rechterkant. Op het landje liepen schapen, vergezeld door ganzen. In het watertje erachter liepen twee ooievaars. Vanuit de boom naast het pad en het weiland vloog opeens een gans naar het weiland. Een gans, uit een boom??? Weer hoorden we geblaat, vanuit de boom waar net een gans uit was gekomen. Toen we omhoog keken ontdekten we een tweede gans die op een tak in de boom zat. We zijn van mening dat het arme beest per ongeluk in de boom was beland en dat het niet meer wist hoe er weer uit te komen. We konden hem niet helpen dus zijn maar weer verder gegaan. Thuis in Soest vroegen we aan Corry en Camille of ganzen in bomen zitten. Ze antwoorden allebei volmondig ‘nee, echt niet!’ waarop wij natuurlijk even het tegendeel gingen vertellen.

We bleven maar over paadjes door parken lopen, het was erg leuk en ontspannen. Veel te zien, leuke honden en katten onderweg die wel voor een knuffel wilden komen. Het was genieten om eindelijk weer eens te lopen. We kwamen in de buurt van Den Haag, langs Huis ten Bosch. Ook leuk om eens in ‘het echt’ gezien te hebben. Vlak voor het paleis kwamen we in het bos, van Reigersbergen, ineens een groot aantal muren tegen, dit is waarschijnlijk in het verleden een soort tuinommuring geweest. Het schijnt dat hier wel een soort landhuis, of boerderij gestaan heeft. Het leek wel heel oud. Vlak buiten de muren was een kleine grafsteen in de grond te zien, het enige wat hierop stond was ‘BABIJ 20 maart 1911’. Geen idee verder wie of wat dit grafje heeft gemaakt. Verder vond Remco nog een oud pijpenkopje op dit landgoed.

De in het boekje vermelde zessprong bleek in de praktijk toch echt een vijfsprong te zijn, maar gelukkig was de markering hier in orde. Na ruim 10 kilometer lopen kwamen we bij Station Den Haag NS. De routebeschrijving was hier erg vaag; we moesten oversteken naar het station en dan langs het station doorlopen tot de stoplichten waar we naar rechts moesten. Uiteindelijk bleek dat we helemaal niet over hadden hoeven te steken… We hadden gewoon ons pad kunnen vervolgen en dan rechts af slaan. Ik denk dat ze het zo hebben beschreven voor het geval je met de trein verder had willen gaan. Beetje sloom, want dat station kan je echt niet over het hoofd zien.

We gingen nu voor de laatste 8 kilometer van het Marskramerpad en de etappe die we vandaag zouden lopen. (We hebben nu nog niet het hele Marskramerpad gelopen, we hebben nog wel wat etappes tussendoor te lopen.) De route leidde ons nu echt door Den Haag; we liepen over het Binnenhof, toch wel indrukwekkend om te zien. We wisten niet dat het zoooo groot was. Langs het Buitenhof gingen we weer verder, waarbij we intussen verschillende ambassades passeerden. Via een winkelstraat werden we verder geleid. In het leuke, sjieke en drukke straatje belde Corry op over de kerstkaart van ons. Ze zou de foto laten afdrukken zodat we er dit weekeind kerstkaarten van konden laten maken. Ze konden gelijk een tekst op de foto afdrukken, voor hetzelfde geld. Corry had al de kreet ‘een vrolijke noot in 2008’ bedacht (foto hazelnoten 2008 in sneeuw) dus of we die nog even snel konden aanvullen. Nou, in ieder geval niet in deze drukke straat, bel zo wel terug. Een paar straten verder was het een stuk rustiger en hadden we er intussen ook samen even over kunnen nadenken. Ik belde Corry en gaf de gewenste tekst door. Ook het lettertype werd bepaald en intussen leidde Remco ons met behulp van de routebeschrijving verder. Nog meer consulaten, het Vredespaleis en nog veel meer doken we weer een park in.

Nu kregen we het toch wel zwaar. We hadden al die kilometers maar één korte pauze genomen, vrij aan het begin. Onze benen en voetzolen begonnen van zich te laten horen (voelen). We kwamen nu bij Scheveningen, bijna bij het strand, het eindpunt voor vandaag. Rond 12.30 uur kwamen we dan eindelijk aan bij het Kurhaus, en een paar stappen verder bij de boulevard, eindpunt. Het moment dat we de zee zagen was natuurlijk geweldig! We hebben even naar de zee en het strand gekeken en gingen toen de restaurantjes op de boulevard af om te zien wat er op de kaart stond. Uiteindelijk gingen we ergens naar binnen waar we een lekker tomatensoepje en een tosti konden nuttigen. Met een biertje/wijntje erbij kwamen we weer een beetje tot rust. Daarna liepen we over het strand terug richting het Kurhaus en onze auto. Natuurlijk lagen er schelpjes en kon ik niet anders dan schelpjes zoeken ik zoeken. Ik had nog niet tegen Remco gezegd dat er hier toch zeker wel wenteltrapjes moesten liggen toen ik er eentje vond. Schelpen zoeken blijft erg verslavend, maar door de vermoeidheid kon ik nu redelijk snel doorlopen zonder constant door mijn hurken te zakken.

Hierna stapten we in de auto en reden naar huis. In Soest moesten we nog even een boodschap halen en daarna de kerstkaarten bij Corry. De kerstkaarten waren erg goed gelukt, ze zagen er geweldig uit, maar toen ik in de auto, op weg naar huis, zag dat er een typefout in zat baalde ik stevig. Corry heeft weer met de fotozaak gebeld en met wat moeite wilden ze, zonder vergoeding, de foto’s opnieuw afdrukken, en dan zonder spelfout. Vanaf half vijf konden ze worden opgehaald. Thuis hebben we even ontspannen en konden toen de goede foto’s ophalen.

Onderweg hebben we heel veel eenden in de vijvers en sloten gezien, waaronder ook wat afwijkende soorten zoals de mandarijneend, een mooie kleurige vogel die zijn vleugels mooi omhoog houdt. Ook hebben we een hele grote eend gezien, bijna zo groot als een gans. Een soepeend?

En we hebben dan wel veel eenden gezien, maar dat aantal overtreft het aantal bankjes maar net. Het was echt niet te geloven hoeveel bankjes we onderweg zijn tegen gekomen! We liepen natuurlijk voornamelijk door parken, en hier waren de parken voorzien van enorm veel bankjes, iets wat je vaak mist. Ik denk serieus niet dat ik overdrijf als ik zeg dat we langs zo’n 150 bankjes zijn gekomen!! En dat tijdens een etappe waar we geen pauze hadden gepland…

Al met al was het een heerlijke wandeling, met een beetje mazzel volgende week weer.

 

 

Zondag 30 december 2007 Vogels

Breukelen – Soest, ± 28 km

Bewolkt met enkele opklaringen, paar spatjes, 7 – 8 °C

 

Vanmorgen om 7.30 uur kwam Corry ons ophalen om ons bij station Breukelen af te zetten. Geweldig, daardoor konden we al om 8.00 uur gaan lopen i.p.v. om 9.00 uur omdat de trein vanuit Soest pas om acht uur gaat rijden. Omdat we naar huis zouden lopen hadden we onze eigen auto niet nodig. Het regende zachtjes, we hoopten dat het mee zou vallen. Deze etappe zouden we over de Scheendijk komen, een dijk waar we slechte herinneringen aan hebben: tijdens een etappe van het Waterliniepad waren we op een ander gedeelte van deze dijk volledig doorweekt geraakt door een wolkbreuk. Hopelijk ging het vandaag beter.

Toen we bij het station uitstapten was het opgehouden met regenen, een goed teken. We pakten onze spullen uit de auto en zeiden Cor gedag. Al snel hadden we de route (en de juiste richting) gevonden en gingen we op weg. Het was nog redelijk donker, het was nog iets voor zonsopgang. Een heerlijk moment om buiten te lopen. Via een brug staken we het Amsterdam-Rijnkanaal over en zagen de wereld om ons heen steeds lichter worden. We liepen door het dorpje Breukelen en lieten deze al snel achter ons door de Vecht over te steken. De route leidde een klein stukje langs de vecht en stuurde ons toen de polders in. Er stond een guur windje maar de temperatuur was goed te doen.

We kwamen langs voormalig fort Tienhoven, wat er behoorlijk vervallen uit zag. Verderop zagen we in het land twee ooievaars, vlakbij jachthaven Ruimzicht. Ze lieten zich mooi bekijken door ons, maar toen de afstand tussen ons steeds kleiner werd vlogen ze dan toch op, om aan de andere kant van het huis weer te landen.

We gingen verder door de koude polders en zagen zilverreigers, zwanen, allerlei ganzen (rotgans, nijlgans etc.), puttertjes, groenlingen, smienten en waarschijnlijk wintertalingen. We hebben vast nog veel meer soorten gezien. We liepen een aardig stuk gelijk met het Utrechtpad, sommige gedeeltes kwamen inderdaad bekend voor. Op het polderpad naar Tienhoven toe kwamen we een hondje met zijn baas tegen. Het hondje wilde wel een aai en het baasje was wel in voor een kort praatje. Hij zei dat er vandaag geen ganzen waren, normaal zaten er honderden, duizenden. Tja, inderdaad, de landen zaten niet vol, maar we hadden vandaag ganzen genoeg gezien. De man vertelde ook dat het gebied waar we doorheen liepen was opgekocht door Staats Bosbeheer (geloof ik) en dat de omgeving binnen een paar jaar nog aantrekkelijker zou zijn. Niet verkeerd om te horen, zeker niet omdat het er al zo mooi is. Na een paar meter verlieten we Tienhoven alweer om langs de molen ‘de Trouwe Waghter’ te komen. Langs het water van het Tienhovens Kanaal lieten we het dorpje steeds verder achter ons. We naderden het gehucht Egelshoek, zo’n 3 boerderijen bij elkaar. We hoorden een helder gekwetter en aan de hand daarvan zag ik op een paaltje een prachtig ijsvogeltje zitten, met zijn ruggetje naar ons toe waardoor de fluorescerende, blauwe streep heel goed te zien was. Een plaatje! Natuurlijk konden we het vogeltje niet lang in zijn zittende positie bekijken omdat ie al snel opvloog. Na even wachten zagen we hem wat verderop, weer bij het stroompje dat langs één van de boerderijen liep. Blijkbaar zijn vaste verblijfplaats. Goed om te weten.

Opgefleurd door dit kleurige vogeltje liepen we verder richting de Hollandsche Rading. Na een paar stappen zagen we een reiger bij een klein ‘stuwtje’ waar hij lekker zat te vissen. Op het moment dat we langs kwamen had ie een mooi klein visje in zijn snavel. Vlak voor de Hollandsche Rading, langs het bos van Einde Gooi, maakten we dankbaar gebruik van een bankje langs de route. Onder het gepruttel van vele kleine vogeltjes, waaronder boomklevers, genoten we van de rust en een beker warme chocomel met whisky. Het eindpunt van deze etappe begon langzaamaan in zicht te komen, maar we hadden toch nog wel aardig wat kilometers voor de boeg, een stuk of 11.

Vanaf hier lieten we de polders achter ons en kwamen we in bosrijk gebied terecht. Hier zagen we veel minder vogels, maar we genoten wel van de natuur waar we doorheen kwamen. Na een aantal kilometers begonnen we toch wel vermoeid te raken. We hadden dan ook al ruim 20 kilometer gelopen, dus de vermoeidheid was te rechtvaardigen. Ook blaren begonnen op te spelen. We wilden nog één keer een pauze voor we aan de laatste kilometers naar huis begonnen. Natuurlijk was er in geen velden of wegen een bankje te bekennen en ploeterden we voort. Om het nog erger te maken begon het ook nog te spetteren, we zaten er flink doorheen. En omdat je weinig keus hebt moet je toch door, en dat lukt dan ook heus wel. Een kilometer of 4, 5 vanaf huis (we hadden de route inmiddels verlaten en liepen onze eigen route naar huis) kwamen we dan eindelijk langs een bankje. Wat waren we gelukkig! Alles deed zeer, spieren in onze benen lieten van zich horen. Remco viel bijna in slaap op het bankje, kan je nagaan! Eigenlijk waren we er nog niet klaar voor, maar toch gingen we weer verder na een korte pauze. We kregen het koud en wilden de laatste kilometers zo snel mogelijk afleggen zodat we thuis in konden storten. We sleepten ons van het bankje omhoog en hezen onze bepakking weer op. De eerste 5 minuten waren vol van pijn aan spieren en blaren, maar we hielden vol. Nog even doorzetten. Het pad dat ik had uitgestippeld konden we goed volgen, we kwamen met de kortste route bij de Wieksloterweg. Vanaf hier volgden we de Veenzoom. Ook nu gold weer dat de laatste loodjes het zwaarst waren, zeker toen het wederom begon te spetteren. Echter, niets kon ons nu nog tegenhouden om thuis te komen. Rond 14.50 uur kwamen we dan eindelijk thuis. Het was zwaar.

Het was weer een heerlijke wandeling met aardig wat vogels. En ach, als je een ijsvogel ziet is het afzien niet zo erg.

 

 

Zaterdag 26 januari 2008 Met de bus

Hoenderloo - Klarenbeek, + 21 km

Zonnig, droog, harde wind, 5-11°C

 

Sinds de vorige wandeling hadden we of telkens iets te doen of het regende hele dagen. Wandelen kwam er maar niet van. Bijna een maand later hadden we een vrije zaterdag en zou het zelfs lekker weer worden. Droog, zonnig maar wel winderig. We wilden zo vroeg mogelijk beginnen met lopen, vooral omdat dat één van de mooiste momenten van de dag is en daarnaast omdat we Tommie ’s middags moesten uit laten. Jammer genoeg was de eerste mogelijkheid om te lopen pas om 8.45 uur omdat het openbaar vervoer pas vanaf 7.45 uur reed en we ruim een uur over de bus- en treinreis zouden doen. Het was ook niet praktisch om ergens op de route te parkeren en vast een stukje naar station te lopen. We reden dus om 6.30 uur weg, vroeg genoeg want gisteravond zijn we nog naar de Speeldoos in Baarn geweest waar Fernando Lameirinhas speelde.

We konden dus maar moeilijk ons bed uit komen maar hadden zoveel zin om te lopen dat we toch onder ons warme dekbedje vandaan kwamen. Zonder problemen kwamen we rond 7.20 aan bij het station van Klarenbeek. Gelukkig zonder problemen, want de koppeling moest de komende woensdag worden vervangen en tot die tijd kon de auto stil komen te staan. We zetten de auto neer, kochten de treinkaartjes en vluchten de wachtruimte in om tegen de harde en ijzig koude wind te schuilen. Na 20 minuten kwam de trein en na 10 minuten stapten we uit op station Apeldoorn. Ook hier woei de wind door onze kleren heen. We moesten ook nog een half uur wachten voor de bus naar Hoenderloo kwam, lekker was anders. Hier schuilden we in een bushokje en waren blij toen de warme bus arriveerde. In het achterste gedeelte van de bus zat een jongen en vlak bij de buschauffeur zat een man. Tijdens de reis naar Hoenderloo, die ongeveer 25 minuten duurde, vertelde de man aan de chauffeur dat hij in het onderwijs zat. Als hoofd catering. De buschauffeur vroeg daarop of hij dan een soort conciërge was waarop de man bevestigend antwoordde. Hij raakte niet uit gepraat over die jongeren van een jaar of 15, 16. Ze willen nergens voor leren, doen hun best niet, luisteren niet, kladden allerlei teksten op de deuren van de wc’s. Het ging maar door. Ik kreeg natuurlijk weer een lachaanval… Wat doe je op een school als je zo over kinderen denkt?! De chauffeur vertelde dat ze in Ede niet meer met de bus willen rijden door de lastige jongeren. Hij had echter zijn eigen manier om met die lastpakken om te gaan: hij zet de bus aan de kant en gaat zelf in het bushokje zitten. Net zolang tot ze zich weer normaal gedragen. Ik vond het een slimme oplossing.

Op een vrij smal weggetje draaiden we het dorpje Uchelen in. Uit het straatje waar de bus in moest kwam een auto die te ver door reed en bijna in botsing kwam met de bus. Het bleek de buurman van de chauffeur te zijn. Raampjes gingen open en al lachend zeiden ze elkaar gedag (jij achterlijke buschauffeur!). In het straatje toeterde de chauffeur, waarschijnlijk naar zijn vrouw in één van de mooie huisjes die er stonden.

Intussen had de chauffeur blijkbaar wel gemerkt dat we niet precies wisten waar we er uit moesten dus hielp hij ons daar mee. Om 8.45 uur werden we keurig afgezet bij de bushalte vlak bij de route. We liepen snel naar het beginpunt van vandaag en kwamen snel bij de rand van het dorpje. Langs een paar akkers en het Heldrigkerkje liepen we het bos in.Hier viel de wind lekker weg en het duurde niet lang of we hadden onze jassen uit. De route leek niet met de beschrijving te kloppen, maar de markering hield ons (meestal) op het juiste pad. Toch liet ook de markering het soms af weten, tenminste, deze was op sommige belangrijke punten oud en wazig en daardoor moeilijk te zien.

We zagen weer veel sporen van wilde zwijnen, ook veel modderplassen waar ze vast elke dag heerlijk een bad in nemen. Het pad door het bos was heel leuk en leidde veel over een verhoogd pad of richel. Een beetje net zoals de bergjes bij de Zoom in Soest. De vogeltjes zongen met hun vrolijke lied een ode aan het heerlijke zonnetje.

We kwamen een stel wandelaars tegen: twee mannen en een vrouw. Ze knoopten een praatje met ons aan en een paar minuten later gingen we allemaal verder. We kronkelden door het bos en kwamen uit bij de akkers van Beekbergen waar de wind weer vat op ons kreeg. We namen een korte pauze op een bankje maar door de ijzige wind stapten we al snel weer op.

We liepen langs de rand van Beekbergen en langs de koude akkerlanden. We hadden de pas er lekker in en kwamen snel bij het dorpje Oosterhuizen. We waren ook weer zeer vlot door het dorpje heen, staken het Apeldoorns Kanaal over en liepen iets verderop onder de A50 door. Via een graspad langs een sloot kwamen we bij de Beekbergse beek waar een mooi bankje op ons stond te wachten. In het zonnetje werden we een beetje verwarmd en gelijk weer afgekoeld als er een stevige windvlaag langs kwam. Remco heeft er een ijsvogeltje gezien en ook hebben we er twee boomkruipertjes gespot.

Na deze heerlijke pauze hadden we nog ongeveer 5 kilometer te gaan. Het eerste stuk langs de beek, daarna door en langs Klarenbeek en het laatste stukje door het bos naar de auto. We kwamen om iets voor 14.00 uur aan bij de auto en reden naar huis.

 

 

Zaterdag 2 februari 2008 Schrikdraad!

Nieuwveen – Breukelen, ± 24,5 km

Klein winters buitje verder droog, wind, zonnig, 1-4 °C

 

Het kostte aardig wat moeite om vanmorgen wakker te worden, maar het lopen vorige week was zo lekker geweest dat het een goede motivatie was om toch op te staan. Ze hadden voor vandaag een lekkere dag voorspeld met kans op winterse buien.

Rond 6.45 uur reden we weg en kwamen een half uurtje later aan bij Station Breukelen. We hadden nog ruim 20 minuten voor de trein zou komen dus bleven we nog even warm in de auto zitten. We konden op verschillende manieren naar Nieuwveen met het openbaar vervoer, maar bij allemaal waren we ongeveer anderhalf uur onderweg. De routes gingen over Amsterdam, Woerden, Schiphol en Rotterdam ofzo. Wij kozen voor Amsterdam en gingen met de trein naar Station Bijlmer Arena. Daar zouden we ruim een kwartier moeten wachten op de bus naar Amstelveen. Het was best frisjes dus waren we blij dat we in een vroegere bus konden stappen. We waren nu een kwartier eerder dan gepland in Amstelveen en moesten nu iets langer op de volgende bus wachten, ongeveer 20 minuten. Maar ook hier kwam er een bus naar onze volgende halte, een andere lijn maar met dezelfde bestemming. Eerder, dus lekker warm. Vanaf Amstelveen reden we naar het busstation in Uithoorn. Hier moesten we dan toch echt wachten op onze laatste bus. Er kwam een bui over met natte sneeuw, het waaide, brrr. Gelukkig kwam de bus 10 minuten eerder waardoor we niet zo heel lang hoefden te koubekken en weer lekker konden opwarmen. De natte sneeuw was intussen in een sneeuwstorm over gegaan. Prachtig om te zien. Een dorpje verderop sneeuwde het al niet meer (jammer, ik had graag door een witte wereld gelopen) en toen we dan eindelijk in Nieuwveen aan kwamen scheen het vroege ochtendzonnetje. We hadden intussen een hele reis achter de rug.

We begonnen klokslag 9.00 uur aan de wandeling. We kwamen al snel aan de rand van het dorpje waar de route verder ging over een grasdijk met schapen. En hekjes. Bij het eerste hekje zat schrikdraad. Het begon te sneeuwen/hagelen. Na een kudde schapen en een paar hekjes (die glibberig waren van een dun laagje half gesmolten sneeuw) kwamen we bij een huis. We zagen niet hoe het pad verder liep. We liepen om de tuin van het huis heen en kwamen weer op de dijk. Ook hier hekjes, soms met schrikdraad of prikkeldraad. Verderop kwamen we bij een hekje met daarachter 8 pony’s. Het was een hoge opstap en het hekje waar je overheen moest was ook hoog. Voor mij al een hele opgaaf, maar zo’n 10 centimeter achter het hekje, bovenaan bleek ook nog een draad te zitten. Het zag er uit als een dikke schrikdraad maar het tikte niet. Ik maakte als eerste de grote stap, met mijn hand steunend op een betonnen paal. Hierbij kwam ik onvermijdelijk met mijn bovenbeen tegen de dikke draad… en kreeg een flinke schok! Eerst hoorde ik een harde ‘tok’, voelde een schrijnend gevoel aan de hand waar ik op had gesteund en had een flink brandend gevoel aan mijn bovenbeen. Godsamme, het deed echt zeer! Ik was wel gelijk goed wakker…

Nu moest Remco er nog over heen zien te komen. Hij bekeek de mogelijkheden en besloot om eerst zijn ene been tussen het hekje en de draad te zetten en daarna over de draad te stappen. Het ging precies, pfff. De sneeuw/hagelbui was over en de pony’s kwamen op ons afgerend. Dat leidde me lekker van de pijn af. Het zoet na het zuur. Ik voelde het nog wel, maar knuffelen met zoveel pony’s tegelijk maakte het wat beter. Ze waren echt heel lief. We liepen verder over de dijk en bijna aan het eind keek Remco om. Alle pony’s waren achter ons aan gelopen, zo schattig. We hebben ze dus nog maar een aai of wat gegeven en hebben daarna het dijkje verlaten. We waren nog maar net op pad maar zaten tot onze knieën onder de blubber en schapenstront. Dat is wel het voordeel van dit seizoen, stel je voor dat we nu in een korte broek gelopen zouden hebben…

We liepen nu over een asfaltweg door het winderige polderlandschap en kwamen bij het dorpje Noordeinde en iets verderop Zevenhoven. De zon weerkaatste fel op het natte wegdek. Over nog meer asfalt liepen we richting het dorp Noorden. We kwamen steeds meer door een veengebied; veel water en riet. We kwamen bij de dorpjes Noorden en Noordse Dorp, een verzameling huizen rond de Noordse Plassen. We liepen langs een randje van Noorden, langs de Noordse Plas, Noordse Dorp in. Bij de kerk sloegen we een oud kerkenpad in; een smal paadje tussen de Noordse Plassen door (zouden ze plas 1 en 2 heten?) Op een bankje namen we een korte pauze. Door de koude wind wilden we al snel weer verder. Het was niet de beste plek met deze wind, maar verder kwamen we eigenlijk geen bankjes tegen.

We kwamen aan de andere kant van de plas uit in Noorden en liepen langs het drukke weggetje het dorp uit. We werden nat doordat de auto’s die ons passeerden door plassen reden. Ze konden niet anders maar we werden wel nat. Gelukkig konden we uiteindelijk over een ventweg lopen waardoor we meer afstand hadden. Toch kregen vrachtwagens ons nog steeds onder de spetters en reden er op de ventweg ook aardig wat auto’s. OK, er stonden wel allemaal huizen langs de ventweg maar waarom moesten alle bewoners zonodig nu daar gaan rijden? Het vele verkeer was jammer, de omgeving echter was prachtig. Dat maakte veel goed.

Achter één van de vele bruggetjes was het beginpunt van een wandeling, het Pietersenpad, een wandeling door een (smalle strook) broekbos en een trekpontje (behalve als er vee op het eilandjes loopt). We keken even op het bordje met tekst en uitleg dat erbij stond. We doken het broekbosje even in om te kijken. Ik was ook al een tijdje naarstig op zoek naar een geschikte plek om mijn blaas te legen maar in de open polder zijn die plekjes schaars. Dus, misschien kon ik hier terecht. Er stond een picknickbank en er was een halve kring met bankjes met daar tegenover een lessenaar met een bankje. Echt een plek waar lezingen gegeven worden, denken we. Het leek ons een erg leuk pad maar wilden deze niet vandaag lopen. Wel kon ik er inderdaad even piesen. We zijn weer terug gekeerd naar de route van het Marskramerpad en sloegen iets verderop een weggetje in naar de Westveense molen (wipwatermolen uit 1676) en het water van de Kromme Mijdrecht (bronrivier van de Amstel). We liepen over de dijk langs het water, het riet had een mooie kleur in de zon, en kwamen uit bij Woerdense Verlaat. Via een fietspad/ventweg langs een drukke provinciale weg volgden we de route verder. In de landen zagen we een zilverreiger.

We hadden wel zin in een pauze en waren blij dat we dat ene bankje bij die winderige Noordse Plassen hadden gebruikt. Intussen hadden we bijna alleen maar asfalt onder onze voeten gehad zonder dat we een bankje hadden gezien. We hadden ongeveer drie uur stevig door gelopen. Dat voel je wel. Bij het ophaalbruggetje stond een bankje. Vol in de wind, pal langs een drukke weg en precies naast een huisje waar ze met een slijptol of zoiets bezig waren. Hier liepen we dus maar voorbij. Een pauze moet wel aangenaam zijn…

Bij de volgende ophaalbrug kwamen we bij het buurtschap Spengen (jammer, geen plaatsnaambordje) waar tussen de 4 huizen een bankje stond. Goed genoeg; redelijk beschut en wat te zien. In de tuin tegenover het bankje werd geploeterd door een jongen. Hij was flink aan het hakken en spitten. Er kwam een mannetje voorbij “zo, even uitrusten?” Maakte hij gewoon een ommetje of een beetje nieuwsgierig naar ons? Iets later kwam hij weer terug gelopen. Na ongeveer een half uurtje hezen we onze rugzakken weer op en begonnen aan de laatste 7,5 kilometer.

We liepen over een smal asfaltweggetje, met sloten en huizen aan weerszijden, en kwamen na 1,5 kilometer bij een ventweg langs weer een provinciale weg.

De ventweg verliet uiteindelijk de provinciale weg maar er reden nog steeds veel auto’s langs ons heen. We liepen Kockengen in en snel daarna er weer uit. In Kockengen zit Kunst en Koffie, een eetcafé/winkeltje van Abrona. Het bleek echter niet op de route te liggen want we zijn het niet tegen gekomen. We hadden geen zin om te zoeken, we liepen dan liever naar de auto toe.

De route ging nu weer over een half verhard, smal dijkpaadje langs het water van de Heicop. Het smalle paadje was verderop geasfalteerd. Onafhankelijk van elkaar vroegen Remco en ik zich af hoe ze dat geasfalteerd zouden hebben. Zo smal, dat moest bijna wel handwerk zijn! We volgden het paadje en Breukelen kwam in zicht. We liepen onder de A2 door en kwamen om 14.30 uur bij het eindpunt van deze wandeling. De auto stond op de, nu volle, parkeerplaats op ons te wachten.

We hebben heerlijk weer gehad om te lopen, al had de wind iets minder gemogen. Ondanks het vele asfalt was het een erg leuke etappe. We hebben zeker 4 zilverreigers gezien, kuifeenden, staartmeesjes, groenlingen en sijsjes. Natuurlijk overal veel sneeuwklokjes en andere bolletjes. We hebben vooral heel erg veel zwanen gezien vandaag. We zijn weer moe maar zeer voldaan.

 

 

Zondag 10 februari 2008 Voorjaar

Terschuur – Soest, ±30 km

Zonnig lenteweer, 0 – 13°C

 

Omdat we de afgelopen twee weekeinden ook al een etappe hadden gelopen hadden we voor dit weekeind andere plannen. Sinds vrijdag is het echter even lente, te mooi om niet te gaan lopen. Gisteren zijn we lekker aan het rommelen geweest in de tuin, Het was erg lekker weer en alle bloembolletjes die in bloei stonden gaven een echt voorjaarsgevoel.

Vandaag wilde Corry ons een slinger geven als we in de buurt gingen lopen. Dan hoefden we niet met het openbaar vervoer en konden we lekker op tijd van start. Om 7.15 uur kwam Cor ons ophalen, onderweg hadden we zicht op een prachtig roze rood gekleurde horizon. Een half uurtje later stapten we uit aan de rand van Terschuur. Vanaf hier zouden we naar huis lopen, ongeveer 30 kilometer. In de schemer maakte Cor nog een paar foto’s van ons en liet ons daarna achter.

We staken de snelweg over met een viaduct en maakten wat foto’s van de prachtige lucht. De afgelopen nacht had het licht gevroren, het was nog vrij frisjes. We passeerden de molen ‘Den Olden Florus’, en molen uit de 15e eeuw. De vogels floten vrolijk hun ochtendlied, de lucht was prachtig, we genoten met volle teugen. Over een smal polderweggetje liepen we door het landschap. Het pad leidde ons een boerenerf op en even twijfelden we of we echt wel goed gingen. Voordat we verder liepen hadden we eerst even aandacht voor een leuke, oude Jack Russel en een net zo lief en oud ezeltje. In het land achter de ezel stonden 4 reetjes, hun witte kontjes mooi verlicht door de laagstaande ochtendzon. Er kam een iets jonger Jack Russeltje op ons afgelopen die ook graag aandacht wilde.

We liepen verder over het erf en bleken inderdaad een weggetje te volgen door het boerenland. We zagen twee kieviten die boven het land aan het baltsen waren. De geluiden en bewegingen waren geweldig om te horen en te zien. Dat was pas echt lente!! De route leidde ons nu langs de Barneveldse Beek, over een smalle en verhoogde bosstrook. Hier zagen we in totaal nog 14 reetjes. We zagen ook twee mensen in het land lopen die elke meter iets in de grond leken te doen. Een biologische boerderij??

Na ruim 6 kilometer lopen, vanaf het beginpunt, kwamen we langs Huize Stoutenburg. Het landgoed wordt weer gemaakt tot een Heerlijkheid, er komt meer aandacht voor de natuur. Daar moeten we over een paar jaar nog maar eens gaan lopen. De route ging een klein stukje door Stoutenburg en leidde ons daarna over een smal polderweggetje naar de rand van Leusden.

Vanaf Leusden liepen we over een graskade langs het Valleikanaal, kwamen langs en over de A28 en daarna bij Amersfoort. Bij Kinderboerderij ‘De Vosheuvel’ hebben we een korte pauze gehouden op een bankje. Het zonnetje was heerlijk. In een struik naast ons bankje zaten 6 mannelijke mussen een vrouwtjes mus achterna. Ze maakten behoorlijk veel kabaal en waren duidelijk in voorjaarsstemming!

Langs de Heiligenbergerbeek liepen we door Park Randenbroek naar de bebouwde kom van Amersfoort. We kwamen langs de Muurhuizen, huizen die aan de vroegere stadsmuur zijn gebouwd. Er zitten huizen bij uit de 15e en 16e eeuw. Er zaten mooie panden tussen. Via de Langestraat, de winkelstraat van Amersfoort, kwamen we bij de Varkensmarkt. De verleiding was te groot, bij Deli Franch zijn we op het terrasje gaan zitten en hebben in het zonnetje een broodje uit de oven gegeten. Het zat wel heel erg lekker, heerlijk om de warmte van de zon weer eens te voelen.

Iets na elf uur gingen we verder en liepen naar het station. We hadden nog ongeveer 15 kilometer voor de boeg voordat we thuis zouden komen. Op het station liepen we langs buslijn 70, de bus die ons met 20 minuten thuis zou kunnen brengen. We liepen er voorbij, bikkels dat we zijn. Intussen was het zo warm geworden dat we een trui uitdeden. We hadden nu nog verschillende laagjes dunne t-shirts en truitjes aan.

De route langs Dierenpark Amersfoort was iets veranderd door de uitbreidingen van het dierenpark. Zonder veel moeite volgden we de aangepaste route (al was er vrij weinig markering aanwezig) en liepen over een klein heideveldje en door het Monnikenbos. We liepen nu langs de Korte Duinen van Soest. Omdat het zo’n lekker weer was waren er heel veel mensen in het bos en de duinen, het was een drukste van jewelste. Iedereen genoot van het weer en de omgeving. Er waren ook veel wandelaars op pad. Bij camping ‘Het Nest’ gingen we even op een slagboom zitten om het viertal dat vlak voor ons liep wat meer voorsprong te geven. We liepen in hun nek te hijgen maar hadden geen zin om ze in te halen. We zaten nog niet op de slagboom of ze stonden alle vier stil. Ze snapten de route niet meer. Ze hebben daar ongeveer 3 minuten staan kijken welke kant ze op moesten. De routebeschrijving in het boekje was duidelijk; ‘kruis de toegangsweg van de camping en ga het bospad in’. Er was maar 1 toegangsweg, er was maar 1 bospad (ok, plus het bospad waar we vanaf kwamen) en als je een weg of pad kruist houdt dat normaal gesproken in dat je deze over steekt. We snapten niet wat ze niet begrepen… Iets later kwam een volgend stel en ook zij hadden moeite met de route. Wij hebben er ook wel eens moeite mee, maar hier sprak alles gewoon voor zich (vonden wij).

We gingen verder door het bos en kwamen uit bij Soestduinen. Overal stonden auto’s geparkeerd, iedereen was in het bos. De markering was minimaal maar omdat we de omgeving goed kennen was het hier voor ons niet zo moeilijk te volgen. Aan de rand van de Lange Duinen zijn we in het zand neer geploft. Het zonnetje scheen lekker op ons en we kwamen weer bij van de lange wandeling. Het was echt te lekker, hmm, wat een fantastisch weertje!

Ook al hadden we daar wel een tukje kunnen doen, we stonden op en gingen weer verder. Eigenlijk waren we vlak bij huis, maar de route liep anders dan de kortste route naar huis. Ook nu weerstonden we de verleiding voor de makkelijkste weg en hielden ons braaf aan de routebeschrijving. Uiteindelijk kwamen we bij het punt waar we de vorige keer van het Marskramerpad af waren gegaan. We hadden nu nog ongeveer 3 kilometer te gaan voordat we thuis waren. We waren moe maar dat haalden we wel! Rond 15.00 uur waren we thuis, rozig van het voorjaarszonnetje. Wat een geweldige dag om te lopen!

 

 

Zondag 24 februari 2008 De oudste SPAR-winkel

Wassenaar (Den Deijl) – Leiderdorp, ± 20,5 km

Bewolkt met later wat zon, droog, weinig wind, ± 6 – 13 °C

 

We proberen dit jaar weer regelmatiger te lopen dan vorig jaar. Tot nu toe zijn we goed begonnen. Elke keer is het weer knap na hoe weinig uurtjes slaap we wakker worden en ons klaar maken voor de wandeling. De wekker ging ook vanmorgen weer veel te vroeg en om 6.15 uur reden we de straat uit. Het was nog donker en alle lampen bij Amsterdam en Schiphol gaven een wirwar van licht. Overal lampjes, echt overal. Naarmate we Amsterdam verder achter ons lieten kwam er steeds meer daglicht. Om ongeveer 7.20 uur parkeerden we de auto op de Cronesteinkade in Leiden. We zaten gelijk op de route en het was al licht genoeg om de routebeschrijving te kunnen lezen. We staken de Singel over en liepen langs het water verder langs de vroegere grens van Leiden. We kwamen langs twee hofjes; het Jeruzalemshofje (met stichtingsjaar 1467 het oudste van Leiden) en het Bethaniënhofje. Twee naast elkaar gelegen hofjes, eigenlijk de gemeenschappelijke tuinen van de rondom gelegen huizen, vrij toegankelijk voor iedereen. Iets verderop passeerden we de Pieterskerk van Leiden. De kerk stond in de steigers en was op dit moment dus niet echt fotogeniek. We kwamen hierna door wat steegjes op de Vismarkt en verderop de Botermarkt.

Over het Utrechtse Jaagpad liepen we langs het water van de Nieuwe Rijn, staken het Rijn–Schie kanaal over en kwamen uit bij de Oude Rijn. Vanaf hier liepen we langs de huisjes van Leiderdorp en langs de achterkant van de allereerste SPAR-winkel van Nederland. Sinds 2003 worden hier geen spullen meer verkocht maar is het meer een soort van museumpje waar je ook een lekker bakje koffie kan krijgen. Niet op zondag natuurlijk, maar dat was niet erg, we waren bij de bushalte gekomen. Na een kwartiertje wachten kwam lijn 48 die ons naar Leiden NS bracht. Hier kochten we een broodje die we tijdens het wachten op de volgende bus lekker op aten. Lijn 43 bracht ons daarna naar Wassenaar, Den Deijl, waar we om 9.50 uur uit stapten. We wisten niet precies waar het begin van de route was (we hadden een andere verbinding dan de vorige keer en moesten daardoor bij een andere halte uit stappen). We liepen gelukkig precies goed en pakten al snel de draad weer op. Op een kruispunt vond Remco een briefje van € 10,- op de grond. Mooi mee genomen.

We kwamen bij Landgoed Raaphorst, De Horsten, een voormalig Koninklijk Landgoed. Je moest bij een soort parkeerautomaat een kaartje kopen voor € 1,- p.p. wat we braaf hebben gedaan. Voor zo’n groot landgoed is wel wat geld nodig om het te onderhouden dus zal die euro vast goed besteed worden. Remco zag in een boom twee eekhoorntjes, het bleken er zelfs 4 of 5 te zijn. Ze kronkelden om de boomstammen en takken heen, achter elkaar aan. We liepen verder over het landgoed en kwamen, nadat we even verkeerd gelopen waren, uit bij het Wilgenlaantje. De sloten aan beide kanten van het smalle wilgenlaantje waren zo te zien al jaren niet uitgebaggerd. Het stonk en de sloot leek meer uit drijfzand te bestaan dan uit water. Er lag zelfs een dode muis op het modderige oppervlak. In de bomen zagen we allerlei kleine vogeltjes en we hoorden een fazant.

We kwamen uit bij Landhuis Ter Horst welke leeg leek te staan. Bij de poort waar we het landgoed weer verlieten hebben we ons kaartje aan een dame gegeven die net een kaartje wilde kopen. Wij hadden er toch niets meer aan. Overal was het druk met wandelaars en fietsers, maar nu kwamen we opeens midden in één of andere tocht terecht en vlogen de fietsers ons om de oren. Het was gelukkig maar een klein stukje. We bereikten de rand van Voorschoten en kruisten het dorp. We liepen langs een brede sloot waar allemaal kleine bootjes lagen aangemeerd en kwamen bij het Schiekanaal. In het voorbijgaan hoorde ik een jochie van een jaar of acht tegen zijn vriendje (?) zeggen: “Ja, maar als je bij iemand gaat slápen, dan blijf je toch niet op?” Ik vond het een prachtige logica! We hadden behoefte aan pauze op een bankje, op een leuke plek als dat enigszins mogelijk was. We liepen een paar bankjes voorbij en zagen aan de andere kant van de brug die we over moesten een bankje staan. Het bankje was goed maar het uitzicht was te triest… uitzicht op een in aanbouw zijnde nieuwbouwwijk. Niet echt aantrekkelijk helaas. We hoopten dat er snel nog een bankje zou komen maar we wisten eigenlijk al hoe het af zou lopen. We hadden het juist ingeschat; we kwamen voorlopig geen bankjes meer tegen. Aan de overkant van het kanaal zagen we er genoeg staan. Onbereikbaar. We kwamen steeds dichter bij de auto, zelfs zonder pauzeplek gingen we dat halen. Maar even lekker zitten kon geen kwaad. We liepen stug door en zagen eindelijk een bankje, vlak voorbij de Lammebrug (?welke brug?). Wel leek het bankje bezet… De mensen stonden bij hun fiets te klooien. Kwamen ze net aan of gingen ze weg? We hoopten op het laatste. Blijkbaar was het ons gegund want de mensen stapten op hun fiets en reden weg. Wij ploften neer op de picknickbank. Er kwamen veel mensen voorbij die al joggend of fietsend hun hond uit lieten. Een oudere man op een scooter reed heel langzaam voorbij. Het bleek dat het witte hondje dat er achter aan kwam bij hem hoorde: het hondje sprong vrolijk bij de man op de scooter, tussen zijn voeten, en reed lekker mee. Na een lekkere pauze pakten we onze spullen weer bij elkaar en gingen we verder met de laatste kilometers. Na ongeveer een kilometer snapten we niets meer van de route. Waren we fout gelopen? Het leek er wel verrekte veel op. We zijn het hele stuk weer terug gelopen (maar hadden intussen wel een zilverreiger gezien) en kwamen weer bij onze pauzeplek langs. We namen een andere route en dit scheen de juiste te zijn. In het Cronesteinpark kwamen we langs een reigerkolonie. Best apart, al die grote nesten in de bomen.

We naderden de rand van Leiden en daarmee ook de auto. Het zonnetje liet zich nu eindelijk af en toe zien, wat ons betreft redelijk aan de late kant. Niettemin was het een zeer aangename wandeling. Ook deze keer hebben we weer veel parkieten in de bomen gehoord en gezien. Het was lekker wandelweer en we hebben voornamelijk langs water gelopen. Wel met heel weinig onverharde paden maar omdat de afstand niet al te lang was konden onze voeten dat wel aan. Rond 14.35 uur waren we bij de auto.

 

 

Zaterdag 15 maart 2008 De laatste etappe

Leiderdorp – Nieuwveen, ± 26 km

Droog, bewolkt, weinig wind, later vaag zonnetje, 0 – 14 °C

 

Volgens de weersvoorspellingen zou het vandaag een goede wandeldag worden en leek het ons een goed idee om de laatste etappe van het Marskramerpad te gaan lopen. De wekker ging dus weer onmogelijk vroeg af. Bij de eerste keer snapte ik niet waarom dat ding herrie maakte en heb ik hem uit gezet. Meteen daarna viel ik weer in een diepe slaap. Na tien minuten ging dat stomme ding weer. Nu vroeg ik me af of er misschien een reden voor zou kunnen zijn. Ik pijnigde mijn slaperige hersens, die veel liever door gingen met de droom waar ze mee bezig waren. Het besef kwam dat het zaterdag was, en na de korte, geïrriteerde gedachte dat ik dan helemaal niet wakker hoefde te worden drong het pas tot me door dat we zouden gaan lopen. Na een zucht en een kreun probeerde ik mijn ogen open te doen. Dat viel niet mee. Remco werd ook een beetje wakker.

Na een moeizame start stapten we om 6.00 uur in de auto. We reden, volgens de uitdraai van de routeplanner, binnendoor via Hilversum  naar Nieuwveen. We kwamen mooi op tijd aan en parkeerden de auto waar we de vorige keer uit de bus waren gestapt. Ik zag alleen maar een bushalte voor de bus die de andere kant op ging. Heel vreemd, want die vorige keer waren we toch echt vanaf de andere kant gekomen. We vroegen ons ook even af of we niet in een ‘blauwe’ zone stonden geparkeerd. We liepen het dorpje in en vonden een halte waar we op de bus konden stappen. Bij de bushalte zag ik opeens een bord ‘parkeerzone uit’ staan en zei tegen Remco dat het inderdaad een blauwe zone was waar de auto stond en dat hij hem dan beter nog even kon verplaatsen. Bij de bushalte was nog plek en dat viel buiten de zone. We hadden nog 10 minuten voor de bus zou komen dus dat moest lukken. Terwijl Remco de auto ging halen bleef ik bij de bushalte met zijn rugzak en fototas wachten. Het duurde en het duurde, maar ik zag onze auto niet aankomen. Wel kwam Remco terug gelopen. Ik vroeg hem waar de auto nu was en hij antwoordde dat hij hem verderop had neer gezet. Ik snapte niet waarom, waarom verder weg in plaats van bij de halte waar de route langs liep?! Remco had niet begrepen en gezien dat het hier ook kon. Wel jammer, dat zouden ’s middags weer wat extra meters worden.

De bus kwam keurig op tijd, inderdaad niet vanuit het straatje waar we eerst hadden gestaan. Na een half uur stapten we uit bij station NS Alphen aan den Rijn. We kochten treinkaartjes voor de intercity naar Leiden, station Lammenschans. Daar namen we de bus naar Leiderdorp, halte Leiderdorpsebrug. Het was 8.20 uur toen we daaruit stapten.

We moesten even zoeken naar de route maar vonden hem gelukkig vrij snel. We liepen eerst een stukje van de route die we de vorige keer hadden gelopen; het openbaar vervoer kan je niet altijd brengen waar je wilt zijn op een bepaalde tijd. Dus dan maar een klein stukje dubbel lopen, op het leuke jaagpad langs de Oude Rijn. We liepen weer achter de eerste SPAR winkel langs en begonnen iets daarna echt aan de eerste stappen van onze laatste etappe. De route week vrij snel af van de Oude Rijn, Leiderdorp uit en de polders in. In dit gebied staan heel veel molens, we kwamen langs de Doeshofmolen en de Achthovense molen. In het ons omringende landschap zagen we er nog veel meer. We zagen ook de in- en uitgang van de tunnel voor de HSL. We liepen over een geasfalteerd dijkje met veel wilgen langs het pad. Er waren al heel wat bloeiende wilgenkatjes, wat mijn loopneus er niet beter op maakte. Onderweg hebben we wat takjes voor Loco afgesneden. Kan ze lekker slopen. Langs wat boerderijen liepen we richting Hoogmade. We liepen verder over een smal paadje op een dijkje, één van de oudste kerkpaden van Nederland, langs het water van de Wijde Aa. Over een tegelpad kwamen we tussen woonboten en hun ‘overtuintjes’ door. Het voelde alsof we op privé terrein liepen. Altijd leuk om langs woonboten en hun tuintjes te lopen. Na de woonboten werd het pad een graskade, eindelijk onverharde grond onder onze voeten na 8 kilometer asfalt. We bleven staan om naar twee baltsende futen te kijken, erg mooi. Er kwam een katje aangerend die wel heel erg graag aandacht wilde. Nadat we de tijd voor het poesje en de futen hadden genomen gingen we verder over de grasdijk. We moesten af en toe een hek over maar hier stonden goede opstapjes bij en er was geen schrikdraad aanwezig. Gelukkig. Het was een prachtig gebied waar we langs en door liepen, ‘zoals het vroeger was’. We namen een korte pauze op een bankje langs het water. Een fazant vloog op.

Over een fietspad op de dijk liepen we langs het water richting Woubrugge. We hoopten hier op een café om iets te rusten, te drinken en even naar de plee te gaan. Helaas, er was niet veel en wat er was, was niet open. Jammer hoor. Wel was er een rode kat die erg graag een knuffel wilde en een stukje met ons op liep.

We verlieten Woubrugge via een smalle en redelijk drukke weg en doken daarna de polders weer in. Aan het eind van deze weg kwamen we bij een boerderij waar minimaal 7 poezen lekker lagen te pitten. Allemaal lapjeskatten, zo mooi. Het waren wel echt boerderijkatten want ze kwamen niet om een aai te halen. Over een smalle polderweg liepen we door de polder en langs een nat natuurgebied waar een reigerkolonie in de bomen zat. We waren intussen best toe aan een volgende korte pauze maar een bankje zat er deze keer niet in. Vermoeid liepen we Rijnsaterwoude in en uit. De route volgde nu een smal fietspad over een graskade langs de Leidsche vaart. Aan de overkant van het water zagen we picknickbankjes. Hmfff. Over het dijkje liepen we verder, de op de kant rustende eenden verstorend, en naderden Langeraar. Hier ging de route verder over een dijkje langs de Langeraarsche Plassen. We waren toe aan onze grote pauze. Bij gebrek aan bankjes kozen we ervoor om ons kleed uit te spreiden op de oever van de plas. Het was heerlijk, zittend langs het water en het riet, het geluid van scholeksters en meerkoeten, zicht op zwanen en andere watervogels. Rust, vaag zonnetje, toastjes met kaas en een borreltje. Zo lekker. Er kwam een auto over het half verharde dijkje; we voelden de grond onder ons trillen. Duidelijk veengebied. Zelfs als we zelf stampten voelden we het trillen. Heel grappig.

Na deze heerlijke pauze hadden we nog zo’n 6 kilometer voor de boeg, de laatste Markramerpadkilometers voor ons. We waren goed uitgerust en konden er weer tegenaan. Langs de huizen van Papenveer en het volgende tegelpad liepen we weer langs water en klommen over nog een aantal hekjes. Nieuwveen kwam in zicht. De polders die op de wandelkaart stonden waren intussen omgetoverd tot golfbaan.

 Om 15.10 uur kwamen we aan bij de auto, balend van de extra tientallen meters die we moesten lopen vanaf de bushalte waar de auto ook had kunnen staan. Toch erg blij om de auto te zien. En nu kwam de bus wel uit de straat waar we de vorige keer waren uitgestapt. Vreemd hoor.

We hebben vandaag veel vogels gezien en gehoord. Het allerleukste waren de lammetjes in de wei. Sommige waren echt nog heel erg klein, schattig. Bij een kleine kinderboerderij was er een lammetje een beetje met een kleine kangaroe (wallibi?) aan het knuffelen en verder op de route joeg een lammetje al huppelend een kauwtje op. Alle narcissen en andere bollen onderweg gaven samen met de lammetjes een heerlijk voorjaarsgevoel, welke werd versterkt door het zonnetje dat zijn best deed.

Dat was het Marskramerpad!